Está en la página 1de 44

Leidraad Duurzame Bedrijventerreinen 2003

Richtlijnen voor de subsidieaanvraag


Inzicht in het verduurzamingsproces
van bedrijventerreinen
Inhoud
Voorwoord 3
Inleiding 4
Subsidie 7
Fase 1 Initiëring 13
Fase 2 Oriëntatie 19
Fase 3 Besluitvorming 23
Fase 4 Vormgeving 29
Fase 5 Uitvoering 35
Dynamiek van verduurzaming 41

1
2
Voorwoord

Bedrijven hebben ieder een eigen strategie en misch rendement én tegelijkertijd milieuwinst
beleid. Bij inspanningen om de milieuefficien- boeken. Ook provincies, gemeenten, water-
cy te verbeteren zoeken ondernemingen veel- schappen en andere partijen zoals (regionale)
al individueel een oplossing. Soms echter bie- ontwikkelingsmaatschappijen, projectontwik-
den bedrijven in de buurt nieuwe kansen met kelaars en energiebedrijven hebben belang bij
belangrijke kostenvoordelen. Wat bijvoor- het verduurzamen van bedrijventerreinen.
beeld restwarmte voor het ene bedrijf is, is
proceswarmte voor de ander. Er zijn volop kansen, zo blijkt uit verschillen-
de gestarte initiatieven. Zowel op bestaande
Meer en meer kiezen ondernemingen op als bij nieuw op te zetten bedrijventerreinen.
bedrijventerreinen voor een gezamenlijke Zo gaat biogas van een nabijgelegen stort-
aanpak van verduurzaming. Zo is het begrip plaats de behoefte aan fossiele brandstoffen
duurzaam bedrijventerrein ontstaan: terugdringen op een nieuw aan te leggen
Samenwerking tussen bedrijven onderling en bedrijventerrein. Andere bedrijven zien brood
met overheden op bedrijventerreinen, gericht in de vrijkomende reststoffen van een nabij-
op het verbeteren van het (bedrijfs-)econo- gelegen fabriek. Zij gaan het benutten als
misch resultaat, de vermindering van de grondstof voor de fabricage van nieuwe pro-
milieubelasting en een efficiënter ruimtege- ducten. Een zorgvuldiger gebruik van de
bruik.1 Centraal staat het versterken van de ruimte door gemeenschappelijke parkeervoor-
concurrentiekracht, een beter bedrijfsecono- zieningen, gestapelde bouw en gebruik van
verzamelgebouwen. Gemeenschappelijke
nutsvoorzieningen met een hoog rendement,
zoals warmte- krachtkoppeling, collectieve
In hoofdlijnen zijn er acht thema’s1 te onderscheiden: warmtepomp of een collectieve rioolwaterzui-
veringsinstallatie. Bedrijven gaan de levering
van gas, elektriciteit en bijvoorbeeld ook
water, stoom of perslucht gezamenlijk behe-
ren. Een overkoepelende management-bv kan
dan namens geïnteresseerde bedrijven raam-
contracten gaan afsluiten. Dit levert op ver-
schillende niveaus efficiencyvoordelen op.

Duurzame bedrijfsprocessen Deze leidraad is bedoeld als handreiking om


het proces van verduurzaming op bedrijven-
terreinen handen en voeten te geven.

1
uit: ‘Duurzame bedrijventerreinen. Handreiking voor het
management van bedrijven en overheid’, uitgave Ministerie
van Economische Zaken, 1998.

Duurzame inrichting van het terrein

3
Inleiding

EEN DUURZAAM BEDRIJVENTERREIN REALISE- bedrijventerrein bestaat uit een aantal fasen
REN, HOE DOE JE DAT? (zie figuur). De hoofdstukken volgend op het
Om verduurzaming van een bedrijventerrein hoofdstuk Subsidie beschrijven per fase doel,
te realiseren zijn technische oplossingen resultaat en betrokken partijen. Ook is er in
meestal binnen handbereik. Het succes van elke fase aandacht voor de verschillende
initiatieven tot verduurzaming hangt echter stappen die betrokken partijen moeten zetten.
van meer factoren af. Steeds speelt samen- Deze stappen vormen de bouwstenen van
werking een cruciale rol, zowel samenwer- iedere fase en als geheel het fundament voor
king tussen de bedrijven onderling als tussen de ontwikkeling van een duurzaam bedrij-
bedrijven en overheden. Ook andere organi- venterrein.
saties kunnen betrokken zijn bijvoorbeeld
Kamers van Koophandel, (regionale) ontwik- DOEL VAN DE LEIDRAAD: RICHTLIJNEN VOOR DE
kelingsmaatschappijen en energiebedrijven. SUBSIDIEAANVRAAG
Het is niet eenvoudig om deze vaak zeer Het programma Duurzame Bedrijven-
gecompliceerde samenwerking tot stand te terreinen van het ministerie van Eco-
brengen; het vergt een vrijwillige (echter nomische Zaken stimuleert bedrijven, over-
geen vrijblijvende) samenwerking tussen heden en andere organisaties bij de opzet van
bedrijven en overheden, terwijl zij elk een duurzame bedrijventerreinen. Novem voert
eigen strategie en eigen belangen hebben. het programma uit. De Subsidieregeling
duurzame bedrijventerreinen maakt onder-
DOEL VAN DE LEIDRAAD: INZICHT IN HET VER- deel uit van het programma. De subsidiere-
DUURZAMINGSPROCES geling ondersteunt partijen betrokken bij het
Deze leidraad beoogt nieuwe initiatieven te verduurzamingsproces financieel.
ondersteunen en de slaagkans ervan te ver- De leidraad geeft inzicht in de subsidierege-
groten. Reeds lopende initiatieven voor ver- ling en in de afwegingen die een rol spelen
duurzaming vormen de basis van de leidraad. bij de beoordeling van ingediende project-
De initiatiefnemers hebben immers de kan- voorstellen. Het beoogt daarmee de kans van
sen en knelpunten aan den lijve ondervon- slagen van subsidieaanvragen te vergroten.
den. Ze hebben oplossingen gevonden en
hebben - achteraf gezien - ook ideeën hoe De algemene informatie over de Subsidie-
het de volgende keer beter zou kunnen. Aan regeling duurzame bedrijventerreinen vindt u
de hand hiervan schetst deze leidraad een in het hoofdstuk Subsidie. In de hoofdstuk-
procesgang waarmee nieuwe initiatiefnemers ken die de verschillende fasen van het ver-
hun voordeel kunnen doen. Ook geeft het duurzamingsproces behandelen vindt u ook
houvast aan initiatieven die vanuit een ‘ad informatie over de subsidie. Deze is echter
hoc’ situatie zijn ontstaan. Het is van belang meer specifiek gericht op de verschillende
dat initiatiefnemers zich realiseren dat de typen projecten.
situatie procesmatig aangepakt moet worden.
Het totale proces van verduurzaming van een

4
Fase1
Initiëring Fase2
Van idee naar gemeenschap- Oriëntatie
pelijk draagvlak (pag.13) Van draagvlak naar analyse van
mogelijkheden en kansen (pag.19)
1 Inventariseer de belangrijkste
samenwerkingspartners 1 Analyseer de doelstellingen van
2 Creëer draagvlak betrokken partijen
3 Ontwikkel een gezamelijke 2 Inventariseer de bedrijfsgegevens
visie 3 Betrek overige partijen bij het proces
4 Leg de gemeenschappelijke 4 Maak partijen enthousiast voor
visie en werkafspraken vast kansrijke oplossingen
5 Denk aan streekplannen en
bestemmingsplannen
6 Organiseer een startbijeen-
komst
Fase3
Besluitvorming
Van mogelijkheden en kansen naar masterplan (pag.23)

1 Richt een projectorganisatie op


2 Analyseer de economische kansen en technische
(on)mogelijkheden
3 Scan de juridische, organisatorische en financiële
consequenties
4 Analyseer de risico’s
5 Stel een masterplan op
6 Neem een formeel besluit

Subsidie
Fase4
Vormgeving
Van masterplan naar concrete
projectvoorstellen en contracten (pag.29)

1 Denk aan promotie en acquisitie


2 Stel een plan van aanpak op

Fase5
Uitvoering
3
4
Voer haalbaarheidsstudies uit
Stel contracten op

Van projectvoorstellen naar realisatie


en borging van verduurzaming (pag.35)

1 Zorg voor een projectorganisatie


2 Voer een pilotproject uit
3 Evalueer de resultaten
4 Zorg voor borging

5
6
Subsidie

ALGEMEEN BESTAANDE TERREINEN


De Subsidieregeling duurzame bedrijventerrei- Op bestaande bedrijventerreinen komen de
nen is gebaseerd op de Kaderwet EZ-subsi- volgende projecttypen in aanmerking voor
dies. Doel van de subsidieregeling is de subsidie:
milieuprestaties en het bedrijfseconomisch • ontwikkelingsprojecten;
rendement op een bedrijventerrein te verbete- • technische haalbaarheidsprojecten;
ren door het financieel ondersteunen van pro- • organisatorische haalbaarheidsprojecten.
jecten die gericht zijn op het realiseren van
samenwerkingsmogelijkheden tussen bedrij- UITBREIDING VAN BESTAANDE TERREINEN
ven onderling en tussen de bedrijven en Binnen de subsidieregeling valt de uitbreiding
betrokken overheden. Het gaat hierbij om van een bestaand terrein onder het type
samenwerkingsmogelijkheden die leiden tot ‘bestaand bedrijventerrein’, tenzij het project
gelijktijdige verbetering van milieu- en in de subsidieaanvraag alléén en uitsluitend
bedrijfseconomische prestaties. betrekking heeft op het uitbreidingsdeel van
het terrein. In dat geval wordt de uitbreiding
De Subsidieregeling duurzame bedrijventerrei- beschouwd als nieuw terrein.
nen richt zich op projecten die worden uitge-
voerd in de periode voorafgaand aan de daad- Bij de beschrijving van de verschillende fasen
werkelijke investeringen. De regeling kent gaat de leidraad met name in op bestaande
twee typen projecten: en nieuwe terreinen. Een uitbreiding wordt
1. Het ontwikkelingsproject dat gericht is op niet afzonderlijk aan de orde gesteld.
het opstellen van een masterplan. Dit is de
fase van besluitvorming (fase 3) van het CLUSTER VAN BEDRIJVENTERREINEN
verduurzamingsproces; De regeling is ook van toepassing op clusters
2. Het technisch of organisatorisch haalbaar- van bedrijventerreinen. Een cluster van
heidsproject dat gericht is op de uitwerking bedrijventerreinen bestaat uit meerdere terrei-
van kansrijke duurzame oplossingen tot nen waarbij het gemiddelde bruto oppervlak
concrete projectvoorstellen en contractvoor- van de terreinen, vallend binnen dit cluster,
stellen. Dit is de fase van vormgeving (fase ten minste 10 hectaren bedraagt. Een subsi-
4) van het verduurzamingsproces. dieaanvraag voor een cluster moet zich rich-
ten op de samenwerking tussen de terreinen.
TERREINEN De te behandelen onderwerpen moeten dus
De Subsidieregeling duurzame bedrijventerrei- een terreinoverstijgend karakter hebben. Ten
nen maakt onderscheid in verschillende typen aanzien van de subsidieverlening gelden voor
terreinen: clusters van bedrijventerreinen dezelfde crite-
• nieuwe terreinen; ria en voorwaarden als voor individuele
• bestaande terreinen; bedrijventerreinen.
• uitbreidingen van bestaande terreinen.
Ten aanzien van de subsidiemogelijkheden KANSRIJKE MILIEUTHEMA’S
bestaat een strikte koppeling tussen type pro- Een project kan alleen in aanmerking komen
ject en type terrein. voor subsidie als kansrijke milieuthema’s aan
bod komen. Kansrijk betekent dat bedrijven
NIEUWE TERREINEN op het bedrijventerrein en bedrijven en over-
Voor nieuw te ontwikkelen terreinen is alléén heden gaan samenwerken om inhoud te
voor technische haalbaarheidsprojecten subsi- geven aan de gezamenlijke aanpak van die
die mogelijk. milieuthema’s.

7
MILIEUTHEMA’S begrip groep, zie artikel 1 van de regeling). In
De milieuthema’s waar het bij de regeling om het samenwerkingsverband dient tenminste
gaat richten zich op het behalen van een één ondernemer deel te nemen.
beter bedrijfseconomisch resultaat en tegelij- Bij een aanvraag door een samenwerkingsver-
kertijd het behalen van milieuwinst door pre- band is vereist dat één van de deelnemers
ventie en reductie. De milieuthema’s zijn: van het samenwerkingsverband de aanvraag
• ruimtegebruik; indient, mede namens de andere deelnemers
• afvalstoffen; (penvoerder). Dat betekent dat de penvoerder
• energie; bij de aanvraag machtigingen toevoegt van de
• goederenvervoer; andere deelnemers en een overeenkomst
• personenvervoer; waarin de samenwerking is geregeld. In deze
• water; overeenkomst is aandacht voor de volgende
• grond- en hulpstofffen; onderwerpen:
• terreinbeheer. • deelnemers in het samenwerkingsverband;
• doelstelling van de samenwerking;
PRIORITAIRE THEMA’S • wijze van samenwerking tussen de
Van de bovengenoemde thema’s zijn ruimte- deelnemers;
gebruik, afvalstoffen en energie aangemerkt • duur van de samenwerking;
als prioritaire thema’s. Dit betekent, dat pro- • verdeling van kosten en risico’s tussen de
jecten die betrekking hebben op deze thema’s deelnemers;
bijzonder welkom zijn. • verdeling van de subsidie over de
deelnemers;
TERREINBEHEER • wie verantwoordelijk is voor het voeren
Als een bedrijventerrein eenmaal op een duur- van de administratie;
zaam peil gebracht, is het zaak die kwaliteit te • rechthebbende op de projectresultaten.
handhaven en aan te passen aan veranderen-
de omstandigheden. Daarom is ook het vorm- De penvoerder verzorgt niet alleen de aan-
geven van terreinbeheer (parkmanagment) vraag van de subsidie, maar ook de uitvoe-
een thema dat binnen de regeling valt. ring van de verplichtingen en de afhandeling
van de subsidie.
Projecten gericht op de reductie of verbete-
ring van de thema’s geluid, bodem en groen- Op bedrijven en samenwerkingsverbanden
voorziening worden nadrukkelijk niet onder- van bedrijven is de ‘de minimis’-regel van
steund vanuit de regeling. toepassing (zie kader).

VOOR WIE? DE ‘DE MINIMIS’-REGEL


Aanvragers kunnen zijn: De Subsidieregeling duurzame bedrijventerrei-
• bedrijven; nen wordt aangemerkt als zogeheten ‘de min-
• bedrijvenverenigingen en vergelijkbare imis’ steun. Dit betekent dat volgens een ver-
organisaties bijvoorbeeld industriekringen; ordening van de Commissie van de
• overheden (provincies, gemeenten, EG geringe steunbedragen niet vooraf aan de
WGR-samenwerkingsverbanden); Commissie hoeven te worden aangemeld.
• stichtingen; De ‘de minimis’-regel legt voor het verlenen
• Kamers van Koophandel; van subsidie vanuit de Subsidieregeling duur-
• energie- en waterleveranciers; zame bedrijventerreinen geen beperkingen op
• projectontwikkelaars en adviesbureaus; aan aanvragers zoals gemeenten, provincies,
• samenwerkingsverbanden van verschillende bedrijvenverenigingen en Kamers van
bedrijven of bedrijventerreinen (zie kader). Koophandel. Echter wel aan bedrijven en
samenwerkingsverbanden van bedrijven.

SAMENWERKINGSVERBAND Voor bedrijven die subsidie aanvragen zijn de


Een samenwerkingsverband is een verband volgende punten van belang:
dat geen rechtspersoonlijkheid bezit en
bestaat uit minstens twee natuurlijke perso- • de ‘de minimis’-regel is niet van toepassing
nen of rechtspersonen die niet in een groep op de vervoersector en sectoren waar werk-
verbonden zijn (voor omschrijving van het zaamheden worden verricht die verband
8
houden met productie, verwerking of ver- de Subsidieregeling duurzame bedrijventer-
handeling van producten opgenomen in bij- reinen wordt rekening gehouden met uit
lage 1 van het EG-verdrag. In het algemeen het verleden toegekende steun aan de deel-
betreft het bedrijven uit de sectoren land- nemers van het samenwerkingsverband,
bouw, visserij, aquacultuur en de voeding- vallend onder de ‘de minimis’-regel.
en genotmiddelenindustrie. Daarom dient bij de aanvraag van een sub-
Dit betekent dat aan bedrijven uit deze sec- sidie, per deelnemer van het samenwer-
toren die een aanvraag indienen in het kingsverband, een overzicht verstrekt te
kader van de Subsidieregeling duurzame worden van het totaal aan ‘de minimis’
bedrijventerreinen geen subsidie verstrekt steun dat is toegekend of aangevraagd. Ook
wordt; hier geldt dat het een periode betreft van
drie jaar, voorafgaand aan het moment van
• voor overige bedrijven geldt dat het totale de aanvraag.
bedrag aan steun vallend onder de
‘de minimis’-regel verleend aan één bedrijf, Voor meer gedetailleerde informatie over de
niet hoger mag zijn dan € 100.000,- over ‘de minimis’- regel wordt verwezen naar
een periode van drie jaar. Dit maximum Verordening (EG) Nr.69/2001 van de commis-
geldt voor de totale overheidssteun (lokaal, sie van 12 januari 2001 betreffende de toepas-
regionaal, provinciaal en nationaal) die aan sing van de artikelen 87 en 88 van het EG-
een bedrijf is toegekend in het kader van verdrag op de ‘de minimis’ steun.
steunregelingen die onder de ‘de minimus’-
regel vallen. Dit is ongeacht vorm en doel
van de verleende steun; AFWIJZINGSCRITERIA
Belangrijke redenen om een subsidieaanvraag
• bij het toekennen van een subsidie vanuit af te wijzen zijn:
de Subsidieregeling duurzame bedrijventer-
reinen wordt rekening gehouden met uit • omvang van het bedrijventerrein is kleiner
het verleden toegekende steun vallend dan 10 hectare. In het geval van een cluster
onder de ‘de minimis’-regel. Daarom die- van bedrijventerreinen: het gemiddelde
nen bedrijven bij de aanvraag voor een bruto oppervlak van de terreinen vallend
subsidie een overzicht te verstrekken van binnen dit cluster is kleiner dan 10 hectare;
het totaal aan ‘de minimis’ steun dat is toe-
gekend of aangevraagd, gedurende een • niet correcte koppeling tussen project- en
periode van drie jaar voorafgaand aan het terrein-type. Op bestaande terreinen komen
moment van de aanvraag. ontwikkelingsprojecten en beide typen haal-
baarheidsprojecten in aanmerking voor
Voor samenwerkingsverbanden van bedrij- financiële ondersteuning. Op nieuwe terrei-
ven die subsidie aanvragen is het volgende nen komen alleen technische haalbaarheids-
van belang: projecten in aanmerking voor subsidie;

• de ‘de minimis’-regel en de daarbij beho- • aanvraag tot subsidiëring van een oriëntatie-
rende voorwaarden zijn ook van toepassing project. Oriëntatieprojecten komen in 2003
op samenwerkingsverbanden van bedrijven. niet meer in aanmerking voor subsidie;
Hierbij geldt dat het bedrag van € 100.000,-
en de termijn van drie jaar van toepassing • onvoldoende aandacht voor relevante
zijn op de individuele bedrijven die deelne- milieuthema’s. De ambities van deze the-
men aan het samenwerkingsverband; ma’s moeten gericht zijn op preventie en
reductie (bijvoorbeeld een project alleen
• indien een samenwerkingsverband aanvra- gericht op het realiseren van een collectief
ger is van een subsidie en één of meer van afvalcontract wordt afgewezen);
de bedrijven die deelnemen aan het samen-
werkingsverband behoren tot de sectoren • onvoldoende streven naar samenwerking
die uitgesloten zijn van de ‘de minimis’- tussen bedrijven onderling of tussen bedrij-
regel, wordt geen subsidie verstrekt; ven en overheden, gericht op de gezamen-
lijke aanpak van de milieuthema’s;
• bij het toekennen van een subsidie vanuit
9
• onvoldoende slaagkans van het project vanuit uren die besteed zijn door een medewerker
technisch, financieel-economisch, organisato- ‘op de loonlijst’ van de aanvrager. Een
risch, bestuurlijk en/of juridisch oogpunt; separaat ingehuurde derde kan geen directe
loonkosten declareren. Een voorbeeld hier-
• ontwikkeling van kennis die reeds bestaat van is een parkmanager werkzaam in
en voor publiek beschikbaar is (bijvoor- opdracht van de ondernemersvereniging.
beeld een project gericht op de ontwikke- De uren die deze functionaris direct aan het
ling van een energiescan voor bedrijven); project besteedt, dienen als ‘kosten derden’
opgenomen te worden;
• planologische belemmeringen waardoor de
ontwikkeling van een nieuw bedrijventer- • verbruikte materialen en hulpmiddelen (bij-
rein of uitbreiding van een bestaand terrein voorbeeld nieuwsbrieven, facilitering bij-
niet binnen 4 jaar kan starten; eenkomsten);

• onvoldoende financiële draagkracht bij de • kosten van derden (bijvoorbeeld adviesbu-


aanvrager om het project uit te voeren. reaus die ingeschakeld worden). Het is
tevens mogelijk om procesmanagement-
SUBSIDIE AANVRAGEN werkzaamheden mee te nemen. Deze pro-
De Subsidieregeling duurzame bedrijventerrei- cesmanagementwerkzaamheden dienen in
nen loopt tot en met 1 oktober 2003. directe relatie met het project uitgevoerd en
Aanvragen voor de subsidie moeten uiterlijk verantwoord te worden zowel vooraf (offer-
1 oktober 2003 door Novem ontvangen zijn. te) als achteraf bij de definitieve subsidie-
Het subsidiebudget is echter gelimiteerd, dus: vaststelling.
‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’. De
Minister van Economische Zaken heeft het • de regeling gaat uit van het subsidieren van
subsidieplafond voor 2003 vastgesteld op kosten die de subsidieontvanger maakt en
€ 2.500.000,-. behaalt na de indiening van de aanvraag.
Er zijn kosten ‘gemaakt’ op het moment dat
opdracht tot uitvoering van de werkzaam-
SUBSIDIEPERCENTAGE EN –BEDRAGEN heden is gegeven en dus verplichtingen zijn
Het subsidiepercentage en het maximale sub- aangegaan. Indien de opdracht is gegeven
sidiebedrag hangen af van het type project, voorafgaand aan het indienen van de aan-
zie onderstaande tabel. vraag, komen deze kosten niet meer voor
subsidiëring in aanmerking.
Type project Subsidie Maximaal subsidiebedrag
(% van totale
SUBSIDIE INFORMATIE
projectkosten)
De volgende documenten gaan in detail in op
Ontwikkelingsproject 75 € 60.000,- de subsidieregeling en de verschillende onder-
Haalbaarheidsproject 50 € 40.000,- delen van de subsidieaanvraag:

• tekst van de Subsidieregeling duurzame


Alleen voorstellen met projectkosten van bedrijventerreinen alsmede de tekst van de
minimaal € 11.500,- komen in aanmerking Regeling tot wijziging (inclusief toelich-
voor subsidie. ting);

SUBSIDIABELE KOSTEN • formulier voor het aanvragen van subsidie


De volgende projectkosten zijn subsidiabel: (inclusief toelichting).

• directe loonkosten van de aanvrager(s), Deze documenten zijn aan te vragen bij
verhoogd met een opslag voor algemene Novem, telefoon 030 - 239 35 53,
kosten. Het gaat hierbij om de, direct aan e-mail dbt@novem.nl, www.dbt.novem.nl.
het project bestede uren. Deze uren moeten
doormiddel van een integrale urenverant-
woording onderbouwd worden. In voorko-
mend geval zijn dat dus de te declareren
10
11
12
Fase 1 Initiëring
Gemeenschappelijk
Idee
draagvlak

Duurzame bedrijventerreinen ontstaan vanuit DOEL INITIËRINGSFASE


uiteenlopende omstandigheden. Er kunnen Het creëren van draagvlak en het ontwikkelen
één of enkele initiatiefnemers zijn, het kan van een gemeenschappelijke visie door bedrij-
gaan om een bestaand terrein of om de ont- ven en lokale overheden.
wikkeling van een geheel nieuw bedrijventer-
rein. Er leeft in ieder geval een idee. Om van WIE IS VERANTWOORDELIJK EN WIE VOERT HET
idee naar een uiteindelijke realisatie te komen UIT?
gaat de initiatiefnemer op zoek naar partners. De initiatiefnemers voeren alle stappen uit.
Ieder kan met zijn eigen deskundigheid een Hierbij kunnen adviesbureaus behulpzaam
bijdrage leveren aan het initiatief. Het komt er zijn door een deel van de werkzaamheden uit
dan op aan om alle ideeën te inventariseren te voeren. De bedrijven zelf spelen een pri-
en te komen tot een gemeenschappelijke kijk. maire rol; het gaat erom hun kennis te benut-
Duidelijk moet worden naar welk resultaat de ten en te organiseren.
partners streven en welke wensen en behoef- Bij nieuwe terreinen is het vooral de overheid
ten er leven. die het initiatief tot verduurzaming neemt en
Deze aanpak verkleint de risico’s die de daad- uitwerkt. Bij bestaande terreinen zijn de
werkelijke verduurzaming kunnen belemme- bedrijven aan zet; de overheid kan een initië-
ren: alle partijen ondersteunen het initiatief rende en stimulerende rol spelen.
tot verduurzaming, waarmee een breed draag-
vlak is ontstaan. RESULTAAT
Het gemeenschappelijk draagvlak is gereali-
seerd.

Subsidie fase 1

Vanuit de Subsidieregeling duurzame bedrij-


venterreinen is geen financiële ondersteuning
mogelijk voor projecten gericht op de initië-
ringfase.

13
Welke stappen zijn nodig?

STAP 1: INVENTARISEER DE BELANGRIJKSTE Concrete acties kunnen seminars of workshops


SAMENWERKINGSPARTNERS zijn. In deze bijeenkomsten geven bedrijven en
Met het inventariseren van de belangrijkste overheden met ervaring aan belangstellenden
samenwerkingspartners krijgen de initiatiefne- een toelichting vanuit de praktijk en proberen
mers een beeld van alle betrokkenen. Het ver- hen voor verduurzaming warm te krijgen.
breedt het initiatief en brengt de verschillende
partijen in kaart. STAP 3: ONTWIKKEL EEN GEMEENSCHAPPELIJKE
VISIE
Bestaande terreinen Met de ontwikkeling van een gemeenschappelij-
Belangrijkste partners zijn bestaande bedrijven, ke visie krijgen de betrokken partijen vertrouw-
bedrijvenkringen en –verenigingen, Kamer van en in het initiatief. Daarmee zijn zij ook bereid
Koophandel en de overheid. om actief deel te gaan nemen.
Hoe ontstaat een gemeenschappelijke visie op
Nieuwe terreinen een duurzame ontwikkeling? Door communica-
De grondeigenaren zijn de belangrijkste partij- tie, bijvoorbeeld door het organiseren van ver-
en. Denk hierbij aan gemeenten, provincie, pro- gaderingen of workshops en/of het vormen van
jectontwikkelaars en beleggers. werkgroepen, eventueel aangevuld met per-
Daarnaast zijn ook de toekomstige bedrijven, soonlijke gesprekken tussen specifieke perso-
een eventueel al aanwezige industriekring, nen/partijen.
bedrijvenvereniging of Kamer van Koophandel De gemeenschappelijke visie bestaat uit een
van belang. aantal onderdelen: wat verstaan we onder een
duurzaam bedrijventerrein, met welke thema’s
Benader rechtstreeks directie en management willen we aan de slag, naar welk resultaat stre-
van de genoemde partijen, in sommige gevallen ven we (in hoofdlijnen), hoe gaan we dit berei-
via bedrijvenkringen of –verenigingen. ken en op welke termijn willen we dit realise-
ren?
STAP 2: CREËER DRAAGVLAK Belangrijk daarbij is ook de rol en bijdrage van
Door het creëren van een draagvlak ontstaan de alle belanghebbenden:
contouren van het initiatief tot verduurzaming. • wat zijn de ideeën over het besturen en het
Bedrijven en overheden zijn enthousiast voor bewaken van het proces;
deelname en kunnen gezamenlijk de volgende • hoe verloopt de onderlinge afstemming;
stap nemen. • op welke wijze zal de externe communicatie
Hoe ontstaat draagvlak voor een duurzaam ter- plaatsvinden?
rein? Betrek alle partijen erbij, hoe eerder hoe
beter. Het is belangrijk dat de huidige (of toe- STAP 4: LEG DE GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE EN
komstige) bedrijven (mede-) initiatiefnemers WERKAFSPRAKEN VAST
zijn. Dit kunnen individuele (grote) bedrijven Een gezamenlijke intentieverklaring of startdocu-
zijn of bijvoorbeeld een industriekring of bedrij- ment bekrachtigt de visie en de werkafspraken.
venvereniging. Belicht op een inspirerende en De intentieverklaring omvat in ieder geval:
wervende manier de kansen voor de betrokken • de ideeën over het duurzame bedrijventer-
partijen, met name de economische voordelen. rein;
Ook een gemeenschappelijk bestaand probleem, • een taakverdeling: wie doet wat en wanneer?
bijvoorbeeld veiligheid, kan partijen enthousiast
maken. Zorg dat partijen het eigen belang van
deelname aan de ontwikkeling van een duur-
zaam bedrijventerrein in gaan zien. Houd reke-
ning met de verschillende belangen en ambities.

14
Fase 1 Initiëring in de praktijk

GORINCHEM-NOORD duurzame inrichting van het terrein. Een eer-


De locatie Gorinchem-Noord is in het streek- ste spoor hierin is het doelgroepenonderzoek.
plan Zuid-Holland Oost aangemerkt als Dit onderzoek levert een beeld op voor wie
bedrijventerrein. Het gaat om een nieuw ter- het terrein ontwikkeld wordt (soort bedrijvig-
rein van 50 hectare, gelegen in de oksel van heid) en het geeft op hoofdlijnen inzicht in de
de rijkswegen A15 en A27. Type bedrijven die milieustromen op branche- en terreinniveau.
zich op Gorinchem-Noord gaan vestigen, zijn De stromen op terreinniveau brengt men in
transport- en distributiebedrijven, garagebe- kaart in relatie tot de ideeën die er bestaan
drijven en watergebonden bedrijven. over de segmentering van het terrein.
De gemeente ontwikkelt de locatie als een Een tweede spoor is de analyse van de duur-
regionaal bedrijventerrein om tegemoet te zaamheidopties. Input voor deze analyse zijn
komen aan de grote vraag naar bedrijfsterrei- onder andere de structuurschets, resultaten
nen in de regio Alblasserwaard en van het doelgroepenonderzoek en de resulta-
Vijfheerenlanden. Gorinchem-Noord gaat ook ten van diverse andere onderzoeken (bijvoor-
ruimte bieden aan de verplaatsings- en uit- beeld bodemonderzoek, akoestisch onderzoek
breidingsbehoefte van het lokale bedrijfsle- en de toets aan de habitat- en vogelrichtlijn).
ven. Twee invalshoeken: duurzame bedrijfsproces-
De ontwikkeling van het terrein bevindt zich sen en duurzame inrichting van het terrein
in de voorbereidingsfase voor het opstellen geven richting aan de analyse van de duur-
van het bestemmingsplan. In dit plan moeten zaamheidopties.
duurzame inrichting, gebruik en beheer
gewaarborgd worden. Vervolgens komen de beide sporen bij elkaar.
Doelgroepkenmerken worden afgezet tegen de
VOORTRAJECT voorwaarden die de duurzaamheidopties stel-
Het vertrekpunt voor het project is de struc- len. Als blijkt dat bepaalde opties voorwaar-
tuurschets die de gemeente in 2000 heeft den stellen die niet verenigbaar zijn met de
laten opstellen voor het gebied. kenmerken van de doelgroep dan vallen deze
Duurzaamheid komt in deze schets vrij af. Het resultaat is een pakket van kansrijke
abstract aan de orde. Verdere uitwerking van duurzaamheidsopties.
duurzaamheidaspecten zullen dus verder
gespecificeerd en vastgelegd moeten worden. Het ambitieniveau van de duurzame inrich-
De gemeente Gorinchem realiseert zich dat ting van Gorinchem-Noord is hiermee echter
het belangrijk is om in een vroegtijdig stadi- nog niet vastgelegd. Dat gebeurt in een vol-
um met de diverse betrokken partijen te wer- gende stap. In een workshop leggen onderne-
ken aan draagvlak voor duurzaamheid. In dit mers, gemeente en andere belanghebbenden
stadium is het dus van belang een gezamen- in samenspraak de ambities vast. Nu is er
lijke visie op duurzaamheid te ontwikkelen. ook aandacht voor het beheer van duurzaam-
heid (parkmanagement). De workshop is de
AMBITIENIVEAU VASTSTELLEN schakel tussen enerzijds de analyses (doel-
Het proces begint met een startbijeenkomst groepen en duurzaamheidopties) en ander-
voor belanghebbende partijen zoals de zijds de visie op duurzaamheid.
gemeente Gorinchem, de Industriële Kring
Gorinchem, de Kamer van Koophandel en VISIE OP DUURZAAMHEID EN PARKMANAGEMENT
bedrijven die zich mogelijk gaan vestigen op De bedoeling is om de resultaten van voor-
Gorinchem-Noord. Een afvaardiging van gaande stappen vast te leggen in een visie op
belangstellende ondernemers vormt een duurzaamheid en op beheer van duurzaam-
klankbordgroep. heid (parkmanagement). Deze concrete visie
Men definieert het ambitieniveau voor een gebruikt men om partijen te enthousiasmeren
15
voor duurzame oplossingen. Tevens is deze
visie het instrument om sturing te geven aan
kansrijke duurzame oplossingen. Diepgaander
onderzoek naar deze oplossingen gaat in de
vervolgfase plaatsvinden.

BEELDKWALITEITPLAN
De duurzaamheidvisie vormt ook de basis
voor het vaststellen van de beeldkwaliteit van
de locatie Gorinchem-Noord. De opties voor
duurzame inrichting komen te staan in een
ruimtelijk verkavelingplan. Dit plan vormt
ook de input voor een tweede workshop.
Deze workshop is bedoeld om gezamenlijk
een keus te gaan maken voor een definitief
ruimtelijk concept waarbinnen de gestelde
duurzaamheidambities gehaald kunnen wor-
den. Het resultaat is een beeldkwaliteitplan.
Dit beeldkwaliteitplan schept de randvoor-
waarden en bevat de richtlijnen voor het
opstellen van het uiteindelijke bestemmings-
plan.

16
17
18
Fase 2 Oriëntatie
Gemeenschappelijk Analyse mogelijk-
draagvlak heden en kansen

Na de ontwikkeling van een gemeenschappe- DOEL ORIËNTATIEFASE


lijke visie in de initiëringsfase rijst de vraag: Inventarisatie van kansrijke mogelijkheden
wat zijn de meest kansrijke mogelijkheden? voor verduurzaming.
Breng eerst de kerngegevens van de bedrijven
en het terrein globaal in kaart, zoals energie- WIE IS VERANTWOORDELIJK EN WIE VOERT
en materiaalstromen, utilities en vervoersstro- HET UIT?
men. Verken vervolgens de mogelijkheden De initiatiefnemers zijn ook in deze fase de
voor bijvoorbeeld energie-uitwisseling of cen- belangrijkste spelers. Laat zoveel mogelijk
traal beheer van voorzieningen. Cruciale rol ook overige betrokken partijen een deel van
hierbij spelen de missies van de bedrijven en de werkzaamheden uitvoeren. Hierdoor voe-
belangen van de overheden. Zonder een actie- len deze partijen zich ook verantwoordelijk
ve deelname van alle partijen is het initiatief voor het gehele project. Externe adviesbu-
tot verduurzaming kansloos. reaus voeren vaak de noodzakelijke analyses
De analyse geeft de gezamenlijke partijen een uit.
eerste inzicht in de kans van slagen en de
economisch haalbaarheid van duurzame RESULTAAT
oplossingen. Met deze oriëntatie op concrete De relevante milieustromen zijn geanalyseerd
win-winsituaties komen de partijen een stap en de kansrijke opties zijn in kaart gebracht.
dichterbij realisatie.

Subsidie fase 2
Vanuit de Subsidieregeling duurzame bedrij-
venterreinen is geen financiële ondersteuning
mogelijk voor projecten gericht op de oriënta-
tiefase

19
Welke stappen zijn nodig?

STAP 1: ANALYSEER DE DOELSTELLINGEN VAN Benader overige deelnemers die een rol spe-
BETROKKEN PARTIJEN len bij de inrichting van het bedrijventerrein,
Inzicht in de doelstellingen van de betrokken zoals energie- en afvalbedrijven, ontwikke-
partijen maakt duidelijk welke overeenkom- lingsmaatschappijen, aanbieders van vervoer,
sten er zijn tussen de verschillende ideeën en partijen die infrastructuren aanleggen en
belangen. financiële instellingen.
Bestaande terreinen
Betrokken partijen zijn individuele bedrijven, STAP 4: MAAK PARTIJEN ENTHOUSIAST VOOR
bedrijvenverenigingen, Kamer van KANSRIJKE OPLOSSINGEN
Koophandel en overheid. Wat zijn de visies Uit de analyse zijn mogelijkheden voor kans-
en missies van het bedrijfsleven, welke belan- rijke oplossingen naar voren gekomen. De uit-
gen heeft de overheid. Betrek ook eventuele voering ervan is echter kansloos als de
nieuw te vestigen bedrijven in de analyse. belangrijkste partijen niet enthousiast zijn
Nieuwe terreinen over de gevonden mogelijkheden.
Vaak zijn de te vestigen bedrijven afkomstig Het enthousiast maken van individuele bedrij-
uit de regio. Uit marktonderzoek is zonodig af ven, bedrijvenverenigingen en overheden is
te leiden welke bedrijven er zich mogelijk vooral een kwestie van overtuigingskracht op
zullen gaan vestigen. Wat willen zij op het basis van eigen enthousiasme en feitelijke
terrein? Wat voor voorzieningen verwachten argumenten. Benader partijen bijvoorbeeld op
ze op het terrein? Wat wil de overheid met hun reguliere vergaderingen, geef presentaties
het terrein? en zorg dat informatie verspreid wordt.

Voer een analyse uit van de wensen en STAP 5: DENK AAN DE STREEKPLANNEN EN
behoeften. Richt de aandacht vooral op doel- BESTEMMINGSPLANNEN
stellingen op strategisch en beleidsmatig Ook is aandacht vereist voor wettelijke kaders
niveau. Het vormt een nadere uitwerking van zoals streekplannen en bestemmingsplannen.
de ontwikkelde visie in de initiëringsfase. Inventariseer in een vroeg stadium of de plan-
nen voor verduurzaming passen in vigerend
STAP 2: INVENTARISEER DE BEDRIJFSGEGEVENS overheidsbeleid. Een aanpassing van streek-
De aanwezige en gewenste energie- en mate- of bestemmingsplan is namelijk een langdurig
riaalstromen, utilities en vervoersstromen op proces.
het bedrijventerrein zijn bepalend voor de
wijze van samenwerking. Inventariseer de Bij het wijzigen of opstellen van bestem-
bedrijfsgegevens, vooral bij bestaande terrei- mingsplannen is afstemming noodzakelijk
nen en daar waar mogelijk ook bij nieuwe tussen de aspecten economie, milieu en ruim-
terreinen. Door deze gegevens kwantitatief en telijke ordening.
kwalitatief te inventariseren ontstaat inzicht
in vraag en aanbod en de kosten en kwaliteit STAP 6: ORGANISEER EEN STARTBIJEENKOMST
van de stromen op het bedrijventerrein. Het Een startbijeenkomst markeert het einde van
brengt de mogelijkheden voor samenwerking de oriëntatiefase en vormt een uitgesproken
en economisch potentieel in kaart. gelegenheid om het initiatief extern te presen-
teren. De presentatie belicht de resultaten van
STAP 3: BETREK OVERIGE PARTIJEN BIJ HET PROCES fase 1 (initiëring) en fase 2 (oriëntatie). Het
In de initiëringsfase waren alleen de belang- startdocument vormt de basis van deze bij-
rijkste partijen bij het proces betrokken. In de eenkomst en geeft aan op welke manier en
oriëntatiefase worden meer partijen geraad- met wie de presentatie zal gebeuren. Betrek
pleegd. Uit de analyses van stap 1 en 2 komt alle partijen bij deze startbijeenkomst.
naar voren dat het veelal noodzakelijk is de Aanvullend hierop kan een soort van samen-
overige partijen in het proces te betrekken. werkingsovereenkomst worden gesloten.
20
Fase 2 Oriëntatie in de praktijk

EINDHOVEN AIRPORT ners worden benaderd en betrokken bij het


Het bedrijventerrein Eindhoven Airport is initiatief. Er is aandacht voor de financiën. Is
ongeveer 20 jaar geleden ontstaan in de nabij- er bijvoorbeeld financiële ondersteuning van-
heid van vliegveld Eindhoven. Het is circa 100 uit de gemeente Eindhoven mogelijk? De ini-
hectare groot en herbergt 120 bedrijven. tiatiefgroep gaat veel tijd besteden aan het
Daaronder zitten grote bedrijven uit de dienst- samenstellen van een enquête. Deze dient
verlenende en logistieke sector, de elektronica- onder andere voor het verkrijgen van een
en ICT branche en de hout- en metaalverwer- kwalitatief en kwantitatief beeld van de
kende industrie. Verder is er een grote diversi- milieustromen op het terrein. En het resultaat
teit aan kleine en middelgrote bedrijven, onder van de enquête moet inzicht gaan geven in
andere uit de sectoren bouwnijverheid, leder- kansrijke samenwerkingsmogelijkheden.
waren, dienstverlening, transport en logistiek.
UITVOERING ENQUÊTE
Omdat het belangrijk is dat zoveel mogelijk
Op het terrein is sinds 1989 het
betrokkenen aan de enquête meewerken,
Ondernemerskontakt Eindhoven Airport
organiseert men vóór het versturen van de
(OKEA) actief. OKEA telt nu veertig leden,
enquête een tweede bijeenkomst voor leden
voornamelijk grote bedrijven. Vanuit het
van OKEA, deelnemende partijen en voor alle
Ondernemerskontakt is het initiatief ontstaan
andere belangstellenden. Communicatie over
om de kwaliteit van het bedrijventerrein te
het doel van de enquête is essentieel. Onder
verbeteren. Daarvoor is gestart met een pro-
het motto: ‘U moet er als bedrijf beter van
ject Duurzame revitalisering Eindhoven
worden’ vestigt de initiatiefgroep ook na deze
Airport Bedrijventerrein (DEAB).
tweede bijeenkomst regelmatig aandacht op
INITIATIEF het belang om mee te doen. Bedrijven die niet
Uit een werkgroep van OKEA, die zich in eer- reageren worden nogmaals benaderd.
ste instantie richtte op de gezamenlijke inkoop Uiteindelijk zullen de resultaten van het gehe-
van producten en diensten, is een initiatief- le traject en die van de enquête verwerkt wor-
groep duurzame revitalisering ontstaan. Deze den in een afsluitende rapportage.
initiatiefgroep heeft zich onder andere georiën-
teerd op de successen van al lopende revitali- INTENTIEVERKLARING
seringprojecten in de omgeving. Mede geba- Naast de bedrijven op het terrein zelf zijn
seerd op deze successen is gekozen voor een diverse partijen betrokken in het project.
brede aanpak. In deze aanpak is duurzaam Vertegenwoordigers van luchthaven Eindhoven
ondernemen de leidraad voor de verdere ont- Airport en het naburige bedrijventerrein Flight
wikkeling van het project. Zo maakt men op Forum C.V. zitten in het bestuur van OKEA.
bedrijventerrein Eindhoven Airport een vlie- De provincie Noord-Brabant brengt via het
gende start met de oriëntatiefase. Projecten Innovatie Team (PIT) inhoudelijk
kennis in. Dit geldt ook voor de Kamer van
ORIËNTATIE Koophandel Oost-Brabant. De gemeente
Méér draagvlak creëren is belangrijk. Vandaar Eindhoven participeert. Alle partijen hebben
dat OKEA begint met een netwerkbijeen- één of meerdere vertegenwoordigers op bijeen-
komst. In deze bijeenkomst voor leden en komsten van de initiatiefgroep. Daarnaast
niet-leden van OKEA wordt een toelichting tekenen partijen tijdens de oriëntatiefase een
gegeven op de opzet en de uitvoering van de intentieverklaring waarin ambities en doelstel-
oriëntatiefase. lingen zijn vastgelegd.
De initiatiefgroep neemt de verdere uitwerking Uiteindelijk zal het resultaat van deze aanpak
van het project ter hand. Er is aandacht voor een stevige bodem leggen onder de nog te zet-
de organisatorische opzet en werkwijze van de ten stappen bij het duurzaam revitaliseren van
initiatiefgroep. Potentiële samenwerkingspart- het bedrijventerrein Eindhoven Airport.

21
22
Fase 3 Besluitvorming
Analyse mogelijk-
Masterplan
heden en kansen

SUBSIDIE FASE 3 DOEL BESLUITVORMINGSFASE


De kansrijke opties voor verduurzaming zijn in Opstellen van het masterplan, op basis waar-
de oriëntatiefase op hoofdlijnen in kaart van de belangrijkste partijen het besluit
gebracht. In de besluitvormingsfase gaat het nemen tot de concrete ontwikkeling van een
erom alle consequenties van een duurzame duurzaam bedrijventerrein.
ontwikkeling nader te bestuderen. Na een der-
gelijke studie kunnen de partijen een keuze WIE IS VERANTWOORDELIJK EN WIE VOERT
maken en de geselecteerde projecten opnemen HET UIT?
in een masterplan. In deze fase wordt professioneel projectma-
Zo is er in deze fase een analyse van de tech- nagement onontbeerlijk. Een op te richten
nische mogelijkheden en de haalbaarheid van projectorganisatie voert de activiteiten groten-
vernieuwende oplossingen. Rentabiliteit van de deels uit. Het stappenplan gaat hier verder op
gevonden oplossingen vormt daarbij een aan- in. Belangrijk is dat het echt een gezamenlijk
dachtspunt. Ook zoeken partijen antwoorden proces is en niet een activiteit van één of
op de vragen: welke samenwerkingsvorm kie- enkele initiatiefnemers.
zen wij en hoe zal financiering van de initiatie-
ven eruit gaan zien? Verder is er aandacht voor RESULTAAT
de mogelijke risico’s van de samenwerking. Het masterplan is opgesteld.
Wat gebeurt er bijvoorbeeld wanneer wet- en
regelgeving de plannen sterk vertragen? Of
wanneer slechte exploitatieresultaten leiden tot
het stellen van andere prioriteiten?

Subsidie fase 3
Vanuit de Subsidieregeling duurzame bedrij- pak van die thema’s. Maar ook voor te nemen
venterreinen is financiële ondersteuning moge- maatregelen en elementen van maatregelen die
lijk voor projecten in de besluitvormingsfase men wil onderzoeken op hun haalbaarheid.
van het verduurzamingsproces. Dit geldt echter De volgende aspecten spelen een belangrijke
alléén voor projecten op bestaande bedrijven- rol bij toetsing van een aanvraag:
terreinen. De projecten worden ingediend als • vindt nadere uitwerking plaats van de
ontwikkelingsproject. gemeenschappelijke visie op de duurzame
Ontwikkelingsprojecten op nieuwe terreinen ontwikkeling van het terrein? Streven partij- OPMERKING
komen vanuit de regeling niet in aanmerking en naar een duidelijk resultaat? Bij de aanvraag van een
voor subsidie. • is er bij het uitwerken van de kansrijke subsidie voor een ontwikke-
milieuthema’s aandacht voor te nemen lingsproject moet een rap-
Het resultaat van een ontwikkelingsproject is maatregelen en voor elementen van maatre- portage gevoegd worden
een masterplan waarin betrokken partijen ten- gelen die in een haalbaarheidsproject nader met de inventarisatie van
minste twee kansrijke milieuthema’s uitwerken. uitgewerkt kunnen worden? milieustromen en kansrijke
Deze kansrijke milieuthema’s komen uit een • is rondom de samenwerking aandacht voor milieuthema’s. Uit deze
onderzoek (fase 2) waarin de relevante milieu- organisatorische, financiële en juridische rapportage moet tevens blij-
stromen en kansrijke milieuthema’s zijn geïn- aspecten? ken dat partijen bereid zijn
ventariseerd, zowel kwalitatief als kwantitatief. om samen te werken bij de
Bij het uitwerken van de milieuthema’s is er Bij toetsing zijn verder de algemene aspecten verdere aanpak van die
aandacht voor juridische, financiële en organi- en criteria van belang vermeld in het hoofd- kansrijke milieuthema’s.
satorische aspecten van de gezamenlijke aan- stuk Subsidie.
23
Welke stappen zijn nodig?

STAP 1: RICHT EEN PROJECTORGANISATIE OP volgende verdeling van kosten en/of de verre-
Een projectorganisatie coördineert de activitei- kening van opbrengsten.
ten en voert ze ook grotendeels uit. De organi-
satie kan ook verantwoording afleggen aan de STAP 4: ANALYSEER DE RISICO’S
initiatiefnemers (bedrijfsleven en overheid) en Het vooraf inschatten van de risico’s minima-
verder zorgen voor contact met de omgeving. liseert in een later stadium de kans op mis-
De projectorganisatie is bijvoorbeeld opge- lukking van het initiatief.
bouwd uit een stuurgroep, een projectgroep Er staan veelal grote belangen op het spel. Zo
en werkgroepen. De stuurgroep bestuurt en is de ontwikkeling van een nieuw bedrijven-
bewaakt het proces, coördineert de op te star- terrein niet zonder financiële en organisatori-
ten onderzoeken en bepaalt op welke onder- sche risico’s. Bij een risicoanalyse kunnen
delen en mogelijkheden deze fase zich gaat aan de orde komen:
richten. Projectgroep en werkgroepen zorgen • aanbod van nabij gelegen, goedkopere ter-
voor verdere uitwerking. reinen;
Houd bij de personele invulling rekening met • andere grondeigenaren met eigen grondver-
betrokkenheid van alle partijen, de rolverde- koop op het bedrijventerrein;
ling tussen de partijen en mandaat en draag- • vertraging in besluitvorming door traject
vlak van betrokkenen binnen hun eigen orga- van financiering;
nisatie. Denk ook na over het afbreukrisico • belemmeringen door wet- en regelgeving;
indien een partij niet actief in het proces • het gevoerde vestigingsbeleid (mogen geplan-
wordt betrokken. Bij de bezetting van de de processen daar wel worden uitgevoerd?).
werkgroepen is onderscheid mogelijk tussen
initiatieven van enkele bedrijven en initiatie- STAP 5: STEL EEN MASTERPLAN OP
ven die het hele bedrijventerrein omvatten. Een masterplan is een voorbereiding op het
besluit om de duurzame ontwikkeling daad-
STAP 2: ANALYSEER DE ECONOMISCHE KANSEN werkelijk te realiseren en is ook een commu-
EN TECHNISCHE (ON)MOGELIJKHEDEN nicatiemiddel naar overige betrokken partijen
Door de economische kansen en technische in de omgeving.
(on)mogelijkheden van de duurzame oploss- Het plan geeft een toelichting op het resultaat
ingen te analyseren ontstaat inzicht in de waar de betrokken partijen naar streven, een
realiseerbaarheid en rentabiliteit. overzicht van de geselecteerde projecten en
Oplossingen met een groot potentieel door de projectorganisatie. Ook de financiële en
aanpassing van technologie en infrastructuur juridische aspecten komen aan bod. Het plan
zijn vaak technisch vergaand en daarmee bevat een uitwerking van de gezamenlijke
soms ook duur. Onderzoek daarom of de visie en een actieplan. Essentieel is ook nu
oplossingen wel rendabel zijn. Het initiatief dat alle belangrijke partijen betrokken zijn.
tot dit onderzoek kan door de projectgroep of
betrokken partijen genomen worden. STAP 6: NEEM EEN FORMEEL BESLUIT
Op basis van het masterplan nemen bedrijven
STAP 3: SCAN DE JURIDISCHE, ORGANISATORI- en overheid een formeel besluit tot deelname
SCHE EN FINANCIËLE CONSEQUENTIES en concrete ontwikkeling van het duurzaam
Het in kaart brengen van de juridische, orga- bedrijventerrein.
nisatorische en financiële consequenties leidt De betrokken partijen gaan een inspannings-
tot een passende samenwerkingsvorm. verplichting aan. In deze fase is dus nog geen
De rechtsvorm en de organisatievorm van de sprake van een resultaatsverplichting aange-
samenwerking zijn belangrijk. De financiële zien de noodzakelijke haalbaarheidsstudies
aspecten van de samenwerkingsvormen zijn: nog moeten plaatsvinden. De samenwerkings-
financiering van initiatieven en de daaruit overeenkomst bevat de besluiten.
24
Fase 3 Besluitvorming in de praktijk

WESTKANAALDIJK-SLUIS van het terrein;


Het bedrijventerrein Westkanaaldijk-Sluis • het zoeken naar oplossingen en het formu-
(WKS) ligt aan de westzijde van het Maas- leren van concrete voorstellen voor de cen-
Waalkanaal in de gemeenten Nijmegen en trale thema’s uit het oriënteringsonderzoek;
Beuningen. Het is ontwikkeld middenjaren • het verbeteren van terreinbeheer door het
zestig en heeft een oppervlakte van circa 80 invoeren van parkmanagement.
hectare. Op WKS zijn zo’n 170 grotere en
kleinere bedrijven gehuisvest. Diverse secto- DRAAGVLAKVERBREDING
ren zijn vertegenwoordigd: industrie, trans- Om het draagvlak te verbreden worden diver-
port, groot- en detailhandel, zakelijke dienst- se instrumenten ingezet. Tijdens bijeenkom-
verlening en een relatief groot aantal truck- sten van de bedrijvenvereniging staat het
en autosloopbedrijven. De organisatiegraad onderwerp revitalisering stevig op de agenda.
op het terrein is hoog. Door middel van een periodieke nieuwsbrief
Het terrein is prima ontsloten. Er is een goede worden partijen op de hoogte gehouden. Men
verbinding met de A73 en A50 en via een organiseert voor de ondernemers een seminar
openbare loswal met de transportaders, Maas ‘revitalisering WKS-terrein’. En bedrijven par-
en Waal. ticiperen in de verschillende deelprojecten.

ORIËNTERING CENTRALE THEMA’S


Westkanaaldijk-Sluis is aan veroudering De bedrijven ervaren te kort aan ruimte op
onderhevig. Dat manifesteert zich onder meer het terrein als een probleem. De mogelijkhe-
door een tekortschietende omgevingskwaliteit den voor uitbreiding zijn beperkt. Het thema
(publiek en privaat), ruimtelijke- en infra- ruimte wordt aangepakt langs twee sporen.
structurele knelpunten en stank- en lawaai- Het eerste spoor richt zich op de onderne-
overlast. Op initiatief van de bedrijvenvereni- mers. Hier moet uitsluitsel komen over moge-
ging is in het voorjaar van 2002 gestart met lijkheden voor ruimte-efficiency binnen de
een oriënterend onderzoek. Door middel van bedrijfskavels dan wel oplossingen door
een enquête en interviews heeft de bedrijven- samenwerking. Het tweede spoor heeft de
vereniging inzicht gekregen in hoe onderne- gemeente als invalshoek. Van beide gemeen-
mers het functioneren van het terrein bele- ten neemt men het beleid op het gebied van
ven. De gemeentelijke plannen voor het ter- ruimtelijke ordening en vastgoed onder de
rein zijn in beeld gebracht. En mogelijkheden loupe. Men zoekt naar mogelijkheden van
voor samenwerking zijn geïnventariseerd. Uit flexibilisering van bestemmingsplannen en
het onderzoek blijkt dat op WKS een aantal naar een andere invulling van het vastgoed-
thema’s hoog scoort. De centrale thema’s beleid.
zijn: ruimte, mobiliteit en infrastructuur, uit-
straling en imago en de thema’s energie, Het thema mobiliteit richt zich op bundeling
water en afval. van goederentransport met name op de kan-
sen voor gezamenlijk palletvervoer en pakket-
MASTERPLAN en expressediensten. Op dit moment vindt het
Uitgaande van de resultaten van het oriënte- transport van goederen plaats via de weg. Op
rende onderzoek is op WKS gestart met de het terrein wordt geen gebruik gemaakt van
volgende fase: het masterplan. De bedrijven- de vervoersmodaliteit water ondanks de aan-
vereniging wil hierbij een drietal doelen reali- wezige loswal. In het onderzoek wil men
seren: nagaan welke mogelijkheden er zijn om ver-
• versterking van het draagvlak voor samen- voersbewegingen om te buigen in de richting
werking, gericht op de kwaliteitsverbetering van water. Ook het realiseren van een ver-

25
voersmanagementplan voor werknemers op
het terrein en het ontwikkelen van bijbehorend
flankerend beleid staan hoog op de agenda.

Het imago en de uitstraling van het terrein


worden in belangrijke mate bepaald door de
aanwezigheid van een groot aantal autosloop-
bedrijven en verkooppunten voor tweede-
hands vrachtauto’s. Deze groep van bedrijven
heeft tot nu toe nauwelijks respons gegeven.
Voor deze bedrijven is in een apart communi-
catietraject voorzien. Doel: het in beeld bren-
gen van hun eisen en wensen en de samen-
werkingsmogelijkheden. Uiteindelijk moet dit
leiden tot een visie hoe het deel van het ter-
rein waar deze bedrijven gevestigd zijn, aan-
trekkelijker gemaakt kan worden. Binnen dit
thema stelt men voor het gehele terrein een
plan op voor onderhoud, groenvoorziening en
parkeervoorzieningen.

Voor de thema’s energie, water en afval wordt


nagegaan welke mogelijkheden er zijn om
door samenwerking tot reductie van de ver-
schillende stromen te komen. Voor afval en
energie sluit men aan bij een reeds eerder in
gang gezet traject.

PARKMANAGEMENT
In een separaat traject wordt onderzoek
gedaan naar parkmanagement. In dit onder-
zoek is er aandacht voor producten en dien-
sten, de organisatiestructuur en de financie-
ring van parkmanagement.

Met deze inspanningen hopen de bedrijven in


de komende jaren te profiteren van de resul-
taten van acties die nu in gang zijn gezet.

26
27
28
Fase 4 Vormgeving
Concrete projectvoorstellen
Masterplan
en contracten

In de vormgevingsfase kan uitvoering van het DOEL VORMGEVINGSFASE


masterplan beginnen. De uitvoering richt zich Het uitwerken van initiatieven voor verduur-
op het uitwerken van duurzame oplossingen zaming tot concrete projectvoorstellen en con-
tot concrete projectvoorstellen. tracten.
Duurzame oplossingen zijn veelal gebaseerd
op bestaande technologieën, bijvoorbeeld WIE IS VERANTWOORDELIJK EN WIE VOERT HET
technieken voor de energie- en watervoorzie- UIT?
ning. Naast technische oplossingen kunnen De projectorganisatie voert de meeste activi-
oplossingen ook organisatorisch of juridisch teiten in deze fase uit. Ook kunnen in deze
van aard zijn. Te denken valt aan organisatie- fase externe adviseurs noodzakelijke analyses
vormen voor het gezamenlijk gebruik van uti- uitvoeren. Bij de uitwerking is betrokkenheid
lities en voor de afstemming en bundeling van alle partijen belangrijk.
van vervoersstromen. Mogelijk als onderdeel
van een breder pakket van parkmanagement RESULTAAT
activiteiten. Bij parkmanagement gaat het om Er zijn concrete projectvoorstellen geformu-
het coördineren van en sturing geven aan de leerd en contracten opgesteld.
ontwikkeling en inrichting van het terrein tot
en met het beheer en gezamelijke benutting
van faciliteiten door de op het terrein geves-
tigde bedrijven. Doel is: kosten besparen, toe-
name kwaliteitsniveau en borging van de ver-
duurzaming.

Subsidie fase 4
Vanuit de Subsidieregeling duurzame bedrij- onderzocht en vastgesteld. Tevens is er aan-
venterreinen is financiële ondersteuning moge- dacht voor organisatorische- en juridische
lijk voor projecten in de vormgevingsfase van aspecten. Het gaat bij dit onderzoek om de
het verduurzamingsproces. Deze projecten toepassing van systemen of technieken die
worden ingediend als haalbaarheidsproject. betrekking hebben op één of meerdere milieu-
De regeling maakt onderscheid in technische thema’s uit het masterplan. Het onderzoek OPMERKING
haalbaarheidsprojecten en organisatorische wordt uitgevoerd bij twee of meer bedrijven op Bij de aanvraag van een
haalbaarheidsprojecten. het bedrijventerrein. Het resultaat van het subsidie voor een technisch
onderzoek is een concreet voorstel voor een haalbaarheidsproject moet
Technische haalbaarheidsprojecten uitgevoerd uitvoeringsproject of een voorstel voor het een tweetal rapportages
op bestaande en nieuwe terreinen kunnen afsluiten van contract(en). gevoegd worden. De rappor-
voor subsidie in aanmerking komen. Voor tage waaruit blijkt dat de
organisatorische haalbaarheidsprojecten geldt De bovenvermelde aspecten spelen een belang- relevante milieuthema’s
dat alléén subsidie mogelijk is voor projecten rijke rol bij toetsing van de aanvraag. zijn geïnventariseerd en dat
uitgevoerd op bestaande bedrijventerreinen. sprake is van bereidheid tot
Bij toetsing zijn verder de algemene aspecten samenwerking, gericht op
TECHNISCH HAALBAARHEIDSPROJECT en criteria van belang vermeld in het hoofd- de gezamenlijke aanpak
In een technisch haalbaarheidsproject wordt de stuk Subsidie. van die milieuthema’s en
technisch-economische haalbaarheid en de de rapportage van het mas-
potentiële milieuverdienste van maatregelen terplan.
29
OPMERKING ORGANISATORISCH HAALBAARHEIDSPROJECT
Bij de aanvraag van een In een organisatorisch haalbaarheidsproject
subsidie voor een organisa- gaat het om het onderzoek naar de haalbaar-
torisch haalbaarheidspro- heid van de oprichting van een organisatie die
ject moet een rapportage zich bezig houdt met het sturen van ontwerp,
gevoegd worden waaruit inrichting en beheer van bedrijventerreinen,
blijkt dat de relevante maar ook met het zoeken naar optimale com-
milieuthema’s zijn geïnven- binaties van bedrijven en het aanbieden of
tariseerd en dat sprake is beheren van collectieve faciliteiten (parkma-
van bereidheid tot samen- nagement). Doel hierbij is het realiseren van
werking, gericht op de een duurzaam kwaliteitsniveau op het bedrij-
gezamenlijke aanpak van venterrein.
die milieuthema’s. Een Het is van belang dat het onderzoek minimaal
masterplan is niet noodza- betrekking heeft op één of meer kansrijke
kelijk. milieuthema’s. Tevens geldt dat het onderzoek
zich richt op de financiële, juridische en orga-
nisatorische haalbaarheid.
Het resultaat van het onderzoek is een voorstel
voor een concreet uit te voeren project of een
voorstel voor het afsluiten van contract(en).

De bovenvermelde aspecten spelen een


belangrijke rol bij toetsing van de aanvraag.

Bij toetsing zijn verder de algemene aspecten


en criteria van belang vermeld in het hoofd-
stuk Subsidie.

30
Welke stappen zijn nodig?

STAP 1: DENK AAN PROMOTIE EN ACQUISITIE vereist wanneer bijvoorbeeld een bestem-
Zonder deelname en enthousiasme van mingsplanprocedure onderdeel uitmaakt van
bedrijven is duurzame ontwikkeling van nieu- het project.
we of bestaande bedrijventerreinen kansloos.
Er moeten voldoende ‘klanten’ op het bedrij- STAP 4: STEL CONTRACTEN OP
venterrein zijn (of komen) om voldoende Wanneer duurzame oplossingen daadwerke-
basis voor het project te creëren. Bij een lijk gerealiseerd zijn, krijgen de partijen te
nieuw terrein is het belangrijk dat de juiste maken met gebruik en beheer. Afspraken
bedrijven zich op het terrein zullen vestigen hierover zijn noodzakelijk en kunnen vooraf
om de gevonden duurzame oplossingen te in contracten worden vastgelegd. Hiermee
kunnen realiseren. zijn de belangen van de betrokken partijen
gewaarborgd.
Promotie van het bedrijventerrein vraagt: Mogelijke onderwerpen voor contracten zijn:
• een oriëntatie op potentiële klanten; • toelatingscriteria gericht op vestiging van
• communicatie over de praktische betekenis bedrijven die passen in de samenwerkings-
van duurzame ontwikkeling; vorm;
• benadrukken van beeldvorming in de • voorwaarden voor gronduitgifte, uitgewerkt
samenleving. met behulp van een koopcontract, ketting-
Duidelijk moet zijn wat het duurzame bedrij- beding of erfpachtregeling;
venterrein inhoudt, wat bijvoorbeeld de kos- • levering en afname van energie- en
ten en baten zijn en hoe werkomgeving en materiaalstromen;
werkklimaat er voor de deelnemende partijen • verlening van diensten.
uit moet zien. Belangrijk is een persoonlijk Het opstellen van een contract dient het slot-
benadering van potentiële en geïnteresseerde akkoord te zijn van de vormgevingsfase en
klanten. niet het vertrekpunt. Alleen dan vindt uitwer-
king van het project in alle vrijheid en open-
STAP 2: STEL EEN PLAN VAN AANPAK OP heid plaats en zijn de belangen van de
Dit plan is een uitwerking van het master- betrokken partijen afdoende behartigd.
plan. Het geeft (op hoofdlijnen) inzicht in de
wijze waarop een project tot stand wordt
gebracht.
Het plan van aanpak omvat taken en verant-
woordelijkheden van betrokken partijen, de
overlegstructuren en de wijze van besluitvor-
ming binnen het project.

STAP 3: VOER HAALBAARHEIDSSTUDIES UIT


Wanneer de geselecteerde projecten haalbaar
blijken is het mogelijk concrete projectvoor-
stellen te formuleren voor de uitvoering.
De gevonden technische en organisatorische
projecten moeten beoordeeld worden op hun
financiële, organisatorische en juridische
haalbaarheid om acceptatie en kans van sla-
gen te vergroten.
In principe is er geen verschil tussen projec-
ten bij nieuwe of bestaande bedrijventerrei-
nen. Een aangepaste aanpak is echter wel
31
Fase 4 Vormgeving in de praktijk: technisch

BINCKHORST NOORDWEST AANPAK


Het bedrijventerrein Binckhorst is een Op het terrein is in de komende vijf jaar spra-
gemengd bedrijventerrein op een aantrekkelij- ke van veel nieuwbouw. Dit is een uitsteken-
ke plaats in Den Haag, net onder het Centraal de gelegenheid om de bovengenoemde moge-
Station. De Binckhorst is een ouder bedrijven- lijkheden reeds in de ontwerpfase in te pas-
terrein met alle ongemakken van dien zoals sen. Hiertoe is een brede haalbaarheidsstudie
een verouderde infrastructuur en verouderde uitgevoerd met het doel te komen tot een
bedrijfspanden. Dikwijls zijn de bedrijfspro- haalbaar en realiseerbaar project. Er is over-
cessen ook niet meer zo modern. Een belang- leg gevoerd met alle betrokken partijen waar-
rijk element in de milieuproblematiek is een onder gemeente, provincie, technische instal-
grote bodemverontreiniging op het voormalig lateurs, bedrijvenvereniging en individuele
gasfabriekterrein. bedrijven. Het idee is gepresenteerd in een
vergadering van de bedrijvenvereniging. Het
VOORTRAJECT vinden van kandidaat-deelnemers aan het
In het kader van de herontwikkeling van de project heeft daarbij centraal gestaan.
gehele Haagse binnenstad en de ambitie om
ook het bedrijventerrein Binckhorst mee te Drie bedrijven hebben de intentie tot deelna-
nemen in die ontwikkeling, is het project me aan de haalbaarheidsstudie uitgesproken.
‘Duurzaam Binckhorst’ opgezet. Dit project Zij hebben ook aangegeven, om bij een posi-
heeft tot doel het verkennen in hoeverre de tief resultaat van de studie, ook daadwerkelijk
bedrijven op het bedrijventerrein kunnen tot uitvoering over te gaan. Bij wijze van
komen tot verhoging van de economische en casestudie zijn twee van deze kandidaten
milieukundige duurzaamheid door samenwer- nader onderzocht en op haalbaarheid getoetst.
king met elkaar en met de gemeente. In de
eerste fase van dit proces is de basis gelegd Vervolgens zijn de betrokken partijen bij de
voor de totstandkoming van de duurzame bodemsanering, de belanghebbende bedrijven
ontwikkeling door te wijzen op mogelijkhe- (afnemers) en het bevoegd gezag bij elkaar
den van duurzame ontwikkelingen, het inven- geweest om keuzes te maken over mogelijk-
tariseren van de samenwerkingsstructuren die heden, randvoorwaarden te besprekenen en
daarvoor nodig zijn en door het verschaffen voor afstemming. De potentiële haalbaarheid
van inzicht in haalbaarheid en verdiensten van het project is in de studie nader gespecifi-
van duurzaamheidopties. ceerd met behulp van systeemontwerpen voor
de bedrijven die zich gecommitteerd hebben.
Eén van de aanbevelingen was het kijken
naar het meervoudig gebruik van bodemsane- Inmiddels blijkt dat, voor een goede beheer-
ringvoorzieningen. De insteek is gebruik te sing van de vervuilde locatie, minder grond-
maken van de reeds bestaande voorzieningen water onttrokken hoeft te worden. Dit maakt
die nodig zijn voor de permanente bodemsa- het project minder haalbaar dan voorzien. In
nering op de Binckhorst Noordwest. Zo wordt ieder geval heeft het bij de bedrijven ook
het op te pompen ‘saneringswater’ gezuiverd geleid tot het inzicht dat onderlinge samen-
en het heeft een constante temperatuur van werking tot kosten- en milieuvoordelen kan
13˚C. Deze eigenschappen bieden kansen leiden. Het thema duurzaamheid is in de
voor toepassing in klimaatinstallaties (koe- onderlinge communicatie nu duidelijk aanwe-
ling) en gebruik als proceswater (autowas- zig.
straat).

32
Fase 4 Vormgeving in de praktijk: organisatorisch

BEDRIJVENTERREINEN ARNHEM-NOORD ondernemers en met sleutelpersonen bij de


Het industriegebied Arnhem Noord is een tra- gemeente. De ondernemers krijgen in een
ditioneel industrieterrein dicht bij het centrum workshop mogelijkheden voor parkmanage-
van Arnhem. Het gebied bestaat uit vier aan- ment gepresenteerd en zij toetsen de eerste
eengesloten bedrijventerreinen: IJsseloord I, ideeën over inhoud en vorm.
De Westervoortsedijk, Industriepark Kleefse De beste impuls voor draagvlak is zichtbaar
Waard en Het Broek. In dit gebied is een succes. Vandaar dat de stichting in deze fase
grootscheepse revitalisering in gang gezet. extra aandacht besteed aan kansen op korte
Voor Kleefse Waard geldt, dat al lange tijd termijn successen.
sprake is van duurzame samenwerking tussen
de bedrijven. Voorbeelden zijn: gezamenlijk OPSTELLEN BEDRIJFSPLAN
gebruik van utilities en allerlei vormen van Doban zet een eerste stap met het vaststellen
industriële dienstverlening. Op Het Broek is van het strategisch kader. Belangrijke vragen
een oriënterend onderzoek uitgevoerd naar de hierbij zijn: welke belangen hebben de ver-
mogelijkheden van duurzame revitalisering. schillende partijen en welke eindsituatie wordt
Er is gekeken naar de technisch inhoudelijke nagestreefd? Vanuit het ruimtelijk-juridisch
mogelijkheden en naar de kansrijke samen- kader en de visie van betrokken partijen werkt
werkingsopties. Het onderzoek is positief men de uitgangspunten en randvoorwaarden
afgesloten. Op De Westervoortsedijk en uit. In deze fase is tevens een analyse van de
IJsseloord I loopt nog een oriënteringsproject. omgeving en markt van belang. Deze zijn
De positieve resultaten van Het Broek en de immers bepalend voor het bedrijfsconcept en
waarde die ondernemers en gemeente hech- de marketingstrategie. De verzamelde informa-
ten aan de opwaardering van het gehele tie biedt voldoende aanknopingspunten om een
industriegebied hebben geresulteerd in de concept voor het bedrijfsplan op te stellen. Met
oprichting van de stichting Duurzame de betrokken partijen werkt men het concept
Ontwikkeling Arnhem-Noord (Doban). gedetailleerd uit tot het definitieve bedrijfsplan.
Belangrijke onderdelen zijn: de marketingstrate-
PARKMANAGEMENT gie, het businessconcept, producten en diensten
De stichting Doban gaat het proces van ver- en een actie- en beheerplan. Het bedrijfsplan
duurzaming professioneel ondersteunen. Het wordt aangevuld met financiële analyses en
instrument dat men hiervoor in wil zetten is exploitatieberekeningen. Het bedrijfsplan met
parkmanagement. Doban ziet parkmanage- de financiële onderbouwing biedt Doban een
ment als een middel om de duurzame kwali- goede basis om de juiste organisatievorm te
teit van het industriegebied op een hoog peil kiezen en de wijze van aansturing te bepalen.
te brengen en te houden. Tot slot van dit traject is er aandacht voor de
De stichting realiseert zich dat operationeel implementatie. Belangrijke elementen zijn:
parkmanagement een goede voorbereiding besluitvormingsprocedures, oprichting van de
vereist en heeft besloten te starten met het beheerorganisatie, fasering en planning van
opstellen van een bedrijfsplan. Dit plan is pri- activiteiten en de interne en externe communi-
mair gericht op de deelgebieden Het Broek en catie.
Kleefse Waard, maar het moet ook ruimte
laten voor De Westervoortsedijk en IJsseloord I. OPERATIONEEL PARKMANAGEMENT
In deze fase brengt de stichting het bedrijfs-
DRAAGVLAK EN KORTE TERMIJN SUCCESSEN plan in uitvoering. In het begin ligt het accent
Een bedrijfsplan heeft draagvlak nodig. op contractvorming rond het basispakket. In
Daarom legt de stichting eerst het accent op de loop van de tijd zal de aandacht verschui-
draagvlakvorming. Wensen en behoeften wor- ven naar monitoring van lopende zaken en de
den verkend. Men start met een aantal ontwikkeling van nieuwe voorzieningen en
(groeps)gesprekken met toonaangevende diensten.
33
34
Fase 5 Uitvoering
Realisatie en borging van
Projectvoorstellen
verduurzaming

In de vormgevingsfase zijn haalbare projecten DOEL UITVOERINGSFASE


uitgewerkt en daarmee gereed gemaakt voor Het realiseren van de haalbare projecten door
de uitvoeringsfase. Deze fase bestaat uit de implementatie en vervolgens evaluatie. Het
realisatie en implementatie van de gekozen duurzame bedrijventerrein krijgt hiermee fei-
oplossingen. Het accent ligt verder op het telijk gestalte. Ook is er aandacht voor bor-
vasthouden van het ambitieniveau. ging. Borging zorgt voor de instandhouding
Voorkomen moet worden dat de aandacht en is de opstap naar uitbreiding van duur-
voor verduurzaming verslapt. Zo is het zaamheid op het bedrijventerrein. Door mid-
belangrijk om de resultaten van de ontwikke- del van parkmanagement kunnen projectre-
lingen snel zichtbaar te maken. Het zorgt sultaten geborgd worden.
ervoor dat (nog) niet uitgevoerde duurzame
projecten op de agenda blijven staan van WIE IS VERANTWOORDELIJK EN WIE VOERT HET
belangrijke partijen en de toekomstige gebrui- UIT
kers van het terrein. De projectorganisatie, eventueel de parkma-
Het is van essentieel belang de uiteindelijke nagementorganisatie coördineert de activitei-
resultaten te behouden en waar mogelijk ver- ten. De deelnemende partijen geven projecten
der uit te bouwen. Het parkmanagement kan vorm en voeren deze uit.
hierbij een belangrijke rol spelen.
RESULTAAT
Het bedrijventerrein krijgt een duurzaam
karakter, ook op langere termijn.

Subsidie fase 5
Vanuit de Subsidieregeling duurzame bedrij- ciaal investeringsprogramma. OPMERKING
venterreinen is financiële ondersteuning van Meer informatie over deze regeling: contact- Veel provincies hebben
projecten in de uitvoeringsfase niet mogelijk. personen van de provincies voor de TIPP- beleid geformuleerd over
In principe bestaat hiervoor een aantal andere regeling of Senter, telefoon 070 - 361 04 52. (verduurzaming op) bedrij-
subsidie- en fiscale regelingen. Bijvoorbeeld, venterreinen. Vaak gaat dit
de Tender Investeringsprogramma’s Daarnaast kan Novem u wijzen op andere sti- gepaard met subsidiemoge-
Provincies (TIPP). muleringsregelingen die van toepassing kun- lijkheden, deels vanuit de
nen zijn bij de ontwikkeling van een duur- provincie zelf en deels als
TENDER INVESTERINGSPROGRAMMA’S zaam bedrijventerrein. Op www.dbt.novem.nl onderdeel van Europese
PROVINCIES vindt u een actuele subsidiewijzer. steunmaatregelen. Voor
Het besluit Tender Investeringsprogramma’s meer informatie kunt u
Provincies (TIPP) kan een financiële stimu- terecht bij de provincie.
lans geven in de investeringsfase van bijvoor-
beeld herstructurerings- of ontwikkelingspro-
jecten die deel uitmaken van provinciale
investeringsprogramma’s. Aandacht voor
duurzaamheid bij deze projecten levert extra
punten op bij de beoordeling van het provin-
35
Welke stappen zijn nodig?

STAP 1: ZORG VOOR EEN PROJECTORGANISATIE Met name bij de borging kan parkmanagement
De projectorganisatie beoogt via procesmanage- een belangrijke rol spelen. Meer informatie
ment de uitvoering van projectvoorstellen te hierover vindt u in de brochure
sturen en te beheersen. ‘Parkmanagement Kwaliteit wint terrein’
Het procesmanagement bestaat uit de volgende (Ministerie van Economische Zaken, 2002,
belangrijke elementen: publicatienummer: 02O03).
• management van te realiseren of gerealiseer-
de projecten met het oog op de bouw, het
beheer of het gebruik. Hierbij is het van
belang dat goede afstemming plaatsvindt met
initiatiefnemers, toekomstige gebruikers en
andere betrokken partijen;
• het ontwikkelen van duurzame oplossingen
in overleg met de betrokkenen;
• het signaleren van nieuwe kansen waardoor
verder gestalte kan worden gegeven aan de
verduurzaming van het terrein.

STAP 2: VOER EEN PILOTPROJECT UIT


Het uitvoeren van pilotprojecten kan de ont-
wikkeling van het duurzame bedrijventerrein
sneller in gang zetten. De deelnemende partijen
zien hierdoor daadwerkelijk resultaat in de
praktijk.

STAP 3: EVALUEER DE RESULTATEN


Het evalueren van het gerealiseerde project
vormt een belangrijke onderdeel van de duur-
zame ontwikkeling. Het stelt de betrokken par-
tijen in staat kennis op te bouwen en leererva-
ringen op te doen.
Partijen moeten vooraf afspraken maken over
de uitvoering van evaluaties.
Evaluaties hebben betrekking op:
• de efficiency en effectiviteit van de projector-
ganisatie (denk hierbij aan initiërende, coör-
dinerende en beheersmatige taken);
• de resultaten: wat is de winst voor economie
en milieu?

STAP 4: ZORG VOOR BORGING


Bij borging komt aan de orde:
• bewaken van het gerealiseerde niveau van
duurzaamheid;
• signaleren, initiëren en implementeren van
nieuwe kansrijke initiatieven.

36
Fase 5 in de praktijk

DE RIETVELDEN/DE VUTTER/VEEMARKTKADE van een spoorterminal, herstructurering en


Het bedrijventerrein De Rietvelden/De Vutter/ herinrichting van de “natte zone” en het
Veemarktkade (RiVu) ligt in het westen van opzetten van een logistiek centrum.
’s Hertogenbosch en is circa 290 hectare groot. De werkgroep Utilities heeft onderzoek
Het telt ruim 400 bedrijven met een breed gedaan naar de mogelijkheden van
scala aan activiteiten: industrie, havenbedrij- (her)gebruik van (afval)water. Drie bespa-
ven, handel en reparatie van consumentenarti- ringsopties worden verder uitgewerkt. Tevens
kelen, bouwnijverheid en transport. heeft deze werkgroep de mogelijkheden
Bovendien zijn hier de Brabanthallen geves- onderzocht voor de oprichting van een utility-
tigd, die onderdak bieden aan congressen en vennootschap. Resultaat: een adequate organi-
beurzen. Het terrein wordt doorsneden door satiestructuur en bijbehorende rechtsvorm.
de A59 en beschikt daardoor over een goede Ook de uitvoering van een energiescan bij de
aansluiting op andere rijkswegen. Over water bedrijven en het collectieve inkopen van elek-
is het terrein ontsloten door een verbinding triciteit horen tot het takenpakket.
met de Maas en via een stamlijn sluit het Geluidruimte, zonering, geluidbeheersystemen
direct aan op de belangrijke spoorassen, en registratiesystemen voor geluid zijn vaste
noord-zuid en oost-west. punten op de agenda van de werkgroep
Terreinbeheer. Andere onderwerpen die beho-
HISTORIE ren tot het domein van deze werkgroep zijn:
Op het bedrijventerrein RiVu timmert men al verhoging van de verkeersveiligheid, beheer
langer aan de weg. Sinds 1986 is het van de openbare ruimte, uitbreiding van de
Samenwerkingsverband De Rietvelden-De telecommunicatievoorzieningen en een brede-
Vutter actief. In 1996 is het project Duurzame re aanpak van het beveiligingsproject.
revitalisering RiVu van start gegaan met de De werkgroep Milieu heeft in samenspraak
ondertekening van een intentieverklaring door met gemeente en brandweer een crisisbeheer-
diverse partijen. Naast het singsmodel voor het gehele terrein opgesteld.
Samenwerkingsverband RiVu waren dat de Medewerkers van bedrijven worden getraind
Kamer van Koophandel Oost-Brabant, de pro- (collectieve bedrijfshulpverlening, EHBO). Ook
vincie Noord-Brabant en de gemeente is een raamovereenkomst voorbereid voor de
‘s-Hertogenbosch. Vanaf 1997 is het master- collectieve inzameling van afvalstoffen. In dit
plan voor duurzame revitalisering de leidraad. contract biedt de stichting RiVu exclusief voor
De partijen hebben het project gaandeweg deelnemers een pakket diensten aan. De
geprofessionaliseerd. In 1999 is de Stichting (sub)werkgroep Was- en Tankvoorziening
RiVu opgericht. Er is een projectmanager aan- heeft een programma van wensen en eisen
gesteld. De Stichting heeft een projectplan opgesteld voor een truckwasstraat.
voor 2000-2003 opgesteld en de concrete pro- Op initiatief van de werkgroep
jecten zijn ondergebracht in een aantal werk- Vervoersmanagement zijn door verschillende
groepen. Vanaf 2003 wordt de hele organisatie bedrijven fietsprojecten gestart. In nauw over-
onder het Samenwerkingsverband RiVu leg met de gemeente is begonnen met het pro-
gebracht. ject RiVu Taxi voor het woon-werk verkeer.
Tot het aandachtsveld van de werkgroep
WERKGROEPEN Inkoop behoort de collectieve inkoop van
De werkgroep Transport en Logistiek richt niet-strategische goederen en diensten, bij-
zich op de optimale benutting van de aanwe- voorbeeld catering, schoonmaak en verzeke-
zige multimodale transport- en logistiek moge- ringen. Om hiermee ervaring op te doen,
lijkheden op het terrein. Dat heeft zich ver- koopt men gezamenlijk kantoor- en computer-
taald in onderzoek naar onder andere: uitbrei- benodigdheden in.
ding van de weg-water terminal, het realiseren
37
De werkgroep P&O-overleg bekijkt de con-
cretisering van ideeën over personeelsma-
nagement op terreinniveau. De gedachte dat
samenwerking op het gebied van personeels-
management aantrekkelijk is voor bedrijven
en werknemers, is geconcretiseerd in het
Human Facility Centre RiVu.

Op De Rietvelden/De Vutter/Veemarktkade
bouwt men dus volop aan de drie kapitalen
van duurzaamheid. Het ecologische, economi-
sche en sociaal-culturele kapitaal.

38
39
40
Dynamiek van verduurzaming

VERDUURZAMING VAN BEDRIJVENTERREINEN: ders op het terrein, gewijzigde wet- en regel-


EEN CONTINU PROCES geving, nieuwe technologische ontwikkelin-
De leidraad beschrijft het verduurzamingspro- gen, nieuwe inzichten over kwaliteit en func-
ces van bedrijventerreinen in de vorm van tionele wijziging van het terrein. Op basis van
vijf achtereenvolgende fasen. Dit wekt moge- reflectie worden ambities en doelen bijgesteld
lijk de suggestie dat het proces van verduur- (fase van oriëntatie en besluitvorming) en
zaming na de fase van uitvoering (fase 5) is wordt actie ondernomen door het ontwikke-
afgerond. Uiteraard is dit niet het geval. len en implementeren van nieuwe projecten
(fase van vormgeving en uitvoering).
Het verduurzamen van een bedrijventerrein is
een continu proces, een cyclus van reflectie De cyclus van reflectie en actie is noodzake-
en actie. Reflectie wordt mede ingegeven door lijk om tot succesvolle resultaten te komen en
interne en externe omgevingsprikkels. daarmee de verduurzaming op het terrein te
Aanleiding tot reflectie kan zijn: resultaten verbeteren en te borgen.
van uitgevoerde projecten, nieuwe stakehol-

Continue
verbetering

Besluit-
Oriëntatie
vorming
Prestatie

Uitvoering Vormgeving

Borging

Tijd

41
Novem, de Nederlandse Organisatie voor (V&W), en Landbouw, Natuurbeheer en
Energie en Milieu Visserij (LNV). Ook buiten Nederland is
Dienstverlener in duurzaamheid Novem actief, met onder andere het
Internationaal Energie Agentschap en de
Novem stimuleert duurzame ontwikkeling van Europese Unie als opdrachtgevers.
de (inter)nationale samenleving op het gebied
van energie en milieu. Meer informatie programma Duurzame
Als agentschap van het ministerie van Bedrijventerreinen
Economische Zaken biedt Novem overheid en • helpdesk: 030 - 239 35 33
marktpartijen ondersteuning bij duurzame • e-mail: dbt@novem.nl
ontwikkeling en zorgt dat de ambities van de • website: www.dbt.novem.nl
overheid realiteit worden. Als intermediair • adres: postbus 8242, 3503 RE Utrecht
brengt Novem de doelen van overheid en
markt samen, stemt vraag en aanbod op
elkaar af, ontsluit kennis en stimuleert (tech-
nische) ontwikkeling.

De meeste programma’s worden uitgevoerd in


opdracht van ministeries, zoals het ministerie Het programma Duurzame Bedrijventerreinen
van Economische Zaken (EZ), is een programma van het ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken. Novem voert dit pro-
Milieubeheer (VROM), Verkeer en Waterstaat gramma uit.

Swentiboldstraat 21 Catharijnesingel 59 Novem op internet: Brochurenummer:


Postbus 17 Postbus 8242 www.novem.nl 3DBT-03.01© Novem
6130 AA Sittard 3503 RE Utrecht www.dbt.novem.nl Aan deze leidraad kunnen
Tel.: 046 420 22 02 Tel.: 030 239 34 93 geen rechten worden ontleend
Fax: 046 452 82 60 Fax: 030 231 64 91

También podría gustarte