Está en la página 1de 6

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Tom van Rijswijk
Klas
1c
Stageschool De Zevensprong
Plaats
Best
Vak- vormingsgebied: Geschiedenis
Speelwerkthema / onderwerp: tijdsbesef

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Kim van Poppel


20-03-2015
3
28

Persoonlijk leerdoel: Ik wil de rust in de klas bewaren door van te voren duidelijk uit te leggen wat te bedoeling is en indien nodig tijdig ingrijp als het wat
onrustiger wordt.
Ik wil deze les gerichte vragen stellen waardoor kinderen beter kunnen antwoorden over voorwerpen uit het verleden.
Lesdoel(en): Aan het einde van de les kan 75% de quizvragen die te
maken hebben met tijdsbesef goed beantwoorden.

Evaluatie van lesdoelen:


Door de klas een quiz te laten maken kan ik zien of ze wat van de les opgestoken
hebben.

De kinderen leren nieuwe termen die te maken hebben met tijdsbesef.

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische
bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te
hanteren.
Beginsituatie: In een reguliere lesweek is geen tijd ingepland voor geschiedenis in deze groep 3. Er is wel een methode aanwezig maar deze wordt niet of
nauwelijks gebruikt. Als er iets gebeurt in het nieuws wordt hier wel over gesproken in de klas en er zijn wel eens kringmomenten waarin historische
gebeurtenissen besproken worden. Er wordt wel veel aan tijdsbesef van kinderen gewerkt. Elke dag wordt er gestart met de vraag welke dag het is, een
kind mag dan de pijl naar de goede dag laten wijzen. Ditzelfde gebeurt met de datum (dag en maand). Voor algemene informatie over mijn groep verwijs ik
door naar de kritische analyse.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen / Organisatie

15 minuten Inleiding

Politieke bril
(verhaal
gaat over
een
president)

Natuurlijke
bril

Vertel dat je zo een verhaal gaat voorlezen wat De kinderen luisteren en denken na over mijn vragen,
zich afspeelt in de toekomst.
sommigen geven ook antwoord.
Vragen stellen:
- Weet iemand wat de toekomst is?
- het verleden ?
- het heden ?
Stukje voorlezen uit het boek Spoken bestaan
wel van Annet van Battum ( t/m blz. 23.)
Vraag aan de kinderen hoe je kunt weten dat dit
verhaal zich in de toekomst afspeelt.
Robot computer, alles van plastic, geen gras
en/of bomen, alles heel netjes, nog maar n
echt stenen huis enz.

Kinderen zitten in groepjes.


voorleesboek

15 minuten Kern

Laat de klassendienst de werkbladen die je


De kinderen luisteren en geven antwoord op de vragen.
gemaakt hebt uitdelen.
Ze doen ook mee aan het spel met de voorwerpen.
Geografisch Vertel de kinderen dat we het blad stap voor
e bril
stap gaan doornemen en de antwoorden
telkens op de werkbladen schrijven.
Verder gaan met stellen van de
werkbladvragen:
- Wie weet er hoeveel dagen er in een
week zitten?
- Wie weet er hoeveel weken er
ongeveer in een maand zitten?
- Hoeveel maanden heeft een jaar?
- Hoeveel weken heeft een jaar?
- Hoeveel dagen heeft een jaar?
- Wie weet er wat een eeuw is?
- Heeft er iemand wel eens gehoord van
een decennium?
- Heeft er iemand al wel eens gehoord
van een millennium?
Vragen wie er weet hoe oud zijn papa en mama
zijn en of er al kinderen zijn die weten in welk
jaar zijn papa en/of mama of zelf geboren zijn.
Vertel dat je spulletjes hebt meegenomen en
een powerpoint hebt gemaakt, en dat de
kinderen mogen raden of het iets van vroeger
was, of van nu.
Culturele bril Vertel dat als je denkt dat het iets van nu is je je
(de kerk van vinger opsteekt, en als je denkt dat het van
Best)
vroeger was je je handen op tafel laat liggen.
Spullen en de plaatjes een voor een laten zien
en vervolgens doorvragen aan een kind
- Wat is het?
- Is het iets van vroeger of nu?
- Waar kun je dat aan zien?
- Hoe ziet het er nu uit?
- Is deze telefoon ouder of nieuwer dan
de telefoon die we net zagen? Enz.

werkblad
Voorwerpen:
Houten pop
Gameboy color
Plaatjes op het bord van:
Oude klassenfoto
Oude telefoon met
draaischijf
eerste mobiele telefoon
Hele oude tv
Kerk van Best

5 minuten

slot

Vertel na het laatste voorwerp dat we een quiz


De kinderen luisteren en geven eventueel antwoord.
gaan houden.
Als je denkt dat het het eerste antwoord is steek
je je hand op, denk je dat het het tweede
antwoord is, dan leg je 2 handen op de tafel.
Quizvragen:
- Hoeveel maanden zitten er in een jaar?
12 of 14
- Hoeveel dagen zitten er in een jaar?
365 of 300
- Hoeveel jaar zit er in een eeuw? 1000
of 100
- Wat is de toekomst? Iets van een jaar
geleden of iets wat pas over een jaar is.
Vraag na de les een aantal kinderen om tips en
tops en vertel de kinderen dat ze per groepje
hun werkbladen in hun postvakje mogen
leggen.

De quiz op het bord


geprojecteerd

Persoonlijke reflectie
Ik merkte vandaag goed dat het vrijdag was, het einde van de week. De kinderen waren sneller afgeleid dan normaal. In het begin had ik
hier nog wat moeite mee maar later hield ik de kinderen kort. De inleiding ging goed, de kinderen waren geboeid en gaven enthousiast
antwoord op de vragen. Het verhaal dat ik had uitgekozen paste goed bij het begrip de toekomst. Ik merkte na een bepaalde tijd dat de
kinderen de aandacht er niet meer goed bij konden houden. Daarom ben ik halverwege mijn verhaal al gestopt met voorlezen en gewoon
begonnen aan de vragen. De volgende keer moet ik een aantal fragmenten kiezen die het beste bij het onderwerp passen in plaats van te
beginnen bij het begin en door te lezen tot een belangrijk punt. Het gaat deze les meer over hoe kan ik zien dat dit zich in de toekomst
afspeelt dan het verhaal zelf.
De vonden het erg leuk om vragen te beantwoorden en te vertellen over leeftijd, geboortedatum enz. Er waren ook al een aantal kinderen
die al wisten wat een eeuw is en zelfs wat een millennium is. De quiz vonden de kinderen ook leuk om te doen en zo kon ik mooi
inventariseren of ze er wat van opgestoken hadden.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:
Feedback mentor (inclusief handtekening)
Je lesvoorbereiding is in orde. Je hebt duidelijk opgeschreven wat het doel van de les is en wat jouw persoonlijk leerdoel is.
Je hebt een goed stemgebruik, je staat rustig voor de klas. Je komt zelfverzekerd over.
Het stukje wat je had voorgelezen heb je ingekort omdat je zelf al merkte dat de aandacht van de kinderen verslapte. Goed opgemerkt!
Je geeft de kinderen op een rustige en duidelijke manier antwoord ook wanneer zij niet het goede antwoord geven.
Je hebt spullen meegenomen, goed, zo wordt het voor de kinderen nog duidelijker en hebben ze een afwisseling in de les.
De quiz op het einde is een hele goede manier voor de afsluiting; wat heb ik nu geleerd in deze les?.
Prima gedaan!

Datum:
Vrijdag 20-03-2015
Colleen Abram
Leerkracht Nutsbasisschool De Zevensprong
Groep 3

También podría gustarte