De afhankelijkheid van de natuur wordt verminderd door:

Drainage: het wateroverschot afvoeren met een buizensysteem onder de grond

irrigatie en beregening: Het land kunstmatig bevloeien.

Bemaling: water wegpompen uit land onder zee niveau.

Bemesting: de vruchtbaarheid van de grond verbeteren.

ploegen: de gronddeeltjes loswerken.

teelt in kassen

Terrassering van steile hellingen. Dit gebeurt vooral in bergachtige gebieden.

Daardoor verandert het landschap. Dat gebeurt nog meer door:

Ruilverkaveling: het herverdelen van grondbezit waarbij een boer grotere

aaneengesloten stukken grond ( kavels) krijgt.

Landinrichting: landschapsontwikkeling in een landelijk gebied waarbij naast de

landbouw ook de natuur en recreatie een plaats krijgen.

Beide zijn meestal onderdeel van de schaalvergroting in de landbouw.

Schaalvergroting heeft nadelen:

1 Overproductie: zoveel produceren dat het aanbod groter is dan de vraag,

daardoor dalen de prijzen

2 overbemesting of (vermesting): meer mest op het land brengen dan voor de

groei van gewassen nodig is

3 verdroging: de grondwaterstand daalt:

Oplossingen:

1 producten verbouwen waar wel vraag naar is.

2 milieuvriendelijker telen, minder vee houden of mest verkopen aan gebieden waar
er een tekort aan is.

3 oppompen van water uit grond beperken.