Documentos de Académico
Documentos de Profesional
Documentos de Cultura
Beroep: (hoofd)
Een vrije beroepsbeoefenaar is iemand die wordt gevraagd vanwege zijn individuele, persoonlijke
kwaliteiten, die liggen op artistiek of academisch/HBO-niveau.
Bedrijf: (hand)
beroep waarbij niet persoonlijke kwaliteiten van de beoefenaar op de voorgrond staan.
Schema rechtsfeiten
Eenzijdige rechtshandeling: jij alleen.
Meerzijdige rechtshandeling: twee of meerder partijen.
Onrechtmatige daad: in strijdt met de wet.
Wanprestatie: met meerdere, als je iets met iemand hebt afgesproken en dit wordt niet
nagekomen.
Rechtmatige daad: bijv. bij een reddingsactie, dat je wordt verbrandt, de schade is dan voor de
redder en niet voor het slachtoffer.
Management
Lijnorganisatie
Voordelen:
Duidelijke gezagsverhoudingen
Lijn-staforganisatie
Kenmerken stafafdelingen:
Voordelen Lijn-staforganisatie:
Lijnmanager heeft nu zelf meer tijd over! Omdat hij stafmedewerkers kan inschakelen.
(Functionele) staffunctionaris nu meer betrokken bij het resultaat > doet nu zelf meer mee
Nadelen
Matrixorganisatie
De medewerkers hebben wel een eigen afdeling maar ze zijn daar zelden, ze werken
meestal in projecten buiten de eigen afdeling
Voordelen matrixorganisatie:
Nadelen matrixorganisatie:
Verstrengelde belangen
Style = Managementstijl
Het leiding geven door managers.
Autoritair/autocratisch leiderschap
Geen inspraak/discussie
De leider beslist
Democratisch leiderschap
Leidinggevende is begeleider/cordinator
Participerend leiderschap
Autoritair
Participerend
Democratisch
Kleine machtsspreiding
Lage samenwerkingsgraad
Regels en procedures
Machtscultuur:
Kleine machtsspreiding
Hoge samenwerkingsgraad
Personencultuur:
Grote machtsspreiding
Lage samenwerkingsgraad
Taakcultuur:
Grote machtsspreiding
Hoge samenwerkingsgraad
Aarde/ecologische grenzen
Milieugedragscodes opstellen
People
Mensen/sociale rechtvaardigheid
Inspraak/winstdeling
Profit
Winst/economische groei
Bij de P van Profit gaat het om het economisch handelen van organisaties:
Investeren in infrastructuur
Uitbesteding ja/nee
Locatiebeleid
Winstbestemming
Marketing
SWOT-analyse
Aan de hand van dit model kun je de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van een bedrijf
bepalen. De sterktes en zwaktes zijn voor bedrijven intern. En de kansen en bedreiging komen
voor bedrijven van buiten af, extern.
Productlevenscyclus
Elke product zit in een bepaalde fase. Niemand weet hoelang een product in welke fase blijft. Het
kan namelijk zijn dat een product heel kort in de introductiefase zit en jaren in de groeifase.
Introductiefase: mensen moeten het nieuwe product nog leren kennen. Het begin van het
verkoopproces is er maar de kosten blijven hoog waardoor het bedrijf vaak nog steeds
verlies maakt.
Groeifase: in deze fase maakt het product een grote stap. Mensen willen het graag hebben
en de omzet is daardoor ook aanzienlijk hoger dan in de introductiefase. Nu kunnen de
kosten beter afwegen tegen de omzet en maakt het bedrijf dus winst.
Volwassenheidsfase: in het begin van deze fase gaat het nog goed met de verkoop van het
product maar tegen het einde daalt de omzet en wordt het product minder populair. Het
bedrijf maakt nog wel steeds winst maar die daalt wel.
Eindfase: in deze fase daalt de omzet flink, het product is niet meer populair en wordt
nauwelijks verkocht. De omzet en winst die ze behalen komt van de overgebleven
producten die nog verkocht worden, de productie ligt vaak al geheel stil waardoor er dus
nog wel winst wordt gemaakt.
Merkstrategie: merkontwikkeling
Nieuwe merken: het creren van een nieuwe merknaam wanneer je een nieuw
productcategorie betreed waarvoor de huidige merknaam niet geschikt is. (nieuwe
merknaam, nieuwe productcategorie)
Bedrijfseconomie
Aandelen
1.Gewone aandelen (zeggenschap en dividend)
2.Preferente aandelen (bijzondere rechten)
de houders van deze aandelen kunnen bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid benoemen
Nominale waarde:
Waarde zoals die op het aandeel staat staat op balans als aandelenkapitaal
Intrinsieke waarde:
Waarde van het eigen vermogen van een onderneming / het aantal geplaatste aandelen
Rentabiliteitswaarde:
Gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige geldstromen
Beurswaarde:
Wordt bepaald door vraag en aanbod
Geplaatst aandelen kapitaal veranderd als:
1.
2.
herkapitaliseren
3.
Vreemd vermogen
Obligaties
(obligaties)
Bijzondere vormen:
* hypothecaire obligatielening
* achtergestelde obligatielening
* converteerbare obligatielening (recht om de
Rekening-courantkrediet
= rood staan bij de bank (de post bank staat dan rechts
de rente die de bank rekent is afhankelijk van de Euribor (interbancaire rente), welke
weer afhankelijk is van de
herfinancieringsrente die de Centrale Bank aan de banken
rekent.
Leverancierskrediet = Crediteuren
indien binnen een bepaalde termijn wordt betaald, krijgt een bedrijf in het algemeen een
korting op het totaalbedrag.
Afnemerskrediet
Voorzieningen
Een soort potje met geld voor uitgaven in de toekomst waarvan de omvang en het tijdstip nog
niet bekend zijn.
Activiteitskengetallen
Voorraad
Debiteuren
Crediteuren
Omzet
HRM
Forbrun model
Instoom:
werven = het geheel van activiteiten dat erop is gericht kandidaten te doen solliciteren
naar een bepaalde functie in de organistatie.
selecteren = het geheel van activiteiten dat gericht is op en leidt tot het uitkiezen van de
juiste personen voor de invulling van vacatures.
introductie
Doorstroom:
prestatie
belonging
beoordeling
ontwikkeling
Uitstroom:
ontslag
Competenties
De combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie die iemand nodig heeft
om succesvol te kunnen zijn.
Soorten arbeidsvoorwaarden
Primair: materieel, direct in geld uit te drukken
wanneer je die stap hebt voldaan, vang je daar geen prikkel meer van. Dit is gewoon, je
gaat dan een stap verder. En zo ga je door maar je kan wel terugvallen.
Veiligheid:
onderdak, geld
Sociale participatie
je status, saamhorigheid
Erkenning en waardering:
Zelfontplooiing:
Halo-effect:
een positieve eigenschap van de medewerker verblind alle negatieve eigenschappen van
die persoon. Tijdens het gesprek blijft het gaan over die positieve eigenschap.
Horn-effect:
een negatieve eigenschap van de medewerker verblind alle positieve eigenschappen van
die persoon. Tijdens het gesprek blijft het gaan over die negatieve eigenschap.