Documentos de Académico
Documentos de Profesional
Documentos de Cultura
Student: Bo Klokgieters
Kempelklas: V1B
Stageschool + plaats: De nieuwe Linde te Nuenen
Groep: 7/8
Mentor: Wieteke Vinke
Vak/onderwerp: Taal, spreekwoorden/brede zin
Datum: -
Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
Vakdidactisch bekwaam X Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Niveaudifferentiatie
Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
De juf legt de theorie uit en de leerlingen maken hierna de opdrachten zelfstandig en kijken deze zelf na.
De leerlingen van groep 7 krijgen andere opdrachten dan groep 8. De juf gaat bij een vast groepje zitten
die moeite hebben met taal. Er zijn een paar leerlingen met dyslexie.
De vorige taalles zijn ze begonnen met spreekwoorden. Ze hebben er al een aantal geleerd. Als de
leerlingen klaar zijn mogen zij meestal op de laptop op Gynzy werken.
Voor meer ondersteuning zie het hoofdstuk Praktijkverkenning.
Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
Een mogelijk knelpunt zou kunnen zijn dat de leerlingen te veel bezig met hun maatje van het
tweetal en zich niet meer met de opdracht bezighouden. Om dit te voorkomen maak ik van
tevoren de tweetallen en houd daarbij rekening met wie goed samen kunnen werken, maar waar
het niet te gezellig wordt.
Het zou kunnen dat de ene leerling het lastig vindt of juist dat de andere leerling alles voor gaat
zeggen als ik groep 7 en 8 zou mixen. Daarom zet ik de leerlingen uit groep 7 bij elkaar in
tweetallen en de leerlingen van groep 8 bij elkaar in tweetallen. Om elkaar toch nog te kunnen
helpen kijk ik wel per groep (7 en 8) wie er beter is in taal en wie niet. Iemand met dyslexie zet ik
bij een redelijk (taalkundig) ver ontwikkelde leerling met veel geduld.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de leerlingen door de school gaan dwalen. Om dit tegen te
gaan zet ik het speur parcours enigszins af.
Ook kan het voorkomen dat de leerlingen niet meer goed weten wat een paar van de
spreekwoorden betekenen of hoe ze gevormd moeten worden. Natuurlijk zal ik ten allen tijden
rond blijven lopen om te helpen als dit nodig is. Bovendien herhalen we wat spreekwoorden aan
het begin van de les. Verder bestaan er spreekwoordenboekjes waar ze de spreekwoorden met
betekenis kunnen vinden.
Nadat de leerlingen hun tweetal hebben gevonden, starten zij de speurtocht. Gedurende de speurtocht zal ik
Kern. De leerlingen maken de rondlopen, zodat de leerlingen vragen kunnen stellen, mocht dit nodig zijn. Na ongeveer 10 minuten roep ik iedereen
spreekwoorden speurtocht en terug als ik merk dat de meeste alles gevonden hebben. Dan komen de leerlingen in het lokaal de spreekwoorden
(+-30 min.) beelden ze uit. compleet maken. Ook hier loop ik rond om vragen te beantwoorden. Als een tweetal klaar is, geef ik heb het
nakijkmodel. Nadat ze de spreekwoorden hebben gecorrigeerd, mogen ze in groepjes een spreekwoord uitbeelden.
Van het eindresultaat zal ik van elk groepje een foto maken van het uitgebeelde spreekwoord (Stilleven).
Afsluiting. Evaluatie en feedback! Als iedereen een foto heeft gemaakt van hun uitgebeelde spreekwoord naar keuze, vraag ik aan de leerlingen wat zij
(+-10 min.) met de foto’s willen doen. Ik zou ze bijvoorbeeld met spreekwoord en betekenis eronder kunnen uitprinten en in het
klaslokaal kunnen hangen. Nog een optie zou een zelfgemaakt spreekwoordenboek kunnen zijn. De leerlingen mogen
kiezen. Ook zal ik vragen wat zij van deze les vonden. Wat vonden ze leuk en wat zouden ze de volgende keer anders
zien? Met deze feedback sluit ik de les af.