Está en la página 1de 4

Groepstypering groep 1/2B

Laura Kees
Klas: PEH16VA
Datum: 7-3-2017
Inleiding
In dit document ga ik groep 1/2B van basisschool De Stapsteen in Maarheeze in
beeld brengen. Ik ga hier een zo duidelijk mogelijke typering van de groep
maken. Om een goede typering te kunnen opstellen heb ik verschillende acties
ondernomen. Doormiddel van deze instrumenten is mijn typering opgesteld. Ik
heb gesprekken met mijn mentor gevoerd, de klas geobserveerd, een gesprek
gevoerd met iedere leerling, een sociogram ingevuld en een klimaatschaal
gemaakt.

Groepsaspecten
Groep 1/2B is een kleuterklas, bestaande uit 27 leerlingen. Deze leerlingengroep
bestaat uit 17 kinderen van groep 1 en 10 kinderen van groep 2. De verhouding
tussen jongens en meisjes in de groep is goed verdeeld. De klas bestaat uit 12
meisjes en 15 jongens.
Doordat er twee kleuterklassen bij elkaar zitten, verschillen de kinderen in
leeftijd. De gemiddelde leeftijd in de klas loopt van 4 tot 6 jaar. Waarbij de
leerlingen uiteenlopen van kinderen die net begonnen zijn tot kinderen die na dit
jaar naar groep 3 gaan. Door het verschil in leeftijd, is er ook veel verschil in de
cognitieve ontwikkeling van de kinderen. Hierdoor moet er tijdens de les veel
gedifferentieerd worden zodat de lessen voor alle kinderen uitdagend blijven
(Hendriksen, J. 2011). Op dit moment zijn er nog geen kinderen in de klas die zijn
blijven zitten of die een klas hebben overgeslagen. Wel hebben mijn mentor en ik
al verschillende kinderen gezien met hoog ontwikkelde competenties.
Doordat het een beginnende kleuterklas is, is er constant variatie binnen de
groep. Ook dit jaar zal de groep nog regelmatig veranderen, omdat er nog een
aantal leerlingen instromen. Tevens zal na de zomervakantie een groot gedeelte
van de groep overgaan naar groep 3. Iets wat de klas volledig benvloed.
Binnen de klas hanteren we met zijn allen verschillende normen en waarden. Om
dit zo gestructureerd mogelijk te doen hebben we samen met de kinderen
verschillende regels en routines opgesteld. Enkele voorbeelden van regels binnen
de klas zijn bijvoorbeeld:

stil zijn als een ander praat.


goed naar elkaar luisteren.
allemaal tegelijk beginnen met eten tijdens het fruithapje.
Handen vast als we stoppen met werken, zodat iedereen oplet.
altijd netjes je spullen opruimen.

De kinderen houden zich over het algemeen goed aan deze regels. Ze durven
elkaar zelfs aan te spreken op het moment dat iemand de regels overtreed, dit
betekent dat de kinderen zich veilig voelen in de groep (Luitjes, M., Zeeuw-Jans, I.
de. 2014).

Mijn observaties
Tijdens mijn stageperiode in deze klas heb ik de groep goed geobserveerd. Ik
merkte vrij snel dat het een gezellige klas is, waarin graag verteld wordt. Het feit
dat kinderen vaak iets in de kring willen vertellen, waarbij het soms ook gaat om
vervelende dingen. Geeft mij het seintje dat de leerlingen zich veilig voelen in
deze leeromgeving en dat ze durven te delen wat er aan de hand is. Dit is voor
de sfeer in de klas een erg sterk punt (Luitjes, M., Zeeuw-Jans, I. de. 2014).
Al vrij snel had ik door dat de klas bestond uit allerlei verschillende kinderen. Ik
merkte bij binnenkomst al het verschil tussen nieuwe kinderen en kinderen die al
lang in de klas zaten. De oudere kinderen liepen vlot de klas in, de nieuwe
daarentegen bleven liever nog even met hun ouders knuffelen
Daarnaast merk ik tijdens kringactiviteiten welke kinderen erg rustig zijn, een
grote motivatie hebben om mee te doen, wat drukker zijn, een kortere
concentratie hebben of minder motivatie hebben. Dit is verschil is ook zichtbaar
tijdens het maken van de werkjes.
Tijdens het buitenspelen heb ik ook geobserveerd en ben ik veel te weten te
komen. Ik heb een beeld gevormd van welke kinderen er vaak met elkaar spelen,
om dit te bevestigen heb ik een sociogram gemaakt. Tijdens de lesuren binnen
de klas, zie ik weinig groepjesvorming. Het maakt niemand uit met wie hij of zij
moet werken. Pas als de kinderen naar buiten gaan zie ik enkele groepjes
ontstaan. Tevens kon ik een aantal duidelijke leiders zien binnen de groep, zij
bepalen welke kinderen er mee mogen spelen en welke kinderen dat niet mogen.
Gelukkig nemen ze deze leidinggevende functie niet aan binnen de klas,
waardoor binnen iedereen met elkaar omgaat.
Sociogram
Een sociogram is een overzicht bestaande uit alle kinderen van de klas. De
kinderen mogen ieder voor zichzelf en zonder dat iemand het hoort, aangeven
met welke kinderen ze graag spelen en met welke kinderen ze niet zo graag
spelen. Hieruit ontstaat een overzichtelijk schema, waarin je een beeld krijgt van
welke kinderen er goed in de groep liggen en welke kinderen er minder goed in
de groep liggen. Dit doen we zodat we hier later actie in zouden kunnen
ondernemen.
Naar aanleiding van het sociogram van
onze groep kan ik concluderen dat alle
kinderen verschillende vriendjes en
vriendinnetjes hebben, niemand is
alleen. Bijna iedereen is een x aantal
keren positief gekozen, voor enkele
kinderen geld dit niet dit zijn vooral de
nieuwe. Iets wat erg opvalt is het aantal
keren dat er negatief wordt gekozen.
Maar 5 van de 27 kinderen wordt een
x aantal keren negatief beoordeeld,
Dit is vrij weinig. Wat wel opvallend is,
is dat het vooral 3 kinderen zijn die er
bovenuit schieten met een koploper.
Het is belangrijk dat dit zal afnemen
naarmate het jaar vordert, zodat ook zij
wat vaker positief gekozen worden.

Klimaatschaal
Een klimaatschaal is een overzichtelijke grafiek waarin weergeven wordt hoe de
onderlinge leerling relaties zich verhouden en hoe de sfeer in de klas wordt
ervaren.
De klimaatschaal is opgesteld aan de hand van een vragenlijst. Deze vragenlijst
heb ik met ieder kind persoonlijk doorgenomen zodat ze zelf de antwoorden
konden bedenken.
Ik concludeer uit mijn onderzoek naar de onderlinge leerling relaties, dat de
kinderen in de klas erg goed met elkaar op kunnen schieten. De kinderen kunnen
een score invullen van 1 tot 4. Als ik kijk naar de scores voor onderlinge leerling
relaties is er weinig variatie. 2 kinderen bevinden zich in de zone van 3.1 tot 3.5
dat is al een prima score! De andere 25 kinderen bevinden zich in de zone van
3.6 tot 4.0 dit is het hoogst haalbare. Hieruit kan ik dus concluderen dat de
kinderen onderling erg goed met elkaar op kunnen schieten. Daarnaast wordt er
ook gekeken naar hoe kinderen zich in de klas voelen en hoe ze zich bij de
andere kinderen voelen. Het is daarom super fijn dat er zo hoog gescoord is. Dit
betekent dat kinderen graag met elkaar werken en spelen, wat een veilig gevoel
in de klas creert(Luitjes, M., Zeeuw-Jans, I. de. 2014).
Tevens wordt er ook gekeken naar de sfeer in de klas. Voor het gevoel hangt er
een erg fijne sfeer in de klas. Op het moment dat we dieper ingaan op het gevoel
van de kinderen blijkt dit echter iets anders te zijn. De kinderen ervaren de klas
als een zeer lieve klas, waarin ze zich thuis voelen. Toch zit er ergens een
addertje onder het gras. Dit zie ik terug in de gemaakte klimaatschaal. De scores
verschillen erg van elkaar, dit is in principe geen probleem maar de gemiddelde
score bevindt zich in de zone van 2.6 tot 3.0. Dit vind ik in verhouding tot de
onderlinge leerling relaties met een gemiddelde score van 3.6 tot 4.0 aan de lage
kant. Om de oorzaak hiervan te achterhalen heb ik er tijdens het gesprek met de
kleuters over gepraat. De meeste kinderen geven aan dat ze bijna alle kinderen
lief vinden, behalve de kinderen die anderen pijn doen, plagen of buitensluiten.
Op het moment dat ik hierbij namen vraag, krijg steeds dezelfde namen. Dit is
ook zichtbaar in de sociomatrix. De kinderen die vaak negatief gekozen worden,
zijn een van de redenen van de lagere score op de klimaatschaal.
Deze kinderen herkennen zichzelf hier wel in. Een vraag van de lijst luidde: denk
je dat klasgenoten jou lief vinden? Vaak zeiden de negatief gekozen leerlingen:
dat weet ik niet of ik denk het niet. Ze vertellen dat ze denken dat sommige
kinderen dat wel vinden en anderen niet, dit omdat ze kinderen soms pijn doen.
Doordat ze dit zelf weten kunnen we proberen dit probleem op te lossen.

Literatuurlijst

Luitjes, M. Zeeuw-Jans, I.de (2013). Ontwikkeling in de groep. Bussum:


Couthino.
Hendriksen, J. (2011). Het verhaal van het kind. Amersfoort:
Thiememeulenhoff.

También podría gustarte