Está en la página 1de 1

Inleiding Onderzoek

De onderzoekscyclus
De w-vragen moet je jezelf stellen bij het onderzoek (wat, waar, wanneer, waarom, wie
en hoe)
Empirische cyclus = kringloop fundamenteel onderzoek = onderzoek leidt steeds opnieuw
naar nieuwe vragen toe
Bij praktisch onderzoek is het deze cyclus = regulatief / gericht op beslissingen =
bieden kader waarbinnen het oplossen van een praktijkprobleem wordt
ondersteund = handig hulpmiddel bij vormgeven van je onderzoek
Pto-schema = probleem, theorie, onderzoek.
Fasen in onderzoek
Fasen spiraal praktijkonderzoek:
Probleemanalyse = afbakening vraag en doelstelling. Probleem afbakenen
Onderzoeksontwerp = ontwerp om onderzoekvraag te beantwoorden, tijd,
methoden, middelen, wie zijn erbij betrokken
Dataverzameling = onderzoek opzetten en uitvoeren. Informatie verzamelen
Data-analyse = analyseren van die informatie > kwantitatief en kwalitatief
Rapportage = terugkijken op het onderzoek
Monitor = gegevens verzamelen over de ontwikkelingen op een bepaald terrein
Werkcyclus = probleemanalyse, onderzoeksontwerp, dataverzameling, data-analyse,
rapportage, probleemanalyse etc. = werkvolgorde onderzoeksopzet/uitvoering.
Hoofdstuk 5 Dataverzamelingsmethoden uitwerken
1. Operationalisatie = met behulp van vragenlijst goede begrippen maken
2. Voor goede dataverzameling trek je steekproef
3. Gebruik voor rapport: bruikbaarheid, zuiverheid en betrouwbaarheid
Van theorie naar praktijk
Begin: omschrijving probleemsituatie > concreet maken (probleem/doelstelling van
maken)
Daarna literatuur en theorie zoeken, wat waren resultaten?
Dan onderzoeken in hoeverre je verwachtingen uitkomen
Begrippen zoals in model omschreven neem je en je ontwikkelt hulpmiddel om gegevens
te verzamelen.
Operationaliseren = je kijkt opnieuw naar onderzoeksmodel en begrippen die je hebt
geformuleerd. Nu ga je wel een stap verder, je bepaalt welke vragen je stelt om
begrippen daadwerkelijk te meten!
Instrumenten = hulpmiddelen om gegevens te verzamelen
Begripsafbakening operationalisatie vragenlijst
Begrip werk je eerst uit: wat wordt er onder werksfeer verstaan (wat wel en wat niet)?
Voor elk aspect (items genoemd) van het begrip ontwikkel je aantal waarnemingsvragen.
Je zet ze onder elkaar in lijst met meerpuntenschaal (helemaal niet waar tot volkomen
waar bijv.)

También podría gustarte