Está en la página 1de 5

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Boy Thissen Mentor Martijn Jaspers


Klas PEH16VC Datum
Stageschool Schatkist Groep 8
Plaats Budel Aantal lln 23
Vak- vormingsgebied: BVO
Speelwerkthema / onderwerp: De Stijl

Persoonlijk leerdoel:
Aan het einde van periode 3 wil ik uitleg kunnen geven waarbij ik het woordje uuhh niet meer gebruik.
Aan het einde van dit leerjaar wil ik zelfverzekerder voor de klas staan.
Vakspecifiek leerdoel:
Tijdens de tekenles wil ik de leerlingen inspireren door verschillende voorbeelden van kunst in de stijl van De Stijl te laten zien.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
Kerndoel 56
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van Productdoel:
cultureel erfgoed. Door samen te kijken naar de gemaakte kunstwerken, bekijken wij of de kunstwerken zijn gemaakt
Het verhaal van het kunstwerk vanuit het perspectief van het kind (de in de stijl van De Stijl.
beschouwer) en vanuit het perspectief van de kunstenaar (de maker). Door vragen te stellen over de stijl kom ik erachter of de leerlingen weten hoe de kunststroming De
De betekenis van een kunstwerk of gebruiksvoorwerp in relatie tot de Stijl ontstaan is, wie de belangrijkste leden waren enzovoort.
tijd en de (sub)cultuur waarin het is ontstaan.
Procesdoel:
Aan het einde van de les vraag ik aan de leerlingen hoe zij het vonden om op deze manier te
Kunstenaars uit verschillende disciplines,
werken.
bijvoorbeeld computer- of videokunstenaar, ontwerper van meubels en interieurs.
Verschillen in werkomgeving en werkwijze
Inspiratiebronnen en creatieve processen
Kunstenaar als beroep in andere culturen
Persoonlijke- en marktwaarde van kunstwerken
Productdoel:
De leerlingen hebben aan het einde van de les een eigen kunstwerk gemaakt in de
vorm van De Stijl.
Aan het einde van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met verschillende
soorten kunst van De Stijl.
- Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe de kunststroming De Stijl
is ontstaan.
- Aan het einde van de les weten de leerlingen wie de belangrijkste leden
van De Stijl waren.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen vertellen wat de
belangrijkste kenmerken van deze kunststroming.
- Aan het einde van de les weten de leerlingen dat De Stijl zich in
verschillende kunstvormen heeft geuit.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen in eigen woorden vertellen
welke invloed De Stijl heeft gehad.
Procesdoel:
De leerlingen die negatiever werden gekozen in het sociogram wil ik meer laten
samen werken met verschillende leerlingen. Dit heb ik als doel gekozen om zo het
groepsklimaat nog beter te maken.
Doordat er muziek aanstaat en de leerlingen mogen praten met klasgenoten, komt
er een andere sfeer in de klas. hierdoor leren de leerlingen hun klasgenoten op een
andere manier kennen.
Pedagogisch:
In groep 8 zitten 23 Leerlingen, waarvan 14 jongens en 9 meiden. De leerlingen zijn tussen de 11 en 12 jaar.
Er zitten geen leerlingen in de groep die een klas hebben overgeslagen. Wel zijn er drie leerlingen die n keer zijn blijven zitten en zijn er drie leerlingen met dyslexie.
Met deze les zouden zij geen problemen moeten tegenkomen. Dit is omdat zij zelfstandig en op eigen tempo werken aan de tekening.

Beginsituatie:
De leerlingen hebben een geschiedenisles over de stijl gehad. Dit zit nog vers in het geheugen omdat deze les voor de les tekenen gegeven is.
De leerlingen weten hoe de stijl is ontstaan en ze kennen ook verschillende kunstenaren bij naam.
De leerlingen hebben verschillende kunstwerken gezien in de geschiedenisles. Hierdoor hebben de leerlingen inspiratie opgedaan om te starten met hun eigen
tekening.
Doordat de leerlingen zelf mogen schilderen wat zij willen ,zitten alle leerlingen in hun flow. Dit is omdat zij hun schilderij niet goed of fout kunnen maken. Als de
leerlingen zich maar hebben laten inspireren door de kunststroming De Stijl.
De leerlingen hebben vaker met verf gewerkt.

Betrokkenheid:
De meeste tot alle leerlingen zullen betrokken zijn tijdens de les. De klas is altijd stil en luistert aandachtig naar de uitleg. De leerlingen weten wat ik van ze verwacht
en ze houden zich aan de regels.

Lesinstrumentarium:
voor deze les maak ik gebruik van: een digibord, (kleur)potloden, linialen, verf, kwasten en bakjes verf/water.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
0-10 Van Als de geschiedenisles is afgelopen, vertel ik De leerlingen kijken naar het digibord en zien de digibord
geschiedenis de leerlingen dat we nu een eigen kunstwerk verschillende soorten kunst van De Stijl voorbijkomen.
naar tekenen gaan maken.
Hierbij laat ik verschillende voorbeelden zien
Klassikale van verschillende kunstenaars. De leerlingen vertellen wat zij in de kunstwerken zien.
instructie. Hier staat de naam van de kunstenaar bij de
voorbeelden. Ik vraag aan de leerlingen wat
ze zien in dit schilderij.
Ik benoem ook de kleuren die vooral gebruikt
worden in deze stijl. (rood, geel, blauw, wit en
zwart.)
10-45 Tekenen Ik vertel dat dit een openles is. De leerlingen Doordat de leerlingen de verschillende kunstwerken hebben Potloden
individuele mogen zelf kiezen wat ze gaan tekenen, als gezien, hebben zij nu voldoende inspiratie om aan hun Linialen
verwerking. het maar in de vorm van De Stijl is. eigen werk te kunnen beginnen. Kleurpotloden
Hier loop ik rond en kijk of de leerlingen de Verf
kleuren niet doen mengen. kwasten
Als leerlingen vragen hebben kunnen zij deze
aan mij stellen.

45-55 Afsluiten Ik leg alle gemaakte kunstwerken bij elkaar op De leerlingen kijken naar de werkjes van de medeleerlingen.
klassikale de grond en laat de leerlingen kijken naar de Hierbij kijken zij kritisch naar de werkstukken. Zij kijken welk
nabeschouwing kunstwerken van de andere leerlingen. kunstwerk het meeste opvalt en waar zij iets in zien. (Dit kan
Ik stel hier de vragen: Welk schilderij valt het per leerling verschillen.)
meest op en hoe komt dit?
In welk schilderij zie je iets grappigs?
Op deze manier kijken leerlingen op een
andere manier naar de schilderwerkjes.

Ik vertel de leerlingen wat ik van de les vond De leerlingen vertellen wat ze leuk/fijn of minder leuk/fijn
en vraag ik aan de leerlingen hoe zij het vonden aan de les.
vonden om op deze manier te werken. Als
eindvraag vraag ik hun of ze nog tips en tops
hebben voor mij.

In 1917 woedde er in Europa een oorlog, de Eerste Wereldoorlog. Duitsland vocht tegen Frankrijk en Engeland.
Ook veel andere landen waren betrokken in deze oorlog. Europa stond in brand. Het was een chaos.
Steden werden verwoest en miljoenen soldaten vonden de dood.

In 1917 was Gerrit Rietveld een kunstenaar. Hij bedacht en maakte stoelen. Hij bedacht gebouwen. Piet Mondriaan was een andere kunstenaar. Hij maakte schilderijen.
Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld werkten met rechte lijnen .
Zij gebruikten vooral de kleuren geel, blauw en rood. De vormen waren vierkant. Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld werkten heel bedachtzaam.

Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld leefden beiden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het een chaos in Europa. Ook in Nederland stond
alles op zn kop. Het kijkt wel alsof Mondriaan en Rietveld de chaos wilden herstellen met hun werk. Alsof ze de wereld opnieuw wilden inrichten.

Dick Bruna is een schrijver van kinderboeken. Hij is de schrijver van de boeken over "Nijntje". Nijntje is een konijn. De tekeningen van Nijntje lijken op het werk van
Rietveld. Ze lijken ook op de schilderijen van Mondriaan.
http://www.wintaalsoft.nl/historie/stijl/stijl.htm
Persoonlijke reflectie
Doordat ik de geschiedenisles aan de BVOles gekoppeld heb, waren de leerlingen betrokken en hadden zij veel kunstwerken gezien.
Hierdoor hadden zij veel inspiratiebronnen gezien.
De leerlingen waren actief bezig en de sfeer in de klas was positief. Iedereen was met zijn of haar eigen werk bezig. Doordat de leerlingen
mochten rondlopen, om naar het werk van een ander te kijken, kregen zij meer inspiratie.

Aan het einde van de les heb ik de werkjes besproken en de volgende vragen gesteld:
Welk kunstwerk valt het meest op en hoe komt dit?
In welk kunstwerk zie je iets grappigs leuks of iets geks?

Hierdoor gaven de leerlingen aan welke schilderijen opvielen. Hierdoor werden er geen kunstwerken negatief benoemt, maar keken de
leerlingen naar de positieve punten van de schilderijen. Zo ontstond er een betere sfeer.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:
Tips:
Time management, let op de tijd. Leuk dat je de werkjes ging bespreken, maar zorg dat je hier de tijd voor neemt.

Tops:
Leuke manier om geschiedenis aan het tekenen te koppelen. Hierdoor herkennen de leerlingen de stijl van De Stijl snel en zullen ze dit niet
snel vergeten.
De inleiding met de vraag wat zie jij in dit kunstwerk.
De combinatie van geschiedenis en tekenen. De leerlingen zullen dit niet snel vergeten en De Stijl herkennen als zij dit zien.
Goed dat je op het einde van de tekenles, terug koppelde naar geschiedenis en de leerdoelen nog eens hebt benoemd en vragen gesteld
over wat ze hebben geleerd.

También podría gustarte