Está en la página 1de 19

Hyperbaton -> overstap Bijvoeglijk naamwoord staat niet gelijk in de buurt van het

zelfstandig naamwoord
Grieken dronken wijn nooit ongemengd, dat was voor barbaren.
Ellips wanneer een woord wordt weggelaten terwijl het publiek het woord wel
verwacht
De aoristus is alleen in indicativus vorm een aparte tijd, in een andere vorm
(bijvoorbeeld coniunctivus) is het een aanduiding van een korte handeling.
Enallage bijvoeglijk naamwoord is grammaticaal verbonden met een zelfstandig
naamwoord, maar zegt iets over een ander zelfstandig naamwoord

1) Pentheus standpunt
A. Pentheus heeft Mainaden gevangen genomen
Pe 1 Ik was toevallig weg uit dit land, en ik verneem onverwachte rampen overal in
deze stad, dat onze vrouwen de huizen hebben verlaten voor zogenaamde
Bakchosfeesten, en dat zij dus op de schaduwrijke bergen ronddolen, terwijl
zij de nieuwbakken god Dionysos vereren, wie dat ook is, met dansen: dat de
mengvaten gevuld staan midden in de Thiasoi, ze duiken n voor n naar
een eenzame plek en onderwerpen zich aan de wellust van de mannen,
zogenaamd als offers brengende Mainaden, maar dat zij Aphrodite verkiezen
boven Bakchos. Ik heb dergelijke vastgepakt (gevangen genomen), hen met
de bewakers houden in de staatsgevangenis, geboeid wat betreft hun handen:
zoveel als er afwezig zijn, zal ik uit de bergen verjagen, Ik bedoel Ino en
Agave, die mij heeft gebaard aan Echeon, en, de moeder van Aktaion,
Autonoen ik zal nadat ik ze vastgezet heb met ijzeren netten hen laten
ophouden met de misdadige Bakchosfeesten.
Aantekeningen

B. Een eigenaardige vreemdeling


Pe 1 Ze zeggen dat een of andere vreemdeling is gekomen, een tovenaar,
bezweerder uit het Lydische land, met blonde lokken, geparfumeerd wat
betreft haar, hebbende met beide ogen de donkere charmes van Aphrodite,
die samenkomt bij dag en nacht met jonge meisjes, Bakchitische inwijding
rituelen aanbiedend. Als ik hem al pakken binnen dit huis, zal ik hem laten
stoppen zijn staf te laten weerklinken en zijn haar in de lucht te slingeren,
doordat ik zijn nek van de rest van zijn lichaam snijd.
10
Deze zegt dat hij de god Dionysos is, en hij zegt dat hij ooit was vastgenaaid
in het dijbeen van Zeus, omdat die was verbrand met zijn moeder door de flits
van de bliksem, omdat zij loog over het huwelijk met Zeus. Is dit niet een
verschrikkelijke doodstraf waard, overmoedig handelen, wie ook die
vreemdeling is?
Aantekeningen
r.7 = binnen

C. Pentheus maakt Teiresias verwijten


Pe 1 Maar dat is een ander wonder, ik zie de voorspeller Teiresias in een
gespikkeld hertenvel en de vader van mijn moeder een hard gelach in
Bakchische vervoering verkerend met een thyrsos: ik schaam me ervoor,
vader, te zien dat jullie ouderdom geen verstand heeft. Zal jij dan niet de
klimop afschudden? En zal je je hand niet vrijmaken van de thyrsos, vader van
mijn moeder? Jij hebt hem hiertoe overgehaald, Teiresias: jij wilt opnieuw door
de nieuwe god in te voeren bij de mensen, de vogels waarnemen en het loon
van de brandoffers in de wacht slepen.
11
Als de grijze ouderdom jou niet beschermde, zat jij geboeid in het midden van
de Bakchanten, omdat jij slechte rituelen introduceert: want aan vrouwen, zeg
ik dat er niets gezonds meer is in van de riten waar het flonkerende sap van
de druiventros bij een maaltijd ten deel valt.
Ko 16 Wat een gebrek aan respect! Vreemdeling, heb jij geen ontzag voor de goden
en Kadmos die het uit de aarde geboren kroost voortbracht, maak je je
geslacht belachelijk terwijl je een kind van Echeon bent?

2) De eerste confrontatie tussen Pentheus en Dionysos


A. Dionysos maakt Pentheus nieuwsgierig
Pe 1 Jullie laten deze armen los: want in het net zijnde is het niet zo snel dat hij
ontsnapt aan mij. Maar jij bent qua lichaam niet lelijk, vreemdeling, althans
naar de smaak van vrouwen, juist met het oog waarop jij naar Thebe bent
gegaan: want je haar is neer golvend, omdat je zeker niet worstelt, precies
vallend bij jouw wang, vol van verlangen: en jij hebt met opzet een witte huid,
doordat jij jacht maakt op de liefde, niet onder de stralen van de zon, maar
door in de schaduw met schoonheid. Eerst moet jij mij zeggen hoe danig jij
bent qua geslacht.
Di 11 Ik zal er niet over opscheppen: het is gemakkelijk dat te zeggen. Jij kent
misschien Tmolos vol bloemen.
Pe
Ja, ik ken hem, die omgeeft de stad Sardes met een cirkel.
Di
Ik kom daarvandaan, ik heb Lydi als vaderland.
Pe 15 Hoe komt het dat jij deze riten brengt naar Griekenland?
Di
Dionysos wijdde ons in, de zoon van Zeus.
Pe
Is Zeus daar iemand die nieuwe goden ter wereld bracht?
Di
Niet, maar degene die Semele hier heeft getrouwd.
Pe
Heeft hij s nachts jouw wil opgelegd of oog in oog?
Di 20 Oog in oog, en hij gaf een feest.
Pe
Welke aard hebben de riten voor jou?
Di
Het is taboe om dat te weten voor de niet ingewijde van de mensen.
Pe
Hebben de riten enig voordeel voor hen die offeren?
Di
Het is niet geoorloofd dat jij het hoort, maar het is de moeite waard om het te
weten.
Pe 25 Jij hebt dit goed verzonnen, opdat ik het wil horen.
Di
De riten van de god haten degene die geen respect voor ze heeft.
Pe
Aangezien jij zegt de god duidelijk te zien, wat voor iemand was hij?
Di
Zoals hij maar wil: ik bepaalde dit niet.
Pe
Hier heb je je weer mooi van af gemaakt en dat zonder iets te zeggen.
Di 30 Iemand die slimme dingen zegt, zal niet verstandig lijken te zijn aan een
dwaas.
Pe
En kwam jij als eerste hier, terwijl jij de god meebrengt?
Di
Ieder van de barbaren voert de riten dansend uit.
Pe
Dat is begrijpelijk, want zij zijn veel dommer dan de Grieken.
Di
In dit opzicht zijn ze juist veel verstandiger: maar hun gewoontes zijn
verschillend.
Pe 35 Voer jij de plechtigheden s nachts of overdag uit?
Di
Meestal s nachts: de duisternis heeft verhevenheid.
Pe
Daar waar het om vrouwen gaat is het listig en niet gezond.
Di
Ook overdag zou iemand schandelijk gedrag kunnen vinden.
Aantekeningen:
r.26 is personificatie
r.38 is opt. aor. Van

B. Pentheus sluit Dionysos op


Pe 1 Het is nodig dat jij gestraft wordt voor de slechte slimmigheden.
Di
En jij voor je domheid en omdat je geen respect hebt voor de god.
Pe
Hoe de Bakchir onverschrokken en niet ongeoefend van woord is.
Di
Zeg mij dat wat ik moet ondergaan: wat voor ergs ga je me aandoen?
Pe 5 Eerst zal ik jouw zachte haar afsnijden.
Di
Mijn haar is heilig: ik laat het groeien voor de god.
Pe
Daarna moet jij deze thyrsos uit beide handen geven.
Di
Pak hem zelf van me af: ik draag deze van Dionysos.
Pe
Wij zullen jouw lichaam in de gevangenis bewaken.
Di 10 De godheid zelf zal mij losmaken, wanneer ik wil.
Pe
Zeker wanneer je hem roept, terwijl je te midden van de Bakchanten bent
gaan staan.
Di
Hij ziet ook nu de dingen die ik ondervind omdat hij dichtbij aanwezig is.
Pe
En waar is hij? Want hij is niet zichtbaar voor mijn ogen.
Di
Hij is bij mij: jij merkt hem niet op omdat je zelf goddeloos bent.
Pe 15 Pakt hem vast: deze minacht mij en Thebe.
Di
Ik verbied verstandig zijnde, mij vast te binden.
Pe
Maar ik beveel jou vast te binden, machtiger zijnde dan jij.
Di
Jij weet niet wat voor leven jij leidt, noch wat jij doet, noch wie jij bent.
Pe
Ik ben Pentheus, kind van Agave en van mijn vader Echeon.
Di 20 Jij bent qua naam geschikt ongelukkig te zijn.
Pe
Ga: jullie moeten hem opsluiten in de buurt van de stallen van de paarden,
opdat hij de donkere duisternis inkijkt. Hij danst daarginds: deze medeplichtige
aan slechte dingen met wie jij bent zullen we ofwel verkopen, nadat ik de
handen met slaan en de trommel met het gedreun heb laten ophouden of ik
zal ze als slavinnen aan weefgetouwen bezitten.
Di
Ik sta klaar om te gaan: want wat mij niet is voorbestemd te ondergaan, moet
ik zeker niet lijden of ondergaan. Maar Dionysos achtervolgt jou als straf voor
de overmoedige daad, waarvan jij zegt dat die niet bestaat: want jij leidt ons
naar boeien, terwijl je hem onrecht doet.
Aantekeningen
r.7 is imperatvivus van

3) Pentheus wordt nieuwsgierig en wil de Bakchanten bespieden


A. De brute taal van Pentheus
Ko 1 Ik ben bang mijn woorden vrijuit te zeggen tegen de tiran, maar toen zal het
eens en voor altijd gezegd zijn: Dionysos doet onder voor niemand van de
goden.
Pe 4 Het overmoedig gedrag van de Bakchanten grijpt al dichtbij als vuur om zich
heen, een grote schande voor de Grieken. Maar het is niet nodig dat ik aarzel:
ga naar de Elektra-poort: beveel alle schilddragers en de ruiters van de
snelvoetige paarden aan te treden, en degene die kleine schilden waaien en
zij die de pezen van de bogen met hun hand spannen, om te zullen optrekken
tegen de Bakchanten: want dit gaat werkelijk alle perken te buiten, als wij van
de kant van de vrouwen zullen ondergaan die wij ondergaan.
Di 13 Je gehoorzaamt helemaal niet, terwijl jij luistert naar mijn woorden Pentheus:
terwijl ik kwaad verduur van jou zeg ik toch dat het niet nodig is dat jij de
wapens opneemt tegen de god, maar dat jij rustig blijft: Bromios zal niet
dulden dat jij Bakchanten verdrijft van de bergen gevuld met de Euoi-kreet.
Pe
Jij gaat mij toch geen advies geven, maar wil je, terwijl je aan deze boeien
ontsnapt bent, deze vrijheid behouden? Of moet ik jou weer straffen?
Di 20 Ik zou liever aan hem offeren dan, terwijl ik boos geworden ben, mij zinloos
tegen de god als sterveling te verzetten.
Pe
Ik zal offeren, tenminste nadat ik veel moorden onder de vrouwen heb
gepleegd, zoals zij verdienen, terwijl ik veel teweegbreng in de dalen van de
Kithairon.
Di
Jullie zullen allemaal op de vlucht gedreven worden: en dit is schandelijk
wanneer de schilden uit brons gedreven omkeren voor de thyrsosstaven van
de Bakchanten.
Pe 26 Met deze onhandelbare vreemdeling, die onder geen enkele omstandigheid
zal zwijgen, zijn wij verstrikt.
Aantekeningen
r.22 hoort bij veel moord(en)/ grote moordpartij
r.26 hyperbaton, want zitten woorden tussen

B. Pentheus komt in de ban van de god


Di 1 Beste vriend, het is nog mogelijk deze dingen goed te regelen.
Pe
Door wat te doen? Soms door een slaaf te zijn voor mijn slavinnen?
Di
Ik zal de vrouwen hierheen leiden, zonder wapens te gebruiken.
Pe
Ach: dit verzin jij listig tegen mij.
Di 5 Wat voor list, als ik jou wil redden met mijn methodes?
Pe
Jullie hebben dit gemeenschappelijk afgesproken, opdat jullie altijd het
Bakchosfeest kunnen vieren.
Di
Dat heb ik inderdaad met de god afgesproken, daar kun je zeker van zijn.
Pe
Breng voor mij wapens hierheen naar buiten, maar jij moet ophouden met
spreken.
Di 10 Wacht eens even. Wil jij hen zien, terwijl ze samen in de bergen zitten?
Pe
Zeer zeker, nadat ik een zeer groot gewicht van goud heb gegeven.
Di
Waarom ben jij in een groot verlangen hiernaar terechtgekomen?
Pe
Ik zou het wel erg vinden als ik hen zou zien als ze stomdronken zijn.
Di
Maar zou je toch graag zien welke dingen pijnlijk voor jou zijn?
Pe 15 Wees zeker dat ik dat wil, terwijl ik in stilte onder de dennen zit.
Di
Maar zij zullen jou opsporen, ook als je heimelijk bent gegaan.
Pe
Goed, dan maar openlijk: want je hebt deze dingen goed gezegd.
Di
Moeten we jou dan brengen en zal jij deze tocht dan ondernemen?
Pe
Breng mij zo snel mogelijk, ik misgun jou het uitstel.
Di 20 Trek nu rond je lichaam fijne linnen kleding aan.
Pe
Waarom dit? Zal ik gerekend worden tot de vrouwen in plaats van tot de
mannen?
Di
Opdat zij jou niet doden, als je daar als man wordt gezien.
Pe
Jij hebt dit weer goed gezegd: wat een wijs persoon ben je de hele tijd.
Di
Dionysos heeft ons deze dingen goed geleerd.
Aantekeningen
r. 5 inf. Aoristus van (redden)
r. 8 imperativus aoristus van (stoppen/ophouden met)
r.10 + = dat is zo bij alle guturale klanken
r.11 genitivus partitivus
r.11 participium aoristus van
r.22 = daar

C. Pentheus wil weten wat hij moet doen


Pe 1 Hoe zouden die dingen, die jij mij goed op het hart drukt, kunnen worden
gerealiseerd?
Di
Ik zal jou aankleden, nadat ik het paleis in ben gegaan.
Pe
Welke kleding? Soms vrouwelijke? Maar schaamte bevangt mij.
Di
Jij bent niet meer een enthousiaste toeschouwer van de Mainaden.
Pe 5 Welke kleding zeg jij dat je om mijn lichaam gooit?
Di
Ik zal het haar op jouw hoofd lang golvend laten hangen.
Pe
Wat heb ik als tweede kenmerk van mijn uitrusting?
Di
Tot op de voeten hangende jurken: en op jouw hoofd zal een haarband zijn.
Pe
En zal jij nog iets anders voor mij aan deze dingen toevoegen?
Di 10 Een thyrsos in je hand en een gespikkelde huid van een jong hert.
Pe
Ik zou geen vrouwelijke kleding kunnen aantrekken.
Di
Maar jij zult een bloedbad veroorzaken als je slaags raakt met de Bakchanten.
Pe
Je hebt gelijk: het is nodig eerst op onderzoek te gaan.
Di
Het is inderdaad slimmer dan met kwaad jacht te maken op slechte dingen.
Pe 15 En hoe ga ik door de stad verborgen voor de Thebanen?
Di
Wij gaan over verlaten wegen: en ik zal leiden.
Pe
Alles is beter dan dat de Bakchanten mij uitlachen. Nadat we het huis zijn
binnengegaan zal ik besluiten wat mij goed lijkt.
Di
Dat is mogelijk: in ieder geval op mij kun je rekenen en ik sta klaar.
Pe 20 Dan ga ik maar naar binnen: of ik zal met wapens gaan, of ik zal aan die
raadgevingen van jou gehoorzamen.
Aantekeningen
r.6 is predicatief
r.9 LET OP! Geen accent!

D. Dionysos vertelt de afloop


Di 1 Vrouwen, de man komt terecht in het net, hij zal naar de Bakchanten komen,
waarvoor hij gestraft zal worden met de dood. Dionysos, nu is het jouw beurt:
want jij bent niet ver weg: breng hem eerst buiten zinnen, na een lichte
waanzin in hem te hebben gebracht: immers als hij bij zijn verstand is, zal hij
geen vrouwenkleding willen aantrekken, maar buitenzinnen geraakt, zal hij dat
wel aantrekken. Ik wil dat hij zich belachelijk maakt in de ogen van de
Thebanen in vrouwengedaante, door de stad geleid, na zijn vroegere
dreigementen, waarmee hij geducht was. Maar ik ga de kleren waarmee hij
naar het huis van Hades zal gaan aan Pentheus vastmaken, geslacht door
handen van zijn moeder: en hij zal Dionysos, zoon van Zeus, leren kennen,
die ten volle god is, het meest geducht en voor de mensen het meest
vriendelijk.
Aantekeningen
r.11 dualis

4) Het tweede bodeverhaal


A. Aankomst op de Kithairon
Bo 1 Toen wij de stroom van de Asopos overstaken, nadat wij de verblijfplaats van
de Thebaanse grond hadden verlaten want wij gingen mee met mijn heerser
kwamen Pentheus, ik en de vreemdeling, die onze gids van de missie was,
in het heuvelland van de Kithairon. Eerst gingen wij dus zitten in een dal, rijk
aan gras, en wij verroerden ons niet en zeiden niets, opdat wij zouden zien,
terwijl wij niet gezien werden.
9
Het ravijn was met steile wanden, doordrenkt met water, helemaal in schaduw
gehuld door pijnbomen, op dat moment zitten de Mainaden, terwijl ze bezig
zijn met prettige inspanningen.
12
Want zij omkransten hun Thyrsosstaf die kaal geworden was om hem zo
opnieuw van een kruin van klimopbladeren te voorzien, zij, nadat ze zoals
veulens onder het juk beschilderd verlieten en zij zongen om de beurt een
Bakchisch lied.
Aantekeningen
r.2 komt van (aor. )
r.4 komt van

B. Dionysos zet Pentheus in een boom


Bo 1 De rampzalige Pentheus zei, terwijl hij de vrouwelijke menigte niet zag: O
vreemdeling, waar wij blijven staan, bereik ik niet de zogenaamde Mainaden
met beide ogen: nadat ik omhoog ben gegaan, op de heuvel naar de rijzende
dennen, zou ik juist wel het schandelijk gedrag van Mainaden zien.
6
Daarna zag ik al het wonderlijk optreden van deze vreemdeling: want nadat hij
hem had vastgepakt, trok hij het hemelhoge uiteinde van een tak van de den
omlaag, hij trok, hij trok hem naar de zwarte grond: de den werd krom
getrokken als een boog of als een gebogen wiel, wanneer deze op een
draaibank in een ronddraaiende omloop wordt uitgeschuurd: op deze manier
boog de vreemdeling de boomstam in het gebergte met zijn beide handen
trekkend tot de grond, terwijl hij de handelingen niet als een sterveling deed.
13
Nadat hij Pentheus had neergezet op een tak van een den, liet hij de tak
rechtop omhoog gaan zonder te zwiepen met zijn handen, ervoor oppassend
dat hij hem er niet afwierp, en hij/de den verhief zich recht naar de hoge lucht,
terwijl hij de meester, die op de ruggen zat, vasthield: hij werd eerder gezien
dan dat hij de Mainaden zag.
19
Want hij was nog maar nauwelijks duidelijk zichtbaar, terwijl hij hoog zat, of het
was niet meer mogelijk de vreemdeling te zien, en er schreeuwde een of
andere stem vanuit de lucht, vermoedelijk van Dionysos: Meisjes, ik breng
hem, die jullie, mij en mijn heilige riten belachelijk maakte: straf hem. En
zodra hij dat tot de hemel en aarde had gesproken, verhief het licht zich tot het
heilige vuur. De lucht zweeg het beboste dal hield zijn bladeren stil, men had
niet kunnen horen dat er dieren leefden.
Aantekeningen
r.5 = beter
r.4 = participium aoristus van

C. De Mainaden zien Pentheus


Bo 1 Maar zij gingen rechtop staan, omdat zij met hun oren een klank niet duidelijk
hadden opgevangen, en zij keken om zich heen. Dionysos beval hen opnieuw:
en toen de dochters van Kadmos de aansporing van Bakchos duidelijk
herkenden, snelden zijn moeder Agave, zijn volle zusters en alle Bakchanten
even snel als een duif voort, rennend met krachtige passen van hun voeten:
ze sprongen door het dal met een wilde stroom en steile rotsen, bezeten door
de adem van de god. Toen ze de heerser, zittend op de den, zagen, wierpen
zij eerst stenen met een krachtige zwaai geworpen naar hem, nadat ze op een
torenhoge rots waren geklommen en hij bekogelde hen met dennentakken.
14
De anderen gooiden hun thyrsosstaffen door de lucht naar Pentheus, een
ellendig geschut: maar ze bereikten niets. Immers ver buiten het bereik van
hun blinde ijver, zat de ongelukkige bevangen door radeloosheid.
18
Tenslotte, terwijl zij de eiken takken bliksemsnel afbreken, probeerden zij de
wortels omhoog te trekken met een niet van ijzeren hefbomen. Toen het einde
van de inspanningen niet bereikten, zei Agave: Vooruit, ga staan in een cirkel
eromheen en pak de stam vast, Mainaden, opdat wij het omhooggeklommen
beest gevangen nemen, en opdat hij niet de geheime dansen van de god
verraadt. Zij plaatsten talloze handen op de den en trokken hem hoog uit de
aarde: omdat hij hoog zat, valt Pentheus uit de hoogte tegen de grond gegooid
naar de bodem met talloze schreeuwen: want hij begreep dat hij dichtbij zijn
ondergang was.
Aantekeningen
r.2 komt van niet van
r.4 t/m chiasme
r.19 imperfectum de conatu geeft poging aan

D. Pentheus wordt gedood


Bo 1 Eerst begon zijn moeder als priesteres met de moord en stortte zich op hem:
hij wierp de haarband uit zijn haar, opdat de ongelukkige Agave, nadat zij hem
had herkend niet zal doden, hij zei, terwijl hij haar wang aan raakt: Ik, moeder,
ben het, dat weet je toch wel, jouw zoon Pentheus, die jij hebt gebaard in het
huis van Echeon: heb medelijden met mij, moeder, opdat jij jouw kind niet
dood door mijn fouten.
9
Maar zij met het schuim op haar lippen en met wild rollende ogen, terwijl zij
niet dacht wat ze moest denken, werd beheerst door Bakchos, en hij
overtuigde haar niet.
12
Nadat ze zijn linkerhand van zijn arm had vastgepakt, nadat ze zich afzette
tegen de ribben van de ongelukkige, scheurde ze zijn schouder af, niet door
kracht, maar de god gaf vaardigheid aan haar beide handen: Ion voerde aan
de andere kant hetzelfde uit, zijn vlees door scheurend, Autono en de
menigte Bakchanten storten zich op hem: overal klonk tegelijk geschreeuw,
n kreunend zover hij nog in leven was, en de anderen juichend. Zij droeg
zijn arm en een ander een voet met laars en al: ze legden zijn lendenen bloot
door het verscheuren, met bebloede handen speelde iedere vrouw met het
vlees van Pentheus.
Aantekeningen
r.3 is optativus aoristus van (aor. )
r.5 geeft nadruk dat weet je toch wel
r.6 is aoristus
r.9 is participium preasens van

E. Agave verlaat de Kithairon


Bo 1 Het lichaam lag her en der, het ene stuk onder de harde rotsen, het andere in
het dichtbegroeide loof van het boos, niet gemakkelijk te vinden: het
ongelukkige hoofd dat juist de moeder trof, nadat ze het met beide handen
had vastgepakt, maakte ze bovenop haar thyrsosstaf vast, in de
veronderstelling dat het van een in de bergen levende leeuw was, en ze droeg
hem midden over de Kithairon, nadat ze haar zussen had verlaten in de koren
van de Mainaden.
8
Zij ging, terwijl ze trots was op haar ongelukkige jachtbuit, en ging naar de
muren, terwijl ze Bakchios haar jachtgenoot aanriep, haar medewerker van de
jacht, de zegenvierende, maar aan haar brengt hij tranen als trofee.
12
Nu ging ik ver weg van deze gebeurtenis, voordat Agave naar het paleis
kwam. Het is het beste ingetogen te zijn en de goden te respecteren: ik vind
zelf dat dit het meest verstandigs bezit is van de mensen, die deze gedragslijn
volgen.
Aantekeningen
r.15 is weggelaten ellips

5) De herkenning
A. Agave is trots op haar buit
Ko 1 Toon nu, ongelukkige, je overwinnings brengende buit aan de burgers,
waarmee je dragend aan kwam.
Ag 3 Jullie, die de stad met mooie torens van Thebaanse grond bewaren, kom,
opdat jullie deze jachtbuit zien, die wij, dochters van Kadmos, bestaande uit
een wild dier hebben gevangen, niet met speren van de Thessaliers, niet met
netten, maar met de krachten van deze blanke handen. En moet men daarna
zich erop beroemen dat men zonder reden wapens van de makers van lansen
aanschaft?
10
Wij hebben dit gevangen met eigen hand, wij hebben de lichaamsdelen van
het beest in stukken gescheurd. Waar is mijn oude vader? Hij moet nabij
komen. En waar is Pentheus mijn zoon? Hij moet, nadat hij de treden van de
stevige trap gepakt heeft, deze tegen het huis plaatsen, opdat hij dit hoofd van
de leeuw, waarmee ik hier nu aanwezig ben, nadat ik dit heb buitgemaakt,
spijkert aan de triglyfen.
Aantekeningen
r.1 samengesteld bijvoeglijk naamwoord geen aparte vrouwelijke
vorm

B. Kadmos ontmoet Agave


Ka 1 Volg mij, terwijl jullie de ongelukkige last van Pentheus dragen, volg, dienaren,
voor het huis, van wie ik het lichaam draag, terwijl ik me vermoei met het
talloze zoeken, nadat ik hem gevonden had in de ravijnen van de Kithairon,
verscheurd in stukken, terwijl ik niets op dezelfde plaats had opgepakt, terwijl
hij lag in het moeilijk te doorzoeken bos. Want ik hoorde de afschuwelijke
daden van een van mijn dochters, nadat ik al in de stad binnen de stadsmuren
met de oude Teiresias van de Bakchanten vandaan gegaan was: nadat ik
weer was teruggekeerd naar de bergen, draag ik mijn zoon door toedoen van
de Mainaden gestorven bij me. En ik zag enerzijds Autono, die eens voor
Aristaios, Aktaion ter wereld had gebracht, en Ino en de nog in het kreupelhout
door waanzin getroffen ongelukkigen, en anderzijds zei iemand me dat Agave
hierheen was gegaan met Bakchische voet, en we hoorden geen onvervulde
dingen: want ik zie haar, niet een gezegende aanblik.
Ag 18 Vader, jij kunt wel zeer trots zijn, dat je dochters, verreweg het dapperst van
alle stervelingen, hebt voortgebracht in het bijzonder op mij, ik ben tot
belangrijke dingen gekomen, nadat ik de weefspelen bij de weefgetouwen had
verlaten, namelijk jacht te maken op dieren met beide handen. Ik draag het in
mijn armen, zoals je ziet, nadat ik deze prijs voor dapperheid had buitgemaakt,
opdat het aan uw huis wordt opgehangen: maar jij, vader, ontvang het met
beide handen, roep je vrienden naar een maaltijd, omdat je trots bent op mijn
jachtbuiten: want jij bent zeer gelukkig, zeer gelukkig, omdat wij deze dingen
hebben voltooid.
Ka 29 O mateloos verdriet en onmogelijk om aan te zien, omdat jullie de moord met
jullie ellendige handen voltooiden. Nadat jij het mooie offer voor de goden
gebracht had, nodig jij dit Thebe en mij uit voor de maaltijd. Arme ik, in de
eerste plaats door jouw ellende, vervolgens door die van mij: hoe heeft de god
Bromius, heerser van onze eigen familie, ons terecht maar wel heel erg te
gronde gericht.
Ag 36 Hoe lastig is de ouderdom tegen de mensen en hoe somber met zijn ogen.
Moge mijn zoon gelukkig op jacht zijn, gelijkend aan de manieren van zijn
moeder, wanneer hij samen met jonge mannen uit Thebe jacht maakt op wilde
beesten: maar deze kan zich slechts verzetten tegen de goden. Hij moet door
jou gewaarschuwd worden, vader. Wie kan hem hierheen roepen na mijn
aanblik, opdat hij mij als succesvolle ziet?
Ka 44 Ach ach: wanneer jullie inzien alwat jullie hebben gedaan zullen jullie grote pijn
lijden: als jullie voortdurend zullen blijven in deze toestand waarin jullie
terechtgekomen zijn, zullen jullie menen niet gelukkig te zijn ook al zijn jullie
ongelukkig.

C. Agave komt bij zinnen


Ag 1 Wat hiervan is niet goed of wat is pijnlijk?
Ka
Richt eerst jouw oog op deze hemel.
Ag
Kijk voor jezelf: waarom raadde jij me aan hiernaar te kijken?
Ka
Is hij aan jou nog dezelfde of schijnt hij jou toe veranderingen te zijn
ondergaan?
Ag 5 Hij is schitterender dan vroeger en helderder.
Ka
Is deze verbijstering nog in jouw geest?
Ag
Ik ken dit woord niet. Ik word enigszins bij zinnen, nadat ik veranderd ben van
mijn vroegere geest.
Ka
Kun jij dus iets horen en kun jij verstandig antwoorden?
Ag 10 Nu wel, maar ik ben helemaal vergeten wat wij vroeger zeiden, vader.
Ka
Naar wat voor huis ben jij gekomen met je huwelijk?
Ag
Jij gaf me aan de Gezaaide, zoals ze zeggen, aan Echion.
Ka
Welk kind nu werd in jouw huis geboren voor je echtgenoot?
Ag
Pentheus, door de gemeenschap van mij en zijn vader.
Ka 15 Van wie heb jij dan toch in je armen het gezicht?
Ag
Van de leeuw zoals zij die jacht maakten, althans beweerden.
Ka
Let nu goed op: het is een kleine moeite hem aan te kijken.
Ag
H o god, wat zie ik? Wat is dat, wat ik in mijn handen draag?
Ka
Bekijk hem goed en begrijp het beter.
Ag 20 Ik, ongelukkige, zie een zeer groot verdriet.
Ka
Hij schijnt aan jou toch niet toe te lijken op een leeuw?
Ag
Niet, maar ik, ongelukkige, heb het hoofd van Pentheus.
Ka
Het is door mij al eerder bejammerd dan dat jij hem herkent.
Ag
Wie heeft hem gedood? Hoe is hij in mijn handen gekomen?
Ka 25 Bittere waarheid, hoe ben jij op een ongelegen moment aan gekomen.
Ag
Vertel het, want mijn hart bonst van angst over de toekomst.
Ka
Jij hebt hem gedood en jouw zusters.
Ag
Waar is hij omgekomen? Of in huis? Of op wat voor plek?
Ka
Daar waar de honden eerder Aktaion verscheurden.
Ag 30 Waarom is deze ongelukkige naar de Kithairon gegaan?
Ka
Hij bespotte de god en jouw Bakchosfeest door te komen.
Ag
Op welke manier zijn wij daar beland?
Ka
Jullie buiten zinnen, werd de hele stad in Bakchische vervoering gebracht.
Ag
Dionysos heeft ons te gronde gericht, begrijp ik zojuist.
Ka 35 Hij was zwaar beledigd: want jullie beschouwde hem niet als god.
Ag
Dus waar is het zeer geliefde lichaam van mijn zoon, vader?
Ka
Ik breng dit, nadat ik het met moeite heb opgespoord.

También podría gustarte