Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Isa Schlicher Mentor Marion Gerris

Klas klas A Datum 21-02-17

Stageschool Obs de Uitkijktoren Groep groep 5-6

Plaats Weert Aantal lln 22

Vak- vormingsgebied:

Speelwerkthema / onderwerp:

Een les levensbeschouwing met als uitgangspunt: normen en waarden

Persoonlijk leerdoel: Het zelfverzekerd overkomen voor de klas.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:

Kerndoel 37 - evalueren door middel van vragen te stellen

De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen
aanvaarde waarden en normen. Wat vonden jullie ervan om jullie eigen normen en waarden te
vertellen?
Tussendoel; samenleving, normen en waarden Durfden jullie je mening te delen in de klas?
Leerlijn: - respect, veiligheid, verantwoordelijkheid, vertrouwen
- Ik evalueer op het einde met het spel.
- alle kinderen begrijpen aan het einde van de les de begrippen
normen en waarden

- de kinderen denken in deze les na over hun eigen normen

- de kinderen kunnen na de les situaties in verband leggen met

een bepaalde waarde.

Productdoel; - De kinderen begrijpen de begrippen normen en waarden en

kunnen situaties in verband leggen met bepaalde normen en waarden.

Procesdoel; De kinderen leren praten en hun meningen delen over situaties.

Beginsituatie:

De groep bestaat uit 22 leerlingen en bestaat uit 11 jongens en 11 meisjes. Het is een zelfstandige groep die goed kan opletten. Ze willen
wel allemaal graag hun zegje doen en proberen dit dan ook uit. Een structuur is in deze klas belangrijk. Afspraken moeten duidelijk zijn en
nageleefd worden. Het is belangrijk dat de kinderen de grens kennen. Hun werkhouding is prima, mits ze niet te vrij gelaten worden.

De groepssfeer is redelijk. Als ze willen kan de groep goed met elkaar opschieten en zijn ze erg behulpzaam naar elkaar toe. Toch gaat het
nog vaak mis in de klas en tijdens de pauze. De kinderen denken vooral aan zichzelf op deze momenten en niet aan anderen. Dit resulteert
tot conflicten. Ze kunnen dus nog veel van elkaar leren.

Ik ben pas een week in de klas geweest en heb dus nog niet kunnen peilen wat de kinderen al weten over normen en waarden. Ze hebben
ook geen aparte levensbeschouwing lessen op school. Dit is dan ook hun eerste les over normen en waarden. Wel hebben ze een vak
genaamd basisvaardigheden. Het aanbod in deze lessen is erg breed. Hier komen ook levensbeschouwelijke onderwerpen naar voren.

De kinderen reageren snel op elkaar en hebben dan ook veel commentaar. Niet iedereen durft zijn mening te geven. Veel praten liever niet
over zichzelf. Met deze les moeten ze nadenken over hun eigen normen en waarden en kunnen zij ook eens uitspreken wat ze willen.
Lesverloop

Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie

Leraar leergedrag leerling(en)

8 min uitleg - wat zijn normen en waarden? - De kinderen luisteren naar de uitleg - powerpoint met plaatjes

Norm: In welk woord zit het woord
norm? normaal. Een norm is dus
eigenlijk een regel dat normaal is.
Voorbeelden: het is normaal dat je geen
afval op de grond gooit of iemand pijn
doet.
- De kinderen reageren door middel van hun
vinger op te steken
-(de kinderen gaan de plaatjes indelen bij een
norm en waarde)

Waarde is waar het om draait. Als we

kijken naar het afval is de waarde
veiligheid, respect voor de natuur

Plaatjes: (de kinderen gaan de plaatjes

indelen bij een norm en waarde)

Norm: honden aan de lijn

Waarde; respect, veiligheid

Norm: Niet schoppen in de wedstrijd

Waarde; respect, veiligheid

Norm: opstaan voor ouderen

Waarde: respect, veiligheid,

verantwoordelijkheid
Welke normen zie je terug in school? - de kinderen luisteren naar elkaar

( op tijd komen, kleren dragen, telefoon, - Ze steken hun hand op als ze een antwoord
huiswerk) weten.

Ik help en geef tips als ze niet op veel

normen komen.
Zelf nadenken - Zelf 5 normen opschrijven die je - De kinderen schrijven individueel 5 normen
belangrijk vindt. op

- bespreken met de klas. - vertellen waarom ze dit vinden.

Het levensbeschouwelijke gesprek past - de kinderen luisteren naar elkaar ->

bij de vakdidactiek. Op deze manier HEEL BELANGRIJK
kunnen ze hun mening laten horen in de
klas en raken ze bewust van ieders
normen en waarden.

Sommige kinderen in de klas vinden het

moeilijk om hun mening te geven,
aangezien er veel kinderen zijn die op
elkaar reageren. Deze kinderen houden
zich dan eerder stil, want ze willen geen
commentaar krijgen.

Ik geef de kinderen de beurt die wel

eens de normen overtreden om te zien
wat hun antwoord is. Daarnaast geef ik
ook enkele kinderen de beurt die niet
vaak hun mening geven. Op deze
manier krijgen zij ook een kans.

Ren je rot 4 hoeken in de klas, 4 waarden: - de kinderen doen actief mee - powerpoint
spel verantwoordelijkheid, veiligheid,
vertrouwen en respect - niet rennen door de klas maar lopen
-
controleren Afspraak maken: - uitkijken voor elkaar

- niet rennen - zelf kiezen, niet andere nadoen

- steeds weer stil bij nieuwe stelling
- voor jezelf kiezen - de kinderen zijn steeds weer rustig als ik
-Ik heb mijn gymkleding bij wanneer we doorga naar de volgende stelling
gymles hebben op school (verantwoordelijk)

-Ik wil dat mensen met mij omgaan op de

manier hoe ik ook met hen om ga. (respect)

-Ik zorg ervoor dat ik alles heb opgeruimd

voordat ik naar de volgende les ga
(verantwoordelijk)

-Ik geef iemand een compliment wanneer

hij/zij het goed heeft gedaan (respect)

-Ik scheld mijn klasgenoten of de juffrouw

niet uit (respect)

Op jou kan ik rekenen (vertrouwen)

-Ik kan er vanuit gaan dat je het niet

doorvertelt (vertrouwen)

-Ik steel geen spullen van klasgenoten

(veiligheid)

-Ik voel me op mijn gemak hier op school

(veiligheid)
- Ik zorg ervoor dat ik orde kan
houden en in kan grijpen bij
eventuele problemen
Persoonlijke reflectie

De les voor normen en waarden verliep naar mijn mening goed. Ik stond voor de eerste keer voor de klas. Ik stond veel zelfverzekerder
voor de klas dan dat ik voor de kleuters stond. Ik kende al bijna alle namen en de namen die ik niet wist vroeg ik nog even na. De les was
interactief. De kinderen konden veel inbrengen en reageren op elkaar. Ik heb ze veel zelf laten nadenken en vertellen, omdat dit een les
was waarin veel meningen gedeeld konden worden. Verder heb ik dan ook veel vragen gesteld als: waarom? Door middel van vragen te
stellen, kwam ik erachter hoe de kinderen over de stellingen dachten. Ik had een Powerpoint om mijn les duidelijk te maken voor mezelf en
de kinderen. Ik heb gekozen voor een spel op het einde. Dit om te controleren of ze de theorie begrepen hebben. Het verloop van de les
kon beter. Ik was vergeten in welke volgorde ik mijn les had gemaakt. Dit kan ik de volgende keer oplossen door dit weer te geven in mijn
Powerpoint of de les beter te bestuderen.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

De les was goed voorbereid. Ik merkte dat Isa nog een beetje zenuwachtig was. De kinderen deden erg goed mee en hadden dit niet in de
gaten. Het was een interactieve les. Zorg dat je de opbouw van de les goed in je gedachten hebt. Nu wist je af en toe niet wat er ging
komen. Denk voordat je start met de les, goed na over de materialen die jij/de kinderen nodig hebben. Nu moesten de kinderen nog gaan
lopen voor spullen en dat levert onrust op.

Je gaf een duidelijke opdracht. Schrijf 5 dingen op die je belangrijk vindt. Als je merkt dat kinderen dit lastig vinden, pas je opdracht dan niet
te snel aan. Geef ze indien nodig wat meer denktijd.

Als kinderen een antwoord geven, zeg dit dan niet na als het verkeerd is. Maar corrigeer meteen, als je het antwoord herhaald.

Datum: 6 maart 2017 M.Gerris