Documentos de Académico
Documentos de Profesional
Documentos de Cultura
De lesdoelen zijn Doordat de kinderen van groep 5 en 6 dus niet echt een groep vormen
afgestemd op de
heb ik ook lesdoelen opgesteld die aansluiten bij de groepsvorming. De
beginsituatie. In de
formulering ervan wordt kinderen zijn aan het einde van de les in staat om te reflecteren op de
zichtbaar dat kennis van taalstructuur, in dit geval de structuur van woorden om die regels af te
vakdidactiek en leerlijnen leiden (Tule, kerndoel 11). Wanneer ze spellingsproblemen herkennen,
op een logische manier is
wordt het voor de kinderen gemakkelijker het woord te snappen, te
verwerkt.
onthouden, te spellen en te noteren. Door af te wisselen in rol tijdens de
les, leren de kinderen de verschillende kanten van de opdracht kennen en
kunnen de kinderen zich goed op elkaar aansluiten. Ik heb er daarom
bewust voor gekozen om woorden te kiezen waarin spellingsproblemen
verwerkt zitten die zowel groep 5 als groep 6 al beheersen.
Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat om:
Productdoelen:
- De woorden die aan bod komen correct te spellen.
- Alle spellingsproblemen die aan bod kwamen tijdens de les te
herkennen en te benoemen. Het gaat om de volgende
spellingsproblemen: -age, -lijk, nk, -air, ou of au, ch, c klinkt als k en ei of
ij.
- Te herkennen wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen
de woorden.
- Te reflecteren op de taalstructuur, in dit geval de structuur van
woorden om die regels af te leiden (Tule, kerndoel 11). Wanneer ze
spellingsproblemen herkennen, wordt het voor de kinderen gemakkelijker
het woord te snappen, te onthouden, te spellen en te noteren.
Procesdoelen:
- Samen te werken aan een opdracht en elkaar te helpen en aan te
vullen waar nodig.
- Af te wisselen in rol tijdens de les. Hierdoor leren de kinderen de
verschillende kanten van de opdracht kennen en kunnen de kinderen zich
goed op elkaar aansluiten.
Werk- en Doordat de kinderen nog niet echt een groep vormen heb ik gekozen voor
groeperingsvormen zijn
deze coperatieve werkvorm waarbij de kinderen van groep 5
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n samenwerken met de kinderen van groep 6. Ik maak hierbij gebruik van
op specifieke kenmerken de coperatieve werkvorm Werk-in-tweetallen (Choinowski, 2001). De
van vakdidactiek. De werk- kinderen leren zo ook beter samenwerken, omdat groep 5 en 6 als geheel
en groeperingsvormen zijn
niet echt een groep zijn. Doordat ik n kind uit groep 5 samen laat
functioneel ondersteunend
bij het bepalen van de werken met n kind uit groep 6 en geen groepjes maak waarbij er
lesdoelen. meerdere kinderen uit groep 5 samenwerken met meerdere kinderen uit
groep 6, creer ik zekerheid dat groep 5 ook daadwerkelijk samenwerkt
met iemand uit groep 6. Hierdoor kunnen de kinderen van groep 5 niet
naar elkaar toe trekken en de kinderen van groep 6 idem dito.
De kinderen zijn tijdens de les bezig op het gebied van sociale context en
interactie. Ze praten samen over strategien en bespreken vakinhoudelijk
dingen met elkaar. Ze zijn de gehele les interactief aan het werk. Deze
werkvorm sluit ook aan bij de vakdidactiek. Het ene kind van het tweetal
probeert een woord te onthouden en te spellen voor een ander, terwijl de
ander dat woord dan foutloos probeert op te schrijven. Hierna wisselen de
rollen om, dus zijn alle kinderen de gehele les actief bezig met de spelling
van de woorden.
De proces- en Aan het einde van de les neem ik alle antwoorden door. Ik begin met het
productdoelen worden
groepje dat als eerste klaar was. Uiteindelijk heeft het groepje met de
expliciet gevalueerd met
de kinderen. minste fouten gewonnen. Hiernaast bespreek ik ook de lesdoelen nog
eens door met de kinderen en reflecteer met de kinderen samen of deze
doelen zijn bereikt. Tot slot vraag ik aan de kinderen wat ze van de les
vonden.
Procesdoelen:
- Vraag ik aan de kinderen hoe de samenwerking is verlopen. Ik ga
na of de kinderen elkaar geholpen hebben en elkaar eventueel aangevuld
hebben.
- Vertellen de kinderen hoe de rollenverdeling verliep tijdens de les.
Werd er goed afgewisseld en wat voor betekenis had dit voor de
kinderen?
De werkvormen die worden Het bespreken van wat de kinderen welke spellingsproblemen ze terug
gehanteerd bij evaluatie
zagen komen in de les sluit aan bij de vakdidactiek. Hierbij moeten de
zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten aan kinderen nadenken over de dingen die ze herkende. De kinderen kunnen
op specifieke kenmerken elkaar aanvullen bij het bespreken van de les. Het bespreken van de
van de groep. uitslagen geeft de tweetallen een beter wij-gevoel. Ze krijgen dan ook
daadwerkelijk het gevoel dat ze het samen gedaan hebben en dat ze
elkaar nodig hebben gehad bij het behalen van het resultaat.
*bij tenminste 3 lesontwerpen
** bij tenminste 1 lesontwerp
Bronnenlijst:
Choinowski, N. (2001). Coperatief leren. Saxion Hogeschool IJselland Deventer.
Paus, H. et al. (2014). Portaal. Bussum: Coutinho.
Tomesen, M. (EN), Koeven, E. van, Taalgroep Nederlandse taal PO (SLO). (2009).
Kerndoel 11, groep 5 en 6. Geraadpleegd op 13 maart 2017, van
http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L11.html