Está en la página 1de 2

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Sanne Visser Docent: Lars Bijsterveld


Vakgebied: Natuur en techniek Stagegroep: t Slingertouw
Klas: PEH16VA
Welke keuzes heb ik hier gemaakt?
Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-) specifieke theorie)
Kennis over (kinderen In mijn beginsituatie heb ik rekening gehouden met de verschillende subgroepen
in) de groep is
die in mijn klas zijn opgesteld. Verder heb ik drie kinderen in de klas met dyslexie.
nadrukkelijk verwerkt in
de omschrijving van de Hiermee moet ik rekening houden met het geven van de opdrachten en beurten.
beginsituatie van de Verder heb ik hier aanbod laten komen in hoeverre de leerlingen in mijn groep al
groep, zowel in bezig zijn geweest met de persoonsvorm die aanbod komt in mijn les. Centraal
pedagogische zin
staat in de les de fonologische strategie die de kinderen kunnen toepassen bij de
(gedrag,
groepsverhoudingen, stukjes heid, -baar en zaam. De leerlingen zijn hier al eerder mee bezig geweest.
groepsdynamiek) als in
didactische zin
(vakspecifieke
beginsituatie).

De lesdoelen zijn De lesdoelen sluiten aan bij de beginsituatie, omdat ik hierin de leerlingen
afgestemd op de
specifieke werkwoorden laat vervoegen in de tegenwoordige tijd waarin zij eerder
beginsituatie. In de
formulering ervan wordt aangeleerde strategien kunnen toepassen. De leerlingen hebben hier al
zichtbaar dat kennis van voorkennis van en de regels van de zwakke werkwoorden moeten hierbij nog eens
vakdidactiek en aangescherpt worden.
leerlijnen op een
De leerlingen leren nieuwe gebonden morfemen (Huizenga & Robbe, 2013) aan
logische manier is
verwerkt. tijdens deze les. Ze gaan hier in het werkboek veel mee aan de slag, met de
afsluiting van de les wordt hiermee geoefend en de veel leerlingen hebben al een
goede woordenschat opgebouwd en kunnen uit zichzelf al een aantal woorden
verbinden aan het lesdoel.

Werk- en Ik heb ervoor gekozen om eerst klassikaal de voorkennis met de kinderen op te


groeperingsvormen
halen. Dit omdat de leerlingen vaak erg enthousiast worden wanneer zij zelf aan het
zijn afgestemd op
specifieke kenmerken woord mogen zijn. Omdat het nieuwe stof is dat aan bod komt laat ik de kinderen
van de groep n op het werkboek wel zelfstandig maken. Zo kan ik controleren of de kinderen de stof
specifieke kenmerken individueel ook goed beheersen. Ook is het voor deze groep belangrijk om rust te
van vakdidactiek.
hebben tijdens het werken. De leerlingen vinden het fijn om hard door te werken en
Werk- en een aantal kinderen heeft er baat bij wanneer het dan helemaal stil is.
groeperingsvormen Vervolgens heb ik de kinderen in de subgroepen met elkaar laten samenwerken. De
zijn functioneel leerlingen kunnen op deze manier op eigen niveau werken. Ze vinden het leuk om
ondersteunend bij het samen te werken en bij deze werkvorm gaan de kinderen spelenderwijs aan de slag
behalen van de
lesdoelen. met spelling. Met deze lesdoel evalueer ik nogmaals de

Een aanzet tot De leerlingen hebben bij de afsluiting van de les in duos gewerkt. Dit omdat de
samenwerkend leren
leerlingen dan een betere interactie met elkaar hebben. Dit is belangrijk voor het
krijgt op een logische
wijze plek in het leerproces van de kinderen en de uiteindelijke uitkomst van het leerdoel. Ook leren
lesontwerp.* de kinderen hiermee op een leerzame manier met elkaar om te gaan. Mede door de
wederzijdse afhankelijkheid zorgt het samenwerkend leren voor een betere sfeer in
de groep.
Een aanzet tot De leerlingen van subgroep 3 hebben een aanzet tot ontdekkend leren gekregen.
ontdekkend leren krijgt
Dit omdat zij meer uitdaging nodig hebben bij het vak spelling. Zij hebben zelf
op een logische wijze
plek in het lesontwerp** vragen mogen bedenken voor het spellingspel happertje.
De proces- en De proces en productdoelen heb ik op een SMART manier gevalueerd. De
productdoelen worden
kinderen kijken zelfstandig de schriften na. Dit omdat ze zo zelf nog eens kunnen
expliciet gevalueerd
met de kinderen. kijken welke fouten zij gemaakt hebben. Ik controleer of de kinderen de opdrachten
serieus hebben nagekeken. Wanneer ik nog een fout ontdek moeten de leerlingen
dit woord 10 keer overschrijven. Zo leren zij nogmaals de spelling van dit woord.
Mijn procesdoel wordt gecontroleerd door de afsluiting van de les. Door het
samenwerken en uiteindelijk de korte nabespreking herhalen de leerlingen
nogmaals beide leerdoelen.
De werkvormen die Ik heb als evaluatie werkvorm gekozen voor een samenwerkingsopdracht. Dit
worden gehanteerd bij
omdat een activerende rol bij mijn groep nodig is om de aandacht en interesse erbij
evaluatie zijn passend
bij vakdidactiek en te houden aan het einde van de les. Door alle kinderen aan het woord te laten
sluiten aan op blijven ze actief aan het werk.
specifieke kenmerken De leerlingen hebben bij de afsluiting van de les in duos gewerkt. Dit omdat de
van de groep.
leerlingen dan een betere interactie met elkaar hebben. Dit is belangrijk voor het
leerproces van de kinderen en de uiteindelijke uitkomst van het leerdoel. Ook leren
de kinderen hiermee op een leerzame manier met elkaar om te gaan. Mede door de
wederzijdse afhankelijkheid zorgt het samenwerkend leren voor een betere sfeer in
de groep. Deze positieve kenmerken van samenwerkend leren kun je terugvinden in
het boek Coperatief leren in het basisonderwijs van M. Forrer B. Kenter (2000).

Bronnen:
Bacchini, S., Dekkers, R., Hofstede, D., Markestijn, C., Meijer, H., Paus , H. (red). & Pullens, T. (2014).
Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Bussem: Coutinho.

Huizinga, H. & Robbe, R. (2013). Basiskennis taalonderwijs. Houten/Groningen: Noordhoff.

Forrer, M. & Kenter, B. (2000). Coperatief leren in het basisonderwijs. Utrecht: CPS
uitgeverij

También podría gustarte