Está en la página 1de 9

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

P2

Bedrijfseconomie
Soorten aandelen:
1. Gewone aandelen zeggenschap en dividend
2. Preferente aandelen bijzondere rechten
vr overige aandelen recht op vast dividend
vr andere terugbetaald bij ontbinding bedrijf
3. Prioriteitsaandelen meer zeggenschap soort preferent aandeel
de houders van deze aandelen kunnen
bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid benoemen
Waarde van aandeel:
Nominale waarde
Waarde zoals die op het aandeel staat op balans als aandelenkapitaal
Intrinsieke waarde
Waarde van het eigen vermogen van een onderneming per geplaatst aandeel
Rentabiliteitswaarde
Gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige geldstromen
Beurswaarde
Wordt bepaald door vraag en aanbod (de beurskoers)
Vreemd vermogen
Auteur: Andre Heezen
Vakgebied: bedrijfseconomie
beschrijving: het vreemd vermogen wordt door derden (zoals banken) beschikbaar
gesteld. Het vreemd vermogen moet afgelost worden en er moet interest over betaald
worden. Vreemd vermogen dat binnen een jaar moet worden afgelost is vreemd
vermogen op korte termijn. Als we langer dan een jaar over het vreemd vermogen
kunnen beschikken, spreken we van vreemd vermogen op de lange termijn.
Relevantie/ te gebruiken voor: het uitrekenen van kredieten en maken van
onderscheid tussen vreemd vermogen op korte of lange termijn.
Financiele structuur
Auteur: Andre Heezen
Vakgebied: bedrijfseconomie
Beschrijving: de financile structuur is voor de leiding, eigen vermogen verschaffers,
vreemd vermogen verschaffers, werknemers en de overheid. Het bestaat uit de
samenstelling activa (activastructuur), samenstelling passiva (vermogensstructuur) en
omzet en kosten (winst). De gouden balansregel hoort hierbij, vaste activa en vast deel
vlottende activa financieren met eigen vermogen en vreemd vermogen op lange termijn.
Relevantie/ te gebruiken voor: het berekenen van kengetallen van de financiele
structuur.
Kengetallen:
REV => Rentabiliteit Eigen Vermogen => winst na belasting / gemiddelde eigen
vermogen
KVV => Kosten Vreemd Vermogen => rentekosten / gemiddelde vreemd vermogen
RTV => Rentabiliteit Totale Vermogen => EBIT / gemiddelde totale vermogen
Brutowinstmarge = EBIT / omzet (excl. BTW)
Formules hefboomfactor:
REVvb = RTV + (RTV KVV) x VV/EV
REVnb = (1-f) x (RTV + (RTV KVV) x VV/EV)

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

P2

HRM

Fombrun model
Auteur: Charles J. Fombrun
Vakgebied: HRM
Beschrijving: de samenhang van de instroom, doorstroom en uistroom van een
medewerker binnen een organisatie, wordt via dit model weergegeven.
Relevantie/ te gebruiken voor: een goed beeld vormen van instroom, doorstroom en
uitstroom, waardoor er een personeelsplanning gemaakt kan worden.

Behoeftehirarchie
Auteur: Maslow
Vakgebied: HRM
Beschrijving: volgens Maslow streven
mensen dezelfde behoeften na.
Vervolgens heeft hij deze ingedeeld in
groepen en een hirarchie aangebracht.
Zodra wordt voldaan aan de behoefte

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

P2

binnen een groep zal men vooral


streven naar behoefte uit de
volgende hirarchische groep.
Relevantie/ te gebruiken voor: een
theorie waarmee behoeften verklaard
kunnen worden.

Brandingpiramide
Auteur: Dyson, Farr en Hollis
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Branding is het
neerzetten van een merk.
Employer branding is het
werkgeversmerk.
Relevantie/ te gebruiken voor:
het goed neerzetten van je merk.

Personeelsplanning:
Drie niveaus:
1. Strategische
personeelsplanning (SPP)
2. Tactische
personeelsplanning
3. Operationele
personeelsplanning
Arbeidsmarkt: Het geheel van vraag naar arbeid en hoeveelheid beschikbare
arbeidskrachten (aanbod).
Ruime: weinig vraag, veel aanbod
Krappe: veel vraag, weinig aanbod
Soorten arbeidsvoorwaarden:
Primair: loon, salaris en vakantietoeslag
Secundair: alle andere toeslagen, vaste en variabele regelingen
13e maand, winstdeling, ploegentoeslag, prestatietoeslag,
reiskostenvergoeding, lease-auto, pensioenregeling etc. etc.
Tertiair: immaterieel, organisatiespecifiek, gericht op het welzijn van de
medewerker
studiereizen, kerstpakket, sport- en fitnessfaciliteiten etc. etc.
Exitgesprek: Laatste formele gesprek met een (bijna) ex-medewerker.
Outplacement: Hulp na ontslag > begeleiding bij vertrek door te helpen zoeken naar
een nieuwe werkkring die aansluit bij ervaring, competenties, ambities, verlangens van
de medewerker.

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

P2

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

Marketing
Abdell-diagram
Auteur: Abdell
Vakgebied: marketing
Beschrijving: in een driedimensionaal
assenstelsel worden de activiteiten van een
organisatie uitgedrukt in termen van
klantenbehoeften (wat), klantengroepen (wie) en
technologien (hoe).
Relevantie/ te gebruiken voor: het is een
handig hulpmiddel voor het vaststellen van de
missie.
De marketingomgeving
Auteur: Philip Kotler en Gary Armstrong
Vakgebied: marketing
Beschrijving: elke onderneming opereert in
een setting die van invloed, of zelfs
verantwoordelijk is voor het resultaat. Deze
setting kenmerkt zich door vele vaak
veranderende krachten, kansen, bedreigingen
en afhankelijkheden. Deze setting wordt de
marketingomgeving genoemd. De
marketingomgeving is opgedeeld in micro
(intern), meso en macro (extern).
Relevantie/ te gebruiken voor: het
analyseren van de omgeving van het bedrijf

ABCDE-analyse
Auteur: Philip Kotler en Gary Armstrong
Vakgebied: marketing
Beschrijving: deze analyse geeft een goed beeld van de
externe omgeving waarin een onderneming actief is.
Relevantie/ te gebruiken voor: om strategische
beslissingen te maken voor je bedrijf.

SWOT-analyse
Auteur: Philip Kotler en Gary Armstrong
Vakgebied: marketing
Beschrijving: hier worden o.b.v. de
omgevingsanalyse (micro, macro, meso
omgeving) de sterke en zwakke punten
van het bedrijf vastgesteld, plus de
belangrijkste kansen en bedreigingen
vanuit de omgeving.
Relevantie/ te gebruiken voor: aan de
hand van een SWOT kan een
confrontatiematrix worden gemaakt.
Product: alles dat op een markt kan worden gebracht of aangeboden voor verwerving,
gebruik, verbruik of aandacht waarmee een specifieke behoefte kan worden voorzien.

P2

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

Soorten consumentenproducten: covenience, shopping, specialty en unsought.

P2

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

P2

Management inleiding II
Figuur 1 waardedisciplines Treacy en Wiersma

Waardedisciplines
Auteur: Treacy en Wiersema
Vakgebied: Management
Beschrijving: bedrijven kunnen kiezen uit
operational excellence, product innovation en
customer intimacy om hun bedrijf te runnen.
Relevantie/ te gebruiken voor: het runnen van
een bedrijf.

Figuur 2 product-marktmatrix van


Ansoff

Product-marktmatrix
Auteur: Ansoff
Vakgebied: management
Beschrijving: door twee belangrijke
strategien aan elkaar te relateren
(product en markt) kan er op een
logische manier nagedacht worden
over de strategische ontwikkeling van
een bedrijf in en markt.
Relevantie/ te gebruiken voor:
hulpmiddel bij het formuleren van

groeistrategien
Organigram: een schema waarin de structuur van een organisatie wordt afgebeeld naar
de verschillende functies, afdelingen en relaties.
Refraiming: ontwikkelen van een nieuwe mindset, een gemeenschappelijke manier van
denken en het streven naar gemeenschappelijke doelen.
Herstructurering: ontwikkel een nieuw economisch model, stem processen beter op
elkaar af en verbeter ze.
Revitalisatie: het oppoetsen van bestaande sterke punten door innovatie.
Belonen: ontwikkel een beloningssysteem dat extra inzet beloont.
Figuur 3 waardeketen porter

Waardeketen
Auteur: Porter
Vakgebied: management
Beschrijving: door de organisatie
op te splitsen in een aantal
groepen van activiteiten en deze
daarna tot in detail te analyseren
kunnen de prestaties vastgesteld
worden.
Relevantie/ te gebruiken voor:
onderzoek naar of het ontwikklen
van concurrentievoordeel van een
organisatie.

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

Cultuur: een patroon van denken en doen van mensen,


gebaseerd op overtuigingen van wat goed en fout is.

P2

Figuur 4 elementen van


bedrijfscultuur

Figuur 5 typen bedrijfscultuur van Harrison

Typen bedrijfscultuur
Auteur: Harrison
Vakgebied: management
Beschrijving: na aangegeven te hebben of de mate van samenwerking hoog of laag is
en of de spreiding van de macht hoog of laag is komt er een type bedrijfscultuur uit
(persoons-, taak-, rollen- of machtscultuur).
Relevantie/ te gebruiken voor: het vaststellen van een organisatiecultuur.
Machtscultuur: macht berust bij personen. Er zijn weinig regels en procedures: degene
die de macht heeft beslist.
Rollencultuur: deze cultuur wordt gedragen door regels en procedures. Iedereen heeft
een taakomschrijving en houdt zich daar nauwgezet aan.
Taakcultuur: bij de taakcultuur staat het gestelde doel voorop. Niemand mag het
bereiken van het doel in de weg staan.
Persoonscultuur: primair gaat het om de personen die bij de organisatie werken. Zij
moeten kunnen doen wat zij willen.
Typologie van Hofstede:
1/2 procesgericht versus resultaatgericht
3/4 mensgericht versus werkgericht
5/6 intern gericht versus extern gericht
7/8 open versus gesloten
9/10 strak of los karakter
11/12 pragmatische (klantgericht) versus normatieve (regelgericht) instelling
Menselijk gedrag wordt door bepaalde regels, morele normen, die op hun beurt een
morele waarde weerspiegelen.
Een moreel dilemma ontstaat als morele normen die voortkomen uit verschillende morele
waarden, elkaar tegenspreken.
Conclusies morele waarden en normen:
Iedereen moet zich houden aan de genormeerde morele waarden (wetten).
Iedereen heeft daarnaast eigen persoonlijke waarden en normen.
Persoonlijke waarden en normen zijn niet algemeen bindend.
Ethiek of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de
kritische bezinning over het juiste handelen.
Typen ethiek:
Deugden-ethiek: mensen leren door scholing en opvoeding wat deugden zijn.
Plichten-ethiek: elk mens heeft de plicht om de morele verantwoordelijkheid op
zich te nemen.
Gevolgen-ethiek: de scheidslijn tussen goed en fout is niet duidelijk.

Bedrijfskunde MER

Kennisportfolio

P2

Overeenkomsten- en rechtspersonenrecht
Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid
Eenmanszaak
Maatschap
VOF
CV
Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid
Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
(vereniging, coperatie, stichting)
Verschillen nv en bv
Auteur: Lydia Janssen
Vakgebied: recht
Beschrijving: deze tabel laat de
verschillen tussen een nv en een
bv zien.
Relevantie/ te gebruiken
voor: zo kom je erachter
wanneer iets een nv of een bv is.

Tekortkoming in de nakoming

Voor rekening van de


schuldenaar:
wanprestatie

Aan zijn schuld te wijten


(schuldaansprakelijkheid)

Voor rekening van de


schuldeiser:
overmacht

Voor zijn risico krachtens:


De wet (voor personen en
zaken)
Een rechtshandeling
Verkeersopvatting
(risicoaansprakelijkheid)

Toerekenbaarheid wanprestatie
of overmacht
Auteur: L. Simonis
Vakgebied: recht
Beschrijving: door dit model
door te lopen kun je de
toerekenbaarheid van
wanprestatie of overmacht
beslissen.
Relevantie/ te gebruiken
voor: het bepalen van
wanprestatie of overmacht.

Goed: alle positieve


bestanddelen waaruit iemands vermogen kan zijn opgebouwd. Het zijn alle zaken en
vermogensrechten.
Zaak: tastbare voorwerpen waarvan iemand eigenaar kan zijn.
Vermogensrecht: deze rechten zijn op geld waardeerbaar en zijn overdraagbaar.

También podría gustarte