Está en la página 1de 6

Wereldhandel

Alejandro Jarai Vicedirecteur-generaal WHOl

Exact 10 jaar al palavert de Wereldhandelsorganisatie (WHO) over een akkoord dat de wereldhandel vrijer, maar ook eerlijker maakt. In december is er een nieuwe deadline om met de zogenoemde Doharonde te landen, maar het heeft er veel van weg dat ook deze keer de champagne in de kelder mag blijven. Vicedirecteur-generaal Alejandro Jara schetst voor Forward de stand van zaken.
TEKST SOFIE BRUTSAERT FOTO WHO

Plan B
U
w baas, Pascal Lamy, gaf onlangs tijdens een informele meeting voor het eerst toe dat de leden de ernst van de situatie waarin de Doharonde verkeert, erkenden. Durft u openlijk spreken over een mislukking van de onderhandelingen? Alle onderhandelingen van deze omvang en complexiteit maken crisissen door, al zie je meestal licht aan het eind van de tunnel. Deze keer heeft iemand het licht uitgedaan Het is een mislukking in die zin dat we de deadlines die de leden zelf hadden vooropgesteld niet halen. Met de juiste processen en politieke context hadden we ook eerder kunnen eindigen. Maar de ronde is niet dood en niemand

voor de wereldhandel
wil die dood. Dat impliceert dat er dingen moeten veranderen, want eindeloos doorgaan op dezelfde weg is zinloos. Een deadline vooropstellen van 10 jaar, dat zet niet bepaald aan tot hard werk Maar er is al veel rond! En bij dat pakket zitten enorm veel voordelen voor ontwikkelingslanden bij. De eindconclusie uitstellen betekent voor die armere landen ook het uitstellen van al die positieve elementen waarover men het nu al eens is. Ik geef echter toe dat sommige landen in een moeilijke politieke context verkeren om de doorbraak nu te forceren. In veel sleuteldomeinen is het niet tijd die ons ontbreekt, maar wel politieke wil. Het probleem is ook niet het aantal leden dat

Ik denk dat de WHO de beste manier blijft om internationale samenwerking te bevorderen

forward
september 2011

WIE IS ALEJANDRO JARA?

rond de tafel zit, want zelfs mochten we dat aantal tot de 10 belangrijkste handelspartners reduceren, dan zitten de usual suspects mee aan tafel. We zouden met die 10 in exact dezelfde situatie vastzitten als vandaag. Hoe moeilijk het ook blijkt om tot een echte eindconclusie te komen, vanuit diverse hoeken horen we dat niemand het zogenoemde Doha-mandaat wil laten vallen. Wat betekent dat precies? Doha moest een accepteerbaar onderhandelingstraject worden en daarom werd een agenda opgesteld met vele themas die heel verschillende belangengebieden vertegenwoordigen. Elk land ziet in die huidige agenda wel n of meerdere dingen die in zijn belang zijn en dat het erg belangrijk acht, en dus wil het die aspecten niet zien verdwijnen van de agenda. Voor sommige is de afbraak van bepaalde visserijsubsidies een belangrijk punt, voor andere is dat de liberalisatie van handel en landbouw. En voor een derde land kunnen beide belangrijk zijn. In de vorige ronde, de Uruguay Ronde, werd landbouw voor het eerst in het multilaterale systeem gebracht van afgesproken regels. Maar nu is het echt de eerste keer dat er een serieuze poging wordt ondernomen om landbouw te liberaliseren: tarieven doen dalen en het afbouwen tot elimineren van bepaalde subsidies. Landen met een efcinte landbouwsector zien dat niet graag verloren gaan.

Alejandro Jara (1949) is geboren in het Chileense Santiago. Hij liep humaniora in Rio de Janeiro (Brazilli) en in Santiago. In 1973 behaalde hij een diploma in de rechten aan de Universidad de Chile, waarna hij zich dankzij een Fulbright scholarship verder kon bekwamen aan de Law School van de University of California at Berkeley (1975-1976). Zijn carrire startte in de diplomatieke dienst van Chili waar hij zich specialiseerde in internationale handelsrelaties. Hij maakte deel uit van de Chileense delegatie in de GATT-onderhandelingen en was hoofdonderhandelaar voor het vrijhandelsakkoord tussen Chili en Mexico. In juni 2000 werd hij permanent vertegenwoordiger van Chili bij de WHO in Genve. Vandaag is hij voorzitter van de Special Session of the Council for Trade in Services, waar de Doharonde wordt onderhandeld. Jara is vicedirecteur-generaal van de WHO.

nistermeeting in december een plan voor te leggen van hoe we de agenda zullen aanpakken in de toekomst. En hopelijk kunnen we ook een vroege oogst binnenhalen, wat betekent dat we al een aantal zaken waarover eensgezindheid bestaat, kunnen vastleggen. Vele daarvan zijn trouwens in het voordeel van de armste landen, zoals het duty free en quota free toegang verlenen tot de markt van de minst ontwikkelde landen, of het transparantiemechanisme voor preferentile handel dat nu trouwens al in werking is, maar waarvan we de kans hebben het denitief te maken. Voorts ligt een akkoord op tafel over de procedures voor het beslechten van handelsakkoorden en is er overeenstemming om iets te doen in het voordeel van de katoenproducerende Afrikaanse landen Er zijn veel dingen waarover een akkoord nu al zou kunnen of zelfs zaken die nu al gemplementeerd worden, maar die pas echt denitief worden als we een heel pakket afronden. Moet dergelijk voorakkoord de geloofwaardigheid van de WHO redden? De vraag suggereert dat die geloofwaardigheid is aangetast. Ik denk dat de WHO de beste manier blijft om internationale samenwerking te bevorderen, met voorsprong het beste systeem is om internationale handelsconicten te regelen, en het meest gesosticeerde mechanisme is dat we hebben in internationale economische relaties. Dat ontkent niemand. Als we nu echter geen resultaten boeken, zullen er arme landen zijn die zich afvragen wat er voor hen inzit als we geen antwoord kunnen bieden op hun specieke, en heel dringende, noden. Ze zeggen dat als we zelfs niet in staat zijn om overeenstemming te bereiken over dit deel van het pakket, elke andere ambitie sowieso te hoog gegrepen is. Mensen verliezen hun interesse en dat tast inderdaad de geloofwaardigheid van de WHO aan als platform voor liberalisering van de handel. De uitblijvende WHO-resultaten waren alvast een factor die de EU aanzette om bilaterale akkoorden met landen als Korea, India te sluiten. Is dat geen blaam voor het multilateralisme? Sommige landen wensen sneller te gaan en hun economien vrij te maken op een wederkerige basis: preferentile handelspartners en bilaterale vrijhandelsakkoorden zijn manieren om dat te doen. Daarnaast is er de strijd tegen discriminatie:

Ik geef toe dat sommige landen in een moeilijke politieke context verkeren om de doorbraak nu te forceren

Uit de recente toespraken van Lamy blijkt dat het zijn ambitie is om in december te landen met een soort Plan B, een slotakkoord, maar niet over alle delen van de agenda die oorspronkelijk waren gepland. De zogenoemde groep van 5 (VS, EU, Brazili, China en India) kwam enkele maanden geleden tot de conclusie dat de kloof tussen wat ze accepteerbaar achten te groot is om een akkoord te sluiten. En ze wierpen de handdoek in de ring. Daarop hebben andere getracht om de brug te slaan, maar het blijkt onmogelijk. Het is dus een feit dat we de Doharonde niet kunnen besluiten eind dit jaar. Maar we zullen het later doen. Er moeten sowieso dingen veranderen. Wat precies wordt momenteel geanalyseerd door de overheden. De bedoeling is om op de mi-

Wereldhandel

65

als de EU ziet dat Korea een vrijhandelsverdrag negotieert met de VS, kan de Unie wellicht niet niets doen, anders zal Europa zonder twijfel markt verliezen. Dus gaat de EU op haar beurt onderhandelen met Korea. Dat is een spiraal die blijft draaien. Het is misschien niet de meest optimale oplossing, maar landen evolueren tenminste in de juiste richting: ze liberaliseren hun handel, hun diensten en investeringen. En dat is goed. Nochtans, dit gezegd zijnde, veel arme landen nemen niet deel aan dit proces, en er zijn ook zaken die niet op bilaterale manier kunnen worden opgelost: de gemeenschappelijke landbouwpolitiek van de EU of de VS zal je niet ontmantelen op deze manier. Maar een bilateraal akkoord sluiten is al zo moeilijk. Is het wel realistisch te hopen dat handelspartners wereldwijd het ooit eens zullen worden? Een vrijhandelsakkoord lijkt makkelijker omdat je slechts met n partner praat, maar het is tegelijk moeilijker omdat je de tarieven tot nul herleidt. In multilaterale gesprekken is het de bedoeling de tarieven te laten zakken, maar niet noodzakelijk ze tot nul te herleiden. Dus de aanpassing die wordt gevraagd kan voor landen beter verteerbaar zijn. Bovendien zijn de tarieven al erg laag. Vandaag zijn het reglementair kader, de standaarden, privstandaarden, SPS-procedures (*) veel belangrijker. Er is een hele wereld van regeltjes en eisen achter de grenzen van landen op diensten en investeringen. EU-commissaris Karel De Gucht beweerde al herhaaldelijk dat n van de grote problemen in de Doha-ronde de minimale steun is van de VS. Klopt die analyse volgens u? Ik geef daar geen commentaar op, het is niet mijn rol om te zeggen wiens schuld het is. Ik denk dat het een collectief probleem is. Maar de VS hebben wel een probleem omdat er geen politiek verantwoordelijke is voor handelspromotie. De debatten in de VS in een context van ernstige werkloosheid verlopen zeer moeilijk. Ik kan niet zeggen dat de VS de belangrijkste verantwoordelijkheid dragen voor de situatie in de Doha-ronde, maar de EU is zeker constructiever dan in het verleden. Op de European Business Summit die het VBO onlangs organiseerde, liet Paolo Fellin, vice-president van Cater-

pillar, zich ontvallen dat de effecten van de Uruguay Ronde alle verwachtingen bij Caterpillar overtroffen. Nu de wereld zoveel veranderd is, zal de impact van een nieuw akkoord nog groter zijn. In dit geval is geen deal een slechte deal. En toch zien we nauwelijks actie vanuit de bedrijfswereld om

wikkelingslanden hun economien eenzijdig hebben geopend. En dat geeft een probleem, want wij praten over het tarief waar men zich ofcieel heeft toe verbonden (bound level), maar het toegepaste tarief ligt vaak veel lager! Als wij dus een formule negotiren die het tarief van 25 naar 12 brengt, is dat enorm, maar als men

FACT FILE WERELDHANDELSORGANISATIE


Gevestigd in: Genve, Zwitserland Opgericht op: 1 januari 1995 Opgericht door: de Uruguay Round onderhandelingen (1986-1994) Leden: 153 landen Budget: 196 miljoen Zwitserse frank in 2010 Staff secretariaat: 640 Functies: vastleggen van WHO-handelsakkoorden; forum voor handelsonderhandelingen; afwikkeling van handelsdisputen; monitoring van nationaal handelsbeleid; technische bijstand en training aan ontwikkelingslanden; samenwerking met andere internationale organisaties Algemeen directeur: Pascal Lamy Website: www.wto.org

politieke leiders aan te zetten tot een akkoord. Hoe komt dat? Uit statistieken van de Wereldbank blijkt dat tussen 1990 en 2005 er in de ontwikkelingslanden een grote golf van vrijmaking van de handel was, ook inzake diensten en investeringen. Wat betreft de vrijmaking van de handel in goederen, was 65% unilateraal, 25% was multilateraal (m.a.w. de Uruguay Ronde of afgeleiden), en 10% was via bilaterale vrijhandelsakkoorden. Dat betekent dat de opkomende economien en de ont-

in de praktijk maar 6 vraagt, ben je geen stap vooruit! Het is n van de problemen dat businessmensen blijven zeggen dat er meer moet komen uit de Ronde, omdat ze nu geen extra markttoegang krijgen met wat er wordt genegotieerd. Maar dat betekent ook dat ze niet bereid zijn de inspanningen die de ontwikkelingslanden hebben geleverd, te honoreren.
(*) SPS staat voor Sanitary/Phytosanitary/ Food Safety

También podría gustarte