Está en la página 1de 5

We hebben dit kwartaal van verschillende personen feedback gekregen.

Bij het vak natuur en techniek hebben we klassikaal op een les feedback
gekregen van G. Dit was op de les van I. Ik heb bij deze les ook feedback gevraagd van een tweedejaars. Dit is student I. Ik heb al deze feedback zo
goed mogelijk aangepast in mijn eigen lesontwerp. Ik heb dit groen gemarkeerd. Ik heb deze les pas na het feedbackmoment van G. gemaakt. De
feedback van G. heb ik tijdens het lesontwerp maken al meteen meegenomen. De taalcorrectie heb ik niet aangegeven, maar heb hier wel naar
gekeken.
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven
Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Ivanka van der Meer Mentor M.


Klas PEH16VD Datum 28-03-2017
Stageschool De T. Groep 6
Plaats B. Aantal lln 29
Vak- vormingsgebied: Natuur en techniek
Speelwerkthema / onderwerp: gezichtsbedrog

Persoonlijk leerdoel:
- Ik wil de kinderen stil krijgen door van vijf naar nul te tellen. De kinderen weten dat ze bij nul stil moeten zijn. Wanneer het niet stil is ga ik niet verder met mijn
les. Ik spreek de kinderen persoonlijk aan van wie ik last heb.
- Ik wil consequent zijn in deze les. Ik wil dit gaan doen door kinderen meteen aan te spreken op gedrag wat ik niet fijn vind. Ik ga met een beloningssysteem
werken bij deze les. De kinderen hebben al een vaker met het beloningsysteem gewerkt tijdens andere lessen.
- Ik wil bij deze les het 5-stappenplan gaan toepassen. Ik ga dit doen aan de hand van mijn lesvoorbereiding. Tijdens het lesontwerp komen de vijf stappen
terug.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
Aan het einde van de les: Ik vraag aan het einde van de les aan twee kinderen wat gezichtsbedrog is. De kinderen
- Hebben de kinderen samengewerkt met iemand die ze niet zo snel maken een werkblad. De bevindingen, die de kinderen bij dit werkblad hebben, worden
zouden kiezen. besproken. Ik kan uit deze evaluatie halen wat de kinderen hebben geleerd. Aan het
- kennen de kinderen het begrip gezichtsbedrog. einde van de les vraag ik aan de kinderen de volgende vragen:
- Weten de kinderen waarom het komt dat je soms dingen anders - Wat hebben we in deze les geleerd?
ziet dan in werkelijkheid. - Hoe komt het dat we niet allemaal hetzelfde zien?
- Weten de kinderen waarom ze niet allemaal hetzelfde zien. - Hoe was de les verlopen?
- Hoe is het samenwerken gegaan?
Kerndoel 41: de leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en Ik doe de evaluatie van de les klassikaal. Zie verantwoording waarom ik hiervoor heb
mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen (Tule.slo, 2017). gekozen.
Beginsituatie:
Pedagogisch:
Uit het sociogram heb ik gehaald dat veel kinderen uit de klas met iedereen goed kunnen samenwerken. Veel kinderen hebben wel een voorkeur met wie ze willen
samenwerken. Er zijn drie kinderen die buiten de klas vallen. Deze worden soms gekozen, bij de vraag met wie werk/speel je niet graag. Deze groep heeft een wij-
gevoel. Uit mijn voorgaande lessen heb ik gemerkt dat J/S, S/J en B/K en S veel samen praten. Ik moet hier op gaan letten tijdens de groepjes maken. De rest van de
kinderen zijn vaak actief bezig met de les.

Vakspecifiek:
De klas krijgt elke week natuur en techniek uit de methode Wijzer door natuur en techniek. De kinderen hebben hoofdstuk 1 t/m 4 uit dit boek behandeld. Ze weten
iets van eten en gegeten worden, stevig en vast, ieder zijn plek en het weer. Het komende thema is geluid. Bij dit thema komen de zintuigen aan bod. Meestal krijgen
de kinderen een les vanuit het boek. Mijn les zal niet uit het boek zijn en dit is dus anders voor de kinderen. Gezichtsbedrog zal al bij een aantal kinderen bekend zijn.
Een aantal kinderen zal hier nooit van hebben gehoord. Ik laat de kinderen met tweetallen werken tijdens deze les. Dit doen ze vaker bij natuur, maar ook bij andere
vakken. Dit zal dus niet nieuw voor hen zijn. Ik heb tweetallen gemaakt waarbij de kinderen niet snel voor elkaar kiezen. Zie verantwoording waarom ik hiervoor heb
gekozen. De kinderen hebben nog nooit met het 5-stappenplan gewerkt. Dit zal voor hen dus ook nieuw zijn (De Vaan & Marell, 2012).
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
+/- 2 min Verwachtingen Ik verwacht van de kinderen dat ze goed - De kinderen luisteren naar wat ik van hen verwacht.
uitspreken meedoen met de les. Ze luisteren naar de
opdracht en gaan geen andere kinderen
afleiden. Ik wil ook dat beide kinderen van
het tweetal actief deelnemen aan de les. Ze
moeten samen tot antwoorden komen. Ik wil
dat er tijdens de les met een pinkstem wordt
gepraat. Ik wil ook dat ze goed naar elkaar
luisteren tijdens de evaluatie.
+/- 5 Stap 1 Ik laat een plaatje op het digibord en vraag - De kinderen kijken naar het plaatje op het bord. Plaatje op het bord.
minuten Confrontatie aan de kinderen kort hierna te kijken. Ik - De kinderen beantwoorden mijn vraag door te
vraag aan een aantal kinderen wat ze zien in vertellen wat ze zien op het plaatje.
het plaatje. - De kinderen komen erachter dat sommige kinderen
iets anders zien dan een ander.
+/- 10 Stap 2: De kinderen krijgen een werkblad met - De kinderen kijken met tweetallen naar het Werkblad met plaatjes die
minuten Vrije exploratie plaatjes zonder vragen. De kinderen werken werkblad. met gezichtsbedrog te
met tweetallen. Dit zijn tweetallen waarbij de - Ze praten met een pinkstem en krijgen een paar maken hebben.
kinderen hebben aangegeven, dat ze niet minuten om te kijken naar ieder plaatje.
graag samenwerken. Ze praten tijdens stap - Ze zijn zelfontdekkend aan het leren.
twee met de pinkstem. Ik vertel tegen de
kinderen dat ze mogen gaan kijken naar de
plaatjes.
+/- 5 Stap 3: Ik zet de opdrachten van elk plaatje op het - De kinderen maken de opdrachten die bij elk plaatje - Opdrachten bij de
minuten Gerichte bord. horen. plaatjes.
opdracht. Met behulp van deze vragen kunnen de - De kinderen komen met behulp van deze vragen
kinderen erachter komen wat er niet klopt erachter wat er niet klopt aan het plaatje.
aan het plaatje.
+/- 10 Stap 4: Ik wil een aantal kinderen vragen of ze iets - De kinderen vertellen elkaar wat ze hebben - Werkbladen
minuten Vertel het. bijzonders aan een plaatje hebben gezien. opgemerkt aan het plaatje.
Als ik dit heb gevraagd, ga ik de plaatjes een - De kinderen bespreken de opdrachten die ze
voor een af. Ik geef de kinderen beurten en hebben gemaakt.
gaan samen de opdrachten nabespreken. Ik - De kinderen komen erachter dat er verschillende
laat de kinderen zien dat ze niet allemaal op antwoorden naar voren komen.
hetzelfde antwoord uitkomen. Dit zien ze
misschien ook al terug tijdens de gerichte
opdracht. In het tweetal kan het namelijk al
verschillen.
+/- 20 Stap 5: Ik vertel in het kort wat gezichtsbedrog is. Ik - De kinderen luisteren naar de uitleg. - PowerPoint
minuten verbreding/ doe dit aan de hand van een PowerPoint. Ik - De kinderen bekijken het filmpje. - Filmpje
verdieping laat de kinderen daarna de kinderen een
filmpje zien over gezichtsbedrog.
https://www.npo.nl/het-klokhuis/13-05-
2009/NPS_1131971

+/- 5 min Evaluatie Ik vraag aan de kinderen de volgende - De kinderen beantwoorden mijn vragen en denken
vragen: mee over hoe de les verliep.
- Wat hebben we in deze les geleerd?
- Hoe komt het dat we niet allemaal
hetzelfde zien?
- Hoe was de les verlopen?
- Hoe is het samenwerken gegaan?

Persoonlijke reflectie
Ik heb voor de les mijn verwachtingen uitgesproken. Ik heb verteld wat ik verwachtte van de kinderen tijdens deze les. Ik heb verteld dat we
bij deze les met het beloningssysteem werken. Als de kinderen twee smileys verdienen, gaan we aan het einde van de les een spel spelen.
Ik ben de les begonnen met een plaatje op het digibord te zetten. Dit plaatje heeft met gezichtsbedrog te maken. De kinderen keken naar dit
plaatje en mochten vertellen wat ze zagen. Sommige kinderen riepen door de klas. Ik heb meteen moeten ingrijpen en had duidelijker
moeten zijn over de stille vingers. Toen dit gebeurde, heb ik de kinderen meteen aangesproken en vertelde ik dat ik stille vingers wilde zien.
De kinderen waren door dit plaatje meteen enthousiast en betrokken bij mijn les. Dit was al vanaf het moment toen ik de les startte.

Ik heb de kinderen verteld dat ze een werkblad krijgen. Ze mochten alleen nog maar naar de plaatjes kijken en hoefden nog niets op te
schrijven. Ik had de kinderen tijdens deze stap de opdracht gegeven om met de pinkstem te praten. Tijdens de opdracht kwam ik erachter
dat dit veel te zacht was. De kinderen waren zo enthousiast over wat ze allemaal ontdekten. Ze wilden dit graag met iedereen delen. Ik heb
toegelaten dat ze met een liniaalstem mochten praten. Soms ging het geluid van het praten oplopen tot een klassenstem. Op dat moment
moest ik ingrijpen en heb dit ook gedaan.

Toen ik zag dat een aantal kinderen klaar waren met zelfontdekkend leren, heb ik de klas stil gelegd. Ik heb verteld dat er op dit moment
opdrachten op het bord verschijnen per plaatje. Deze mochten de kinderen met een liniaalstem uitvoeren met hun tweetal. De kinderen
vonden de opdrachten leuk en waren enthousiast hierover. De kinderen die al klaar waren met zelfontdekkend leren, konden met behulp van
de opdrachten verder werken. Ik vond dat ik de tijd goed heb geschat tijdens deze les bij het zelfontdekkend leren. Toen ik zag dat een
aantal kinderen klaar waren, heb ik de kinderen verder geholpen door de opdrachten op het bord te zetten.

Bij het elkaar vertellen, heb ik eerst drie kinderen aan het woord gelaten. De kinderen mochten vertellen wat ze hebben ontdekt tijdens het
zelfontdekkend leren. Ik heb daarna met de kinderen de opdrachten besproken. De kinderen wilden graag allemaal aan de beurt komen. Het
gevolg hiervan was dat er sommige kinderen door mij heen gingen praten. Ik heb tijdens dit stuk van de les verwezen naar het
beloningssysteem. De kinderen werden hierdoor gemotiveerd om stil te blijven en te luisteren naar andere kinderen.

Tijdens de verdieping/verbreding van het onderwerp heb ik eerst gevraagd waar we het deze les over hebben gehad. Veel kinderen kwamen
met het begrip optische illusie. Dit was het goede antwoord, maar ik heb verteld dat ik naar een ander begrip zocht. Er kwam een iemand
met het begrip gezichtsbedrog. Ik heb de kinderen verteld wat gezichtsbedrog is en hoe dit wordt veroorzaakt. Als laatste heb ik een filmpje
opgezet van het klokhuis over gezichtsbedrog. De kinderen waren aandachtig aan het luisteren en de rust in de klas was teruggekeerd.

Na het filmpje heb ik met de klas de les gevalueerd. De kinderen vonden het een leuke les en vonden dat ze goed hadden meegedaan. Ik
heb de les gevalueerd op inhoud met de vragen: wat hebben we geleerd en hoe komt het dat we niet allemaal hetzelfde zien? De kinderen
wisten hier goed antwoord op te geven. De meester heeft als feedback gegeven dat ik wat langer mag stilstaan bij de inhoud van de les. Als
laatste heb ik de kinderen verteld wat ik vond van de les. Mijn mening was dat de kinderen goed hadden meegedaan en dat ze wel een
spelletje hadden verdiend. We hebben de les afgerond met een spelletje.

De persoonlijke leerdoelen van deze les waren:


- Ik wil de kinderen stil krijgen door van vijf naar nul te tellen. De kinderen weten dat ze bij nul moeten stil zijn. Wanneer het niet stil is
ga ik niet verder met mijn les. Ik spreek de kinderen persoonlijk aan van wie ik last heb. Aan het begin van deze les was dit wel nodig.
De kinderen luisterden daarna wel meteen goed. Tijdens het zelfontdekkend leren heb ik dit vaker dan een keer gedaan. Ik heb dit
moeten doen omdat het stemgeluid soms te hard was.
- Ik wil consequent zijn in deze les. Ik wil dit gaan doen door kinderen meteen aan te spreken op gedrag wat ik niet fijn vind. Ik ga met
een beloningssysteem werken bij deze les. De kinderen hebben al een vaker met het beloningsysteem gewerkt tijdens andere lessen.
Ik heb tijdens de verbreding/verdieping en de evaluatie van de les kinderen vaak moeten aanspreken. Het was voor de kinderen
misschien een te lange les. Ik heb deze kinderen met behulp van het beloningssysteem gemotiveerd. We hebben aan het einde van
de les een spel gespeeld, omdat de kinderen goed meededen tijdens de les.
- Ik wil bij deze les het 5-stappenplan gaan toepassen. Ik ga dit doen aan de hand van mijn lesvoorbereiding. Tijdens het lesontwerp
komen de vijf stappen terug. Ik vind dat dit goed is gelukt. Ik heb namelijk goed nagedacht wat bij elke stap hoort en dit uitgewerkt.

Opgehaald van: http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L41.html (2017).

Vaan, E. de & Marell, J. (2012). Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: uitgeverij Coutinho.

También podría gustarte