Está en la página 1de 4

antwoorden, antwoordde, geantwoord :to answer, reply

bakken, bakte, gebakken :to bake, fry

bederven, bedierf, bedorven :to spoil, ruin, corrupt

bederven, bedierf, zijn bedorven :to spoil, go bad (food, drinks


etc.)

bedoelen, bedoelde, bedoeld :to mean, intend

bedriegen, bedroog, bedrogen :to deceive, cheat

beginnen, begon, zijn begonnen :to begin

bergen, borg, geborgen :to store, hold; to put up,


accommodate; to recover (an object)

betalen, betaalde, betaald :to pay, pay for

bevelen, beval, bevolen :to order, command

bidden, bad, gebeden :to pray, entreat

bieden, bood, geboden :to offer, bid, make a bid

bijten, beet, gebeten :to bite

binden, bond, gebonden :to tie, bind

blazen, blies, geblazen :to blow (the wind, an


instrument); to hiss, spit

blijken, bleek, zijn gebleken :to be evident, be obvious; to turn


out that

blijven, bleef, zijn gebleven :to stay, remain; to continue to


bouwen, bouwde, gebouwd :to build, construct

braden, braadde, gebraden :to roast, fry, grill

branden, brandde, gebrand :to burn, be on fire; to scald,


roast; to stain
breken, brak, gebroken :to break, smash, fracture

breken, brak, zijn gebroken :to become broken

brengen, bracht, gebracht :to bring, carry

buigen, boog, gebogen :to bend, bow

danken, dankte, gedankt :to thank, give thanks

dansen, danste, gedanst :to dance

dekken, dekte, gedekt :to cover, shield, secure; to set


the table

delen, deelde, gedeeld :to divide, share

denken, dacht, gedacht :to think

doden, doodde, gedood :to kill, slay

doen, deed, gedaan :to do

dragen, droeg, gedragen :to carry, bear, support, wear

drijven, dreef, gedreven :to drive, propel, prompt; to run,


carry on

drijven, dreef, zijn gedreven :to float, drift


dringen, drong, gedrongen :to push, press, crowd, pierce,
urge;

dringen, drong, zijn gedrongen :to penetrate

drinken, dronk, gedronken :to drink

drukken, drukte, gedrukt: :to press, oppress, weigh upon;


to print

duren, duurde, geduurd :to last, continue; to endure

duwen, duwde, geduwd :to push, shove

dwingen, dwong, gedwongen: to force, compel, coerce

eten, at, gegeten :to eat

fietsen, fietste, gefietst :to bicycle

fietsen, fietste, zijn gefietst :to bicycle (toward a place)

gaan, ging, zijn gegaan :to go

gebeuren, gebeurde, zijn gebeurd :to happen, occur

gebruiken, gebruikte, gebruikt :to use, make use of; to partake


(of food, drink)

geloven, geloofde, geloofd :to believe; to be of the opinion

genezen, genas, genezen :to cure, heal

genezen, genas, zijn genezen :to get well, recover

genieten, genoot, genoten :to enjoy


geven, gaf, gegeven :to give

También podría gustarte