Está en la página 1de 9

Naam en klas Naam SLB: Naam

student: Werkplekbegeleider:
Astrid van den broek
Boy Thissen Martijn Jaspers

Klas: PEH16VC

Stagegroep: Datum: Werkplek (naam


school):
8 11-04-2017
Basisschool de
Schatkist

Doelen
Aan het einde van dit kwartaal heb je actieve kennis van groepen,
groepsprocessen en mogelijkheden voor benvloeding ervan. Daarnaast ben je in
staat om je onderwijs in de verschillende vakgebieden af te stemmen op
specifieke pedagogische en vakgerelateerde kenmerken van jouw (stage-)groep.
Bovenstaande doelen zijn vertaald naar beoordelingscriteria die aan de basis
liggen van de uiteindelijke beoordeling van OGP3. Hieronder vind je een
opsomming van die criteria:
A.1 Bespreken van en omgaan met regels
2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student is mede verantwoordelijk voor het realiseren van een fysiek en sociaal
emotioneel veilige leeromgeving, met betrekking tot eigen gedrag, de dagelijkse
omgang met leerlingen en de omgang van leerlingen met elkaar

A.3 Leiding geven aan het groepsproces


4.7 Onverwachte situaties
De student past zijn organisatie aan bij onverwachte situaties op microniveau.

A.4 Interactie aangaan met de groep


3.12 feedback aan leerlingen
Toetsing en evaluatie:
De student evalueert onderwijsactiviteiten met kinderen en geeft feedback aan
leerling op product en proces.

B.1 Leerdoelen stellen


7.3 Onderzoekende en reflectieve houding
De student toont een onderzoekende en reflectieve houding; onderzoekt
systematisch zijn eigen handelen, reflecteert en maakt gebruik van feedback van
kinderen, docenten, medestudenten en leerkrachten; hanteert
onderzoeksinstrumenten

B.2 Leeractiviteiten ontwerpen


3.6 werkvormen en groeperingsvormen
4.2 tijdsbewaking
4.5 Leeromgeving inrichten
De student hanteert doelgericht verschillende werkvormen en
groeperingsvormen.
De student bewaakt de tijd tijdens een uitvoering van de activiteit
De student richt de leeromgeving zodanig in dat hij kan werken met zowel kleine
als grote groepen; zet hulpmiddelen en materialen klaar voor eigen lessen.
B.3 Leeractiviteiten begeleiden
1.1 zicht op groepjes leerlingen
2.6 samenwerking, zelfredzaamheid
De student houdt zicht op groepjes leerlingen: geeft (bege-)leiding aan
individuele leerlingen, kleine groep(en) en grote groep; vangt incidenten met/
tussen leerlingen op; zorgt ervoor dat groepjes die hij begeleidt naar behoren
functioneren; rapporteert hierover aan de leraar
De student stimuleert samenwerking, zelfredzaamheid en assertiviteit bij
leerlingen.

E.2 Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met collegas


5.2 actief bijdragen
De student levert een actieve bijdrage in de samenwerking met collegas
(medestudenten, leerkrachten, docenten): neemt initiatieven; denkt actief mee in
het kader van schoolontwikkeling; verwoord zijn eigen mening

Waar sta ik nu met betrekking tot:


De kritische handelingen van de betreffende fase?

Kritische handeling A.1 Bespreken van en omgaan met regels:


2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
Wat wilde ik:
Ik wilde dat de leerlingen mij kunnen vertrouwen en dat zij met vragen ook naar
mij durven te komen. De leerlingen die in het sociogram negatief gekozen
werden, wilde ik meer laten samenwerken met andere leerlingen uit de klas. Zo
wil ik het groepsklimaat verbeteren (Zeeuw-Jans, 2013).

Wat deed ik:


De sfeer in groep 8 van basisschool de Schatkist is erg goed. De leerlingen gaan
respectvol met elkaar om en zij weten wat wel en niet mag bij meester Martijn. Ik
probeer hier ook aan bij te dragen. Dit doe ik door een open houding aan te
nemen en ik zorg ervoor dat ik contact heb en houd met de leerlingen.
Hierdoor durven de leerlingen vragen te stellen en aan te geven dat zij iets niet
snappen. Ik loop rond, ook tijdens de lessen die ik niet zelf geef. Ik zorg ervoor,
door met de leerlingen te praten, dat zij mij beter hebben leren kennen en dat zij
weten dat zij met vragen ook naar mij mogen komen. Tijdens mijn lessen heb ik
de leerlingen veel laten samenwerken met verschillende leerlingen. Hierdoor
leren zij ook samenwerken met leerlingen bij wie zij dat normaal niet snel zouden
doen. Tevens vertellen zij mij dingen die niets met school te maken hebben, zo
doet iemand een populair spelletje op zijn mobiel en komt elke dinsdag even
vertellen in welk level hij is. Hierdoor weet ik dat de leerlingen een fysiek en
sociaal emotioneel veilige leeromgeving hebben.

Hoe nu verder:
Ik wil verder gaan met een open houding aan te nemen. Hierdoor krijg ik een
betere band met de leerlingen. Door dit te doen krijgen de leerlingen ook meer
respect voor mij en zullen ze sneller stil zijn als ik dit aangeef. Op deze manier
ontstaat er een nog beter groepsklimaat.
In de toekomst wil ik dat ik dit blijf verbeteren. Ik moet ervoor zorgen dat dit niet
minder wordt de laatste periode. Dit zal daarom ook geen leerdoel worden, maar
meer iets wat ik blijf oefenen
Kritische handeling A.3 Leiding geven aan het groepsproces:
4.7 Onverwachte situaties

Wat wilde ik:


Ik wil dat ik er altijd voor kan zorgen dat de les door kunnen gaan. Om dit te
kunnen doen moet je om kunnen gaan met onverwachte situaties.

Wat deed ik:


Een onverwacht moment was tijdens mijn BVOles. Hier had ik verfbakjes nodig
voor de verf in te doen. Twee weken voor mijn les had ik gekeken of er voldoende
bakjes lagen. Deze waren er genoeg, maar op de dag dat ik mijn les gaf, kwam ik
erachter dat er een aantal bakjes niet meer waren. Hier heb ik besloten om
grotere bakjes te pakken. Ik heb de leerlingen verteld dat zij twee kleuren in een
bakje moesten doen. En kleur aan de ene kant en de andere kleur aan de
andere kant van het bakje. Zij moesten er op letten dat zij niet teveel verf in de
bakjes deden, omdat anders de verf zou gaan mengen en dit mocht niet.

Ik vind het vanzelfsprekend dat je je situatie aanpast als er onverwachtse


gebeurtenissen gebeuren. Dit ben ik zelf nog niet veel tegen gekomen, omdat je
dit natuurlijk niet kan inplannen, heb ik dit nog niet veel hoeven toe te passen.
Wat ik wel heb gedaan is nagedacht over de wat als situaties. Tijdens mijn
spellenles heb ik kaartjes buiten gehangen. Ik heb nagedacht over wat ik zou
doen als het zou gaan regenen. Hier had ik op bedacht dat ik dan de gymzaal zou
gebruiken en de kaartjes onder pionnen stop. Zo moeten de leerlingen toch
zoeken naar welke pion zij nog niet hebben gehad en hebben zij geen last van
het weer.

Doordat ik gymlessen heb gegeven heb ik al ervaring met het omgaan met
onverwachte situaties. Dit heeft mij veel geholpen op dit gebied.

Hoe nu verder:
De komende tijd ga ik verder met lessen geven. Tijdens deze lessen kunnen er
altijd onverwachte situaties voorkomen. Door hier op te reageren en dit na mijn
les te bespreken met mijn mentor kom ik erachter of ik dit op een juiste manier
heb aangepakt of niet. Wat de uitkomst ook zal zijn. Ik zal altijd van de situatie
leren. Ik ga op zoek naar theorie die mij hierbij kan helpen.
Kritische handeling A.4 Interactie aangaan met de groep:
3.12 feedback aan leerlingen
Wat wilde ik:
Ik wil dat de leerlingen weten dat zij met vragen naar mij mogen komen en dat zij
weten dat zij goede feedback krijgen van mij (Zeeuw-Jans, 2013).
Wat deed ik:
Tijdens alle lessen loop ik rond of zit achter mijn tafel. Ik probeer zoveel mogelijk
op de leerlingen te letten zodat, als zij een vraag hebben, ik zo snel mogelijk kan
helpen. Dit kunnen vragen zijn over iets wat zij niet snappen, maar de leerlingen
kunnen ook vragen of zij bijvoorbeeld het schilderwerk wel goed aan het maken
zijn. Hier geef ik feedback over wat ik zou aanpassen of wat ik erg leuk vind. De
leerlingen weten dat zij naar mij mogen komen om het gemaakte werk van hen
te controleren. Zij hebben dit zelf nagekeken en hebben hier aangegeven wat en
hoeveel fouten zij hadden. Ik stel met het nakijken vragen over deze fouten en
vraag hen of zij snappen waarom dit fout was. Omdat ik tijdens mijn lessen veel
heb gewerkt met samenwerken. Heb ik vaak gevraagd hoe de samenwerking was
verlopen en hoe het kwam dat dit zo was gegaan. Vervolgens heb ik gevraagd
wat hun tactiek was. Op deze manier kunnen de leerlingen niet alleen
antwoorden met goed, maar moeten zij ook kunnen uitleggen waarom het goed
ging.
Hoe nu verder:
Hoe langer ik stage loop, hoe meer ik weet over de werkjes en opdrachten die de
leerlingen moeten maken. Hierdoor blijf ik groeien in dit gebied. Dit wil ik graag
nog doorzetten in het volgend kwartaal, zodat ik betere feedback kan geven dan
dat ik nu doe.

Kritische handeling B.1: leerdoelen stellen


7.3 Onderzoekende en reflectieve houding

Wat wilde ik:


Ik wil dat mijn stageschool weet dat ik een hardwerkende student ben en graag
nieuwe dingen leer. Tevens wil ik aangeven dat ik graag feedback krijg. Zo weet
ik wat goed en fout ging. Hier kan ik dan aan gaan werken.
Wat deed ik:
Na elke les vraag ik aan een aantal leerlingen wat zij van de les vonden, hier
vertellen zij wat hun leuk of minder leuk aan de les vonden. De leerlingen weten
dat zij bij mijn tops mogen geven, maar dat zij ook zeker niet bang hoeven te zijn
om tips te geven. Aan het einde van de dag bespreek ik met mijn mentor mijn
les, hier hebben wij het over de les die ik gegeven had en hoe deze les was
verlopen. Wat ging er goed en wat kon beter.
De tops die ik krijg ga ik proberen te behouden en ook in mijn volgende lessen
proberen terug te laten komen. De tips die ik krijg probeer ik te verwerken voor in
mijnvolgende les zodat dit verbeterd is in mijn volgende les.
Tijdens de SLBlessen krijg ik veel tips van medestudenten uit het eerste-, maar
ook uit het tweedeschooljaar. Met de meeste van deze tips ga ik aan het werk, of
probeer ik direct toe te passen. Zelf probeer ik er achter te komen wat ik de
fijnste manier vind om les te geven. Daarom heb ik in deze periode verschillende
vormen geprobeerd. Ik ben er achter gekomen dat tijdens het starten van de
lessen ik het het fijnst vind om de les te starten met een vraag waarmee ik de
leerlingen enthousiast maak of waardoor de leerlingen graag op het antwoord
willen komen. Hierdoor zijn de leerlingen vanaf moment een betrokken bij de les.
Hoe nu verder:
Ik blijf dit doen. Dit is omdat ik dit een erg belangrijk onderdeel vind. Als je
stageschool weet dat je er veel voor doet en dat je graag wil groeien, dan willen
zij ook meer voor jou doen.
De tips en tops die ik krijg schrijf ik op onder aan het voorbereidingsformulier. Op
deze manier kan ik altijd mijn tips en tops terug vinden als ik een gelijksoortige
les ga geven.
Kritische handeling B.2 Leeractiviteiten ontwerpen.
3.6 werkvormen en groeperingsvormen
4.2 tijdsbewaking
4.5 leeromgeving inrichten
Wat wilde ik:
Ik wilde de leerlingen veel laten samenwerken in verschillende vormen, om zo
het groepsklimaat nog beter te maken. Volgens het boek Ontwikkeling in de
groep houdt een positief groepsklimaat in:
Iedereen voelt zich veilig in de groep.
De groepsleden hebben respect voor elkaar.
De groepsleden communiceren positief met elkaar.
Iedereen werkt samen en helpt elkaar (Zeeuw-Jans, 2013).
De werkvorm moest aansluiten aan de les die ik wilde gaan geven.
De vorige periode heb ik geen moeite gehad met het bewaken van de tijd, maar
tijdens deze periode ben ik er achter gekomen dat ik dat in groep 8 moeilijker
vond. Hier wil ik aan gaan werken.
Doordat de leeromgeving al zo was ingericht dat de leerlingen in groepjes kunnen
werken, heb ik hier niets aan hoeven te veranderen. Wel heb ik n les buiten
uitgevoerd. Hier was de leeromgeving dus anders dan de leerlingen gewend
waren. Tevens wilde ik dat ik mijn lessen goed had voorbereid en zo de lessen
direct kon starten.
Wat deed ik:
Ik heb verschillende lessen gegeven in groep 8. Hier heb ik niet altijd dezelfde
werkvorm toegepast. Dit heb ik gedaan omdat ik vind dat dit per vak verschillend
kan zijn. Ik heb veel gekeken naar de coperatieve werkvormen (Werkvormen
coperatief leren, 2006). Ik heb vaak de coperatieve werkvorm Werk-in-
tweetallen ingezet. Door deze werkvorm leren de leerlingen om samen te werken
en elkaar tips en tops te geven.
Elke les die ik geef wil ik ongeveer 60 minuten laten duren. Dit verschilt natuurlijk
per vak en onderwerp. Dit heb ik niet altijd gehaald, maar wel weten op te lossen
door bijvoorbeeld een paar onderdelen in te korten. In de volgende periode ga ik
kortere lessen geven. Hierdoor kan ik dieper op een onderwerp ingaan.
Groep 8 zit in groepjes in de klas. Deze groepjes veranderen om de twee weken.
Dit vind ik erg goed, omdat de leerlingen hierdoor om de twee weken met andere
klasgenoten moeten samenwerken. Tijdens het ontwerpen van mijn lessen houd
ik hier rekening mee. Omdat ik weet dat de leerlingen om de twee weken een
nieuwe plaats krijgen, hoef ik soms niet de leerlingen te verwisselen als ik hen in
groepjes laat werken. Doordat iedere leerling in de klas nu een snappet heeft
kunnen de leerlingen die hun werkjes al afhebben verder werken. Op deze manier
pas ik ook differentiatie toe en zullen de leerlingen zich niet gaan vervelen omdat
zij niets te doen hebben. Ik heb buiten een spelles gegeven, hier was de
leeromgeving anders. Omdat ik de groepjes wel wilde blijven zien heb ik met de
leerlingen een plaats afgesproken waar altijd n iemand van het tweetal moest
staan. Hierdoor kon ik kijken hoever de leerlingen waren met het maken van de
opdrachten en had ik zicht op de leerlingen. Voor het geven van deze les heb ik
buiten alle materialen klaargezet. Zo kon ik de les direct starten en hoefde de
leerlingen niet te wachten.
Hoe nu verder:
In de volgende periode ga ik meer focussen op het tijdsbewaken. Ik heb nog te
vaak het gevoel dat ik mijn les moet inkorten. Dit ga ik doen door kortere lessen
te geven waardoor ik dieper op de theorie kan ingaan en het zichtbaarder is of ik
op schema lig. Tevens wil ik meer gebruik maken van hulpmiddelen en
beeldvormers. Ik heb geleerd en ook gezien dat de leerlingen hierdoor meer
onthouden. De spelles die ik buiten heb gegeven vonden de leerlingen en mijn
mentor erg leuk. Dit kan ik vaker doen met betrekking tot meerdere lessen zoals
rekenen, taal, aardrijkskunde en geschiedenis.

B.3 Leeractiviteiten begeleiden


1.1 zicht op groepjes leerlingen
2.6 samenwerking, zelfredzaamheid

Wat wilde ik:


Ik wilde zoveel mogelijk betrokken zijn bij de klas. Daarom wilde ik de leerlingen
niet alleen helpen tijdens mijn les, maar ook tijdens de lessen van Martijn (mijn
stage mentor). Hier begeleid ik de leerlingen als zij vragen of tips nodig hebben.
Tevens vind ik het belangrijk dat de leerlingen weten dat zij met problemen naar
mij kunnen komen. Dit geld voor alle leerlingen op heel de school. Omdat ik maar
n dag in de week stage loop vind ik het belangrijk dat ik de dingen die mij zijn
opgevallen vertel aan Martijn.
En doel van mij was om samenwerking te stimuleren, om zo tot een nog beter
groepsklimaat te komen.

Wat deed ik:


Tijdens de lessen die Martijn verzorgd loop ik rond en kijk ik naar de leerlingen.
Als de leerlingen vragen hebben kunnen zij deze aan mij of aan Martijn stellen.
Elke dinsdag loop ik in de eerste pauze buiten rond. Hier gebeuren (bijna) altijd
wel kleinigheidjes. Doordat ik de gymlessen heb verzorgd op deze school het jaar
hiervoor kennen de leerlingen mij al en komen ze sneller met problemen naar
mij. Deze incidentjes vang en los ik op door met de leerlingen erover in gesprek
te gaan. Met leerlingen uit groep 8 pak ik dit anders aan en laat ik meer uit hun
zelf komen dan bij de leerlingen van groep 3. Bij deze leerlingen praat ik op een
andere manier met hen en begeleid hen in het proces om het weer goed te
maken of om het probleem op te lossen (Brouwers, 2016). Zoals ik de vorige
periodes ook al bekend was koppel ik veel terug naar mijn mentoren, in dit geval
is dat Martijn. Als er incidenten gebeuren, maar ook als bijvoorbeeld iemand
hoofdpijn heeft dan koppel ik dit altijd terug naar hem. Dit doe ik omdat ik het
belangrijk vind zodat de docent hier rekening mee kan houden.
Tijdens mijn lessen hebben de leerlingen mogen samenwerken. Dit kon zijn in
tweetallen, in groepjes of met heel de klas. In sommige van mijn lessen hebben
de leerlingen tips en tops aan elkaar moeten geven en in een andere les hebben
zij elkaar nodig gehad om tot de antwoorden te komen. Hierdoor heb ik ervoor
gezorgd dat er een groter wij-gevoel ontstond. Als leerlingen vragen hadden dan
mogen zij deze ook stellen aan leerlingen die bij hen aan het groepje zitten.
Hierdoor leren zij zelf problemen op lossen en leren zij ook nee te zeggen als het
even niet uitkomt om te helpen.

Hoe nu verder:
In de volgende periode wil ik werken aan de manier hoe ik de incidenten moet
opvangen. Dit lukt mij op dit moment en ik kan de meeste incidenten oplossen,
maar er kan een moment komen dat een leerling niet wil luisteren en weg kan
lopen. Ik weet op dit moment nog niet goed hoe ik dan moet reageren.

E.2 Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met


collegas
5.2 actief bijdragen
Wat wilde ik:
Ik vind het belangrijk dat de docenten van basisschool de Schatkist weten dat ik
hard wil werken en dat ik mee wil werken aan projecten. Ook als deze niet op de
dinsdagen zullen vallen. Als je je best doet op stage dan kan je hier misschien
later werk vinden.
Tevens vind ik de gewonen lessen uit het boek minder leuk, ik probeer daarom
ook nieuwe lessen te maken. Dit kost wat extra tijd, maar hier leer ik veel van.
Als laatste punt vind ik het belangrijk dat ik kan zeggen wat ik vind en daarom
doe ik dit ook. Als ik dit niet zou doen dan zou ik hier mee blijven zitten en met
een minder aangenaam gevoel naar stage gaan.

Wat deed ik:


Elke dinsdag loop ik stage op basisschool de Schatkist. Ik spreek met Martijn elke
dinsdag, dan spreken wij ook af wat voor les ik de week daarna ga ontwerpen en
geven. Tevens weet ik met wat voor projecten groep 8 mee bezig is en waar de
school zelf mee bezig is. Zo help ik mee aan Schatkist got talent. Hier zal ik zelf
niet bij aanwezig zijn, maar ik ben hier wel veel mee bezig geweest. Ook help ik
mee met het maken van de paasactiviteiten, hier gaan de leerlingen
verschillende spelletjes doen. Deze spelletjes hebben de docenten van groep 7
en 8 bedacht. Ik heb hier ook aan meegeholpen en heb geprobeerd met nieuwe
ideen te komen. Met de spellingsles heb ik geprobeerd een nieuwe vorm te
bedenken om te controleren of de leerlingen de geleerde stof hebben
opgenomen. Dit heb ik gedaan doormiddel van een Zweeds loopspel. Dit was erg
leuk en mijn mentor gaf aan dat de klas dit vaker kon gaan doen. De
geschiedenis en BVOles heb ik aan elkaar gekoppeld. Na mijn BVOles heb ik de
les besproken met mijn mentor. Hij vond dit een erg leuke les en gaf aan dat hij
dit zelf niet zo had gedaan, hij zou de leerlingen meer richtlijnen geven met het
tekenen. Doordat ik de leerlingen meer los liet kwamen er leuke en originele
schilderijen uit.
Dit wil hij ook gaan toepassen in de BVOlessen.
Ik ben niet bang om te vertellen als ik ergens mee zit. Dit heb ik al vanaf de
eerste periode gedaan en daardoor weten de mensen om mij heen wat zij aan mij
hebben en hoe ik als persoon ben.

Hoe nu verder:
Persoonlijk vind ik projecten erg leuk en wil hier ook graag mee verder werken.
Zo leren de leerlingen ook samenwerken in andere situaties en problemen
oplossen. Tevens is het een erg gezellig team. Hierdoor leer ik erg veel van zoals
verschillende manieren om spellen, maar ook lessen aan te bieden. Hierdoor
neemt mijn motivatie ook toe om aan dit soort projecten te werken.

Welke betekenis heeft dit voor mij:


Doordat ik nu weet waar ik sta met betrekking tot de kritische handelingen, weet
ik wat ik wil verbeteren en waar ik graag verder mee wil gaan werken.
Door deze kritische reflectie heb ik een duidelijker beeld van wat ik wil
veranderen of houden in mijn volgende lessen. Door dit, voordat ik mijn
lesontwerp maak, terug te lezen weet ik wat er de vorige keer goed en fout is
gegaan. Hier kan ik dan rekening mee houden.

Bibliografie

Brouwers, H. (2016). Kiezen voor het jonge kind. bussum: coutinho.

Werkvormen coperatief leren. (2006, juli). Opgeroepen op maart 2, 2017, van


saxion.nl:
https://connect.fontys.nl/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAGroep/Lo
catieEHV/_layouts/15/WopiFrame.aspx?
sourcedoc=/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAGroep/LocatieEHV/Do
cuments/Domein%20PPO/Leertaak%20cooperatief%20leren/Werkvormen_

Zeeuw-Jans, M. L. (2013). ontwikkeling in de groep. Bussum: Coutinho.

También podría gustarte