Está en la página 1de 2

SCHRIJFPLAN

BETOOG / BESCHOUWING

ARGUMENT 1 - KAMP 1: Taalverloedering is slecht voor de samenleving want onze
taalbeheersing gaat er van achteruit.

ARGUMENT 2 – KAMP 1: Door de veranderingen in de Nederlandse taal ontstaat
verwarring. Met als gevolg dat studenten het Nederlands
onvoldoende beheersen.
à Onderz. 2013 à 2/3 van lln niet in staat boodschap
schriftelijk over te brengen

CITAAT BIJ KAMP 1: van: Jory de Greef-de Rijcke, gepensioneerd gemeenteambtenaar.
“Vroeger kon je als ambtenaar nog weleens een mooie zin maken van 3 of 4 regels. Daar kon
ik dan echt wel van genieten. Daar hoef je nu niet meer mee aan te komen. Het is allemaal
kort, slordig en vol fouten en afgebroken zinnen.”


ARGUMENT 1 – KAMP 2: Taalverloedering bestaat niet, want de taal verandert constant.
En dat is iets natuurlijks.
à ‘hun’ kan nu ook pv zijn. ‘Hun gingen op hun fiets…’

ARGUMENT 2 – KAMP 2: Het is niet erg om taalfouten te maken, want het gaat erom dat
we elkaar immers begrijpen.


CITAAT BIJ KAMP 2: van: Marc van Oostendorp, hoogleraar en taalkundige.
“Wist je dat Anne Frank in haar dagboeken al ‘hun hebben’ gebruikte? Dat was een van de
eerste vindplaatsen, driekwart eeuw geleden geschreven. En P.C. Hooft, toch ook niet de
minste, had het in de 17de eeuw al over ‘me moeder’.”

CITAAT BIJ KAMP 2: van: Jan Stroop, taalkundige
“Taalverloedering bestaat helemaal niet. Zogenoemde ’fouten’ (…) onthullen juist een glimp
van de taal van de toekomst.”















SCHRIJFPLAN BETOOG / BESCHOUWING

BESCHOUWING:
- Objectief à Ow vanuit verschillende hoeken.
- Geen mening v.d. schrijver
- Centrale vraag / Probleem
- In 3 delen: 1) inleiding à aandacht, probleem/vraag.
2) kern à minimaal 2 invalshoeken, feiten/voorbeelden.
3) slot à antwoord/conclusie, samenvattend, geen eigen mening.

BETOOG
- Doel = overtuigen van mening (v.d. schrijver)
- Standpunt + Onderschikkende argumenten
Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.
1. De kinderopvang moet goedkoper worden.

1.1. Er zullen meer vrouwen gaan werken.

1.1.1. Er is een groot tekort aan arbeidskrachten.
- In 3 delen: 1) inleiding à twee delen, introductie & stelling
2) kern à ieder hoofdargument nieuwe alinea, gebr. feiten/voorb,
bedenk de tegenarg. en behandel ze
3) slot à expliciet stelling herhalen, belangr. arg., korte samenv.

También podría gustarte