Les 3

vrijdag 7 oktober 2011

Herhaling
1) Lesdoelen Leerplandoelen Eindtermen Activiteitsdoelen Van algemeen naar concreet
Afhankelijk van het onderwijsnet (andere leerplannen per school)

Eindtermen - Leerplandoelen - Lesdoelen - Activiteitsdoelen 2) Verschil eindtermen en ontwikkelingsdoelen Eindtermen= Secundair onderwijs resultaatsverplichting Ontwikkelingsdoelen = Kleuteronderwijs Moeite doen om het te behalen Niet leerplichtig dus moeten het niet halen Ook voor buitengewoon onderwijs (kunnen het niet allemaal bereiken) 1ste graad beroepsonderwijs

3) Op welke 3 persoonlijkheidsdomeinen kunnen doelstellingen geformuleerd worden Cognitieve doelen (met de hersenen,..) Motorische doelen (met de handen,) Dynamisch affectief (Attitude, karakter,)

4)
Bij 1 leerplandoel kunnen meerdere lesdoelen horen. Juist of niet juist

Leerplandoelen zijn meer overkoepelend dus het kan over verschillende lessen verspreid worden dus het kan zijn dat er meer lessen nodig zijn om het te behalen. 5)
In elke doelstelling zit een cognitieve, psychomotorische en dynamische affectieve component. Juist / fout? Geef voorbeeld

Juist; als je iets moet bereiken dan moet je eerst weten hoe het moet (cognitief), ten 2de het uitvoeren (motorisch) en ten 3de moet je het willen (dynamisch affectieve).

Formuleren van doelstellingen

2 criteria; Intentie of bedoeling van lk juist overbrengen Vermelden wat lln moeten bereiken = formuleren in termen van leerlingen gedrag (NIET in termen van leerkrachten gedrag)

Doel moet nduidig en juist begrepen kunnen worden door personen, die voldoende deskundig zijn. (Voldoende vertrouwd met de inhoud van de doelstelling) Vb; Architect begrijpt doel rond formule om stevigheid van beton te bepalen. Vb; Mentoren LO/PO begrijpen doelen van lessen. (voor lk economie misschien onverstaanbaar)

Operationaliseerbaarheid van doelstelling

Operationaliseren = het aanduiden van de verwachte gedragingen of het in handelingen omzetten Gesloten of geoperationaliseerde doelstellingen = omschreven in duidelijk waarneembare termen van lln-gedrag Open doelstellingen Half - open doelstellingen

Cognitieve en psychomotorische vaardigheden leiden vaak tot gesloten doelstellingen .

Formuleren van gesloten doelstellingen

1. 2. 3. 4. Operationeel : waarneembaar gedrag (G= gedrag) (weten, inzien, toepassen, integreren) Concreet (I=inhoud) Informatie en hulpmiddelen (V: voorwaarde) Minimumprestatie (M)

Makkelijkste

Moeilijkste

Weten Inzien Toepassen Integreren

PDV 1 Pagina 1

a. Dus; G-I-V-M

Operationeel (G)
In termen van waarneembaar/observeerbaar gedrag (juiste keuze van werkwoord) Duiden ondubbelzinnig en op concrete wijze aan welk eindgedrag lln moet vertonen wanneer hij het einddoel bereikt heeft Wat doet de leerling als hij toont dat hij het doel bereikt heeft?

Weten, kennen & begrijpen zijn niet direct waarneembaar

Vb; zie p. 52 Als 3de punt toevoegen Toepassen; vaardig gebruiken (hij kan de spelregels van basket vaardig gebruiken in het spel)

Inhoud (I)
Zo concreet mogelijk omschreven
Vb;

De leerlingen kunnen een voetbalmatch beschrijven Is einddoel duidelijk? -> Neen, verschillen; Was een goede voetbalmatch Beschrijving van elke minuut

Inhoud verschilt bij iedereen, inhoud moet CONCREET zijn.

Voorwaarde (V)
Informatie Hulpmiddelen Vb;

Minimumprestatie (M)

Alleen als je geen 100% uitvoering verwacht

Enkel nodig als er verschillende graden van presteren mogelijk zijn (anders 100%) Tijdslimiet Aantal of percentage Graad nauwkeurigheid Juiste volgorde

Het formuleren van GESLOTEN doelen

G +I : MOET! V +M ; MAG!
SMART (<bedrijfswereld)
Specifiek (Wat?) Meetbaar (evalueerbaar?) Acceptabel (draagvlak, steun) Realistisch (doenbaar) Tijdgebonden (periode)

'Smart'= 'slim' principe om doelen te helpen formluleren

Bezwaren tegen het formuleren van gesloten doelstellingen Open doelstellingen Op achtergrond Half open doelstellingen Moeilijkheden bij het formuleren van doelen op vlak van SF en ZC of sociale vaardigheden

P.50
Gesloten doen; Doe een lay-up Open doelen; Maak een doelpunt bij basket Half open doelen

Maak thuis taak verder

Taalvorm bij formuleren van doelen

Zo beknopt en eenvoudig mogelijk Zo enkelvoudig mogelijk Moeten op zichzelf kunnen bestaan Geen vage of onduidelijke termen Geen negatieve doelstellingen

Oefeningen P.62 Oef 1 Duid de lesdoelstellingen aan die bij de leerplandoelstellingen: 'De leerlingen kunnen evenwicht behouden en herstellen', geformuleerd kunnen worden. De leerlingen kunnen voorwaarts en achterwaarts stappen op een omgekeerde bank De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen waart men op moet letten om evenwicht te behouden

Oef 2 Geef voor volgende doelstellingen aan of het gaat om:

PDV 1 Pagina 2

a. b. c. d.

Een algemenen doelstelling Een leerplandoelstelling Een lesdoelstelling Geen doelstelling

1. De leerlingen moeten hun communicatieve vaardigheden verbeteren Leerplandoelstelling 2. De volgende les zal de leerkracht het begrip zwaartekracht bespreken Een lesdoelstelling 3. De basistechniek van verspringen beheersen Leerplandoelstelling 4. De leerlingen kunnen het belang aantonen van lichaamshygine voor zichzelf en voor hun omgeving C 5. . B 6. . D 7. De leerlingen zullen les krijgen over het vermeerderen van planten C 8. De leerlingen voeren spierversterkende oefeningen uit Geen doelstelling 9. De leerlingen zijn in staat om medeleerlingen te corrigeren Algemenen doestelling 10. De leerlingen kunnen omgekeerd hangen aan een toestel Lesdoelstelling Oef 3 Volgende doelstellingen zijn niet operationeel. Herformuleer ze tot operationele doelstellingen
1. Verstaan waarom men bij koprol de hals op de grond moet plaatsen. a. De lln moeten kunnen verklaren waarom ze bij een koprol hun hals op de grond moeten plaatsen. 2. De regels van gesprekstechniek kennen. a. De lln moeten de regels van een gesprekstechniek uitleggen. 3. De spelregels van basketbal kunnen toepassen. a. De lln moeten uitleggen hoe ze de regels van basketbal kunnen toepassen in een wedstrijd. 4. Het verband tussen gezond eten en fitheid inzien. a. De lln moeten het verband tussen gezond eten en fitheid kunnen uitleggen.

Open doel = heel veel verschillenden dingen binnen krijgen Oef 4 Maak van volgende doelstellingen half open doelstellingen
1. Een verslag schrijven over de voetbalmatch Lierse - Westerlo. a. Ze moeten een verslag van een A4 blad schrijven over de voetbalmatch Lierse - Westerlo. 2. Een bespreking maken van een schilderij naar keuze. a. Ze maken een bespreking over de kleurencombinatie

Meer gesloten

= Criteria invoeren door 'regels' in te voeren, concreter te maken

VB; Verslag schrijven = open VB; Verslag van 5 pagina's schrijven = half open VB; Verslag schrijven van 5 pagina's in lettertype 12 = gesloten doel

Oef 5 Preciseer de inhoud van volgende doelstellingen

1. Een oefening kunnen uitvoeren. a. Salto op de trampoline 2. Een spel kunnen beoordelen a. Oordelen over een voetbalmatch

Oef 6

Onderstreep in volgende doelen het gedrag 1x en markeer de inhoud in geel.

1. 5 voorbeelden van evenwichtsoefeningen op de grond kunnen opnoemen. 2. De hoeveelheid materiaal, nodig voor een kwartetspel voor een klas van 28 lln, kunnen opschrijven. 3. 3 factoren kunnen opnoemen die bijdragen tot een goede klas sfeer.

PDV 1 Pagina 3