Está en la página 1de 2

Leervragen Giddens

zondag 20 maart 2011


19:39

H1: Omtrek van late moderniteit


1. Welke 6 algemene kenmerken van moderniteit beschrijft Giddens?
a. Industrialisatie
b. Kapitalisme
c. Technologie
d. Toezicht
e. Industrialisatie van oorlogvoering
f. Naties
g. Organisatie en met name organiseren

2. Op welke wijze was in premoderne culturen tijd en ruimte aan elkaar gekoppeld? En hoe zijn Anthony Giddens,(18 januari 1938) is een
deze uit elkaar gehaald? Brits socioloog en politicus. Hij staat
a. In pre-moderne culturen waren tijd en ruimte aan elkaar gekoppeld door plaats. bekend voor zijn structuratietheorie en zijn
holistische visie op de moderne
b. De seperatie van tijd en ruimte is met name beinvloed door de ontwikkeling van 'leegte' samenleving. Hij wordt beschouwd als een
van tijd door komst van mechanische klokken bv. De tijd kent dan geen waarde of van de meest prominente hedendaagse
betekenis, het dient betekenis of zin te ontlenen aan iets anders. tegelijk met tijd is ook sociologen met minstens 34 boeken van
ruimte van plaats gescheiden, met als gevolg universaliseering van de tijd. We kennen nu zijn hand, uitgebracht in minstens 29 talen
een globale tijd en tijdzones en globale kalender. Jaar 2000 is overal in de wereld 'het jaar (hij publiceert gemiddeld meer dan één
boek per jaar). In 2007 werd Giddens
2000'. genoteerd als de vijfde meest geciteerde
3. Waaruit bestaat disembedding mechanism, en geef weer hoe deze samenhangen met tijd, auteur van boeken in de humane
ruimte en vertrouwen. wetenschappen.
a. Disembedding mechanism bestaat uit symbolic tokens en expert systems. Beide zijn
samen abstract systems.
b. Symbolic tokens
Geld steunt tijd (het geldt als credit dient) en ruimte (gestandaliseerde waarde zorgt
ervoor dat geld kan bewegen tussen individuelen die elkaar mogelijk nooit zien).
c. Expert systems
zorgt voor kennis wiens geldigheid onafhankelijk is van beoefenaard en gebruikers van die
kennis. De expert systeem heeft niet alleen betrekking op eten die we consumeren,
gebouwen die we bewonen, medicijnen die we nemen maar ook de huisarts, adviseur en
therapeut. Beide expert systemen zijn afhankelijk van vertrouwen. In expert systemen zal
het gebrek aan kennis van een individu worden aangevuld door vertrouwen.
4. Op welke manier kan een medium de ruimte-tijd verhouding veranderen? Hoe heeft dit proces
via verschillende media in de geschiedenis vorm gekregen?
a. Een medium kan de ruimte-tijd verhouding veranderen, niet door het 'bericht' die het
verspreid maar door de vorm en reproductie mogelijkheden. Toen er nog kranten werden
gedrukt was het nieuws uit Europa bv. van een veel latere datum dan de gebeurtennis.
Dat komt doordat 'pakketten' nieuws werden verstuurd naar de VS. In de krant stond dan
letterlijk "een schip is gearriveerd en dit is het nieuws:". Met de komst van de telegram en
telefoon ging het nieuws overbrengen veel sneller.
b. Papyrus (egypte) was 1 van de mediums die ruimte-tijd verhouding aanzienelijk
veranderde, doordat het makkelijk getransporteerd, opgeslagen en reproduceerd kon
worden. Boeken waren de volgende stap. Boeken moesten handmatig worden
geproduceerd. Met de komst van boekdrukkunst ging het produceren van boeken veel
sneller. Desondanks waren er weinig boeken voor iedereen. Pas met de komst van de
krant was massa verspreiding mogelijk. Parallel met de krant waren de telegram, radio en
TV in opkomst.
5. Welke overeenkomsten van elektronische en gedrukte media vormen samen de twee
basiskenmerken van de bemiddelde ervaring binnen de moderne tijd?
a. Collage effect
naast elkaar zetten van ongelijksoortig informatie in een tekst of elektrische
communicatie middel die niks met elkaar te maken hebben behalve dat ze op een
'bepaalde tijdstip' zijn gebeurt.
b. Penetratie van verre gebeurtennissen in dagelijkse bewustzijn
Je bewustzijn dat er verre gebeurtennissen bestaan. Meeste gebeurtenissen worden
beschouwd als 'ver van mijn bed show' maar netzoveel dringen onze dagelijkse leven
binnen en je raakt er vertrouwd mee. Je raakt er zo vertrouwd mee het beeld door een
medium gepresenteerd dat het als je eenmaal in het 'echt' met het object wordt
geconfronteerd je het niet kan geloven.
6. Wat zijn de grote verschillen tussen premoderne culturen en de moderniteit als je kijkt naar het
vertrouwen dat mensen in abstracte systemen hebben?
a. In pre-moderne culturen waren er experts, maar weinig technische structuren. Expert
kennis was niet altijd geordend. Expert system was hierdoor ontoegankelijk (door

Humanisering Page 1
kennis was niet altijd geordend. Expert system was hierdoor ontoegankelijk (door
geheimhouding) voor de meerderheid. (doordat mensen niet konden lezen bv.; informatie
werd oraal doorgegeven aan een selecte groep). Expertkennis was in pre-moderne
samenleving regelmatig en stabiel.
b. In moderne samenlevingen is expert kennis ontoegankelijk vanwege specialisatie
(langdurig training en specialisate); heeft men genoeg tijd, geld en energie om het te
krijgen. Specialisatie is de kenmerk van abstracte systemen in moderne culturen als gevolg
van intensiteit die het eist en bevordert. Expert kennis is reflexief zeer mobiel en heeft als
doel steeds zichzelf te verbeteren. Het probeert een probleem zo precies mogelijk te
reduceren.
c. In pre-moderne culturen waren er experts die niet zo zeer gespecialiseerd waren. Ze
gaven advies in het brede context dan alleen het 'probleem'. Ook doordat men in pre-
moderne tijd nog lang niet altijd geletterd was hadden mensen meer vertrouwen in
abstracte systemen. De gevolg van specialisatie in de moderne tijd is dat men heel veel
weet over één specifieke gebied maar de gebieden eromheen vaag worden. Dit maakt
voorspellen erg moeilijk, zo niet onmogelijk. Men kijkt niet verder dan de gevolgen van
een specialisatiegebied. Een persoon kan ook maar op één of twee gebieden expert
worden. De snelheid waarmee de expertise en specialisatie verandert zorgt voor onzekere
bestaan. Men heeft in de late moderniteit niet veel vertrouwen in abstracte systemen als
in pre-moderne culturen vanwege de vluchtigheid en fragmentatie van kennis, maar ook
de methodiek van kennis vergaren wordt bevraagd.
7. Giddens legt een verband tussen de moderniteit en het reflexive zelf. Wat is de grote lijn van
dat verband? Noem de drie kernbegrippen die hij daarbij gebruikt en geef er een omschrijving
van. (zie inleiding en H1)
a. Met moderniteit wordt bedoeld de post-feodale europa en met name de 20ste eeuwse
indutrialisatie. Echter is dat niet het enige aspect. Naast industrialisatie is er ook de
opkomst van kapitalisme, naties, organiseren, toezicht en industrialisatie van
oorlogvoering.
b. Reflexive zelf uit zich in de vraag 'hoe zal ik leven?'. In een continue proces van bijstellen
en veranderen van het antwoord op die vraag in het licht van nieuwe inzichten.
c. In de moderniteit is er sprake van scheiding van tijd en ruimte. In pre-moderne culturen
was tijd en ruimte altijd verbonden met de plaats. In de moderne culturen is tijd 'leeg' als
gevolg van ontwikkelingen om tijd te meten. We kennen nu globale datum en tijd
aanduiding. Doordat tijd nu leeg is heeft ruimte zich kunnen scheiden van plaats. Het
leegmaken van tijd en ruimte is cruciaal geweest voor een andere aspect van moderniteit,
namelijk disembeding mechanism. Dat houdt in dat je als ware sociale relaties uit lokale
context te halen om deze vervolgens over tijd-ruimte verhouding te verspreiden.
Disembedding mechanism bestaat uit 2 soorten die samen het abstracte systeem vormen.
De eerste is symbolische tokens, met als duidelijkste voorbeeld, geld. Geld is een medium
geworden om mee te ruilen omdat het een standaard en vastgelegde waarde heeft en
daarom geschikt om handel te drijven met mensen die men waarschijnlijk nooit zal zien.
De tweede soort is expert systeem, waar kennis wordt geproduceerd die onafhankelijk en
valid is ongeacht wie het produceert en wie het gebruikt. We wonen bv. in gebouwen, we
eten bepaalde voedsel of nemen medicijnen in. Expert systeem is niet alleen voor
technische kennis maar geldt ook voor sociale relaties. Ook de huisarts of therapeut vallen
hieronder. De transformatie van tijd en ruimte samen met diembedding mechanism
verwijderd onze sociale leven van diepgewortelde voorschriften en gebruiken. Reflexiteit
is de derde kernbegrip van moderniteit. Reflexiteit houdt sociale activiteit en band met de
natuur continue bijgesteld en veranderd moet worden in het licht van nieuwe
inzichten/kennis/informatie. Mensen verwerken informatie simpelweg niet op de manier
waarop natuurwetenschappen dat wel doet.

8. Wat is de nut en betekenis van vertrouwen volgens Giddens?


a. Betekenis van vertouwen volgens Giddenens is je bewust zijn van je eigen tekortkoming
van informatie die regelmatig invloed heeft op je leven.
i. Voorbeeld: je hoeft de versnellingspook van een auto niet te vertrouwen, want je
weet inmiddels hoe het werkt en het werkt altijd.
ii. Voorbeeld: je hoeft arbeid in productiewerk niet te vertrouwen, want er wordt op
gelet en het is altijd hetzelfde. 'low-trust' banen.
iii. Voorbeeld: banen die uit het zicht van management en supervisie worden
uitgevoerd moet je wel vertrouwen. 'high-trust' banen. Politie, justitie, defensie
iv. Voorbeeld: wanneer je ziek bent moet je wel de huisarts vertrouwen. Huisarts is een
onderdeel van een abstracte systeem waarvan je geen/weinig kennis hebt, zo ook je
lichaam en je ziekte.

Humanisering Page 2

También podría gustarte