Está en la página 1de 6

Kritische reflectie

Wat wilde ik?


Gedurende het afgelopen kwartaal zijn er zes competenties die centraal stonden.
Ik wilde al deze competenties realiseren gedurende dit kwartaal. Deze
competenties zijn:
A.1 Bespreken van en omgaan met regels
2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student maakt zichtbaar welke regels er in de groep gelden en toont aan dat hij de regels kan hanteren ten
behoeve van het realiseren van een fysiek en sociaal-emotionele veilige leeromgeving.

A.3 Leiding geven aan het groepsproces


1.1 Zicht op groepjes leerlingen
1.3 effectieve leerkrachtcommunicatie
De student toont aan dat hij samenwerkend/coperatief leren tijdens de onderwijsactiviteiten bevordert en laat
expliciet zien dat hij kinderen aanspreekt op gedrag, hen positief stimuleert en zicht houdt op alle groepjes
leerlingen.

A.4 Interactie aangaan met de groep


3.12 feedback aan leerlingen
De student toont aan dat hij vanuit een onderzoekende houding gesprekken voert met de leerlingen door actief te
luisteren.
De student evalueert de onderwijsactiviteiten met kinderen en hij geeft feedback aan leerlingen op het
samenwerkingsproces en/of op de gestelde leerdoelen (proces-en product).

B.1 Leerdoelen stellen


3.4 passende leerinhouden vanuit leerlijnen
3.11 leerprocessen observeren en registreren
De student kiest in zijn lesontwerp voor passende leerdoelen (proces-en product) die aansluiten bij leerlijnen en
het bestaande onderwijsprogramma van de stagegroep.
Voor elk, aan dit OGP deelnemend, vak wordt tenminste n les ontworpen n uitgevoerd.

B.2 Leeractiviteiten ontwerpen


3.6 werkvormen en groeperingsvormen
5 leeromgeving inrichten
De student toont in het ontwerp aan dat hij coperatieve werkvormen hanteert.
De student maakt zichtbaar dat hij voor aanvang van de lesactiviteiten benodigde materialen en leermiddelen
klaar zet.

B.3 Leeractiviteiten begeleiden


6 samenwerking, zelfredzaamheid
De student toont aan dat hij in staat is om in de lesuitvoering coperatieve werkvormen te hanteren.
De student toont aan dat hij leerlingen hulp biedt bij het leerproces, rekening houdend met de kenmerken van de
groep. Hij bevordert de samenwerking tussen leerlingen en de redzaamheid van individuele leerlingen.

Wat deed ik?


Om de competenties te realiseren die dit kwartaal centraal stonden heb ik een
aantal handelingen ondernomen.
A.1 Bespreken van en omgaan met regels
2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student maakt zichtbaar welke regels er in de groep gelden en toont aan dat hij de regels kan hanteren ten
behoeve van het realiseren van een fysiek en sociaal-emotionele veilige leeromgeving.

Aan het begin van het kwartaal heb ik een persoonlijk leerdoel gesteld met
betrekking op dit competentie. Dit leerdoel was:
Aan het eind van kwartaal 3 beheers ik het bespreken van en omgaan met de
regels. Ik heb hier in de eerste twee kwartalen moeite mee gehad en zag dat
dit een van de competenties is die wij aan het eind van het kwartaal en jaar
moeten realiseren. Daarom leek het mij een goed plan om hier een persoonlijk
leerdoel van te maken. aansluitend heb ik een POP gemaakt over straffen. Ik
wilde mijn kennis hierover uitbreiden om mijn effectieve leerkrachtcommunicatie
te verrijken. Gedurende het kwartaal heb ik de groep getypeerd. Hieruit bleek
dat de sfeer in de groep niet optimaal was. Ik heb ervoor gekozen om door
middel van omgang met de regels de sfeer in de groep te verbeteren. Hiervoor
heb ik de regels aangehouden die de groep al gesteld had. Deze zijn:
1.
Bij ons ruim ik alles op wanneer ik met mijn werk stop.
2.
Bij ons in de klas helpen we elkaar.
3.
Bij ons spelen, werken en delen we samen.
4.
Bij ons is er maar n die praat, zodat het luisteren beter gaat!
5.
Bij ons in de klas steken we een stille vinger op.
A.3 Leiding geven aan het groepsproces
1.1 Zicht op groepjes leerlingen
1.3 effectieve leerkrachtcommunicatie
De student toont aan dat hij samenwerkend/coperatief leren tijdens de onderwijsactiviteiten bevordert en laat
expliciet zien dat hij kinderen aanspreekt op gedrag, hen positief stimuleert en zicht houdt op alle groepjes
leerlingen.

Gedurende mijn lessen heb ik dit kwartaal gelet op verschillende aspecten. Zo


heb ik mijn leerdoelen aangehouden, gelet op het bespreken en omgaan van de
regels, interactie met de groep, leeractiviteiten ontwerpen, leeractiviteiten
begeleiden en leiding geven aan het groepsproces. Bij het leiding geven aan het
groepsproces heb ik vooral rekening gehouden met mijn effectieve
leerkrachtcommunicatie. Wanneer ik de groep stuur vind ik het namelijk
belangrijk dat de groep een leerkracht heeft die stevig in zijn schoenen staat,
oog contact maakt met leerlingen, iedereen een gelijke beurt en kans geeft en
misschien wel het belangrijkste orde kan houden. Al deze aspecten kun je
bereiken door een effectieve leerkrachtcommunicatie toe te passen in je lessen.
Bij het gebruik van mijn effectieve leerkrachtcommunicatie heb ik vooral gelet op
de startsignalen, positie, lichaamstaal, stemgebruik, mimiek,
ontvangstbevestiging, tempo en onderscheid in gedrag en interpretatie.

A.4 Interactie aangaan met de groep


3.12 feedback aan leerlingen
De student toont aan dat hij vanuit een onderzoekende houding gesprekken voert met de leerlingen door actief te
luisteren.
De student evalueert de onderwijsactiviteiten met kinderen en hij geeft feedback aan leerlingen op het
samenwerkingsproces en/of op de gestelde leerdoelen (proces-en product).

Om de interactie met de groep te realiseren heb ik veel contact met de kinderen


gezocht. Dit deed ik zowel tijdens de lessen als erbuiten. Tijdens de lessen ging
ik vaak in gesprek met leerlingen. Zo vroeg ik aan de leersterke leerlingen hoe ze
bepaalde opdrachten of vakken vonden. Dit deed ik ook bij de gemiddelde en
leerzwakkere leerlingen. Buiten de lessen om heb ik ook met de leerlingen
gesproken. Hier vroeg ik vooral naar hobbys, vrienden en andere onderwerpen
met betrekking op de belevingswereld van de kinderen. Zo heb ik bijvoorbeeld
een dagje naar de Efteling gekregen van mijn vriendin. Ik vroeg vertelde aan een
van de leerlingen dat ik binnenkort naar de Efteling zou gaan en vroeg of hij of
zij daar al een keer geweest was. Ik vroeg naar de favoriete attracties en met
wie ze waren bijvoorbeeld. Op deze manier heb ik me verdiept in de
belevingswereld van de kinderen.
Gedurende mijn lessen heb ik samenwerking gestimuleerd. Om de kinderen hier
in te laten groeien heb ik mijn lessen geindigd met een mondelinge reflectie en
feedback. Ik liet de kinderen zichzelf feedback geven met de sandwich methode.
Ik vroeg ze dan wat ze goed vonden gaan, welke tip ze zichzelf kunnen geven en
wat ze de volgende keer weer moeten doen.
B.1 Leerdoelen stellen
3.4 passende leerinhouden vanuit leerlijnen
3.11 leerprocessen observeren en registreren
De student kiest in zijn lesontwerp voor passende leerdoelen (proces-en product) die aansluiten bij leerlijnen en
het bestaande onderwijsprogramma van de stagegroep.
Voor elk, aan dit OGP deelnemend, vak wordt tenminste n les ontworpen n uitgevoerd.

Aan het begin van kwartaal drie had ik een persoonlijk leerdoel gesteld waardoor
ik de sturing van de groep beter onder de knie zou krijgen. Dit leerdoel was:
Aan het eind van kwartaal 3 beheers ik het bespreken van en omgaan met de
regels. Ik heb hier in de eerste twee kwartalen moeite mee gehad en zag dat
dit een van de competenties is die wij aan het eind van het jaar moeten
realiseren. Daarom leek het mij een goed plan om hier een persoonlijk leerdoel
van te maken. aansluitend heb ik een POP gemaakt over straffen. Ik wilde mijn
kennis hierover uitbreiden om mijn effectieve leerkrachtcommunicatie te
verrijken. Echter halverwege kwartaal drie viel et mij op dat het bespreken en
omgaan met de regels in de klas erg goed ging. Ik was op dit moment bezig met
de groepstypering en besloot op basis van de uitkomst van de groepstypering
een nieuw persoonlijk leerdoel te stellen. Dit zijn er twee geworden namelijk:

Gedurende mijn les ga ik de band tussen leerlingen versterken door een


coperatieve werkvorm in te zetten.

Gedurende mijn les ga ik de samenwerking in de groep verbeteren door


tussentijdse feedback te geven op het samenwerken met betrekking op de
omgang met hun klasgenootjes. Beide van deze persoonlijke leerdoelen hebben
betrekking op het sturen van de sfeer in de groep. Wanneer ik deze leerdoelen
realiseer moet ik er rekening mee houden dat ik de juiste aspecten toepas.
Bijvoorbeeld bij leerdoel twee. Daar ga ik de samenwerking in de groep

verbeteren door tussentijdse feedback te geven op het samenwerken met


betrekking op de omgang met hun klasgenootjes. Het feedback geven moet dan
volgens het sandwich-model en een tip bevatten waarmee de kinderen uit de
voeten kunnen.
B.2 Leeractiviteiten ontwerpen
3.6 werkvormen en groeperingsvormen
6 leeromgeving inrichten
De student toont in het ontwerp aan dat hij coperatieve werkvormen hanteert.
De student maakt zichtbaar dat hij voor aanvang van de lesactiviteiten benodigde materialen en leermiddelen
klaar zet.

Dit kwartaal stond de groep centraal. Het eerste deel van de opdracht was de
groep typeren. Op basis van deze typering kan je conclusies trekken met
betrekking op handelen in je les. Deze conclusie was de overdenking. Je stelt een
aantal doelen die je wilt bereiken en gaat nadenken hoe je deze kunt bereiken.
bij mij in de groep is de sfeer niet goed. Dat wist ik al omdat mijn mentor en ik
het hier regelmatig over gehad hebben maar de typering laat het ook zien. Op
basis van deze gesprekken en de typering heb ik de conclusie getrokken dat de
sfeer in de groep moet verbeteren. Op basis van deze conclusie heb ik twee
procesdoelen geformuleerd en heb ik besloten zo veel mogelijk coperatieve
werkvormen toe te passen in mijn lessen. Ik heb in bijna alle lessen het
afgelopen kwartaal een coperatieve werkvorm toegepast. Zowel bij de lessen
die betrekking hadden op de kwartaal opdracht, als bij de lessen buiten de
kwartaal opdracht om.
B.3 Leeractiviteiten begeleiden
7 samenwerking, zelfredzaamheid
De student toont aan dat hij in staat is om in de lesuitvoering coperatieve werkvormen te hanteren.
De student toont aan dat hij leerlingen hulp biedt bij het leerproces, rekening houdend met de kenmerken van de
groep. Hij bevordert de samenwerking tussen leerlingen en de redzaamheid van individuele leerlingen.

Gedurende deze coperatieve werkvormen kan er nog wel eens iets mis gaan. Zo
kunnen leerlingen botsen tijdens het samenwerken, of wil het gewoon even niet
meezitten. Om ervoor te zorgen dat het allemaal zo positief mogelijk verliep heb
ik de kinderen veel begeleid dit kwartaal. Ik heb bij elke coperatieve werkvorm
de kinderen met hun groepje laten werken en mijzelf daar zo min mogelijk mee
laten bemoeien. Dit vind ik erg lastig. Ik wil afstand nemen want ik ben ervan
overtuigd dat de kinderen het samenwerken beter beheersen wanneer ze tegen
hun problemen aan lopen dan dat ik ze constant ga voorkauwen hoe ze verder
moeten werken. Wel liep ik rond om te begeleiden. Wanneer er een vraag was
over de inhoud van de les, liet ik ze deze vraag aan de groepsgenootjes stellen.
Kwamen deze er ook niet uit, pas dan greep ik in. Maar soms gaat het
samenwerken niet zo goed. Ook dan moest ik ingrijpen. Hier heb ik twee
verschillende manieren voor gehanteerd. Op de eerste plek heb ik de kinderen
ter plekke begeleid. Wanneer zij tegen een probleem aanliepen of een onderlinge
kleine confrontatie hadden hielp ik de kinderen dit op te lossen. De andere
manier die ik toegepast heb was de kinderen voorzien van feedback. Omdat ik
niet iedereen individueel kon vertellen wat goed ging en wat beter kan heb ik de
kinderen zichzelf feedback laten geven. Ik stelde namelijk een aantal vragen. De
eerste waren positief gesteld. Bijvoorbeeld: Wat vond je goed gaan? Waar ben je
het meest trots op? Etc. Vervolgens stelde ik de vraag: Welke tip zou jij jezelf
geven? En ik sloot af met een algemeen compliment, zoals: Jullie hebben goed

gewerkt jongens en meisjes! Door de kinderen deze vragen te stellen gingen ze


individueel al na wat ze beter konden doen en wat goed ging. Vervolgens
bespraken we klassikaal de antwoorden die een aantal leerlingen bedacht
hadden. Hier pikt ik vaak leerlingen uit die mij opvielen in hun gedrag,
bijvoorbeeld harde werkers of leerlingen die duidelijk iets geleerd hadden met
betrekking op samenwerking. Elke leerling heeft voor zichzelf feedback gegeven
en sommige zijn besproken met de klas. Het handige van deze volgorde van
vragen is dat ze zichzelf meteen feedback gaven volgens het sandwichmodel.

Welke betekenis heeft het voorgaande voor jou?


Mijn positieve ervaring
Ik heb nu bijna drie kwartalen stage gelopen. Twee kwartalen zijn in groep zes
geweest en n kwartaal is in groep drie. In groep zes had ik n mentor maar in
groep drie heb ik er twee. Ik heb in middels dus feedback gekregen van drie
verschillende experts. Alle drie hebben ze mij twee dingen verteld die ik in mijn
oren moest knopen. Het eerste was: Je moet niet zo streng zijn voor jezelf. Ik
kan dit wel plaatsen. Ik ben namelijk ontzettend gemotiveerd en probeer het
uiterste eruit te halen. Dit doe ik onder andere door hoge verwachtingen van
mezelf te hebben. Ik ben hier erg positief over want wanneer drie verschillende
mensen deze tip geven, betekend het dat ik daadwerkelijk goed mijn best doe.
Het tweede wat mij gezegd is door alle drie de mentoren is dat ik de tips de ze
mij meegeven direct probeer te verwerken in mijn handelen gedurende de
lessen. Ook hier ben ik zeer tevreden over. Soms verwerk ik namelijk tips in mijn
handelen zonder dat ik dit in de gaten heb. Dat betekend dat ik beetje bij beetje
dichter bij mijn eigen stijl in lesgeven kom. Mijn huidige mentor meldde mij
afgelopen dinsdag dat je het lesgeven in je hebt, of niet. Zij was ervan overtuigd
dat ik dit heb. Als dit inderdaad het geval is, dan betekend dat dat ik op de juiste
plek zit. Emotioneel heb ik het gevoel dat dit het geval is, maar blijkbaar laat ik
het ook zien in mijn handelen. Hier ben ik eigenlijk niet alleen tevreden mee
maar ook ontzettend trots op. Ik vind het belangrijk dat ik mijn positieve kanten
zie en tegelijker tijd een reel beeld heb van mijn prestaties. Dit kwartaal heb ik
veel geleerd over feedback geven doormiddel van het sandwichmodel en dit
model gebruik ik meteen wanneer de kinderen zichzelf van feedback voorzien.
Ook heb ik dit kwartaal geleerd dat je de positieve kant van je zwakten moet
herkennen en erkennen. Ik ben namelijk niet zo sterk in mijn grenzen duidelijk
stellen en het eerste wat ik hieraan gedaan heb om dit te verbeteren is
herkennen dat dit punt verbeterd moet worden. Dit herken je alleen als je
kritisch naar jezelf durft te kijken. Stap twee wordt het verbeteren van je
zwakten. Ik vind het erg fijn dat ik op deze manier mijn handelingen kan
verbeteren. Doordat ik mijn grenzen heb leren verduidelijken heb ik voor mijn
gevoel het bespreken van en omgaan met regels bereikt. Hierdoor gaat het
leiding geven aan het groepsproces een stuk gemakkelijker en kan ik mezelf
focussen op andere leerpunten het komende kwartaal.

Wat anders ging dan ik verwacht had


Ik had niet verwacht om zoveel moeite te hebben in groep drie. Ik heb namelijk
voor mijn gevoel een trage start gehad. In groep zes deden de kinderen precies
wat ik zei en in groep drie moest ik ze veel meer aansturen op de kleine dingen.
In groep zes zeg je bijvoorbeeld welke opgaven ze moeten maken en dan doen
ze dat. In groep drie moet je de leerlingen eerst hun boekjes open laten slaan,
vervolgens een potlood en gum laten pakken, stap voor stap de opgave
doorlopen en vervolgens wanneer ze bezig zijn met de verwerking moet je ze
constant controleren, van feedback voorzien en aansturen. Dit had ik niet
verwacht. In het begin heb ik ontzettend veel moeite gehad om de kinderen
hierbij te sturen maar uit eindelijk is het me gelukt. Zo ging ook het ontwerpen
van een leeractiviteit in het begin van het kwartaal niet zo gemakkelijk als ik
gedacht had. De activiteiten zijn niet moeilijk, maar de beginsituatie leren
kennen van de kinderen is lastig. Vooral omdat het ene kind tellen tot de twintig
nog niet geautomatiseerd heeft terwijl een ander kind al bezig is met
keersommen. Je moet dus een gevarieerd aanbod hebben in je lessen met voor
elke les een klaaropdracht.
Wat anderen vinden
Niet alleen ik heb een mening over de verloop van mijn studie dit kwartaal. Het
leuke aan de weblog is namelijk dat ook je familie en vrienden deze kunnen
doorlezen. Zo hebben vele familieleden van mij dat gedaan bij mijn blog. Op
verjaardagen en andere familiebijeenkomsten lieten ze mij weten dat ze onder
de indruk zijn van mijn groei. Ik communiceer op een totaal andere manier met
mensen (in een positieve zin), ik ben gemotiveerd, genspireerd en bovenal
cognitief gegroeid. Ik heb meters gemaakt volgens hen. Zo schreef mijn tante op
mijn weblog: Leuk verhaal Wouter. Fijn dat je zo enthousiast bent. Je bent vast
een goede onderwijzer in de dop!. Ook mijn vrienden zijn onder de indruk van
mijn ervaringen en belevingen op zowel de Pabo als de stageschool. En
misschien wel het fijnste voor mij, docenten zijn over het algemeen tevreden
met mijn inzet in de school en de participatie in de lessen. Mijn mentor van het
afgelopen semester gaf in de voortgangsgesprekken aan erg enthousiast te zijn
over mijn inzet tijdens de stage. Mijn mentor nu is het hier mee eens maar geeft
ook aan dat de voorbereiding van lessen iets uitgebreider mag.
Essentile zaken
Een van de meest essentile zaken voor mijn zou de voorbereiding zijn. Deze
mag uitgebreider, beter doordacht en beter gepland zijn. Ook zou het handig zijn
dat ik mijn planning blijf verbeteren en het komende kwartaal begin met een
overzichtsplanning te maken over het hele kwartaal. Met daarin wat ik elke week
gerealiseerd moet hebben en wat ik aan het eind van het kwartaal gerealiseerd
moet hebben. Dit helpt mij met mijn planning en hopelijk ook met de
voorbereiding in mijn lessen.
Hoe nu verder?
Het komende kwartaal breidt ik mijn POP over de grenzen uit door de
prikkelverwerking van kinderen erbij te betrekken. Welke prikkelverwerkingen
zijn er en moet je hier altijd op ingaan? Ook ga ik een overzichtsplanning maken
van het komende kwartaal en elke week een nieuwe planning waarin concreet
benoemt staat wat ik moet doen die week.

También podría gustarte