Está en la página 1de 24

Project 1:

Adviesrapport GGD

Project 1:
Adviesrapport GGD
1

Auteurs: Jordy Baijens, Charis Brammerloo, Lotte Klooster,


Jaap Kuipers en Dominique van der Zande
Klas: 1B
Groep: 3
Studierichting: Sport en beweging, Inholland Haarlem
Docenten: Kristiaan Zwemmer en Wouter Dijkshoorn
Datum: 24-11-2017

Voorwoord
Voor het vak project van de opleiding sport en bewegen aan hogeschool
Inholland in Haarlem hebben wij een fictieve casus gekregen betreft het
beweeggedrag van kinderen. Naar aanleiding van deze casus is een
onderzoek gestart en zijn de resultaten hiervan verwerkt tot een rapport.
2

Door dit onderzoek is er meer kennis opgedaan over de Nederlandse Norm


Gezond Bewegen (NNGB). Daarnaast is het beweeggedrag van
basisschoolleerlingen door middel van het rapport in kaart gebracht. In dit
proces hebben wij elkaar als project groep beter leren kennen en ons
gericht op onze persoonlijke leerdoelen.
Wij bedanken de docenten van de opleiding sport en bewegen voor de
begeleiding en ondersteuning die wij nodig hadden voor dit project.
Daarnaast bedanken wij de respondenten die aan dit onderzoek hebben
meegewerkt.
Wij hopen de lezer inzicht te geven in het beweeggedrag van kinderen uit
groep acht. Tot slot wensen wij de lezer veel leesplezier.
Jordy Baijens, Charis Brammerloo, Lotte Klooster, Jaap Kuipers en
Dominique van der Zande.
Haarlem, november 2017

Samenvatting
De hoofdvraag die in dit onderzoek centraal staat luidt: Voldoen kinderen
uit groep acht van de Martin Luther King school uit Haarlem aan de
combinorm?
Tijdens het onderzoek zijn basisschool leerlingen van de Martin Luther King
3

school in Haarlem onderzocht op hun beweeggedrag door middel van het


afnemen van een enqute. In totaal zijn 26 leerlingen ondervraagd.
Uitgebreide toelichting van de resultaten zijn terug te vinden in het
rapport. Samengevat kwam naar voren dat 69% van onze onderzochte
groep niet voldoet aan deze norm. Met betrekking tot de fitnorm voldoen
zij met 42% hieraan.
Kortom betekent dit dat een groot deel van de kinderen van deze
leeftijdscategorie negatieve gevolgen kunnen ondervinden van het gebrek
aan beweging.

Inhoudsopgave
Samenvatting
Hoofdstuk 1:
Inleiding___________________________________________________6-7
4

Hoofdstuk 2:
Methode___________________________________________________8-10
Hoofdstuk 3:
Resultaten__________________________________________________11-18
Hoofdstuk 4:
Discussie____________________________________________________19
Hoofdstuk 5: Conclusie en
aanbevelingen_____________________________________20
Bronnenlijst
Bijlagen
-A Vragenlijst

Inleiding
Uit publicaties is gebleken dat er maar weinig middelbare scholieren aan
de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) voldoen. Een op de
vijf jongeren in de leeftijdscategorie twaalf tot zestien voldoet aan de
NNGB en 35% voldoet op geen enkele dag aan de norm. De Gemeente
Gezondheid Dienst (GGD) vermoedt dat de uitkomst van dit onderzoek al
wordt benvloed door het bewegingsgedrag op de basisschoolleeftijd.
Doordat dit nog niet bekend is, heeft de GGD de projectgroep opdracht
gegeven om dit te onderzoeken. Uiteindelijk zullen de resultaten in het
adviesrapport worden verwerkt.
De hoofdvraag die in dit onderzoek centraal staat luidt: Voldoen kinderen
uit groep acht van de Martin Luther King school uit Haarlem aan de
combinorm?
Om antwoord te vinden op de hoofdvraag zijn er een aantal deelvragen
geformuleerd. De deelvragen luiden als volgt:
Hoeveel procent van de kinderen voldoen aan de NNGB?
5

Hoeveel procent van de kinderen voldoen aan de fit norm?


Wanneer wordt een kind uit groep acht als gezond beschouwd met
betrekking tot bewegen?
Wat zijn de gevolgen van te weinig beweging voor kinderen uit groep
acht?
Wat zijn de gevolgen van voldoende lichamelijke beweging voor kinderen?
De combinorm is een samenvoeging van de fit- en NNGB norm. Voldoet
een kind aan een van de twee normen, dan voldoet het kind aan de
combinorm.
Om antwoord te krijgen op de hoofd- en deelvragen wordt er een enqute
afgenomen bij kinderen van groep acht van de Martin Luther King school
in Haarlem. Daarnaast wordt er literatuuronderzoek gedaan.
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de huidige status
van het beweeggedrag van de kinderen uit groep acht van de Martin
Luther King school in Haarlem. Door middel van deze gegevens heeft de
GGD meer inzicht in de status van het beweeggedrag van de kinderen en
komen eventuele verbeterpunten naar voren.

Leeswijzer
In hoofdstuk twee van dit onderzoek wordt de methode voor het
onderzoek beschreven. Hierin wordt uitleg gegeven over onder andere het
soort onderzoek, de populatie en de gehanteerde procedure en
statistische analyse.
In het derde hoofdstuk worden de resultaten toegelicht en uitgewerkt
weergeven. Dit zijn resultaten naar aanleiding van een enqute die is
afgenomen bij groep acht van de Martin Luther King basisschool in
Haarlem. Naar aanleiding van de resultaten wordt er antwoord gegeven op
de deelvragen.
In het vierde hoofdstuk staat de discussie centraal. Hierin worden
verbeterpunten van het onderzoek genoemd.

In hoofdstuk vijf wordt de conclusie beschreven. In de conclusie wordt er


antwoord gegeven op de hoofdvraag: Voldoen kinderen uit groep acht van
de Martin Luther King school uit Haarlem aan de combinorm?
In het laatste hoofdstuk worden er aanbevelingen gegeven naar aanleiding
van de resultaten van de enqute en het literatuuronderzoek. Tenslotte
staan de gebruikte bronnen in de bronnenlijst

Methode
Onderzoeksopzet
Het rapport zal gebaseerd worden op de resultaten van een enqute
afname. Dit houdt in dat het onderzoek cross-sectioneel is. Tijdens het
gekozen meetmoment zal een steekproef plaatsvinden, waarbij wordt
gekeken naar verdelingen en verbanden binnen het beweeggedrag van
leerlingen uit groep acht. Hierbij is het van belang dat de populatie zo
aselect mogelijk is. Ook wordt er rekening gehouden met het feit dat de
resultaten constant moeten zijn. Dus wanneer een ander meetmoment zou
plaatsvinden onder eventuele andere omstandigheden, dat dezelfde
resultaten naar boven zouden komen.
De gekozen steekproef moet een afspiegeling zijn van de populatie. Dit
betekent dat het resultaat van de steekproef kan worden betrokken op de
7

populatie. Voor een optimaal onderzoeksresultaat is het onderzoek


aselect. Helaas is dit niet een rele opgave voor dit onderzoek. Deze keuze
is bewust gemaakt omdat op deze manier het onderzoek haalbaar is met
de beschikbare tijd en middelen. De geselecteerde proef omvat een groep
8 bassischool leerlingen uit Haarlem.
Populatie
De populatie in dit onderzoek betreft alle groep 8 klassen in Nederland.
Deze kinderen hebben de leeftijd tussen de elf en dertien jaar oud. De
steekproef zal daarentegen plaatsvinden onder maximaal twee groepen
van ongeveer 25 leerlingen per groep.
Meetinstrumenten
Om het beweeggedrag van de kinderen te onderzoeken worden zij
verzocht een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst is in de vorm van
een enqute. Hier wordt de enqute gebruikt om het beweeggedrag in
kaart te brengen.
De uitkomst van de enqute zal zelf weinig betekenis hebben zonder dat
deze wordt ingezet om de deelvragen te beantwoorden. Nu wordt namelijk
de vervaardigde informatie bestudeerd en vergeleken met bestaande
normen. Als instrument om deze resultaten te vergelijken wordt er gebruik
gemaakt van externe bronnen. Hierbij kan gedacht worden aan
studiemateriaal, websites of literatuur in de vorm van boeken.

Procedure
Om het onderzoek op te zetten wordt een plan van aanpak gemaakt.
Hierin staat een taakverdeling en een planning. Vervolgens wordt de
enqute voorbereid en de vragenlijst opgezet. De relevantie,
betrouwbaarheid en validiteit van de enqute is van belang. Voorafgaand
aan de afname is het verstandig deze een keer testen op een persoon met
dezelfde levensmentaliteit als onze doelgroep. Hieruit zal naar voren
komen of de enqute de juiste uitkomst zal bieden om de hoofd- en
deelvragen te kunnen beantwoorden. Na eventuele aanpassingen wordt
de enqute afgenomen onder minimaal dertig leerlingen uit groep acht

van de basisschool. Het verloop van het onderzoek is op de volgende


pagina in een schema weergegeven.

De enqutes opstellen
Proef enqutes afgenomen en verbeteringen
verwerkt
Martin Luther Kingschool benaderd voor het
afnemen van een enqute
De docenten van groep 8 zijn akkoord gegaan met
ons voorstel om een enqute af te nemen.
Enqutes zijn afgenomen op de basisschool
De resultaten uit de enqutes zijn verwerkt in
statistieken en zijn schriftelijk toegelicht.

Stap
1
Stap
2
Stap
3
Stap
4
Stap
5
Stap
6

Bovenstaand schema is ter verduidelijking van de gehanteerde procedure


Betrouwbaarheid en validiteit
De kwaliteit van het onderzoek is erg belangrijk voor de betrouwbaarheid
van de informatie. Dus wordt ervoor gewaakt dat de betrouwbaarheid en
validiteit gewaarborgd blijft. Dit wordt bereikt door middel van juiste
vraagstelling en relevante vragen. Wij hebben gekozen voor gesloten
vragen en vragen. Bij een aantal vragen moeten de leerlingen kiezen uit
een tijdsaanduiding als antwoord op de vraag. Op deze manier is er geen
ruimte voor misinterpretatie, wat met open vragen wel eventueel het
geval zou kunnen zijn. Door de enqute te verspreiden over twee aselecte
klassen wordt de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de uitslag
vergroot. Wij hebben voor een openbare basisschool gekozen omdat wij
verwachten dat hier de steekproef de populatie het best
vertegenwoordigd. Het gaat hier om een willekeurige groep 8 klas met een
aselecte samenstelling.
Data-analyse
De resultaten hiervan worden verwerkt en weergegeven in centrum- en
spreidingsmaten. Dit wordt berekend door gebruik te maken van
Excel. Deze resultaten zullen naar voren brengen hoeveel leerlingen van
de ondervraagden aan de NNGB, combinorm en fitnorm voldoen. Dit is
zichtbaar omdat de opgedane resultaten zullen weergeven hoeveel
minuten leerlingen uit groep acht zich per dag inspannen, op deze manier
9

kunnen wij zelf uitrekenen hoeveel leerlingen aan een of meerdere normen
voldoen. Ten slotte worden deze concrete resultaten toegelicht in een
verslag, ondersteund door de resultaten weergegeven in statistieken. De
uitgewerkte resultaten zullen ook worden gebruikt voor het ondersteunen
van de deelvragen in het adviesrapport.

Resultaten
Resultaten
Tijdens het onderzoek zijn 26 leerlingen genquteerd. Het afnemen heeft
plaatsgevonden op de Martin Luther King school in Haarlem. De
uitkomsten hiervan staan vermeld in de tabellen. In de onderstaande tabel
is alle relevante informatie te zien die nodig is om antwoord te geven op
10

de deelvragen. Daarnaast wordt er extra informatie over de doelgroep


gegeven. Voor een nog beter inzicht in deze cijfers kan er ook naar de
staafdiagrammen worden gekeken.
Karakteristiek Groep 8 Martin Luther King basisschool (t) totaal=26 meisjes, jongens
(%)=percentage
Geslacht:
Man
10 (38.5)
vrouw
16 (61.5)
Gemiddelde leeftijd
(t)11.2 jaar meisjes 11.1 jaar jongens
11.1jaar
Voldoet aan Fit norm
11 (42) 5 meisjes 6 jongens
Voldoet aan NNGB
8 (31) 4 meisjes 4 jongens
Voldoet aan Combinorm
13 (50) 7 meisjes 6 jongens
*Getallen tussen de haakjes zijn de percentages van deze groep.
Hoeveel procent van de kinderen voldoet aan de NNGB en Fit-norm?
De fit-norm stelt dat iedereen drie keer in de week twintig minuten
intensief beweegt. Gelinck, R. (2015, december 17).
NNGB,Fitnorm,Combinorm.
Geraadpleegd op 16 november 2016, van
https://www.allesoversport.nl/artikel/hoeveel-moet-je-bewegen-volgens-debeweegnorm/)

De getallen in diagrammen zijn percentages en dienen ook zo te worden


gelezen

11

Figuur 1 Fitnorm percentage basisschool


Martin Luther King

Onderstaande tekst

heeft betrekking tot figuur 1.


Van het totaal, namelijk 26 leerlingen, voldoet 58%(rood) van de klas niet
aan de fit norm en 42%(blauw) wel. Na verdere uitwerking en vergelijking
tussen sexe is te zien dat bij de jongens 16 %(blauw) niet aan de norm
voldoet en bij de meisjes 42%(oranje) niet.
23%(groen) van de jongens voldoet wel aan de fitnorm. Bij de meisjes is
dat 19% (paars) .

12

Figuur 2 NNGB percentage basisschool


Martin Luther King

Onderstaande tekst heeft betrekking tot figuur 2.


Om te voldoen aan de NNGB moeten kinderen 5-7 dagen minimaal een uur
sporten. In de tabel hiernaast wordt aangetoond dat in de betreffende klas
69%(rood) niet voldoet aan de NNGB norm en 31%(blauw) wel. Bij de
meisjes voldoet 46.1%(oranje) niet aan de NNGB norm en bij de jongens
23.1%(blauw).
Bij zowel de jongens als meisjes voldoet 15. 4%(groen en paars) wel aan
de NNGB norm. Gelinck, R. (2015, december 17).
NNGB,Fitnorm,Combinorm.
Geraadpleegd op 16 november 2016, van
https://www.allesoversport.nl/artikel/hoeveel-moet-je-bewegen-volgens-debeweegnorm/)

13

Figuur 3 Combinorm percentage Martin Luther


King basisschool

Onderstaande tekst heeft betrekking tot figuur 3


Van deze klas voldoet 50% aan de combinorm (zie blauwe en rode
grafiek).
Bij de meisjes voldoet 34.6%(oranje) niet aan de combinorm. En bij de
jongens voldoet 15,4%(blauw) niet. Bij de jongens voldoet 26.9%(groen)
wel aan de combinorm en bij de meisjes 23.1%(paars).

Wanneer wordt een kind uit groep 8 in Nederland als gezond beschouwd
m.b.t. bewegen?
14

Een kind uit groep 8 wordt als gezond beschouwd zodra het kind dagelijks
ten minste n uur matig intensief lichamelijk actief is oftewel >5 MET
(MetabolicEquivalent). (Borms J, Van Assche E, Pion J, 1999)
De MET-waarde is een meeteenheid binnen de fysiologie. Deze staat voor
de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost. En met
staat gelijk aan de ruststofwisseling bijvoorbeeld wanneer iemand in een
stoel zit. Zo is lopen bijvoorbeeld 2,0 MET en fietsen al 4,0 MET (Ronald
Hennekes, 2010). Door middel van de MET-waarde kan er dus gekeken
worden naar de intensiteit van het bewegen.
Twee maal per week moet de lichamelijke activiteit in het teken staan van
zelfverbetering of het gelijk houden van de cordinatie, kracht en
lenigheid (fitheid). Enkele voorbeelden van matig intensieve lichamelijke
activiteit zijn veel lopen, een stuk fietsen of skateboarden.
Uit de enqute is gebleken dat vrijwel geen van de leerlingen genoeg
beweegt.
Op de vraag hoe vaak ze in de week zo intensief bewegen dat ze er moe
van worden en/of gaan zweten, bleek dat 14,8% van de leerlingen de
aanbevolen MET-waarde van vijf haalt. Dit betekent dat ruim 80%
onvoldoende beweegt. Een rede voor dit percentage is terug te zien aan
het aantal leerlingen dat niet sport. Dit is 48,1%. Om tot dit percentage te
komen is er gekeken naar de combinorm.

15

Wat zijn de gevolgen van te weinig beweging voor kinderen uit groep 8?
De term te weinig zal gedefinieerd worden met betrekking tot kinderen
met de leeftijd uit groep 8. De gevolgen die kinderen kunnen ondervinden
kunnen onder andere lichamelijk en/of sociaal zijn.
Uit onderzoekt blijkt dat veel beweging bij kinderen ook een positief
gevolg heeft op de leerprestatie. Dit komt omdat veel beweging de
verbindingen in de hersenen bevordert. Beweging heeft een positieve
invloed op de cognitieve ontwikkeling van het kind. Both,K. (2005, 12
december) Literatuur.
Geraadpleegd op 14 oktober 2016, van
http://www.stichtingoase.nl/literatuur/doc/doc_47.pdf
Daarnaast kan een kind die genoeg beweegt zich beter concentreren,
sneller schakelen tussen verschillende taken en beter verbanden tussen
verschillende zaken leggen. Oudersvannu(2016) Schoolkind.
Geraadpleegd op 12 oktober 2016, van
http://www.oudersvannu.nl/schoolkind/4-jaar/gezondheidverzorging/gezondheid/bewegen-voor-kinderen/
Lichamelijk
Te weinig bewegen heeft een negatief effect op de mens, jong of oud. Op
korte termijn ontstaat er een verhoogd risico op ziek worden en
overgewicht. Op lange termijn ontstaat er meer kans op chronische
ziektes. Het is dus van belang dat men van jongs af aan al genoeg
beweegt. Door het verhoogde risico op overgewicht kunnen er op jongere,
maar ook op latere leeftijd ernstige chronische klachten optreden. Denk
aan obesitas, gewrichtsproblemen, rugklachten, diabetes, vermoeidheid
en astma. Nthalrua(2011) Educatie en school.
Geraadpleegd op 15 oktober 2016, van
http://educatie-en-school.infonu.nl/diversen/75264-overgewicht-bijkinderen.html
Daarnaast blijven veel kinderen die op jonge leeftijd overgewicht
hadden, hier last van houden. Tegenwoordig heeft 80% met
gewichtsproblemen te maken op latere leeftijd.

Sociaal
16

Te weinig beweging met als gevolg overgewicht kan met name op


het sociale en psychische vlak een grote impact leveren. Veel kinderen die
met overgewicht kampen, ondervinden op sociaal gebied problemen. De
bekendste vorm hiervan is pesten. Pesten heeft een slechte invloed op het
zelfvertrouwen van een kind. Dit kan voor somberheid zorgen,
gedragsproblemen en emotionele problemen. Het gevolg hiervan kan zijn
het hebben overgewicht, tevens kan dit ook de oorzaak
zijn. Dietenlijst(z.d) Overgewicht. Geraadpleegd op 12 oktober 2016, van
http://www.dietenlijst.nl/overgewicht/kinderen_overgewicht/gevolgen_over
gewicht/
Dit kan leiden tot demotivatie betreft het ondernemen van sportieve
activiteiten (o.a. met leeftijdsgenoten). Daarnaast blijkt sporten in
clubverband een positieve invloed kan hebben op kinderen. Sporten buiten
school in clubverband zorgt ervoor dat kinderen vaak ook meer sociale
contacten maken. De groep kinderen die buiten school in clubverband
sporten halen voor een groot gedeelte ook de norm voor genoeg
beweging. Oudersvannu(2016) Schoolkind.
Geraadpleegd op 12 oktober 2016, van
http://www.oudersvannu.nl/schoolkind/4-jaar/gezondheidverzorging/gezondheid/bewegen-voor-kinderen/

17

Wat zijn de gevolgen van voldoende beweging voor kinderen?


Het is belangrijk voor kinderen om voldoende te bewegen. Hier zijn een
aantal lichamelijke voordelen aan verbonden. Voldoende beweging helpt
kinderen om een gezond gewicht te (be)houden. Een gezond gewicht zorgt
ervoor dat het makkelijker is om te bewegen en zorgt ervoor dat een kind
zich lichamelijk, motorisch goed ontwikkeld. Ook hebben kinderen met een
gezond gewicht minder kans op overgewicht op latere leeftijd
(voedingscentrum, z.j). Beweging zorgt ervoor dat kinderen meer energie
hebben, zich beter kunnen ontspannen en hierdoor mogelijk beter in hun
vel zitten. Ook zijn kinderen die voldoende bewegen minder vaak ziek
(hartstichting, 2016).
Naast lichamelijke voordelen van voldoende bewegen zijn er ook een
aantal andere voordelen. Voldoende beweging kan bijdragen aan een
hogere mate van zelfvertrouwen en kan zorgen voor meer discipline. Ook
kunnen kinderen zich vaak beter concentreren op school, waardoor zij
betere resultaten behalen (Peters M, 2016). Wanneer kinderen aan een
sport doen, of bewegen in een andere vorm zoals buiten spelen komen zij
in contact met andere kinderen, wat bijdraagt aan een positieve
ontwikkeling van hun sociale vaardigheden. (oudersvannu, 2016).

18

Discussie
Voor een optimaal resultaat en een hogere validiteit zouden er in het
vervolg meer proefpersonen onderzocht moeten worden. In dit geval zijn
er te weinig kinderen genquteerd om een goede conclusie te kunnen
trekken. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat de scholen die
gecontacteerd zijn allemaal niet meer dan n klas met groep acht
leerlingen hebben. Dit betekent dus, dat wanneer er op meerdere scholen
enqutes worden afgenomen er ook nog rekening zou moeten worden
gehouden met demografische, geografische en sociaal-economische
kenmerken. Dit heeft ook betrekking op de betrouwbaarheid van het
onderzoek. Wanneer hetzelfde onderzoek plaatsvindt op een andere
school. Hierbij kan gedacht worden aan een achterstandswijk in
Amsterdam, levert dit onbetrouwbare informatie op. Het is namelijk
bekend dat mensen met een lage sociaal economische positie minder
bewuste keuzes maken. Zo ook met betrekking tot voldoende beweging.
Voor een optimaal resultaat zou het onderzoek op landelijk niveau plaats
moeten vinden. Dan is de validiteit en betrouwbaarheid van veel hogere
waarde.

19

5. Conclusie en aanbevelingen
Uit cijfers van verschillende onderzoeken is gebleken dat weinig scholieren
op de basisschool voldoen aan de NNGB. Aan de hand van die
onderzoeken wil de GGD dat de oorzaak van dit probleem onderzocht
wordt, daarom is met behulp van een enqute het beweeggedrag van
basisscholieren in kaart gebracht met als doelstelling antwoord vinden op
de vraag: "Voldoen de kinderen uit groep acht aan de NNGB en fitnorm?".
Uit de enquteresultaten blijkt dat meer dan de helft van de leerlingen er
vijf tot tien minuten over doet om zowel naar school als naar huis te gaan.
Dit heeft betrekking tot lopen, fietsen en de auto. Omdat deze manieren
van vervoer niet op een intensief tempo gebeuren, valt dit niet onder de
NNGB en fitnorm.
Uit dit onderzoek blijkt dat 69% van onze onderzoeksgroep niet voldoet
aan de NNGB norm. Aan de fitnorm voldoet 58% niet, dat is bij beide
normen meer dan de helft. Dat betekent dat een groot deel van de
kinderen in deze leeftijdscategorie negatieve gevolgen hiervan ervaren.
Dit zijn gevolgen op sociaal en lichamelijk gebied zoals eerder beschreven
in de hoofdstukken in dit rapport.
Hieruit valt te concluderen dat de meerderheid van deze groep de
aanbevolen normeringen niet haalt. In onderstaande alinea staan enige
adviezen om deze situatie te verbeteren.
Aanbevelingen
Als aanbeveling stellen wij voor om voorlichting te geven aan de
onderzochte groep leerlingen. In deze voorlichting worden de positieve
gevolgen van genoeg bewegen toegelicht. En tevens ook de negatieve
gevolgen van te weinig bewegen.
Een alternatief voor een eventuele voorlichting is om een extra gymles
van zon anderhalf uur in te lassen. Hierin zullen verschillende soorten
sport aan bod komen. Dit geeft de leerlingen kans om kennis te maken
met allerlei sporten. Wanneer deze als positief worden ervaren zou dit een
stimulans kunnen zijn om de sport zelf te gaan volgen.

20

Bronnen
https://www.allesoversport.nl/artikel/hoeveel-moet-je-bewegen-volgensde-beweegnorm/)
http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-kind-en-ik/alles-over-gezondeten-voor-kinderen-van-4-13-jaar/gezond-gewicht-en-bewegen.aspx
http://www.anababa.nl/vrije-tijd/sporten-en-bewegen/sporten-isgezond?searchterm=sporten%2520kinderen
http://www.oudersvannu.nl/peuter/3-jaar-0-3-maanden/vakantie-vrije-tijd/vrijetijd/welke-kindersport-past-bij-jouw-kind/r/
https://www.hartstichting.nl/gezond-leven/gezonde-jeugd

Bibliografie
Werkboek 2016-2017 periode 1 thema: Orintatie op het beroep. (2016).
Haarlem: Inholland .

21

Bijlage A: Vragenlijst

22

23

24

También podría gustarte