Está en la página 1de 7

Waar is Ans?

1
2 Is er nu een feest of niet?

Noor speelt graag op het plein.


Het plein voor de school.
Het is er aardig druk.
Noor speelt er veel, samen met haar vrienden.
Lem, Ans en Tristan zijn er dus ook.
Noor is verkleed als een fee.
Met een kroon op en een toverstok vast.
Ze is wel acht, zeg!

Ze verkleedt zich met haar vrienden.


Lem speelt een gevaarlijke draak.
Hij spuwt slierten geel vuur.
Lem brult en briest3 naar iedereen.
Wat is hij eng, zeg!

Ans is een lief, klein heksje.


Ze heeft een valse wrat
en een houten bezemsteel.
Daarmee wil ze vliegen, de lucht in!
Maar het wil niet lukken.
Tristan ten slotte doet een wolf na.
Hij schreeuwt ‘woe, woe’.
Uit zijn muil druipt bloed.
Het bloed is zo rood als wijn.
Tristan ziet er sterk uit.
Zo sterk als een leeuw!
Wat leuk, zeg, al dat verkleden.

6
‘Geef jij geen verjaardagsfeest?
Mogen wij niet komen naar je huis?’
Dat vraagt Lem.
Die durft nogal.

‘Tuurlijk is er een feest,’ zegt Noor.


Mams zei: ‘Doe maar.’
Paps zei ook: ‘Waarom niet, meid?’
‘Het feest is in onze tuin.
Daar kunnen we spelen en vieren.’

‘Wil je komen, Ans?


En jij Tristan, kom je?
Lem, jou wil ik ook niet missen op het feest!’
‘Ja! Ja! Ja!’ schreeuwen de heks, de draak en de
wolf.

7
3 Appeltaart met prikdrank

Daar komen ze: Lem, Ans en Tristan.


Ze komen voor het feest van Noor.
Noor zwaait hen toe op haar troon.
Lem, Ans en Tristan zwaaien terug.
Zij gaan zitten op een kleine stoel.
Aan een ronde tafel vol versieringen.
De jarige mag op een troon, natuurlijk.
Hun stoel is niet zo groot.
Lem drinkt prikdrank.
Die drank prikt stevig in zijn keel.
Ans eet appeltaart met bessen.
Tristan klapt in zijn handen.
Noor glimlacht, ze is tevreden.

8
Mam schenkt nog meer drank in.
Tristan klapt niet meer in zijn handen.
Hij klapt pardoes op zijn stoel.
Zijn stoel valt om op de tafel.
De appeltaart valt met een harde klap op de grond.
Moes de poes likt de bessen van de taart.
‘Oei, wat is er nu gebeurd?’
Mams kijkt boos rond zich.
Moes ziet rood door de bessen.
Noor lacht, want ook Tristan ziet er rood uit.
Gelukkig Ans en Lem niet.
Lem gluurt naar mams.
Ans vraagt zich af of ze boos is.
Plots lacht mams het heel hard uit.
Wat een leuk, rood bessenfeest, zeg!

9
4 Een valse muis in de tuin

Buiten is het prachtig weer.


De zon schijnt vele stralen naar beneden.
De wolken drijven ver weg.
Er is geen spoortje regen of wind.
De grote tuin van Noor nodigt hen uit.
Kom maar spelen, lijkt de tuin te zeggen.
‘Speel maar buiten,’ zegt mams dan.
Klim op de bank bij de groene struik.
Of bezoek de hoogste top van de boom.
Noor rent haastig de deur uit.
Zij speelt altijd buiten bij mooi weer.
‘Wat zullen we doen?’
Ans gooit een lichte bal in de lucht.
Lem vangt hem als een echte doelman op.
Tristan snuffelt rond in het gras.
Hij doet net een kleine muis na.
Maar hij is een echte valse muis.
Nee, geen muis met grijs.
Maar met groen en blauw.
Moes de poes volgt Tristan, de valse muis.
Tristan piept met een scherpe stem.
Moes kijkt raar, ze snapt er niets van.
Tristan piept nog eens als een muis.
Moes blaast, ze laat haar tanden zien.

10
Tristan piept nog meer.
Moes springt op Tristans rug.
‘Ksss, ga weg, valse muis,’ zegt Noor.
‘Ksss, ga weg gevaarlijke poes,’ zegt Noor.
Moes rent weg naar binnen.
Tristan straalt. De muis is de winnaar!
Wat een laffe poes is Moes toch!

11

También podría gustarte