Está en la página 1de 5

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 9000 Gent

Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Naam student:

Stephanie Van Hoe

Naam mentor:

Klas

de

6 lj

Leergroep

OLO3A

Aantal lln.:

15

School:
WOENSDAG

09/03/2016 Handtekening mentor + datum:

Van 09u20

tot

10u10

Leergebied(onderdeel):

Frans: grammaire.

Lesonderwerp:

Le verbe devoir.

Leerinhoud: Feiten, begrippen, relaties, methodes, attitudes.

vervoeging pouvoir
vervoeging vouloir
vervoeging devoir
onregelmatig werkwoord

Leerplandoelen:

Onderwijsnet: VVKBaO

Lezen:
Le2.3: De hoofdgedachte achterhalen in narratieve teksten. (ET 6)
Le5.7: Herlezen wat onduidelijk is. (ET 9)
Le6: Bereidheid tonen om te lezen in het Frans. (ET 25)
Luisteren:
L2.2: Het onderwerp bepalen bij narratieve teksten. (ET 1)
Lexicon: woordenschat en grammatica:
MI2: Deelnemen aan een gesprek door te vragen, antwoorden en uitspraken te begrijpen; erop
reageren; zelf vragen stellen; antwoorden te geven en uitspraken te doen. (ET 16)
MI3.1: Het doel van de interactie bepalen. (ET 18)
MI3.4: Te kennen geven dat ze iets niet begrepen hebben. (ET 18)
DO1.20: Woordveld dagelijks leven functioneel inzetten: school. (ET 23a)
DO1.22: Woordveld dagelijks leven functioneel inzetten: de klasafspraken en instructies.
(ET 23a)
DO08: Belangstelling tonen voor de aanwezigheid van moderne vreemde talen in hun
leefwereld, ook buiten de school. (ET 27)
DO9: Belangstelling tonen voor de socioculturele wereld van de andere taalgebruikers. (ET 27)
Lesdoelen:
1. Vervoegingen van werkwoorden terug vinden in een tekst. (L2.2, Le2.3, Le5.7, Le6)
2. vervoeging van devoir opsommen. (DO1.20, DO1.22)
3. Vervoeging van devoir vergelijken met onregelmatige werkwoorden met (zo goed als) dezelfde
vervoeging. (DO1.20, DO1.22)
4. In eigen woorden de regelvorming van devoir uitleggen. (DO1.22)

Stephanie Van Hoe

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces:

aanbreng

inoefening

herhaling

evaluatie

Voorkennis van de klasgroep:


De leerlingen hebben volgede werkwoorden reeds geleerd: tre, avoir, aller, boire, dire, faire,
lire, mettre, pouvoir, prendre, vouloir, voir et venir.
Leerling-specifieke gegevens:
Leerling x en y hebben dyslexie: ICT-ondersteuning bieden + aangepast lettertype (Lexia)
Bronnen: volgens de APA-normen
En action, Van In, pg. 254-255.
Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten,

Stripverhaal met aangepast lettertype (Lexia)


Didactisch ondersteunend spelmateriaal devoir met aangepast lettertype

Materiaal/locatiewijziging:
Stripverhaal met aangepast lettertype + ingesproken tekst
screencast vervoeging devoir tijdens het maken van de oefeningen
didactisch ondersteunend spelmateriaal devoir met aangepast lettertype

LESOPBOUW
1. Inleiding: Stripverhaal.
orintatie

instructie

verwerking

afronding

Stripverhaal.

Instructie
Jullie krijgen een fragment uit une bande dessine , een strip, te zien die we even samen zullen lezen en beluisteren.
Rictvragen
- Bob et Bobette, van welke 2 stripfiguren is dit hun Franse naam? Suske en Wiske.
- Quels verbes, welke vervoeging van werkwoorden komen er in de strip voor?
(je dois, tu dois, nous voulons, tu es, je ne peux pas, il n' est pas , les enfants veulent, il veut, vous devez, je ne veux pas,
Sidonie et ma soeur veulent lire, elles doivent, elles n'ont pas)

2. Reconnatre les formes du sujet de grammaire.


orintatie

instructie

5
2

1-2

verwerking

afronding

Stripverhaal, kladpapier.

Instructie
- Er komen vooral van n werkwoord heel wat vormen voor, welk werkwoord? Vouloir.
- Wat betekent dit werkwoord? Willen.
- welke vervoegingen van vouloir komen in de strip voor?
je ne veux pas, nous voulons, les enfants veulent, Sidonie et ma soeur veulent.

Stephanie Van Hoe

Er is nog n vervoeging van een ander werkwoord terug te vinden dat volledig hetzelfde wordt vervoegd, welk?
Je peux.

Van welk werkwoord is deze vervoeging? Pouvoir.


Wat is de betekenis van dit werkwoord? Kunnen.

We vinden in het stripverhaal nog een vervoeging van een werkwoord terug dat gelijkenissen toont met pouvoir en vouloir.
Nu mogen jullie proberen deze vervoegingen uit de strip te halen.
Je schrijft ze op, nadien overlopen we eens...
je dois tu dois vous devez- elles doivent
Richtvragen
- Wat is linfinitif, de infinitief zijn van dit werkwoord? Devoir .
-

Wat betekent dit werkwoord? Moeten.

3. Compare et expliqu: tableau de substitution.


orintatie

instructie

10

1-2-3

verwerking

afronding

Stripverhaal.

Instructie
We vervoegen eerst nog eens pouvoir en vouloir.

Wat zouden de overige vervoegingen zijn van devoir als je deze vervoegingen uit de strip al weet?

je dois
tu dois
... (il doit)
... (nous devons)
vous devez
ils/elles doivent

4. Les rgles.
orintatie

instructie

verwerking

afronding

Dobbelsteen, domino, prenten + kaartjes, werkblaadjes.

Richtvragen
-

Wat valt op als we kijken naar je dois- tu dois? Werkwoord eindigt op s, zoals veel werkwoorden in het Frans.
(bv. je sais, je fais, je prends tu sais, tu fais, tu prends)
Wat bij de derde persoon, il doit? Werkwoord eindigt op t, zoals veel werkwoorden in het Frans. (il peut, il veut)
Nous devons en vous devez? Uitgang ons en ez, zoals bij veel werkwoorden in het Frans

Ils doivent? Uitgang ent, zoals veel werkwoorden in het Frans. (bv. ils peuvent, il viennent)

Stephanie Van Hoe

Op zich is devoir geen moeilijk werkwoord om te vervoegen, de regels om dit werkwoord te vervoegen kennen jullie al van
de eerder geleerde werkwoorden. Denk maar aan prendre, venir, partir, ... enz.
We zeggen de vervoeging van devoir eens samen op. Je kan volgen op het bord.
Probeer de vervoeging zoveel mogelijk te onthouden.
Spelletjes: inoefenen devoir
Ik heb enkele spelletje mee voor jullie om het werkwoord devoir te oefenen.
Hiervoor werken we in groepjes met een doorschuifsysteem.
Elke groep begint bij een spel en schuift op mijn teken door naar het volgende spelletje.
Ik leg elk spelletje klassikaal uit zodat de leerlingen weten wat van hen wordt verwacht.
Spelletjes:
1. Dobbelsteen met op elk vlak een vorm van devoir: de leerlingen zeggen de vervoeging luidop en noteren dit op het
werkblad.
2. Domino: de leerlingen die kan aanleggen aan het vorige steentje (telkens een vervoeging van devoir) legt dit
aansluitend.
3. Prenten: de leerlingen leggen de vervoegingen van de werkwoorden vouloir, pouvoir en devoir onder de juiste persoon.

5. Zelfstandig werk: oefeningen werkboek.


orintatie

instructie

15

1-2-3

verwerking

afronding

Werkboek pg. 58, bordboek.

Rondgaan om de leerlingen bij te sturen waar nodig.


Instructie
Jullie mogen de opgaven van oefening 3 in stilte lezen in jullie werkboek, la page cinquante-huit, pagina 58.
Wat moeten jullie doen bij deze oefening? De vervoeging noteren van zowel het werkwoord vouloir, pouvoir en devoir.

4. Zelfcorrectie oefeningen a.d.h.v. het bordboek.


orintatie

instructie

1-2-3-4

verwerking

afronding

Werkboek pg. 58, bordboek correctiesleutel pg. 58.

Rondgaan om te controleren of de leerlingen geen fouten laten staan.


Instructie
Alors, on va corriger! We gaan verbeteren.
Prends un stylo vert, een groene balpen.
Je verbetert wat fout is of vult aan met groene balpen. Laat geen fouten staan!

5. Afronding: vervoegingsrace.
orintatie

instructie

verwerking

afronding

Vervoeging devoir.

Instructie
Nu krijgen jullie 20 seconden de tijd om de vervoeging nog eens goed te bekijken.
Elke leerling zegt om de beurt een vervoeging van het werkwoord:
je dois
tu dois
Stephanie Van Hoe

il doit
nous devons
vous devez
ils doivent
Nadien wordt dit nog eens gedaan, maar steeds sneller en sneller.

Stephanie Van Hoe

También podría gustarte