Está en la página 1de 9

Week 1

1: wat is de common sense view of science die chamlers beschrijft?


Dat wetenschap gebasseerd is op feiten. Op wat we kunnen horen, zien, voelen etc.
2 waarom worden waarnemingen niet alleen bepaald door een waargenomen object? En geef een
voorbeeld.
Wat er precies op je netvlies valt is anders dan dat wat je "ziet" twee mensen kunnen op precies
dezelfde tijd, onder dezelfde omstandigheden en vanuit hetzelfde punt iets observeren, mar toch iets
anders zien. Dit komt omdat mensen niet alleen zien wat op hun netvlies valt, maar ook kennis,
wetenschap en ervaring toepassen om te kunnen verklaren wat ze echt "zien".
Bijvoorbeeld: een dokter die een rntgenfoto maakt. Waar ik alleen een zwartwit foto van en paar
botten ziet kan hij bijvoorbeeld allerlei dieperliggende systemen onderscheiden en beschrijven. Terwijl
dezelfde foto op ons netvlies valt, zien we allebei wat anders.
3 wat bedoelt chalmers als hij zegt dat observeerbare feiten objectief maar ook feilbaar zijn?
Observaties van verschillende personen kunnen tot dezelfde conclusie leiden (5 verschillende mensen
kunnen bijvoorbeeld meten dat een potlood 10 cm is en allemaal dezelfde conclusie trekken) hier zie
je dus dat een observeerbaar feit objectief is. Er zijn als het ware allerlei tests die een observatie kan
ondergaan om te kijken of het als waar aangenomen kan worden en als het al deze tests doorstaat
wordt het gezien als een feit. Maar misschien kan een observatie nu alle tests doorstaan hebben maar
in de toekomst kan misschien wel een test komen die zegt dat de observatie geen feit is. Op deze
manier is een observeerbaar feit feilbaar.
4 beschrijf het proces van inductie. Waarom geeft dit geen zekerheid? Wat is het
inductieprobleem dat chalmers beschrijft?
Inductie is het proces waarbij en conclusie over alle mogelijke gebeurtenissen van een bepaald
onderwerp wordt getrokken uit een bepaald aantal observaties. Bijvoorbeeld ik zie tijdens het
wandelen vier keer een zwaan en deze is vier keer wit. Conclusie: alle zwanen zijn wit.(dit is een
inductief argument)
Dit geeft echter nooit zekerheid omdat je nooit alle verschillende observaties onder alle
verschillende omstandigheden kan vergaren. (alle zwanen van alle wateren ter wereld) daarnaast is een
observatie die mijn inductieve argument tegenspreekt genoeg om de hele conclusie teniet te doen. (als
ik n zwarte zwaan vind, geld mijn argument alle zwanen zijn wit, niet meer).
Het inductieprobleem uit chalmers werkt als volgt: stel je neemt als standpunt dat iets alleen
aangenomen kan worden d.m.v. ervaring of logica (deductie) en je gaat inductie zelf proberen te
verklaren. Je hebt een lijst met observaties waarbij inductie tot een goede conclusie leidde. Uit deze
lijst concludeer je: inductie werkt altijd. Maar in principe heb je nu inductie verklaard aan de hand van
inductie en dit gaat niet volgens jou standpunt. Dus kun je inductie zelf niet verifiren.
5 wat is het verschil tussen een deductieve en een inductieve redenering, geef van beide een
voorbeeld
Bij een deductieve redenering trek je op een logische wijze een conclusie uit twee (voor waar
aangenomen) permissen.
Bijv: - alle mensen gaan ooit dood
permissen
- ik ben een mens
- ik ga ooit dood --> conclusie
Bij een inductieve redenering trek je echter een conclusie uit een bepaald aantal losse observaties
Bijv:

- ik heb vier zwanen gezien


observaties
- deze waren alle vier wit
- alle zwanen zijn wit --> conclusie

6 bekijk de volgende redenering: tot nu toe heeft inductie altijd goed gewerkt, dus is het een
methode die altijd goed zal werken. Wat voor soort redenering is dit? Is het overtuigend?
Dit is een inductieve redenering omdat er een conclusie (het zal altijd werken), wordt getrokken uit
een aantal observaties (tot nu toe heeft het elke keer gewerkt). Dit is niet erg overtuigend, omdat
inductie maar n keer niet hoeft te werken en de hele conclusie kan van tafel worden geveegd.
7 wat is een deductief nomologische verklaring? Beschrijf de begrippen die hierbij gebruikt
worden. Voor welke wetenschapstheorie zijn deductief nomologische verklaringen belangrijk.
Een verklaring waarbij uit een algemene wet of theorie en geobserveerde condities een voorspelling of
verklaring kan worden gegeven (mits de wetten waar zijn) deze zijn belangrijk voor het logisch
positivisme.
8 wat zijn categoriale beweringen? Welke vier hoofdtypen kun je onderscheiden? Geef van elk
een voorbeeld
categoriale beweringen zeggen iets over de groep (categorie) van bepaalde zaken. Onderscheiden vier
groepen
- algemene wetten, bevestigend (A - claim)
Vb: alle metalen zijn geleiders
- algemene wetten, ontennend
(E - claim)
Vb: geen plastics zijn geleiders
- observaties bevestigend
(I - claim)
Vb: sommige metalen zijn geleiders (ten minste n)
- observaties ontkennend
(O - claim)
Vb: sommige metalen zijn niet geleiders
9 wat is een syllogisme? Wat zijn de belangrjikste begrippen die hierbij voorkomen. Waarom
zijn ze belangrijk voor de wetenschap.
Een syllogisme is een deductief argument dat afgeleid wordt uit twee premissen
Bijv: - alle Amerikanen zijn consumenten
- sommige consumenten zijn geen democraten
- sommige Amerikanen zijn geen democraten (conclusie)
De belangrijkste termen hierbij zijn:
- Major term: de term die dient als de predicatie term voor de conclusie van het syllogisme, deze wordt
aangeduid met de letter P (in dit geval: geen democraten)
- Minor term: de term die dient als subject term van de conclusie van het syllogisme, wordt aangeduid
met de letter S (in dit geval: Amerikanen)
- de middelterm: de term die voorkomt in beide premissen maar niet in de conclusie, wordt aangeduid
met de letter M (in dit geval consumenten)
Syllogismen zijn belangrijk voor de wetenschap omdat je met syllogismen uit twee
argumenten die waar zijn een conclusie kan trekken die waar is. Zo kun je dus checken of een
argument valide is.
10 "wat zijn de twee belangrijkste bronnen van kennis volgens het logisch positivisme? Geef een
korte beschrijving van beide. Waarom zijn deze zo belangrijk.
Kennis dat voortkomt uit ervaring, deze kennis neem je op door zintuigen en interpreteer je als waar.
Daarnaast logica; logisch redeneren aan de hand van deductie, hierbij haal je uit feiten logische
conclusies. Deze zijn belangrijk omdat je zonder input van zintuigen geen kennis kan opnemen en
zonder logisch redeneren kan je deze kennis nooit verbreden. Zo kun je nooit iets wat om je heen
gebeurt verklaren.

Week 2
Vraag 1. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het falsificationisme en het Logisch
Positivisme (Inductivisme)?
Inductivisme stelt dat alleen uitspraken die waar zijn of voor waar kunnen worden aangenomen
bijdragen aan de wetenschap, falsificationisme stelt juist dat uitspraken die mogelijk niet waar kunnen
zijn (falsifieerbaar) echt wat zeggen over de wereld en daardoor juist bijdragen aan de wetenschap.
Ook zijn de demarcatie-uitgangspunten anders. Bij het falsificationisme gaat het om wetenschappelijk
en niet wetenschappelijk waar het bij logisch positivisme gaat over zin en onzin.
Vraag 2. Wanneer bereik je volgens het falsificationisme vooruitgang in de wetenschap
(d.w.z. wanneer is een nieuwe theorie beter dan de vorige)?
Vooruitgang in de wetenschap wordt volgens het falsificationisme op de volgende manier gevormd.
Wetenschap begint met problemen die te maken hebben met hoe bepaalde zaken in de wereld zich
gedragen. Over deze zaken worden bepaalde falsifieerbare theorien opgesteld. Deze theorien
worden getest en bekritiseerd, waarbij sommige theorien snel afvallen, degene die blijven staan
worden eindeloos bekritiseerd en getest tot ze uiteindelijk gefalsifieerd kunnen worden. Wanneer dit
gebeurd ontstaat er weer een nieuw probleem (dat hopelijk al ver verwijderd is van het oude probleem)
en zo komen er weer nieuwe falsifieerbare hypotheses etc. een theorie is beter dan de vorige als het
"meer falsifieerbaar" is, wat inhoudt dat deze theorie de test, die de vorige theorie gefalsificeerd heeft,
kan doorstaan
Vraag 3. Welke logische redeneervorm wordt gebruikt bij falsificatie? Waarom is deze
redeneervorm belangrijk voor het falsificationisme? Welke waarheidstabel (d.w.z. van welk
logisch 'voegwoord') gebruik je bij dit redeneerschema? Hoe ziet die waarheidstabel eruit?
De logische redeneervorm die gebruikt wordt is deductie door middel van de Modus Tollens. Deze
redenatie is belangrijk omdat het via observatie op een logische wijze een argument kan falsificeren,
en daarmee kan wetenschap vooruitgang boeken.
dit redeneerschema maakt gebruik van de als dan waarheidstabel
als....dan
redeneerschema
A
B
A->B
als A dan B (A->B)
1
1
1
~B (niet B, B=0)
1
0
0
~A (niet A, A=0)
0
1
1
0
0
1
Vraag 4. Welke van de volgende uitspraken zijn falsifieerbaar: Het regent nooit op
woensdag, Het kan vriezen of dooien? Leg bij elke uitspraak uit waarom die wel/niet
falsifieerbaar is.
Het regent nooit op woensdag is falsifieerbaar: deze uitspraak zegt dat het niet kan regenen op
woensdag, dit is makkelijk onderuit te halen door n enkel observatie van een regenbui op een
woensdag.
Het kan vriezen of het kan dooien is niet falsifieer baar: er van uitgaande dat alles onder de nul graden
gelijk is aan vriezen en alles boven nul gelijk staat aan dooien. Dan klopt deze uitspraak altijd, het is
altijd een van de twee en er is geen enkele eventuele derde optie (als nul graden wordt meegerekend
als vriezen)
(klopt niet, maar onder deze omstandigheden: Het kan vriezen of dooien is ook falsifieerbaar. Deze
uitspaak zegt dat er maar 2 mogelijkheden voor het weer zijn, namelijk vriezen en dooien: vriezen
houdt een temperatuur onder nul in, dooien is als de temperatuur na een vorst periode weer boven nul
komt. Maar als het al een maand niet gevroren heeft kan het dus ook een maand niet gedooid hebben,
het kan dus vriezen f dooien f geen van beide, en dus is deze uitspraak falsifieerbaar)
Vraag 5. Wat is verificatie? Is Popper positief of negatief over het gebruik van verificatie in
de wetenschap? Leg uit waarom.

Verificatie is het proberen om een argument voor waar aan te nemen, dus om te zoeken naar
bevestiging voor het argument. Popper, als aanhanger van het falsificationisme is negatief over het
gebruik van verificatie. Omdat volgens hem een argument niet bewezen kan worden, wetenschap kan
alleen maar groeien door het falsificeren van argumenten en daarna met betere argumenten komen.
Vraag 6. Wat bedoelt Chalmers met sophisticated falsificationism? Hij gebruikt daarbij het
begrip background knowledge. Wat houdt dit begrip in? Welke rol speelt het volgens
Chalmers bij sophisticated falsificationism?
Sophisticated falsificationisten nemen niet alleen genoegen met een falsifieerbare theorie maar leggen
meer de nadruk op de groei van de wetenschap. Hierbij zoeken ze steeds naar een nieuwere, meer
gewaagde en betere falsifieerbare theorie die beter is dan de vorige. Ze stellen niet alleen de standaard
vragen als: is het falsifieerbaar, hoe falsifieerbaar is het en is het al gefalsifieerd. Maar de nadruk ligt
juist op de vraag: is deze theorie een waardevolle vervanger voor een oude theorie. Met waardevoller
wordt bedoeld dat het meer falsifieerbaar is maar toch meer tests kan doorstaan, tests die de oude
theorie bijvoorbeeld zouden falsifiren. Ze zijn dus op zoek naar gewaagde nieuwe theorien. Nu
lijken de theorien die mensen vroeger opstelden niet zo gewaagd om dat we nu de kennis hebben die
deze theorien bijvoorbeeld. gemakkelijk kunnen falsifiren daarom moet je altijd rekening houden
met de background knowledge. Background knowledge is dus de kennis waarover men beschikte ten
tijde van het opstellen van de theorie, een gewaagde theorie falsifieerde dus een deel van de
background knowledge van die tijd.
Vraag 7. Wat is een propositie? Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde
propositie? Wat is de rol van voegwoorden hierbij?
Een propositie is een stelling die waar of onwaar kan zijn, het kan niet verder vereenvoudigd worden
(Paul is thuis -> waar of niet waar). Een enkelvoudige propositie is een enkele stelling. Een
samengestelde propositie, bestaat uit 2 proposities die op verschillende manieren met elkaar
verbonden kunnen worden doormiddel van voegworden (bijv A en B)
Vraag 8. Wat zijn voegwoorden in de propositie logica? Welke voegwoorden zijn er? Geef de
waarheidstabel van twee voegwoorden.
Voegwoorden koppen enkelvoudige proposities tot samengestelde proposities, deze samengestelde
proposities kunnen worden weergeven in waarheidstabellen. Verschillende voegworden zorgen voor
verschillende waarheidstabellen (1 = de waarheid, 0 = niet de waarheid)
En
Of
niet
A
B
A en B
A
B
A of B
A
~A
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
0
1
0
1
0
1
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
Vraag 9. De twee deductieregels die met de conditionele propositie Als dan
samenhangen zijn de Modus Ponens (MP) en Modus Tollens (MT). Geef de waarheidstabel
voor Als .. dan.... Laat zien wat de redeneerschemas voor MP en MT zijn. Laat met de
waarheidstabel voor Als .. dan... zien waarom MP en MT geldige redeneerschemas zijn.
als....dan
A
B
A->B
1
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
1
Modus Ponens (het bevestigen van het antecedent), heeft het volgende redeneerschema:
A->B
met andere woorden: als A->B waar is (A->B = 1) en A is waar (A=1) dan
A
moet B ook waar zijn (B=1). Dit is af te leiden uit de bovenste regel van de
B
waarheidstabel (als A dan B, A -> dus B)

De Modus Tollens (het ontkennen van het consequent) heeft het volgende redeneerschema:
A->B
met andere woorden: als A->B waar is (A->B =1) en B is niet waar (B=0) dan moet
~B
A ook niet waar zijn (A=0). Dit is af te leiden uit de onderste regel van de
~A
waarheidstabel. (NB: ~B betekent: niet B m.a.w. B =0)
Vraag 10. Wat is een drogreden? Waarom wordt verificatie ook wel drogreden van de
consequens genoemd? Leg dit uit aan de hand van het redeneerschema (syllogisme) van
verificatie en de bijbehorende waarheidstabel.'
Een drogreden is een stelling die niet geverifieerd kan worden op basis van een argument, omdat dit
argument ontbreekt. Of omdat het argument niet van toepassing is op de stelling. Verificatie wordt ook
wel drogreden van de concequens genoemd omdat het de concequens probeerd te bevestigen terwijl
dit helemaal niet kan.
Verificatie syllogisme:
A = water, B = Vloeistof
Als A dan B
A
Dus B
Met andere woorden, dit is water dus dit is een vloeistof
De drogreden is dan
Dit is een vloeistof dus dit is water
Als A dan B
B
Dit kan niet!!
Dus A
De bijbehorende waarheidstabel is de als...dan tabel
als....dan
A
B
A->B
1
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
1
Week 3
Vraag 1. Wat houdt de Quine-Duhem stelling (thesis) in? Waarom is deze stelling een
probleem voor het falsificationisme?
De Quine-Duhem stelling houdt het volgende in: een afzonderlijke hypothese kan nooit volledig
worden gefalsificeerd omdat je niet kunt nagaan of een eventuele fout in een de hypothese zelf?, aan
het netwerk van theorien waarin deze hypothese zich bevind, of aan de aannamen o.i.d. ligt. Met
andere woorden, wat is er nu precies gefalsificeerd? Dit is een probleem voor het falsificationisme
omdat er op deze manier nooit een theorie volledig gefalsificeerd kan worden en daardoor nooit
vooruitgang in de wetenschap kan worden geboekt.
Vraag 2. Wat bedoelt Kuhn met het begrip paradigma? Waarom is een paradigma zo
belangrijk voor de wetenschap volgens Kuhn? Wat wordt in dit verband bedoeld met de
sociologische kant van een paradigma? Leg uit waarom de sociologische kant van een
paradigma een belangrijke rol speelt in de wetenschap volgens Kuhn.
Een paradigma is een soort algemeen geaccepteerd wereldbeeld. Het bevat het pakket van termen,
wetten, theorien, gereedschappen en methoden dat een wetenschapper van een bepaalde stroming
gebruikt, daarom is een paradigma belangrijk. Neem bijvoorbeeld de mensen die Newton volgen.

Deze gebruiken de wetten van newton, de formules die hierbij komen kijken en de gereedschappen die
nodig zijn om deze wetten te gebruiken. De sociologische kant is hierbij dat jonge wetenschapper het
kader van het paradigma kan gebruiken om te groeien en opgevoed kan worden wat betreft het doen
van onderzoek. Dit is belangrijk voor de wetenschap omdat hierdoor publicaties kunnen worden
gedaan, subsidies worden verstrekt en posities kunnen worden toegeschreven. Het draagt dus bij aan
de groei van de wetenschap
Vraag 3. Wat betekent normal science in de theorie van Kuhn? Wat is de rol van een
paradigma hierin?
Normal science is volgens Kuhn het doen van succesvol onderzoek binnen een paradigma. In principe
een periode van rust, waarbij geen crisis plaatsvindt. Wetenschap is een soort puzzel oplossen, de basis
van deze puzzel heb je al via het paradigma (de wetten, formules, gereedschappen etc.) nu moet je zelf
deze puzzel afmaken. Onderdeel van normal science is ook het steeds definiren van het paradigma
om het beter overeen te laten komen met de natuur (beetje lastig, zie boek blz 110).
Vraag 4. Wat zijn wetenschappelijke revoluties in de theorie van Kuhn? Wat is de rol van
anomalien hierin?
Een anomalie is een gebeurtenis die niet kan worden verklaard aan de hand van het paradigma. Nu is
een enkele anomalie niet erg volgens Kuhn, het wordt pas een probleem als: deze anomalien de
fundamenten van de paradigma aantasten, als er te veel anomalien zijn, of als er bij een anomalie
belangrijke sociale of economische problemen bij betrokken zijn. Op dat moment is het paradigma
niet meer betrouwbaar en moet er een nieuwe komen. Dit is een crisis, om deze crisis op te lossen
moeten steeds nieuwe paradigma worden ontwikkeld door wetenschappers, dit is een
wetenschappelijke revolutie.
Vraag 5. Wat is context of discovery? Wat is context of justification? Welke van de twee is
volgen Kuhn belangrijker en waarom?
Context of discorvery: Beschrijving/verklaring van de manier waarop een theorie is ontstaan,
rechtvaardiging van theorie is historisch bepaald.
context of justification: de onderbouwing (rechtvaardiging) van een theorie op basis van observaties
en logisch redeneren.
Kuhn vindt context of discovery belangrijk, want dit is descriptief (beschrijvend) en niet normatief
(voorschrijvend). Dus kijkt naar wat wetenschappers precies doen.
Vraag 6. Wat is een Gestalt switch? Geef een voorbeeld. Volgens Kuhn voltrekt de overgang
van een oud (eerder) paradigma naar een nieuw paradigma zich als Gestalt switch. Waarom is
dat zo volgens Kuhn?
Een gestalt switch is de het plots anders zien van een beeld. Denk aan de trap in hoofdstuk 1. Of een
andere afbeelding waarin je op het eerste gezicht iets ziet. Maar als je op een andere manier kijkt zie je
opeens iets heel anders. Kuhn vergeleek de overgang van een oud naar een nieuw paradigma met een
gestalt switch omdat bij de overstap naar een nieuw paradigma, net als in de gestalt switch, een ander
beeld naar voren komt: een ander wereldbeeld in dit geval met andere feiten en andere vragen die
relevant zijn.
Vraag 7. Wat bedoelt Kuhn met het begrip incommensurabel? Waarom zijn paradigmas in de
wetenschap volgens Kuhn incommensurabel?
Met inconsummerabel bedoeld Kuhn in principe dat er geen logische wetenschappelijke reden is om te
kiezen tussen verschillende paradigma's. dit is zo in de wetenschap omdat: paradigma's
onvergelijkbaar zijn. Ze geven beide een andere kijk op de wereld, er zijn niet genoeg neutrale
theorien in beide paradigma om ze te vergelijken, ze geven beide andere ideen maar er hoeft er niet
per se n beter te zijn. Er is geen objectieve waarheid.
Vraag 8. Is er volgens Feyerabend een verschil tussen wetenschap en mythe of ideologie?
Waarom wel/niet?

Nee: er is bij beide geen vorm van rationaliteit. Er is volgens Feyerabend geen wetenschappelijke
methode om alles te testen. Standaarden, en daarmee "vooruitgang" in de kennis komt van
experimenten zelf en niet van rationaliteit. Neem bijvoorbeeld Gallileo met zijn telescoop. Hij keek
naar de hemelen, dit is onbekend terrein dus moest hij zelf alles een maatstaaf geven (wat is ver, wat is
dichtbij etc.) op een zelfde manier zit een mythe bijvoorbeeld in elkaar. Er is geen rationaliteit waarop
mensen kunnen bouwen.
Vraag 9. Wat bedoelt Feyerabend met Anything goes? Waarom leidt dit tot relativisme?
Met anything goes bedoelt Feyerabend dat wetenschappers hun subjectieve wensen moeten nastreven.
Volgens Feyerabend is er namelijk geen wetenschappelijke methode. Dit leid tot relativisme omdat
iedere wetenschapper een ander wereldbeeld heeft en wetenschap er dus voor iedereen anders uit ziet,
de "werkelijkheid" is op deze manier dus voor iedereen anders en afhankelijke van, tijd, plaats,
persoon, onderwerp etc. -> anything goes
Vraag 10. Wat is de overeenkomst en het verschil tussen generalisaties en analogien?
Overeenkomst: bij beide kunnen we een conclusie trekken over een bepaalde groep:
Verschil: bij een analogie gebeurt dit doormiddel van vergelijking van de groep met een andere groep,
bijv: als groep x en groep y in dit stadium op elkaar lijken, dan zullen groep x en groep y in het
volgende stadium ook op elkaar lijken
Bij generalisatie trek je een conclusie over een groep door middel van het kijken naar een sample. Als
een sample uit die groep in grote maten deze trekken vertoont zal de groep hoogstwaarschijnlijk ook
wel deze trekken vertonen.

Week 4
Vraag 1. Wat is de harde kern in een research pr
ogramma van Lakatos? Wat is de relatie met het paradigma begrip van Kuhn? Wat is
het verschil tussen beide?
De harde kern zijn volgens een research programma de fundamentele regels in een
wetenschap. Beide gaan uit van een raamwerk waarin wetenschap wordt uitgevoerd. Ook
waren Lakatos en Kuhn het eens dat wetenschap historisch bepaald moet zijn. Het verschil is
dat er bij Lakatos meerdere RP's naast elkaar konden werken. Terwijl er bij Kuhn uitsluitsel
was tussen paradigma's
Vraag 2. Wat is de beschermende gordel in een research programma van Lakatos? Wat
is de overeenkomst met Popper? Wat is het verschil tussen een RP van Lakatos en
Popper's visie op wetenschap?
De beschermende gordel is de groep met falsifieerbare hypothesen die om de fundamentele
principes (harde kern) heen worden gebouwd . dit gebeurd om de harde kern te beschermen
zodat deze niet aangevallen wordt, maar in zijn plaats juist de beschermende gordel. De
overeenkomst met Popper is dat beide een theorie als basis nemen voor een onderzoek, ipv
observaties, ze geloofden niet in de inductieve manier. Verschil is dat een RP een
fundamentele basis heeft die niet aangetast kan worden. Terwijl bij Popper het hele netwerk
fout kan zijn bij een falsificatie.
Vraag 3. Wat is een heuristiek in een research programma van Lakatos? Wat is de
relatie met wetenschappelijke vooruitgang?
Een heuristiek is een set basisregels die de manier van goed wetenschap doen moet
bevorderen. Je hebt twee soorten: een negatieve heuristiek wat een wetenschapper juist niet
moet doen. En een positieve heuristiek: wat een wetenschapper juist wel wordt geadviseerd
om te doen. Dit kan zorgen voor wetenschappelijke vooruitgang omdat een heuristiek je

binnen een RP de goede richting in stuurt: het is een soort map waaraan je de juiste route kunt
vinden.
Vraag 4. Wat bedoelt Lakatos met rivaliserende research programmas? Welke
rivaliserende research programmas kunnen er in het IQ debat worden onderscheiden?
Geef een korte beschrijving van beide.
Rivaliseerende RP's zijn twee of meer RP's over hetzelfde onderwerp, met een andere kijk op
dit onderwerp. Ze geven een andere verklaring voor hetzelfde fenomeen. Met betrekking op
het IQ debat heb je bijvoorbeeld de Nature RP vs de Nurture RP. De Nature RP stelt dat IQ bij
geboorte vastgelegd is, verschillen in IQ zijn dus genetisch bepaald. Nurture RP stelt juist dat
iedereen gelijk geboren wordt en dat de omgeving het IQ van een individu bepaald
Vraag 5. Waarom is het rationeel volgens Lakatos om een tijd vast te houden aan de
kern van een research programma bij een anomalie? Welk probleem kan zich hier
voordoen?
Het lijkt Lakatos rationeel omdat een research programma altijd nog kan groeien na een
anomalie, als je je blijft vast houden aan de harde kern. De Copernicaanse theorie had
bijvoorbeeld een eeuw lang tegenslagen tot dat Gallileo en Kepler de theorie weer leven in
bliezen. Een probleem dat zich hier voor kan doen is dat er niet precies kan worden vast
gelegd wat nou echt de harde kern is.
Vraag 6. Lakatos probeert onderdelen van Kuhn en Popper in zijn wetenschapstheorie
over te nemen. Wat neemt hij vooral van Kuhn over? Wat neemt hij vooral van Popper
over?
Lakatos nam van Kuhn het raamwerk over (paradigma's -> Research Programms). Van Popper
nam hij vooral het idee over van groei in de wetenschap door falsificatie in plaats van door
relativisme, inductie.
Vraag 7. Lakatos probeert onderdelen van Kuhn en Popper in zijn wetenschapstheorie
over te nemen. Wat is het belangrijkste verschil tussen zijn theorie en die van Kuhn?
Wat is het belangrijkste verschil tussen zijn theorie en die van Popper?
Verschil met Kuhn: RP's kunnen wel met elkaar concureren en beter zijn waar paradigma's dit
niet konden. Verschil met Popper: bij Popper werd met falsificatie een hele theorie verworpen.
Kuhn hield juist vol dat een falsificatie een theorie of zijn RP niet kan aantasten in ieder geval
niet zijn harde kern.
Vraag 8. Bestaat er volgens Chalmers een universele methode van wetenschap. Hoe is
volgens hem vooruitgang in de wetenschap mogelijk?
Chalmers is het met Feyerabend eens dat er geen universele methode is voor alle soorten
wetenschap. Chalmers zoekt juist een middenweg waarin hij zegt dat er wel standaard
methoden zijn maar dat die per wetenschap en binnen wetenschap verschillen. Op deze
manier is er groei en vooruitgang in de wetenschap mogelijk omdat er beter onderzoek kan
worden gedaan. Wetenschap kan groeien volgens chalmers door de groei en verbetering van
methoden en standaarden.
Vraag 9. Wat zijn physical causal explanations? Wat zijn behavioral causal
explanations?
een physical causal explanation is een verklaring van een gebeurtenis aan de hand van een
natuurwetenschap ( natuur, schei, wiskunde, biologie etc.). De verklaring is afhankelikj de
fysieke achtergrond: de conditie waarin een een bepaalde gebeurtenis zich voordeed.

Voorbeelden van PSE: waarom heb ik een lekke band? Hoe komt het dat ik hoge bloeddruk
heb? M.a.w. verklaringen voor natuurwetenschappelijke gebeurtenissen.
Behavioral causal explanations zijn verklaringen over bepaald gedrag van mensen aan de
hand van psychologie en andere sociale wetenschappen. Ook horen hierbij de verklaringen
aan de hand van commonsense psychologie: verklaringen aan de hand van redenen en
motieven. Ook hierbij geeft de achtergrond van de gebeurtenis relatieve informatie.
Voorbeelden zijn: waarom deed hij dat? Waarom verdienen knappe mensen meer? M.a.w.
verklaringen voor gedragingen die observeerbaar zijn.
Vraag 10. Wat wordt bedoeld met de Best Diagnosis Method? Waarvoor wordt deze
methode gebruikt? Wat is de rol van background knowledge daarbij?
de Best Diagnosis Method is een manier van hypothese stellen aan de hand van een aantal
observaties. Je kunt het vergelijken met het stellen van een diagnose van een dokter. De
diagnose is de uiteindelijke hypothese en de symptomen zijn de observaties. Zo vraagt een
dokter zich allerlei dingen af: bij een bepaalde ziekte vraagt hij je naar je leeftijd geslacht,
familieziektes, bloeddruk en noem maar op. Op deze manier verzamelt hij observaties en aan
de hand hiervan trekt hij de best mogelijke conclusie: -> de beste Diagnose. Deze Methode
wordt voor alles causale hypotheses gebruikt: van de oorzaak van het universum (bijv. voor
sommigen God) tot waarom mijn auto niet start (bekijk verschillende dingen die wellicht fout
kunnen zijn en trek hier uit de beste diagnose). Background knowledge is hierbij belangrijk
omdat het als een gids dient voor degene die deze methode gebruikt. Zo kan een
natuurkundige sneller dan een kunstenaar de beste diagnose stellen over een bepaald
natuurfenomeen.

También podría gustarte