Está en la página 1de 8

Kwaliteit is niet altijd te meten, je voelt het gewoon.

Iedereen heeft de mond vol van kwaliteit. Iedereen wil zijn steentje bijdragen tot
het verhogen van die kwaliteit. Om die reden zijn er eindtermen en
ontwikkelingsdoelen uitgewerkt. Om die reden werden de leerplannen vernieuwd.
De milieuregelgeving vindt dat de school serieus werk moet maken van een
kwaliteitsvol afvalbeleid. Het Vlaamse Ministerie van Tewerkstelling heeft het dan
weer over preventie en veiligheid. De gezondheidszorg beklemtoont het
preventief werken aan de gezondheid. Verder denken we aan de teksten rond
leerzorg. Daarnaast moeten de schoolteams werken aan pestgedrag, vandalisme,
multicultureel samenleven, kindermishandeling, kinderrechten, burgerschap,
participatie, ... Hoe komt het toch dat al die onderwerpen naar de scholen
worden geschoven, waarom wil iedereen zich bemoeien met het onderwijs?

We geven toe dat dit allemaal belangrijke accenten zijn, maar we geloven niet
dat het opleggen van regels noodzakelijk is om te komen tot een actuele
gezonde basisschool. Mensen worden niet gemotiveerd door allerlei van buitenaf
opgelegde regeltjes. Deze overbevraging heeft zelfs een tegenovergesteld effect:
de scholen weten niet hoe ze moeten antwoorden op al deze maatschappelijke
verwachtingen. Ze moeten zoveel tijd steken in het in orde brengen van attesten
en documenten, dat ze te weinig tijd hebben om zich bezig te houden met de
hoofdtaak van de school: het begeleiden van zich ontwikkelende kinderen.

1. De eigen kracht van de school stimuleren


We geloven sterk in de eigen kracht van de school en van elk personeelslid in die
school. Mensen die zich goed voelen, die plezier hebben in hun werk, die
gewaardeerd worden, die de gelegenheid krijgen persoonlijke accenten te
leggen, ... die mensen nemen hun verantwoordelijkheid wel op. Zeker het
werken met kinderen brengt een groot enthousiasme en engagement naar
boven. Dat zien we ook in gezinnen: is er een basis van liefde, dan gaat men
voor elkaar door het vuur, dan kan men op elkaar rekenen. We moeten toegeven
dat die basis van liefde soms een ernstige deuk krijgt, maar deze deuk werk je
niet weg met allerlei regeltjes en verplichtingen. De externe druk op de scholen
moet verminderen en de interne motivatie dient versterkt te worden.
Het is de bedoeling de school aan zichzelf terug te geven! Een school in
ontwikkeling gaat zelf op zoek naar 'waardevolle' informatie en 'waardevolle'
nascholingen. We geloven in de kracht van een positieve instelling waarbij
iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt en men bereid is elkaar te 'dragen'
als het moeilijk wordt. Van een 'genietbare' school gaat een positieve energie
uit naar de gehele samenleving. Een kenmerk van 'de genietbare school' is het
enthousiasme, de bezieling. De kinderen, personeelsleden, ouders,
schoolbestuur, ... allen zijn ze enthousiast en bereid hun steentje bij te dragen
om dat enthousiasme te bewaren. We adviseren dergelijke scholen dan ook deze
sfeer te koesteren, ervan te genieten, en haar niet als iets vanzelfsprekends te
beschouwen. Zodra de school erin slaagt dit enthousiasme te ontwikkelen,
worden nieuwkomers meteen opgenomen in die sfeer en worden ze als het ware
meegezogen door het enthousiasme van anderen.

2. Het is mijn school


Laat de school op de eerste plaats een plek zijn waar jonge mensen samen leven
en werken, waar ze groeien en zich ontplooien, waar ze gewaardeerd worden om
wie ze zijn en waar ze succes ervaren. In zo'n school leren kinderen zichzelf en
de wereld ontdekken, en liefst mogen ze dit alles een beetje vrij en zelfstandig
uitzoeken. Kinderen krijgen er een centrale plaats. De onderlinge relaties krijgen
voorrang, omdat deze de basis vormen om tot leren te komen. In zo'n school
komt de wereld binnen, zijn ouders en leerkrachten partners en draagt men
extra zorg voor kinderen met leerproblemen en voor kinderen uit gezinnen met
problemen. In zo'n school vormen leerkrachten een hecht team: ze ondersteunen
elkaar en werken samen aan een positief schoolklimaat. Zo'n school sluit zich
niet af van de gemeenschap, maar probeert vanuit een eigenheid een bijdrage te
leveren tot meer saamhorigheid en verbondenheid. Alle participanten voelen zich
verbonden met elkaar, vanuit eenzelfde drijfveer, een gemeenschappelijke visie.
Om die verbondenheid te ervaren, is het nodig dat iedereen een wezenlijke
plaats krijgt, dat iedereen gewaardeerd wordt om wie hij is en om wat hij doet.
Verbondenheid zorgt ervoor dat je iets betekent voor de anderen. De school
wordt een stukje van iedereen en omdat je een stukje 'eigenaar' wordt, voel je je
ook verantwoordelijk. Als je ervaart dat de school ook een stukje van jou is, heb
je er veel voor over.

3. We zoeken naar basisvoorwaarden


We zijn op zoek gegaan naar basisvoorwaarden die de interne motivatie
bevorderen, die de interne kracht van de school versterken. We stellen vast dat
binnen veel scholen heel wat enthousiasme en engagement te vinden is. In
sommige scholen heerst een positief schoolklimaat. In andere scholen zijn de
spanningen voelbaar. Waar komen die verschillen vandaan?
We vroegen aan een aantal leerkrachten wat ze als positief ervaren in de school.
We kregen telkens een hele waslijst van punten. De meeste punten verwezen
naar de schoolsfeer. Een aantal punten verwezen naar het stimulerend klimaat
voor de kinderen. De meeste aandacht ging uit naar de samenwerking binnen
het team met respect voor elkaars mogelijkheden. Andere punten verwezen naar
de schoolorganisatie, het samen overleggen, het klasoverschrijdend werken,
mogelijkheden voor samenwerking en kleinschaligheid. Algemeen herkenden we
de vraag naar openheid, collegialiteit en het belang van een positieve
schoolsfeer. Veel van deze punten zijn moeilijk te vatten en moeilijk te meten.
Veel onderdelen van een kwaliteitsvolle school zijn immers niet te meten. Veel
onderliggende en verborgen uitgangspunten maken dat opvoeding en onderwijs
er in belangrijke mate toe bijdragen dat kinderen een volwaardige plaats in de
maatschappij innemen en voor zichzelf en anderen de kansen op geluk creëren
en realiseren. Kwaliteit zit voor een groot deel in ongrijpbare, onmeetbare, kleine
alledaagse dingen. Scholen moeten niet te bescheiden doen en denken over hun
betekenis en rol in de maatschappij. Scholen kunnen kinderen maken of kraken.
Het maakt wel degelijk een verschil hoe we onze taak opvatten. We zijn bezig
met het 'dierbaarste' wat ouders bezitten, namelijk hun kinderen.

4. De leerkracht staat centraal


We vinden het belangrijk dat de leerkrachten genieten van hun werk. We willen
hen aanmoedigen, bevestigen en inspireren om zich met hart en ziel te blijven
inzetten voor de kinderen, voor de ouders en voor de gemeenschap. Momenteel
klagen leerkrachten vaak over een te hoge werkdruk. Het gaat vaak om een te
grote externe druk en een tekort aan geloof in de eigen kracht van leerkrachten.
Hoe meer leerkrachten van hun werk genieten, hoe beter ze stress en externe
druk zullen hanteren. Ze leveren alleen goed werk af als ze plezier beleven aan
hun werk. We schenken aandacht aan het welbevinden van de leerkrachten. Een
eerste stap naar meer plezier in het werk is dat we een juist zicht krijgen op
onze werksituatie. Het gaat hier om de gevoelens bij ons werk. Te vaak proberen
we die gevoelens te negeren. We stellen voor om regelmatig na te denken over
wat bijdraagt tot ons plezier of tot het gebrek daaraan. Gelegenheid geven tot
deze eenvoudige bewustwording, werkt heilzaam en is nodig voordat we van
alles en nog wat gaan veranderen en verbeteren. Het is zeker geen tijdverlies
hiervoor zo nu en dan de tijd te nemen, zowel persoonlijk als in team.
Integendeel, het zal het 'rendement van het werk' op school indirect maar beslist
positief beïnvloeden. Het is uiteraard niet altijd gemakkelijk om de
arbeidsvreugde te verhogen. Er gebeuren nu eenmaal frustrerende dingen op
school en er zijn veel zaken waar we geen greep op hebben. Er zijn ouders die
hoge eisen stellen aan hun kinderen en aan leerkrachten. We moeten voor alles
en nog wat papieren invullen. Wat al jaren goed ging, moeten we nu plots anders
gaan doen. Er valt nooit iets weg, er komt steeds weer iets bij. Onze directeur
stelt dingen voor die wij helemaal niet zien zitten. Goede en gemotiveerde
leerkrachten geven er de brui aan. De vernieuwingen en de verwachtingen die
door de buitenwereld gesteld worden, groeien alsmaar. Voor veel leerkrachten is
de maat vol.

Elke zegt het als volgt:


"Ik wil gewoon lesgeven, maar ik krijg veel extra taken die niet meteen met
lesgeven samenhangen. Bijvoorbeeld: het leerlingvolgsysteem, de
participatieraad, het schoolwerkplan, het schoolreglement, ... Hoe kan ik dit
volhouden? Ik sleep me van vakantie naar vakantie, en soms haal ik het niet.
De momenten dat ik plezier beleef aan mijn werk, zijn zeldzaam, ook al doe ik
dit werk eigenlijk wel graag.”

Het ligt in de aard van de maatschappij om steeds weer nieuwe eisen te stellen,
maar tegelijk ligt het in de aard van de menselijke geest om vrij te zijn. Er zijn
leerkrachten die plezier beleven aan hun werk in de school. Ze werken graag met
de kinderen en met de collega's. Hun geheim is dat ze zichzelf plezieren bij het
werk. Ze zijn in staat een evenwicht te vinden tussen 'moeten presteren'
enerzijds en 'plezier beleven' anderzijds. Tijdens de werkdag verschuiven de
prioriteiten, afhankelijk van de situatie. Elke werksituatie kent kritische
momenten waarbij de nadruk op de prestatie ligt. Is die kritische situatie echter
voorbij, dan is het tijd om even minder hard te werken. Dan is het tijd om even
afstand te nemen en te reflecteren op en te genieten van het gedane. Dit
afstand-nemen is zeker zo belangrijk als het werk op zich. Dit moment van
bewustwording, je concentreren op een bepaald aspect van je werk en genieten
werkt aanstekelijk voor anderen.

5. Samen werken
Als je echt plezier in je werk hebt, zijn daar vaak anderen bij betrokken. Zonder
de eigen autonomie te verloochenen, kun je er in collegialiteit samen met het
team iets van maken. Ouders en leerkrachten worden partners. Samen zijn we
op zoek om in kleine haalbare stapjes en in het tempo van het schoolteam de
schoolvisie uit te bouwen. Het gaat erom de dingen de tijd te geven, maar toch
ook weer niet te dralen. We moeten in ieder geval blijven volhouden en blijven
geloven dat het goede altijd zal overwinnen. Het maken van plannen vooraf is
goed, maar de ontwikkeling van mensen laat zich niet altijd plannen. We kunnen
en mogen de dynamiek niet uit het leven, dus ook niet uit de school, halen. Al
doende komen we er wel. Mensen die samenwerken, realiseren samen heel wat.
Het samenwerken is de voorwaarde om tot mooie resultaten te komen.

6. Drie invalshoeken
Als we het hebben over een 'genietbare' school voor leerkrachten, bekijken we
dit vanuit drie invalshoeken:
- Vanuit de leerkrachten: Zij moeten de kracht blijven vinden om de kinderen te
ondersteunen in hun ontwikkeling.
- Vanuit de kinderen: We bouwen aan een positief stimulerend klimaat voor de
kinderen, zodat ook zij genieten van het naar school gaan.
- Vanuit het team: We gaan op zoek naar samenwerkingsmogelijkheden in en
rond de school. Vanuit die samenwerking ervaren we de onderlinge
saamhorigheid en verbondenheid.

6.1. Vanuit de leerkrachten


De laatste tijd groeit de visie dat kwaliteit van onderwijs niet enkel samenhangt
met een didactische deskundigheid, maar evenzeer — en misschien vooral — met
een leerkrachtenstijl die getuigt van een aantal fundamentele basishoudingen
zoals: persoonlijke aandacht, warmte, inleven, goed opvolgen, bevorderen van
positieve instelling. Basishoudingen die ook voor onszelf als leerkracht van
belang zijn en waarin ieder van ons zijn eigen strijd voert. Kwaliteit van
onderwijs wordt vooral bepaald door de mate waarin de leerkracht erin slaagt
zich te 'verbinden' met de collega's, kinderen en ouders in de school.

Bij Stevens (1996) lezen we: "Een leraar moet niet in de eerste plaats bezig
zijn met zijn 'stof', maar wel met zijn leerlingen en die zijn met de stof bezig."

Het is de eerste verantwoordelijkheid van de leraar om ervoor te zorgen dat de


motivatie, de goede moed om door te gaan, overeind blijft. Een leerkracht zou
iemand moeten zijn met enthousiasme en inspiratie. Iemand die aanspreekbaar
is, op wie kinderen kunnen terugvallen, iemand die een goed contact met
kinderen weet op te bouwen en te onderhouden.

Ter Horst (1994) vindt dat iemand een ideale opvoeder is als hij zelf volwassen
is, zich op eigen kracht staande kan houden, niet meer steeds bevestiging
nodig heeft, zelf verantwoordelijk is voor de weg die hij kiest op basis van
evenwichtige overwegingen tussen gevoel en verstand. Kortom, iemand die nog
leeft met toekomstperspectief, moed, hoop, plezier, geloof, liefde en veel
vertrouwen.

Zo blijft er energie over om aan kinderen te besteden, om hen te helpen de


problemen aan te pakken. Hoewel het pedagogisch klimaat tot stand komt onder
invloed van tal van factoren, speelt de leerkracht een cruciale rol ten aanzien van
de sfeer die er in een groep heerst. Een veelgehoorde uitspraak is: "Als je iets wil
bereiken met een leerling, kun je wel van alles proberen, maar zonder een goede
relatie kun je het wel vergeten". Leerlingen leren meer en beter van leerkrachten
met wie ze een goede, veilige relatie hebben.
6.2. Een positief stimulerend klimaat voor de kinderen

Met een positief stimulerend schoolklimaat bedoelen we een klimaat waarin


kinderen zich onder optimale omstandigheden kunnen ontwikkelen.
Daniël Goleman (1997) schrijft in zijn boek ‘Emotionele intelligentie’ het
volgende:

"Een zorgzame school is een plek waar leerlingen zich gerespecteerd en


bemind voelen en een emotionele band ontwikkelen met klasgenoten,
leerkrachten en de school zelf". Daniël Goleman

Een positief stimulerend schoolklimaat komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het
vraagt een voortdurende bekommernis en bereidheid van alle betrokkenen om
eraan te blijven werken.
We zijn op zoek gegaan naar aspecten die de schoolsfeer positief beïnvloeden.
En zo ver hoeven we het niet te gaan zoeken. Een positief stimulerend
schoolklimaat is voelbaar in vele gewone dingen als elkaar begroeten,
bevestigen, een gezellige klassfeer, een aangename schoolsfeer. Deze dingen
dragen bij tot het ‘zich goed voelen’ op school.

Drie kapstokken voor een goede klassfeer zijn:


- zich veilig weten in de klas
- invloed hebben op wat gebeurt in de klas
- persoonlijk contact
We pleiten ervoor om te zoeken naar mogelijkheden van kinderen. Elk mens
heeft behoefte aan bevestiging. Mensen worden gestimuleerd als ze een pluim
krijgen. Kinderen met een positief zelfbeeld groeien, ontwikkelen, exploreren,
halen het beste uit zichzelf.

Kinderen betrappen op goede dingen

We wensen elk kind mensen toe die hoge verwachtingen hebben, die geloven in
hun mogelijkheden en in hun eigenheid. We vertrekken van het kind zelf en niet
vanuit doelen die we als volwassenen naar de kinderen projecteren in de hoop
dat zij onze dromen zullen realiseren. Kinderen stimuleren om aan hun toekomst
te blijven werken en om de lat af en toe iets hoger te leggen, bevordert de
ontwikkeling.

Je mag zijn wie je bent


en zoals je bent
met je fouten en gebreken
om te kunnen worden
wie je in aanleg bent
maar zoals je je nog niet kunt vertonen
en je mag het worden
op jouw wijze en in jouw uur

A.A. Terruwe
6.3. Een stimulerend team

Je doet je werk niet elke dag met hetzelfde enthousiasme. Een school is immers
geen plaats waar het alle dagen 'feest' kan zijn. Toch moet je je af en toe
enthousiast kunnen voelen om plezier te blijven beleven aan je werk. Kun je daar
zelf voor zorgen of heeft alles gewoonweg te maken met de school waar je
terechtkomt? Uiteraard werken beide positief of negatief op elkaar in. Op een school
waar het goed toeven is, ga je bijna automatisch in dezelfde positieve toon
meedraaien. Op een school waar negativiteit en doemdenken troef is, moet je al heel
sterk zijn om niet 'naar de stal te gaan ruiken'. Moeten we dan maar berusten in de
feiten? Moeten we gewoonweg leren aanvaarden dat het nu eenmaal zo is zoals het
is, bij ons op school? Of kan ik iets veranderen aan de huidige toestand? En hoe kan
ik daar dan als leerkracht iets aan veranderen?

Durf met je team aan vanzelfsprekendheden te tornen


Waarom doen we een grootouderfeest, en waarom doen we het in deze vorm? Is
bijvoorbeeld een wandeling samen met kleuters en grootouders niet een beter
alternatief dan het kleuterklasleven wekenlang te laten beheersen door het
voorbereiden van op te voeren nummertjes? Waarom moet een schoolfeest perse
tijdens het weekend plaatsvinden? Is de vrijdag niet een veel beter alternatief? Het
feest kan dan namelijk overdag met de kinderen worden begonnen en na schooltijd
met de ouders worden voortgezet.
Waarom staan de banken in veel klassen nog in rijtjes, terwijl we toch het luisteren
naar elkaar willen bevorderen? Waarom blijft verbeteren de hoofdopdracht van veel
leerkrachten, terwijl zoveel energie zinniger zou kunnen worden besteed? Waarom
gaan we er niet toe over om na een aantal jaar eens te wisselen van klas, of zelfs
van school? Waarom blijven we zo vasthouden aan het leerstofjaarklassensysteem
en houden we ons als team niet eens creatief bezig met andere groeperingvormen?
De twee aangrenzende klaslokalen kunnen dienst doen als doceerruimte en als
werkruimte en de groep kan bijvoorbeeld per graad bijeen zitten. Hoe komt het dat
we op onze gezamenlijke ouderavonden zo weinig tijd besteden aan een toelichting
van wat we op school zoal aan muzikale vorming doen? Pas als de leerkrachten
zichzelf en de collega's verregaand durven vertrouwen, zal er sprake zijn van een
echte en succesvolle zoektocht naar 'werken in vrijheid'.

Waar vanzelfsprekendheid heerst, is geen plaats voor verandering


Op onze school gaan we er te vaak van uit dat alles voor eens en voor altijd is. Veel
vanzelfsprekendheden zijn ons beroep van leerkracht binnengeslopen. Het worden
soms zelfs remmende evidenties. Een greep uit de onderwijsmythen:
- "Vraagstukken oplossen, dat kun je of dat kun je niet".
- "Aan het begin van het jaar moet je ze maar goed laten werken".
- "De tweede dag van het schooljaar wist ik al dat Lien er niet zou komen".
- "Karel zit aan zijn plafond".
- "Zwakke leerlingen hebben veel structuur nodig".
- "Je hebt toch geen tijd in de klas om te observeren".
- "Als je weet wie de ouders zijn, weet je al genoeg".
- "In het eerste moeten ze met Kerstmis allemaal kunnen lezen"

“Werk maken van je team”, vraagt dat je er af en toe expliciet aandacht aan
geeft en dat kan in vele vormen. Veel hangt af van het doel dat je wil bereiken.
Samen wandelen of bowlingen of met een bus naar zee reizen heeft ongetwijfeld
heel wat waardevolle dingen in zich, maar als we het hebben over zaken die
leven in communicatie brengen, moeten we andere sporen zoeken. Een sterk op
’klimaat georiënteerde school’: samen van alles doen om de sfeer erin te houden
kan ook een belemmering zijn voor de professionele groei. Er kan soms zoveel
waarde gehecht worden aan de ‘goede sfeer’ dat men elkaar niet meer durft aan
te spreken op professioneel functioneren. De ongeschreven wet is dan: ‘Als jij
niet aan mij komt, laat ik jou ook met rust’.

Werken aan een team doe je door dicht bij het werk te blijven; door heel
concreet met je groep op zoek te gaan naar werkpunten voor het samen op
school werken. Een te eenzijdige gerichtheid op alleen maar de persoon, zonder
voldoende oog en aandacht voor werkconsequenties neigt algauw naar een soort
van ‘zieltjesknijperij’ waar we op terreinen komen die eerder in therapeutische
sessies op zijn plaats zijn. Dus we opteren voor een aanpak die goed gerelateerd
is aan de werksituatie. Voor de meeste mensen geeft het een grotere veiligheid
te weten dat ze hun ziel niet op tafel zullen moeten leggen.

Er is op zich niks problematisch aan het feit dat mensen problemen hebben.
“Jullie zijn een goed team. Mensen die er voor gaan. Mensen die zich de zaak
aantrekken. In een slecht team zijn geen conflicten”. Als er conflicten zijn, heb je
te maken met mensen die de zaak ter harte nemen. Velen liggen wakker van de
school en willen samen solidair aan een goede school werken. In een goed team
mag ‘ik in de wij ook een ikje zijn’. We hoeven niet zo nodig over alles hetzelfde
te denken, we moeten de andere niet aan ons gelijk willen maken. Verschil wordt
niet altijd als een verschil gezien, maar wordt heel snel in een hiërarchie
geplaatst, goed/slecht, meegaand/moeilijk, …, er sluipt iets normatiefs in en men
miskent het verschil als een essentiële conditie om te leren.
Je moet geen vrienden worden, je moet collega’s zijn die functioneel met elkaar
omgaan.

We geven de kans om te vertellen wat er te vertellen valt en bewaken dat


iedereen in zijn waardigheid overeind blijft, zeker de directeur. De directeur zal af
en toe blijven tegenvallen voor sommigen omdat hij het geheel van de
organisatie moet verzorgen. We mogen niet denken dat leidinggevenden altijd
kunnen doen wat ze zelf willen. Een directeur kan soms niet anders. Elke school
staat de dag van vandaag onder grote druk.

We maken plaats voor wat er is, voor de beleving bij het werk. Hoe beter je de
ander in haar beleving kent, des te beter kan je samenwerken. Menig probleem
op school heeft te maken met de negatie van de dialoog over de beleving van het
werk. Je begint met plaats te maken voor wat er al is, negeren heeft geen zin,
voor je er iets aan toe kan voegen. Dat is de basiswet voor verandering. Om een
proces op gang te zetten, moet je opmerken dat zij zich benadeeld weten.
“Eindelijk iemand die het snapt!” Iedereen heeft goede bedoelingen, zet zich in
en geeft wat zij nu kan geven. Luister naar wat anders is, niet naar wat bekend
is. Mekaar (terug) tegenkomen, mekaar daarin ook ‘au serieux’ nemen. Wat
mensen hier gaan zeggen …dat menen ze en dat zeggen, dat je laten kennen
vraagt moeite. Waardeer mekaars inspanningen om dit te doen.
Als de mensen kunnen uitspreken wat hen bezighoudt en ze worden daarin ‘au
serieux’ genomen, dan is dat al winst op zich. Uitspreken is winst! Mensen
moeten het gevoel hebben dat ze kunnen zeggen wat er op hun lever ligt.
Mensen veranderen alleen onder invloed van dingen die hen deugd doen en het
kan deugd doen en opluchten om eens te kunnen vertellen wat je bezig houdt.

Wat is is. Je eigen beleving bij het werk is echt. Wat jij voelt is echt.
Onderstoppen, negeren, minimaliseren weerleggen heeft geen zin. Er zal niks
veranderen als we elkaar niet snappen. Dat wil niet zeggen gelijk geven of
goedkeuren. Om een proces op gang te brengen, moeten we opmerken dat
mensen zich benadeeld weten.
Niet alles kan met woorden en met uitpraten opgelost worden.

Sommige dingen geraken nooit opgelost, ook dat moet aanvaard worden. Wat
wel mogelijk is: iets waarmee we toch weer wat voort kunnen, een voorlopige
oplossing, het voorkomen van nog grotere schade, een maximaal haalbare
oplossing, een strategie die verder onderzoek mogelijk maakt.

De literatuurwetenschapper en cultuurfilosoof George Steiner zegt dat de ideale


manier van communiceren “hoffelijk” is. dat is niet alleen een mooi woord, maar
ook een mooi idee. “Hoffelijk zijn we”, zegt George Steiner, “als we alles doen
wat we kunnen om de ander te begrijpen, en als we daarbij beseffen dat we de
ander nooit helemaal begrijpen.

Wie zelf de enige absolute waarheid in pacht heeft, kan niet anders dan besluiten
dat alle anderen zich vergissen. Net zoals schoonheid is waarheid te mooi, te
verheven om exclusief te zijn. In exclusieve waarheid schuilt iets kleinburgerlijks,
een gebrek aan zelfvertrouwen. Elke andere waarheid wordt gauw, gauw
uitgesloten, want stelt u voor dat de eigen waarheid plotseling feilbaar wordt.
Exclusieve waarheid geeft, precies omdat ze uitsluit, blijk van vertwijfeling, en zo
ondergraaft ze zichzelf.
Wanneer waarheid niet langer exclusief is, wordt het plotseling mogelijk te
praten met mensen die zich niet vergissen. De partner wordt gelijkwaardig, wat
een noodzaak is om een ware partner te zijn. De waarheid die niet exclusief is,
wordt een vriendelijke reisgezel.

Praat met de mensen over de toekomst en maak gebruik van de goede stukken
die in het verleden gebeurd zijn. Goede momenten…omschrijf die. Waarderend
onderzoek: wat gaat hier goed? Goede wijn behoeft wel krans! Samen aan het
herstel werken, mekaar gezond maken. Appreciatieve benadering en attitude.
Het versterken van sterkten i.p.v. het uitpluizen van elkaar zwaktes.
Onderkennen van het goede, mekaar bemoedigen en ondersteunen i.p.v.
focussen op tekorten.

También podría gustarte