Está en la página 1de 1

Luisteropdracht bedenken Comptine d'Un Autre t door Lisanne Koudijs, 1D

In het lied komt vorm terug naar voren, want kinderen die van piano houden en/of het kunnen
spelen zullen naar de vorm luisteren en het na willen spelen. Daarbij wordt gelet op herhaling van
stukken en de variatie. Ook komt klank terug naar voren in dit lied. Kinderen zullen proberen het na
te neurin na 1 of twee coupletten. Betekenis komt niet heel sterk terug naar voren, want er wordt
niet gelet op lezen en noteren. Als de kinderen een blad krijgen met de noten, zullen sommige het
misschien kunnen lezen.
De luisterstijlen die worden toegepast bij dit lied zijn de analytische luisterstijl: de kinderen letten op
terugkerende patronen in de muziek en let op de opbouw van het stuk. Er is ook een motorische
luisterstijl: de kinderen kunnen fysiek met hun voeten mee tikken of, de kinderen die piano spelen,
kunnen met hun vingers meespelen. Er is ook een creatieve luisterstijl: De kinderen kunnen zich
van alles voorstellen bij de muziek, bijvoorbeeld het verhaal van de film. Voor de kinderen die zelf
piano spelen kan deze luisterstijl ook musicerend overkomen. Zo kunnen ze zich verplaatsen in de
musicus tijdens het luisteren. De meeste kinderen zullen creatief luisteren en zich er een beeld bij
proberen voor te stellen. Ze dromen weg bij de muziek.

Bij dit stuk wil ik dat de kinderen luisteren hoeveel verschillende stukken erin zitten en dit aangeven
met een letter. Zo beginnen ze met de A en kan de A nog een keer komen of komt er een B. Het
hele lied laten luisteren is te lang voor hun dus doe ik het halve lied. De kinderen zijn dan heel
analytisch de muziek aan het beluisteren. Ze zullen letten op coupletten, refreinen en
akkoordenpatronen.

De didactische werkvormen voor deze opdracht zullen de instructievorm en de opdrachtenvorm zijn.
Ik leg eerst uit wat de opdracht is en laat een voorbeeld zien van een lied die ik heb beluisterd en
met letters heb aangegeven. Zo weten ze wat ze moeten doen. Daarna speel ik de muziek af en
laat de kinderen luisteren naar de muziek en ze letters bij de coupletten en het refrein zetten.

Het zou eventueel kunnen dat ik gebruik maak van coperatief leren. Dan zet ik een slimmere
leerling naast de minder slimme leerlingen om het na te bespreken. Het is wel van belang dat ze het
tijdens het luisteren in stilte doen anders kan niemand zich meer concentreren. Als het stuk dan is
afgelopen mogen ze het samen nabespreken. Als ze er niet uitkomen kan ik het stuk eventueel nog
een keer aanzetten, waarbij ze wel heel zachtjes mogen overleggen. Zo maak ik gebruik van
coperatief leren.

Het liefst zou ik zelf een keyboard/ piano meenemen en beginnen met een stukje te spelen, alleen ik
kan geen piano/ keyboard spelen, maar ik kan wel aan een medestudent vragen of diegene
misschien een liedje op de piano wil spelen en dat ik dat film. Mijn opening zal bestaan uit een
filmpje van een medestudent die het lied speelt. De kinderen weten meteen dat ik het dan over
piano spelen wil gaan hebben.

Als de kinderen de opdrachten (voor de tweede keer) hebben beluisterd, vraag ik eerst of ze het
moeilijk vonden en wat ze moeilijk/leuk/makkelijk vonden. Daarna wijs ik een aantal kinderen aan
om de antwoorden van de opdracht te geven. Daarna vraag ik welk antwoord het goede antwoord
is (tenzij ze allemaal hetzelfde antwoord hebben). Dan vraag ik of iedereen het met diegene eens is
die heeft uitgelegd welk antwoord het goede antwoord is. Als iemand / iedereen een ander
antwoord heeft dan wil ik dat ook horen en hoe diegene op dat antwoord is gekomen.

También podría gustarte