Está en la página 1de 16

ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR

Naam: Adriënne Egelmeers


Klas: H1EH16VB
Studentnummer: 2732718
Stageschool: Basisschool X in de Kempen
Inhoud
Landelijke zorgstructuur met Wet Passend Onderwijs ........................................................................... 2
Algemene landelijke zorgstructuur ..................................................................................................... 2
Regionale samenwerkingsverbanden ............................................................................................. 2
Zorgplicht......................................................................................................................................... 2
Financiering extra ondersteuning ................................................................................................... 2
Doelen passend onderwijs .................................................................................................................. 2
Speciale onderwijsbehoeften .............................................................................................................. 4
Cyclus handelingsgericht werken .................................................................................................... 4
1-Zorgroute...................................................................................................................................... 4
Zorgniveaus ......................................................................................................................................... 5
Clusters speciaal onderwijs ................................................................................................................. 6
Plaatselijke zorgstructuur basisschool X ................................................................................................. 7
Regionale samenwerkingsverbanden ............................................................................................. 7
Zorgplicht......................................................................................................................................... 7
Financiering extra ondersteuning ................................................................................................... 7
Doelen passend onderwijs .................................................................................................................. 8
Speciale onderwijsbehoeften .............................................................................................................. 8
Zorgniveaus ......................................................................................................................................... 8
Clusters speciaal onderwijs ................................................................................................................. 9
Conclusie ............................................................................................................................................... 10
Bijlagen .................................................................................................................................................... 0
Kwaliteitskaart HGDP 1-zorgroute ...................................................................................................... 0
Bronnenlijst ............................................................................................................................................. 0
Landelijke zorgstructuur met Wet Passend Onderwijs

Algemene landelijke zorgstructuur


Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Doel van de wet is dat alle
leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, een passende onderwijsplek
krijgen. Het uitgangspunt bij Passend Onderwijs is dat het onderwijs regulier wordt gegeven als het
kan en speciaal als het moet. De schoolbesturen hebben een zorgplicht. Tot 1 augustus 2014
moesten ouders, waarvan hun kind nog niet naar school ging, zelf op zoek naar een geschikte school.
Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze. De school heeft dan
de taak om een passende onderwijsplek te bieden.

Hiervoor zijn een aantal concrete kenmerken, die hieronder zijn uitgewerkt.

Regionale samenwerkingsverbanden
Scholen in de regio werken samen om alle leerlingen de beste onderwijsplek te bieden. Ze
hebben regionale samenwerkingsverbanden gevormd om ervoor te zorgen dat alle kinderen
een passende plek krijgen. De scholen binnen deze samenwerkingsverbanden zijn zowel
regulier als speciaal. Deze scholen maken afspraken over onder andere de begeleiding en
ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden. Ook maken ze afspraken over welke
leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Verder maakt het
samenwerkingsverband ook afspraken met de gemeenten in de regio over de inzet en
coördinatie met (jeugd)zorg.

Zorgplicht
Wanneer een kind naar school gaat, schrijven de ouders hun kind schriftelijk in bij de school
van hun keuze. Wanneer ze verwachten dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, geven
ze dit op het moment van inschrijven aan. De school heeft vanaf dat moment de taak om een
passende onderwijsplek te kiezen.

Financiering extra ondersteuning


Samenwerkingsverbanden geven extra ondersteuning die zij kunnen bekostigen vanuit de
financiële middelen die ze krijgen vanuit de overheid. Dit bedrag wordt verdeeld op basis van
de afspraken die gemaakt zijn binnen het samenwerkingsverband. Uit deze middelen betaal
het samenwerkingsverband ook het aantal leerlingen dat ingeschreven is bij het speciaal
onderwijs. Er is meer maatwerk mogelijk voor kinderen die dat nodig hebben. Ook kan het
geld gebruikt worden voor ondersteuning binnen reguliere scholen.

Doelen passend onderwijs


Er zijn een aantal doelen vastgesteld die ervoor zorgen dat de Wet Passend Onderwijs goed tot zijn
recht komt.

Ten eerste moet er duidelijkheid zijn over de toewijzing van extra ondersteuning. Scholen leggen
binnen hun samenwerkingsverband vast welke (extra) ondersteuning de scholen bieden en welke
leerlingen daarvoor in aanmerking komen. De scholen geven in hun ondersteuningsplan en
schoolondersteuningsprofiel aan wat zij doen om alle leerlingen een passende plek binnen hun
school te geven. Het ondersteuningsprofiel wordt vier keer per jaar opnieuw vastgelegd. Hierin staat
onder andere welke doelen de school heeft voor de toekomst. Het gehele team stelt dit profiel op;
leraren, de schoolleiding en het bestuur.
Verder moet de wet ervoor zorgen dat er minder bureaucratie ontstaat door lange
indicatieprocedures, wachtlijsten en de scheiding ondersteuning van lichte en zware ondersteuning.
Dit zorgt ervoor dat er flexibeler geschakeld kan worden binnen de verschillende niveaus van zorg en
de verschillende scholen. Hierdoor kan er actie ondernomen worden wanneer men tegen een
probleem aanloopt. Vóór de Wet Passend Onderwijs waren er veel procedures en regels waar
scholen zich aan moesten houden.

Het derde doel beschrijft dat er goede leerkrachten voor de klas moeten staan. De leerkracht werkt
constant binnen een team; de school, collega’s en het samenwerkingsverband. Hiermee komt het de
verdere ontwikkeling van de leerkrachten ten goede.

Doordat alle kinderen de juiste zorg moeten kunnen krijgen en een plek verdienen binnen het
onderwijs, is het van belang om het aantal thuiszitters terug te dringen. Dit is dan ook het vierde
doel. Passend onderwijs zorgt ervoor om een zo’n passend mogelijk onderwijsprogramma te bieden
voor alle leerlingen, ook de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.

De communicatie tussen scholen, samenwerkingsverbanden en de gemeenten wordt steeds


belangrijker. Daarom is het laatste doel dat de gemeenten taken krijgen die van belang zijn voor het
realiseren van passend onderwijs. Hieronder vallen onder andere het leerlingenvervoer,
onderwijshuisvesting en leerplicht. Sinds 1 januari 2015 zijn daar ook jeugdhulp, bevordering van
participatie en maatschappelijke ondersteuning aan toegevoegd.
Door dit doel zorgt men ervoor dat er goede afspraken gemaakt worden waardoor één plan gemaakt
kan worden met verschillende instellingen, waaronder de school. Op die manier worden splitsingen
van verschillende plannen tussen de instanties voorkomen.

Volgens de staatssecretaris van onderwijs, Sander Dekker (Voortgangsrapportage Passend Onderwijs,


2017), zijn een aantal doelen nog niet helemaal bereikt. Hij zegt hier het volgende over:

‘Alles overziend heeft de invoering van passend onderwijs veel nieuwe ontwikkelingen in gang gezet.
Er wordt steeds meer samengewerkt tussen regulier en speciaal onderwijs en ik zie ook dat er meer
leerlingen in het reguliere onderwijs terecht kunnen met een passend aanbod. Scholen zijn intensiever
op zoek naar hoe zij een passend aanbod kunnen bieden voor elke leerling, inclusief de hoogbegaafde
leerlingen. De aandacht voor thuiszitters is toegenomen.
Samenwerkingsverbanden en gemeenten zijn samen actief bezig om te kijken hoe zij ook voor deze
leerlingen onderwijs kunnen organiseren.
Op de zaken die nog niet soepel lopen, ga ik extra inzetten. Zo is er regelgeving in procedure om de
mogelijkheden voor maatwerk uit te breiden. De ervaren bureaucratie moet omlaag. Naast dat de
scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hier zelf een primaire taak in hebben, wordt ook de
operatie regels ruimen uitgebreid met de samenwerkingsverbanden. Ook op het oplossen van de
knelpunten in de aansluiting van onderwijs en zorg wordt, samen met het ministerie van VWS extra
ingezet, zodat de leerlingen met een complexe ondersteuningsvraag ook de zorg kunnen krijgen die zij
nodig hebben.’

Door deze conclusie ga ik bekijken of ik dit terug zie binnen de zorgstructuur van basisschool X.
Speciale onderwijsbehoeften
Het is van belang dat gekeken wordt naar de leerling wanneer vastgesteld wordt dat een leerling
speciale onderwijsbehoeften nodig heeft. Het is daarbij van belang om het verschil te maken tussen
leerproblemen en gedragsproblemen. Om gericht in te spelen op de behoefte van ieder kind, wordt
er vaak gebruik gemaakt van een model.

Cyclus handelingsgericht werken


Wanneer een leerling speciale onderwijsbehoeften nodig zou kunnen hebben, wordt er vaak gebruik
gemaakt van het model dat gebruikt wordt bij handelingsgericht werken om dit vast te stellen. Hierin
worden vier verschillende fasen beschreven:

Fase 1: Waarnemen/signaleren:
Vaak worden in deze fase de leerlinggegevens verzameld in een groepsoverzicht. Ook worden er
observaties gedaan om zo te signaleren of de leerling extra begeleiding nodig heeft. Vaak
worden er ook kindgesprekken of didactische gesprekken gevoerd om zo duidelijk te stellen wat
het precieze probleem is volgens het kind. Op die manier kan later ook verteld worden waarom
voor een bepaalde handeling wordt gekozen.
Fase 2: Begrijpen/analyseren
In deze fase wordt een opzet gemaakt op basis van een analyse van de belemmerende en de
stimulerende factoren van de leerling. Dit wordt vaak gedaan met andere collega’s of
deskundigen. Aan de hand hiervan kan een individueel handelingsplan worden opgesteld (IHP).
Fase 3: Plannen
De leerlingen die dezelfde soort zorg nodig hebben worden bij elkaar gezet. Het clusteren van
vergelijkbare onderwijsbehoeften zorgt ervoor dat kinderen op hun eigen niveau geholpen
worden in groepsverband. Op deze manier handelt de leerkracht bewust.
Fase 4: Realiseren
De plannen voor het kind worden uitgevoerd. Er wordt na afloop ook geëvalueerd op het
proces. Hierbij wordt bekeken of de leerling de gestelde doelen behaald heeft. Ook wordt
bekeken wat veranderd kan worden voor volgende periode wanneer gestelde doelen niet
behaald zijn.

1-Zorgroute
Vaak wordt handelingsgericht werken gecombineerd met de 1-zorgroute. Het doel van de 1-
zorgroute is om de onderwijsbehoeften beter af te stemmen op de kinderen. Hierbij is het van
belang dat er handelingsgericht gewerkt wordt. Er wordt een plan gemaakt om de verschillen in de
onderwijsbehoeften van kinderen te schetsen. De 1-zorgroute zorgt er verder voor dat er tussen
zowel interne als externe zorg goede aansluiting is. Hierdoor ontstaat minder bureaucratie tussen de
verschillende partijen die zorg bieden aan één kind. Door dit alles kan handelingsgericht werken erg
gemakkelijk aan passend onderwijs gekoppeld worden. In de praktijk ziet dat er als volgt uit:
Zorgniveaus
Zorg kan op verschillende manieren aangeboden worden. Passend onderwijs biedt vijf verschillende
niveaus.

Niveau 1: Algemene zorg in de groep


Bij niveau 1 speelt de leerkracht een grote rol. Deze houdt gesprekken met ouders en zorgt voor
passend onderwijs. Dit kan in de vorm van extra instructie, een aanpassing in het tempo, extra
oefenstof of aandacht voor de (pedagogische) relatie zijn. Verder worden de toetsen in het
leerlingvolgsysteem vastgelegd. Onder dit niveau valt de alledaagse basisondersteuning in de klas.
Niveau 2: Extra zorg in de groep
Dit niveau heeft als uitgangspunt het bieden van extra aandacht voor leerlingen die kleine
aanpassingen nodig hebben. Binnen de groep wordt gezorgd voor extra zorg binnen grote en kleine
groepen. De extra zorg die voor de kinderen nodig is, wordt geregistreerd in een groepsplan.
Niveau 3: Speciale zorg na intern onderzoek (buiten de groep)
Het plan van aanpak wordt samen met de ouders en de IB’er besproken. De leerkracht bepaalt
samen met de ouders de ondersteuningsvraag. De uiteindelijke aanpak wordt vastgelegd in een
individueel handelingsplan.
Niveau 4: Speciale zorg na extern onderzoek (buiten de groep)
Een externe ervaringsdeskundige komt om hulp te bieden om passend onderwijs te bewerkstelligen.
Vanuit hier kan speciale aanvullende zorg naar voren komen. Dit wordt besproken met de ouders van
het kind. Ook dit komt in het individuele handelingsplan.
Niveau 5: Zorg in het Speciaal Basisonderwijs (andere school)
Deze vorm van zorg valt binnen het Speciale Basisonderwijs. Vaak wordt in onderling overleg
besloten tot een (over)plaatsing op een andere school.

Clusters speciaal onderwijs


Binnen het speciaal onderwijs bestaan er vier verschillend clusters. Cluster 3 en 4 worden gekoppeld
met reguliere scholen door een samenwerkingsverband.

Cluster 1: blinde of slechtziende kinderen


Cluster 2: dove of slechthorende kinderen
Cluster 3: verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen
Cluster 4: kinderen met stoornissen en gedragsproblemen
Plaatselijke zorgstructuur basisschool X
Aan de hand van bovenstaande theorie en informatie ben ik de zorgstructuur van basisschool X in
kaart gaan brengen. Dit heb ik gedaan door gesprekken te voeren met mijn mentor en met de IB’er
van basisschool X. Ook heb ik een aantal documenten opgevraagd. Deze heb ik niet in de bronnenlijst
gezet, omdat deze documenten mij in vertrouwen zijn gegeven. Aan de hand van de gesprekken en
de documenten, heb ik het onderstaande vastgesteld.

Regionale samenwerkingsverbanden
Basisschool X hoort bij de Onderwijsstichting KempenKind. KempenKind valt binnen het
samenwerkingsverband PO De Kempen. Tot dit samenwerkingsverband behoren de volgende
gemeenten: Veldhoven, Eersel, Bladel, Valkenswaard, Reusel-De Mierden, Bergeijk, Cranendonck,
Waalre, Oirschot en Heeze-Leende.

De scholen die binnen KempenKind vallen, hebben hun ondersteuningsstructuur gebaseerd op twee
verschillende aspecten.
1. Interne begeleider
De intern begeleider zorgt ervoor dat het onderwijskundige gedeelte steeds opnieuw
verbeterd wordt. Verder zorgt de IB’er ervoor dat de structuur van de ondersteuning met
extra onderwijsbehoeften goed functioneert.
De IB’ers van basisschool X vormen samen het zorgteam. Hun taken bestaat onder andere uit
het coachen van leerkrachten en onderwijsassistenten, het coördineren van passend
onderwijs aan de hand van groepsplannen, het organiseren van groeps- en
leerlingbesprekingen en het analyseren van opbrengsten aan de hand van halfjaarlijkse Cito
toetsen.
2. Ondersteuningsteam
Binnen iedere school die is aangesloten bij KempenKind, werkt er een Ondersteuningsteam.
Zij zorgen ervoor dat de behoeften van de school, de leerling, de ouders en externe partners
overwogen en afgestemd worden. De verschillende Ondersteuningsteams werken volgens de
methode van handelingsgericht werken.

Zorgplicht
Doordat bassischool X erg begaan is met kinderen waarvan ouders vinden dat ze een tweede kans
verdienen, is hun streven om kinderen zoveel mogelijk de mogelijkheid te geven op onderwijs op
maat, mits ze aan kunnen sluiten op de behoefte van het kind en het schoolorganisatorisch mogelijk
is. Zo is deze basisschool ook actief binnen neveninstromers.

Binnen KempenKind zit er een Centrum voor Passend Onderwijs (CPO). Zij zorgen voor informatie,
consultatie en ondersteuning aan ouders en scholen in regio De Kempen. Bij het CPO kunnen ouders,
scholen en instanties terecht voor vragen en ondersteuning.

Verder worden de ouders in het proces van de ontwikkeling van hun kind betrokken. Wanneer de
school besluit het CPO van KempenKind in te schakelen voor begeleiding, wordt dit van te voren met
de ouders besproken.

Financiering extra ondersteuning


Het budget wat het samenwerkingsverband krijgt, wordt verdeeld in twee verschillende niveaus.

Het eerste niveau is het bestuursniveau. Vanuit dit budget worden eerst de gezamenlijke activiteiten
bepaald. Hierbij gaat het om de volgende aspecten:
- Bovenschoolse ondersteuning van secretaresse, coördinator en Commissie Extra
ondersteuning.
- Bovenschoolse inzet van experts zoals orthopedagogen ten behoeve van het
ondersteuningsteam.
- Bovenschoolse externe opleidingen zodat de expertise van het team op peil gehouden
wordt.

Verder gaat het overige budget naar de scholen (tweede niveau). Van dit geld wordt de
ondersteuningsstructuur onderhouden en wordt extra ondersteuning op schoolniveau bekostigd. De
scholen zorgen ervoor dat er besproken is voor welk doel het geld gebruikt wordt.

Doelen passend onderwijs


Binnen het samenwerkingsverband PO De Kempen staan 5 doelen centraal die gevolgd worden door
het samenwerkingsverband:
1. Goed onderwijs op de scholen
2. Passend arrangeren
3. Dekkend netwerk voor alle leerlingen
4. Afstemmen op andere sectoren
5. Budgettaire beheersbaarheid en transparantie

Aan deze vijf doelen is te zien dat basisschool X zich inzet voor de doelen die ook het ministerie heeft
gesteld voor het passend onderwijs. Tijdens het gesprek met de IB’er werd wel gezegd dat het
afstemmen op andere sectoren soms nog een factor is waar tegenaan gelopen wordt, omdat het
lastig is om helemaal optimaal met elkaar te communiceren. Hierdoor kan ik dan ook stellen dat dit
overeenkomt met wat Sander Dekker over deze kwestie heeft gezegd.

Speciale onderwijsbehoeften
Op basisschool X wordt handelingsgericht gewerkt volgens de 1-zorgroute in samenwerking
Handelingsgerichte Procesdiagnostiek (HGPD), handelingsgericht werken en opbrengstgericht
werken. De groepsoverzichten en groepsplannen worden ingezet om het afstemmen op
zorgbehoeften, onderwijsbehoeften en het behalen van streefdoelen op een effectieve manier toe te
passen.
Ook speelt de ondersteuningsstructuur met betrekking tot groepsbesprekingen en leerling
besprekingen een belangrijke rol in het uitvoeren van het HGPD 1-zorgroute model.

In dit model wordt beschreven wat het doel is, wie daarbij betrokken zijn en wanneer het plan tot
uitvoer komt. Op deze manier worden de verschillende taken goed verdeeld. Ook is het op die
manier voor iedereen duidelijk wat er te gebeuren staat en wie waar verantwoordelijk voor is.

Zorgniveaus
Binnen basisschool X wordt gewerkt in vier verschillende zorgniveaus.

Zorgniveau 1:
Het eerste zorgniveau bestaat uit algemene zorg door de leerkracht in de klas. Er wordt twee keer
per jaar een groepsplan opgesteld waarin beschreven wordt voor de hele groep en voor groepjes en
individuele leerlingen wat het aanbod in de toekomst gaat zijn. Ook worden groepsbesprekingen
twee keer per jaar gevoerd.
Zorgniveau 2:
In de groep wordt extra zorg geboden door de leerkracht. Leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften krijgen extra aandacht, instructie of inoefening. Er vindt vaak waar nodig
afstemming plaats met de IB’er.
Zorgniveau 3:
Wanneer een kind meer zorg heeft dan de leerkracht kan bieden, overlegt deze met de IB’er in een
leerlingbespreking. Ook zijn de ouders hierbij aanwezig. Door met elkaar in gesprek te gaan, wordt
gekeken welke ondersteuning nodig is en welke stappen gezet gaan worden.
Zorgniveau 4:
Bij dit niveau wordt er een hulp van een externe deskundige ingezet. In samenspraak met de ouders
wordt deze stap ondernomen. Dit wordt gedaan wanneer het nodig is om een zwaar of licht
arrangement aan te vragen bi het CPO van KempenKind.

Als de basisondersteuning niet voldoende is om een kind passend onderwijs te bieden, kan de school
ondersteuning aanvragen. Die wordt zoveel mogelijk aangeboden door de school zelf in de vorm van
een arrangement. Er zijn verschillende arrangementen. Wanneer een arrangement uit minimale,
tijdelijke ondersteuning bestaat, verzorgt de school dit in samenspraak met het CPO KempenKind.
Wanneer het gaat om langer durende, uitgebreide, specialistische ondersteuning, vraagt de school
dit aan bij het samenwerkingsverband De Kempen.

Wanneer er een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring wordt gedaan binnen een speciale
basisschool of speciaal onderwijs, wordt de leerling aangemeld bij de Toelaatbaarheidscommissie
S(B)O Passend Onderwijs van KempenKind. De Toelaatbaarheidscommissie beoordeelt daarna de
aanvraag en bepaalt of er een toelatingsverklaring voor speciaal basisonderwijs of voor speciaal
onderwijs .

Clusters speciaal onderwijs


Basisschool X heeft een speciaal deel over onderwijs aan zieke kinderen opgenomen in hun
documenten. Dit hoort bij cluster 3 van speciaal onderwijs. Er wordt verder niks beschreven over
cluster 4: kinderen met stoornissen of gedragsproblemen.

Wettelijk heeft ieder kind dat ziek is, recht op onderwijs gedurende de gehele ziekteperiode. Dit
geldt voor zowel kinderen uit het primair als het voorgezet onderwijs.
Wanneer een kind erg ziek is, heeft dit ook gevolgen voor het gevoel van eigenwaarde en de sociaal-
emotionele ontwikkeling. Het ontstaan van leerachterstanden wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Wanneer een kind ziek is, blijft het een schoolkind met een visie gericht op de toekomst.

Bij langdurige ziekte doet basisschool X een beroep op de ondersteuning van een Consulent
Onderwijs aan Zieke Leerlingen (COZL). Dit is ook het geval als een kind langdurig ziek thuis is.
Wanneer het kind opgenomen wordt is in een academisch ziekenhuis, wordt de ondersteuning
opgepakt door de Educatieve Voorziening die aan dat ziekenhuis verbonden is.
Verder is er altijd de optie om met behulp van ICT-toepassingen een kind bij de lessen en de groep te
betrekken.

Mijn ervaringen met de praktijk zijn evenredig met het hierboven beschreven plan. In groep 3, mijn
stageklas, zit een jongen die ernstig ziek is en ook niet meer beter wordt. Hij wordt nog steeds
betrokken bij het onderwijs en de klas. Vooral in het begin; op het moment zit hij in zijn laatste
ziektefase.
Conclusie
De werkwijze van het HGPD 1-zorgroute model is duidelijk uitgeschreven en tevens terug te zien in
de praktijk. Ook de verschillende zorgniveaus zijn nauwkeurig uitgeschreven en duidelijk voor de
ouders.

De clusters voor speciaal onderwijs komen maar voor een deel terug in de documenten. Over cluster
3 staan verschillende aspecten op papier, over cluster 4 kan ik vrij weinig terugvinden, op de
zorgniveaus na. Hierin staat duidelijk beschreven wat er gebeurt wanneer de school geen interne
zorg kan bieden, maar er staat niet wat er specifiek gebeurt bij kinderen met stoornissen of
gedragsproblemen. Er staat wel duidelijk beschreven hoe het CPO in zijn werk gaat, maar ook dit is
niet specifiek gericht op cluster 4.
Verder heeft men nergens beschreven hoe ze de doelen die zijn opgesteld willen bereiken.

Al met al kan ik zeggen dat basisschool X behoorlijk goed op de hoogte is van de Wet Passend
Onderwijs en hebben ze dit duidelijk beschreven in de documenten die ik gekregen en opgevraagd
heb. Vooral het deel over het HGPD 1-zorgroute in combinatie met handelingsgericht en
opbrengstgericht werken is erg uitgewerkt en duidelijk.
Bijlagen
Kwaliteitskaart HGDP 1-zorgroute
Hier is de kwaliteitskaart HGPD 1-Zorgroute weergegeven. De naam van de desbetreffende school is
veranderd in basisschool X.

Kwaliteitskaart HGPD 1-Zorgroute

Doel
In deze kwaliteitskaart is beschreven hoe het model van de HGPD 1-Zorgroute wordt
ingezet. Door middel van het werken volgens het HGPD 1-Zorgroutemodel wil basisschool X
tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen en de streefdoelen bereiken.
De HGPD 1-Zorgroute behoort tot de basisondersteuning van basisschool X.

Beschrijving
In onderstaand schema staat beschreven hoe het model van de HGPD 1-Zorgroute op
basisschool X wordt doorlopen.
Groepsoverzichten en groepsplannen worden ingezet om het afstemmen op
onderwijsbehoeften en het behalen van streefdoelen op een effectieve manier te realiseren.
Daarnaast speelt ook de ondersteuningsstructuur met betrekking tot groepsbesprekingen en
leerling besprekingen een belangrijke rol in de uitvoering van het model van de HGPD 1-
Zorgroute.
HGPD 1-Zorgroute, handelingsgericht en opbrengstgericht werken
Wie? Wanneer?
1. Er zijn schooldoelen opgesteld. Dit zijn de Teamleden Aan het begin van het
ambitiedoelen die worden nagestreefd en die bij schooljaar
ieder teamlid bekend zijn. We hanteren de
niveauindeling I-V. We gaan uit van maximaal 40%
IV en V scores en minimaal 40% I en II scores.
2. Twee keer per jaar wordt een groepsplan voor Leerkrachten Opstellen groepsplan:
rekenen, spelling, begrijpend en technisch lezen Augustus/september en
opgesteld. Ook SEO wordt hierin meegenomen. februari/maart
Groepsplan 1 krijgt een tussenevaluatie en een Tussenevaluatie:
eindevaluatie. Groepsplan 2 een eindevaluatie. Directeur November en april
De data zijn opgenomen in de jaarkalender.
3. Leerkrachten analyseren en interpreteren de Leerkrachten CITO toetsen februari
toetsresultaten om inzicht te krijgen in de en juni
opbrengsten van hun onderwijs (effect eigen
handelen) en de onderwijsbehoeften van de Na afloop van iedere
leerlingen. methodetoets.
4. Leerkrachten vullen het groepsoverzicht in. Hierin Leerkrachten Na afloop van een
staan alle leerlingen vermeld met de stroom groepsplanperiode.
waarin ze zitten. Februari/maart en
5. Voor de leerlingen met specifieke juni/juli.
onderwijsbehoeften worden de belemmerende
factoren en beschermende factoren in kaart
gebracht. Ook stellen de leerkrachten voor deze
kinderen de specifieke onderwijsbehoeften vast. (naar behoefte
Dit wordt voor alle vakgebieden gedaan. tussendoor i.v.m.
dynamiek)
6. Het groepsoverzicht dient als uitgangspunt voor Leerkrachten februari/maart en
het opstellen van het groepsplan en wordt juni/juli
voorafgaand aan het opstellen van het nieuwe
groepsplan up-to-date gemaakt. (naar behoefte
tussendoor i.v.m.
dynamiek)
7. Leerkrachten stemmen hun instructie, aanbod, Leerkrachten Dagelijks
verwerking en onderwijstijd af op verschillen in
ontwikkeling en onderwijsbehoeften tussen
leerlingen. Dit staat beschreven in het groepsplan.
Het groepsplan is in de klas beschikbaar in de
groepsmap.
8. Leerkrachten clusteren op een effectieve manier Leerkrachten Augustus/september en
kinderen in het groepsplan. Alle kinderen worden februari/maart
opgenomen in het groepsplan. De leerkracht gaat
hierbij uit van drie groepen: Tussentijdse
 A stroom (drie sterren) afstemming naar
 B stroom (twee sterren) aanleiding van de
 C stroom (een ster) tussenevaluatie is
Leerlingen met een eigen leerlijn (OPP) zijn belangrijk i.v.m.
(meestal) een apart cluster binnen het groepsplan dynamiek
(zorgniveau 4). Dit is het geval als ze volledig op
een eigen leerlijn werken. OPP wordt in Parnassys
opgesteld door de intern begeleider in
samenspraak met leerkracht/betrokkenen. .
9. Leerkrachten stellen het groepsplan op volgens Leerkrachten Augustus/september en
een vastgesteld format waarin het aanbod t.a.v. februari/maart
specifieke onderwijsbehoeften voor een
gespecificeerde periode beschreven staat. Het
format groepsplan is te vinden onder
groepen/documentenmenu.
10. Leerkrachten gebruiken het groepsplan als Leerkrachten Wekelijks en dagelijks
leidraad voor hun week- en dagplanning.
11. Leerkrachten evalueren iedere dag op hun Leerkrachten Dagelijks
aanbod, doelen en afstemming op
onderwijsbehoefte.
12. De IB houdt minimaal 2x per jaar per leerkracht Zorgteam 1x per jaar (november)
een klassenbezoek om de leerkrachten te
begeleiden bij het doelgericht uitvoeren van de
afstemming op onderwijsbehoeften.
13. De IB zorgt ervoor dat er in november en maart Leerkrachten en Februari/maart en
een groepsbespreking plaatsvindt. Voorafgaand zorgteam juni/juli
aan deze bespreking bereiden de leerkrachten zich
voor middels een voorbereidingsformulier
groepsbespreking (2 versies: 1 voor november en
1 voor maart, zie map leerlingenzorg/formulieren)
en worden de opbrengsten besproken in het
leerjaaroverleg.
De inhoud van deze bespreking is als volgt:
 Evalueren van groepsplannen die zijn uitgevoerd;
 De behaalde resultaten worden afgezet tegen de
beoogde doelen op schoolniveau;
 Aandachtspunten voor de hele groep worden
besproken;
 Op basis van de groepsoverzichten wordt de
onderwijsbehoeften van groepen kinderen
aangescherpt;
 De clustering van leerlingen wordt besproken;
 Het nieuwe groepsplan wordt besproken op
uitvoerbaarheid;
 Individuele leerlingen worden verwezen naar de
leerlingbespreking en/of consultatie.
 Voor hulpvragen kan begeleiding middels
beeldmateriaal worden ingezet. Anita en
Jacqueline zijn SVIB-er en ook Martine, Maaike,
Janneke en Ria zijn opgeleid als beeldbegeleider.
 Ib-er draait groei VS score in LOVS uit om aan de
leerkrachten te laten zien.
14. In juni zullen de leerkrachten hun opbrengsten in leerkrachten Juni/juli
de jaargroep bespreken. Dit overleg is bedoeld om
te evalueren en te bespreken welke zaken
geconsolideerd of verbeterd kunnen worden in het
volgende schooljaar. De volgende vragen staan
hierbij centraal:
 Is uitgevoerd wat er is afgesproken en wat is het
effect ervan?
 Welk aandeel heb ik als leerkracht daarin gehad?
 Wat zijn de vervolgstappen/vervolgacties?
 Alle groepsresultaten worden meegenomen in
deze bespreking.
15. Leerlingen die onvoldoende profiteren van het Leerkracht en Zes keer per jaar.
groepsplan en waar onvoldoende zicht is op intern begeleider
zijn/haar onderwijsbehoeften worden besproken
in een leerlingbespreking met de intern
begeleider. De leerkracht levert vooraf de
hulpvraag aan. De intern begeleider maakt na
afloop van het gesprek het verslag in Parnassys af.
Vooraf wordt nagevraagd bij de leerkracht of het
wenselijk is om ouders bij het gesprek uit te
nodigen. We streven ernaar om zoveel mogelijk
ouders bij het gesprek aanwezig te laten zijn.
Leerkrachten lichten ouders in en nodigen ze uit.
16. Indien leerlingen ondanks bespreking in de Leerkracht, leden Gedurende het
leerlingbespreking onvoldoende vorderingen ondersteuningstea schooljaar.
maken, kan besloten worden een leerling te m, intern
bespreken in het ondersteuningsteam van school. begeleider
De intern begeleider bepaalt wie bij dit OST
overleg wordt uitgenodigd. Op basisschool X werkt
een orthopedagoog voor 1.5 dag van het centrum
voor Passend Onderwijs. Deze kan ook worden
ingezet. Indien er voor een leerling een licht of
zwaar onderwijsarrangement wordt aangevraagd
wordt dit besluit in het ondersteuningsteam
genomen. Minstens 2 externe deskundigen
moeten bij dit besluit betrokken worden. GGD en
een afgevaardigde van het Lokaal
ondersteuningsteam Bladel (LOT) sluiten bij het
overleg altijd aan.
17. Leerkrachten dragen de meest recente Leerkrachten Einde schooljaar
groepsplannen met de evaluatie over aan het
einde van het schooljaar naar de nieuwe
leerkracht. Ook is het groepsoverzicht bijgewerkt.
In november in het nieuwe schooljaar passen de
leerkrachten hun overzicht/plannen aan.
18. De directeur, bouwcoördinatoren en intern Directeur en intern Maandelijks
begeleider monitoren en bewaken een goede en begeleider
tijdige uitvoering van de HGPD 1-Zorgroute en
nemen maatregelen als de uitvoering in gebreke
blijft.
19. De leerkrachten slaan al hun documenten met Teamleden Jaarlijks
betrekking tot groepsplannen en groepsoverzicht
in de team/groepsplannen/(eigen groep)
20. De intern begeleider brengt de opbrengsten na de Intern begeleider Februari en juni
toetsen van januari en juni schriftelijk in kaart in
een schoolzelfevaluatie. Deze bevindingen worden
ook aan het team gerapporteerd. Ook worden de
trendtabellen van Parnassys uitgedraaid en in het
DICO en het team besproken.
Alle leerkrachten krijgen een uitdraai van hun
groepsanalyse (trendtabel) en groei in
vaardigheidscores.
21. De intern begeleider geeft aan de leerkrachten aan Intern begeleider Periode 1 en periode 2
wanneer de groepsplannen en groepsoverzichten van het groepsplan
klaar moeten zijn. Ze controleert ook of de
plannen compleet zijn aan het einde van deze
termijn. Leerkrachten waarbij de documenten
onvolledig zijn worden hierop geattendeerd.
22. Aan het einde van het schooljaar vullen de Teamleden Einde schooljaar
leerkrachten in Parnassys twee notities in. Dit is de
notitie overdracht einde schooljaar leerlingen
(OESL) en overdracht einde schooljaar groep
(OESG). Voor iedere leerling wordt ingevuld of hun
ontwikkeling naar verwachting verlopen is en wat
de ontwikkeling op SEO, werkhouding en
didactisch gebied was. Voor de groep als totaal
wordt ingevuld wat de belemmerende en
stimulerende factoren van de groep zijn en de
onderwijsbehoeften van de groep
Bronnenlijst
Passend onderwijs (z.d.). Geraadpleegd op 15 mei 2017, van https://www.passendonderwijs.nl/over-
passend-onderwijs/

Steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Geraadpleegd op 16 mei 2017, van


www.medezeggenschap-passendonderwijs.nl

Dekker, S. (2017) Elfde Voortgangsrapport passend onderwijs (Voortgangsrapport)


https://www.passendonderwijs.nl/beleidsdoc/elfde-voortgangsrapportage-passend-onderwijs-juni-
2017-1/

Kerpel, A. (2014). Zorg voor het kind. Geraadpleegd op 20 juni 2017, van http://wij-leren.nl/zorg-
voor-het-kind.php

Alkema, E. e.a. (2011) Meer dan onderwijs, Assen: Uitgeverij Van Gorcum

Inrichting ondersteuning Passend Onderwijs binnen KempenKind vanaf 2016-2017. (21-7-2016)


Geraadpleegd op 21 juni 2017, van http://www.cpokempenkind.nl/bestanden/423677/Inrichting-
Passend-Onderwijs-KempenKind-2016-2017.pdf

También podría gustarte