Está en la página 1de 1

64

leermeesier, Sumo Z. 184, 1; vSI. ontler antus \ I : I'Os/, gedegen van hout, als
en pa I'i n tu sa. dal van de k a I i k uk un of de l es er van, 't
in pI. van adhahkr et a l legenov. van e mbuk (vgl. kentel) ; - all:
overlrolT"" gesl/rpasseerd, Bh . 8 aan een verbal'ding van de eelt aan Iie voel
en 52. zool lijllen len gevolge bv. van een verwonding

z. ondel' ntjwr. dom' b I a tu ug, enz.; ook aan den vingcl' ;

3:A 7 In '"
lI.!\, S., z. onder tj a il d. a la.
,loOl'gestoken ontslaat el' eene verzwering ;
J1gelltiil: 01 em a ug k il l, lig en I e I in pekajnllllll,
zekere dool'nige slingel'planl,
vgt. m e mandal , mlegedu.
waarvan de bast zeer hitter is en legen WOl'
.n., of Hnlell l\IIg-i, Wlh. (angalap
men of k u w a met de u dan i in gehruik is,
sir; ring djl'o umah).
'I 7.oogeuaamde gal/ouw (amunirtR cocclllllS,
.". 0
\: gekookle rijst ,;, bamboebladeren
afb. Rumpb. V. pI. 44 (sas. kanljawali ,
jav. bl'e tawali of bralawali); wordt om gewikkeld; staafvormig; vg\. blajag en p s or.
de pan , waarin een kiml gebaad wordt, ge \ (1). mallg- aken ingkanilltlaning
wonden, om het tegen s a I' a b te behoeden. lulhltrmlt IIIlttllltflt ri SlIlIg IIltrwara, Sul.

jav., Z. aanh. onder luduh Z. 116, 3 (kad ngenang prajatjilla.


(vgl. sllnd.). ning kasengg llhang lityang tan darm a

11., mllntol vau een bamboe, waarin een antuk ninggalin linggib ratun ).
dunne hu lu h ter verlenging , van een buis tWllra karwan-, aanh. onder

veI'leugd, bijgebouwd; IIntol"all van de klooten, minding, budl mlllJptan kn e ntulliwak


die To I soms bij de voorslelling krijgt; van snh paling bnwin bekel penah onja aWllk
timmerwerk uit aaneengevoegde stukken bout ; snh knru snba tanl meplh , fr., pat! - ,
z. anlun. z. onder djanntn en aanb. onder
\, in la I dnrdjdjana, ngentnliD : eene getrouwde vrouw opzitten,
Wtb., mIlDgelItai, Pg. (angempwangin), zonder dat men 't weet (z. \Uadu liplip),
aanb. onder lambalung; pallA'- pltnak- '1\11: een kind bij een anders vrouw
'1\11, B. Z. 59, U (pambgalan, gemaakt, -"1111: een kwaal waarbij
een andere komt, .die verwekt is door iets
babgalan), lakslltll\ ngelltal: .bwal Hlu\.
\
(lonlat'): de lontarboom (z. tal ongewoons,
bv. door een ljak.

en aanm. onder tud 11., mad. taqal , mak. jav. (kiillil, vgl. onder um
I a I a q); een ()JI lonlar.bladen geschrevell we"'" bab), Drtnt!1 - : iemand fladrentele.. , nalo()JIC11
.pnstaka ; Z. Umpiran , ljakepan, kro- als kinderen en bonden ; ka - " kema mi
pakan , pelJg utik en mangs i. van dien Inen meli neemt ; z. kiling.

También podría gustarte