Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Isa Schlicher Docent: Leanne polman

Vakgebied: Rekenen Stagegroep: groep 6

Klas: PEH16VA

Welke keuzes heb ik hier gemaakt? Toelichting/ onderbouwing van keuzes

(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-)

specifieke theorie)

Kennis over (kinderen in)

de groep is nadrukkelijk
De cognitieve De aparte leerroute zit erin
verwerkt in de verschillen in de klas verwerkt. Het is belangrijk dat ik
omschrijving van de
beginsituatie van de
staan erin verwerkt in mijn lessen zoveel mogelijk
groep, zowel in kinderen mee kan laten doen,
pedagogische zin (gedrag,
groepsverhoudingen,
maar in de rekenles zijn ze met
groepsdynamiek) als in hele andere stof bezig. Hierdoor
didactische zin
(vakspecifieke
kan ik ze niet bij de uitleg
beginsituatie). betrekken. Later volgt aparte
Ze werken met de uitleg voor deze kinderen. Dit
methode snappet gebeurt wanneer de rest van de
klas aan het werk is.

De methode laat zien dat ze

met een doel en gestructureerd
werken. Deze klas heeft
structuur nodig en het is door
de methode duidelijk voor ze
De werkhouding van hoe ze te werk moeten gaan. Ze
de groep is erin weten allemaal hoe de lessen
verwerkt. verlopen en waar ze aan
moeten werken.

De klas weer erg goed wat ze

moeten doen bij rekenen. Hun
rekenlessen verlopen
gestructureerd. De klas is
meestal rustig en ze kunnen
goed zelfstandig werken.
Ik heb gekozen voor
De lesdoelen zijn Kerndoel 33 Voor OGP moesten we een
afgestemd op de
beginsituatie. In de
De leerlingen leren meten onderwerp met meetkunde
formulering ervan wordt en leren te rekenen met kiezen. Ik heb gekozen voor
 eenheden en maten, zoals
zichtbaar dat kennis van bij tijd, geld, lengte, omtrek,
vakdidactiek en
leerlijnen op een logische
oppervlakte, inhoud,
manier is verwerkt. gewicht, snelheid en
temperatuur.
Tussendoel: Tijd
Leerlijnen:
-inventarisatie van de
verschillende
maateenheden die gebruikt
worden bij het klokkijken en
bij het meten van tijd, zoals
seconde, minuut, kwartier
en uur; dag, week en
maand; jaar, eeuw en
millennium
-oefenen van het werken
met de kalender en met de
indeling van het jaar in
maanden, weken en dagen,
tijdsduur berekenen op
basis van data en/of
jaartallen
-verschillende notatiewijzen
van datumaanduidingen
eigen lesdoel:
- de kinderen die niet in de
aparte leerroute zitten, zijn
in staat om de kalender af te
lezen.
- de kinderen zijn in staat
om de dagen, maanden en
weken in een jaar op te
noemen.
Productdoel: de kinderen
kunnen de kalender aflezen
Procesdoel: De kinderen
leren eerst zelf problemen
oplossen en vragen later
pas de docent.
meten met tijd. In deze les
worden meerdere
maateenheden gebruikt zoals,
dagen, weken, jaren, maanden
en kwartalen. Ook oefenen ze
met de kalender en de indeling
van het jaar. Ze leren
verschillende kalenders lezen.
Ze leren datums noteren op
verschillende manieren.
In mijn eigen lesdoelen beschrijf
ik dat ze in staat zijn de weken,
maanden, dagen en kwartalen
in een jaar op kunnen noemen.
Verder kennen ze de volgorde
van de maanden. Met deze
kennis moeten ze de kalender af
kunnen lezen.
Als procesdoel wil ik dat de
kinderen zelf vragen leren
oplossen. Ze komen nogal snel
naar de docent toe, maar ze
moeten eerst de opgaven
proberen uit te schrijven of
beter lezen.
Snappet is een programma dat
voldoet aan de
referentieniveaus(door de
overheid vastgestelde eisen aan
wat leerlingen aan het einde
van de schoolperiode moeten
kunnen en kennen)(Oonk, W.
2015)
De sommen zijn weergegeven
in contexten. De contexten
zorgen ervoor dat de kinderen
de situatie mathematiseren. Het
gebruik van contexten leidt tot
niveauverhoging (Oonk, W.
2015)
Werk- en
groeperingsvormen zijn
De klas heeft een De klas zit in de gebruikelijke
afgestemd op specifieke vaste opstelling. opstelling, omdat ze hier aan
kenmerken van de groep
n op specifieke
gewend zijn. Verder is dit ook
kenmerken van een goed doordachte opstelling,
vakdidactiek.
zodat de kinderen optimaal
kunnen presteren.

Verder gaan de kinderen veel te

veel kletsen als ze in groepjes
zitten. Ze hebben echt een
zelfstandige plek nodig bij
rekenen, zodat ze ook vooruit
kunnen.

Werk- en
groeperingsvormen zijn
Ze werken Deze werkvorm zorgt ervoor dat
functioneel ondersteunend zelfstandig. de kin deren zo min mogelijk
bij het behalen van de
lesdoelen.
afgeleid worden en zelf rustig
aan de slag kunnen.

De klas heeft dit nodig, want als

ze bijvoorbeeld met rekenen
samenwerken, bemoeien ze zich
veel te veel met elkaar.

Een aanzet tot

samenwerkend leren krijgt
n.v.t. n.v.t.
op een logische wijze plek
in het lesontwerp.*

Een aanzet tot ontdekkend

leren krijgt op een logische
n.v.t. n.v.t.
wijze plek in het
lesontwerp**

De proces- en
productdoelen worden
Ik evalueer deze In het systeem van snappet kan
expliciet gevalueerd met doelen door middel ik precies zien welke kinderen
de kinderen.
van tijdens de les en de opgaven goed hebben

De werkvormen die
worden gehanteerd bij
evaluatie zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten
aan op specifieke
kenmerken van de groep.
*bij tenminste 3 lesontwerpen
** bij tenminste 1 lesontwerp
na de les op snappet gemaakt(groen), fout hebben
te kijken gemaakt(rood) of fout hebben
gemaakt en later
De opvallende verbeterd(oranje). Als er
resultaten bespreek kinderen zijn die veel oranje of
ik met de rood hebben, kan ik ze daarop
desbetreffende aanspreken. Dan kunnen we
kinderen. samen naar de fouten kijken.
Snappet wordt bij Snappet is een duidelijk
rekenen altijd programma en laat zien hoe de
gebruikt als les gemaakt is. Voor de lessen
evaluatie. Het geeft waar veel fouten in zaten
informatie over de worden extra werkbladen
leerlingen en de klas gemaakt, zodat dit geoefend
en biedt veel kan worden. In snappet heb je
mogelijkheden voor ook nog het plusje, waarin
de docent. allerlei opgaven over hetzelfde
leerdoel zitten. Deze kunnen
Ook kun je zien ook nog gemaakt worden.
hoeveel sommen
ieder kind die les al Doordat het op het bord
heeft gemaakt. Dit geprojecteerd wordt, kan
wordt vaak op het iedereen van elkaar zien hoe
bord geprojecteerd. ver ze al zijn. Dit werkt bij velen
stimulerend, aangezien de
bovenaan willen staan met de
meest gemaakte opgaven.
Door middel van deze vragen te
beantwoorden aan het einde
van de les, kan ik beter
evalueren:
- Met betrekking tot het doel: in
hoeverre is het doel bereikt?
- Met betrekking tot de werkwijze:
was het leerproces betekenisvol
voor de leerling?
(Alkema, E., Tjerkstra, W. (2011). Klassikale
situaties. In E. Alkema, W. Tjerkstra, J.
Kuipers & C. Lindhout (Red.), Mr dan
onderwijs (pp. 302-303). Assen: van
Gorcum.)