Documentos de Académico
Documentos de Profesional
Documentos de Cultura
LEERGANG PENSIOENRECHT
NIEUWSBRIEF
Nr.
INHOUDSTAFEL
1. Hof van Justitie ..................................................................................................................................... 3
1.1. Leeftijdsdiscriminatie: Uitsluiting pensioengerechtigden van recht op bijzondere ontslagvergoeding ... 3
1.2. Leeftijdsdiscriminatie: In aanmerking nemen studietijdvakken .......................................................... 4
1.3. In aanmerking te nemen tijdvakken van arbeid vervuld op grondgebied van andere lidstaat .............. 5
1.4. Vrijstelling personeel consulaire post aan voorschriften van sociale verzekering ................................. 5
1.5. AOW, vrijwillige voortgezette verzekering en anticumulatiebepalingen .............................................. 6
2. Hof van Cassatie.................................................................................................................................... 7
2.1. Verboden beding levensverzekering ................................................................................................ 7
2.2. Toepassing dubbelbelastingverdrag Portugal ................................................................................... 7
2.3. Moment waardering groepsverzekering bij vereffening huwgemeenschap ......................................... 8
3. Lagere rechtspraak ................................................................................................................................ 8
3.1. Verjaring pensioenaanvraag ........................................................................................................... 8
3.2. Overgangsmaatregelen vervroegd rustpensioen .............................................................................. 9
3.3. Berekening overlevingspensioen ..................................................................................................... 9
3.4. Toegelaten arbeid: onbeperkt bijverdienen ................................................................................... 10
3.5. Grens toegelaten arbeid en verjaringstermijn ................................................................................ 10
3.6. Berekening gewaarborgd minimumpensioen ................................................................................. 10
3.7. Eenheid van loopbaan.................................................................................................................. 11
3.8. IGO: Bestaansmiddelen samenwonende ....................................................................................... 11
3.9. IGO: bestaansmiddelen samenwonende en hoofdverblijf .............................................................. 12
3.10. Begunstiging levensverzekering .................................................................................................. 12
3.11. Begunstiging levensverzekering: Bedoeling erflater ...................................................................... 13
3.12. Begunstiging levensverzekering: Herroeping door wettelijk vertegenwoordiger .............................. 13
3.13. Apra Leven in gebreke blijven verzekeringsmaatschappij ........................................................... 13
3.14. Interpretatie pensioenbelofte door fiscus..................................................................................... 14
3.15. Belastbaarheid pensioenuitkering................................................................................................ 15
3.16. Verdeling groepsverzekering....................................................................................................... 15
3.17. Aanvullend pensioen en discriminatie .......................................................................................... 16
3.18. Eenzijdige wijziging pensioentoezegging ..................................................................................... 16
4. Belgische rechtsleer ............................................................................................................................. 17
4.1. Interpretatie pensioenbelofte door fiscus en Ccontractuele voorwaarden van pensioenbelofte .......... 17
4.2. La constitutionnalit du principe dunit de carrire de larticle 10bis de larrt royal nr. 50 ............. 17
4.3. De opkomst van collectieve discriminatie ...................................................................................... 18
4.4. Discrepantie tussen de begunstiging via levensverzekering en via testament. Wie haalt het? ........... 18
4.5. Programmawet: overzicht van de voornaamste sociaalrechtelijke bepalingen .................................. 18
4.6. Rendementsgarantie op aanvullende pensioenen: wie betaalt de rekening? .................................... 18
4.7. Nieuwe voorwaarden voor stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag in 2015 .................................... 18
4.8. Onbeperkt bijverdienen na pensioen ............................................................................................. 19
4.9. Krijgen weduwen of weduwnaars nog een overlevingspensioen in 2016? ........................................ 19
- 1/33 Leergang Pensioenrecht 2014-2015
LEERGANG PENSIOENRECHT
NIEUWSBRIEF
Nr.
LEERGANG PENSIOENRECHT
NIEUWSBRIEF
Nr.
werkgelegenheidsbeleid
dient.
aanspraak
op
het
ouderdomspensioen
hun
ontslag,
van
legitieme
de
arbeidsmarkt
of
de
zullen
werkgelegenheid te bereiken.
de
over
werkgever.
leeftijdscriterium.
De
beperking
van
het
gebied
de
eenmalige
bijzondere
vergoeding
zover
een
kunnen
de
Voor
zouden
enkel
ouderdomspensioen
ontslagvergoeding
geen
een
beschikken.
algemeen
van
een
ontvangen
voor
zal
komen
ouderdomspensioen
verlaten
met
die
algemeen
doel,
bij
Personen
legitiem
maken
van
van
worden
richtlijn
2000/78
nationale
regeling
moeten
het
regeling
wordt
arbeidsmarkt
enerzijds
en
zoals
die
aldus
objectief
welke
en
anderzijds
in
redelijk
en
een
passend
In
Oostenrijk
voorafgaand
kunnen
aan
pensioenrechten
de
bepaalde
datum
opgebouwd
tijdvakken,
vanaf
wanneer
kunnen
worden,
op
arbeidsmarkt of de beroepsopleiding en de
het
terrein
van
de
werkgelegenheid,
de
voor
geen
de
wat
konden
de
meegetelde
overdrachtbedrag
worden
ontvangt
tegen
tijdvakken
overeenkomstig
betaling
van
een
buitengewone bijdrage.
een
legitieme
doelstelling
van
aangevoerde
legitieme
doel
te
bereiken.
wettelijke
regeling
op
grond
waarvan
de
niet
worden
meegeteld
voor
de
berekening
zijn
enerzijds,
wordt
werkgelegenheids-
en
van
het
objectief
bedrag
en
en
van
redelijk
arbeidsmarktbeleid,
uitdrukkelijk
overeenkomst
uitzonderingen.
vermelde
staat
gevallen.
niet
De
vermeld
bilaterale
bij
de
van
van
verzekeringstijdvakken
vluchtelingen.
gedeelte
van
de
Roemeense
aan
bilaterale
zijn
bilaterale
werking is getreden.
geen
het
Hof
van
gerepatrieerd
Justitie
voordat
of
de
de
enkele
tak
aangesloten geweest.
- 5/33 Leergang Pensioenrecht 2014-2015
van
de
sociale
zekerheid
ze,
heeft
Hier
doet
van
sociale
zekerheid
lidstaat,
anticumulatiebepaling
rechten
socialezekerheidswetgeving
van
de
aan
socialezekerheidsuitkeringen
mogen
van
op
onderworpen
overlevingspensioenen,
1987
niet
bij
verplichte verzekering.
staat,
de
tijdvak
van
het
toepassing
voor
de
Evans,
voor
van
het
die
van
augustus
brengen
te
was
voor
mindering
als
beroepsinkomsten
reeds
eigen
die
nooit
Personen
daarna
tak
Belgische
enkele
haar
haar
geen
van
overlijden
het
in
door
nationale
de
anticumulatiebepalingen
het
voordeel
betrokken
feit
of
dat
de
betrokkene
om
aansluiting
begunstigde
van
het
kapitaal,
zijnde
haar
niet-nakoming
daarmee
het
bedrag
bepaalde,
in
de
toekomstige
mag
niet
anticumulatiebepalingen
benvloed.
Het
van
het
een
belanghebbende
ouderdomspensioen
van
van
de
AOW-pensioen
en
niet
in
dus
mindering
overeenkomst
nagekomen,
heeft
hij
hij
zijn
verzekeringsmaatschappij
weigert
het
inzake
staatkundig
waarvan
het
inkomen,
is
de
naar
dat
belastingen
stelt
Het
leven,
uitgesloten.
het
wordt
een
van
verzekeringsdekking
zichzelf
is
het
man
niet
van
Later
worden
erfgenamen.
verplichting
vrijgesteld
wettige
bepaalde
kan
onderdeel
gemeenschap ervan.
de
of
een
plaatselijke
van
de
voornoemde
3. LAGERE RECHTSPRAAK
publiekrechtelijke
een
publiekrechtelijke
of
privaatrechtelijke
begrepen worden.
een
huwelijksvermogensstelsel
met
laattijdig
een
vraagt
hen
Hij
tussen
aangevraagd.
de
heeft
toekenning
post-communautaire
van
pensioenrechten
een
van de verdeling.
de
belanghebbende
het
pensioen
heeft
werd
pas
later,
als
verstrenging
van
de
de
(bijkomende)
vereiste
van
overeenkomst
in
KB
toekomstige
verstrenging
het
en
dat
een
de
schriftelijke
voornamelijk
was
(mondelinge)
loopbaanjaren.
individuele
overeenkomst
van
Nederlands
beslissing
pensioen
aan,
op
basis
van
voor
de
RVP
om
een
Tegen
de
haar
een
periodes
waarvoor
geen
recht
op
overlevingspensioen.
van
en
overlevingspensioen is toegekend.
overeenkomst
seizoenswerknemer)
de
vervroegde
of
grens-
is,
is opgebouwd.
De
RVP
gaat
daarop
over
tot
aanwijzingen
zijn
dat
er
nog
bijkomende
vrouw afgewezen.
betaalde
prestaties
ingevolge
de
inkomsten
m.b.t.
onbeperkt
gepensioneerde
bijverdienen
mag
echter
toegelicht.
niet
de
vastgestelde
grensbedragen
De
Arbrb. Gent 23 februari 2015, 12/2515/A, onuitg.
onbeperkt
onbeperkt
zijn
elementen
minimumpensioen
te
kunnen
aanlevert.
cumuleren
Op
19
met
november
2013
vermenigvuldigd
met
een
alleen
verantwoording
vermenigvuldigd
bestaat
onwettigheid
en
wordt
voor
dit
berekening
met
verschil
van
een
in
zijn
onder
genoot
sinds
januari
een
vonnis
van
de
bij
berekening
minimumpensioen,
naar
Een
andere,
4, 7).
2005
een
159
GW,
alleen
algemene,
provinciale
en
zoverre
zij
met
de
wetten
overeenstemmen.
schendt.
van
arbeidsrechtbank
bijzondere
iedere
heeft.
bepalingen.
Voor
de
bestreden
beslissing
vermeldt
ten
leiden.
slotte
dat
De
het
verschillende
samenwoonst
vergelijkbaar
pensioenstelsels
patroon
binnen
functioneren,
een
zijn
de
met
een
persoon
die
een
beroepsinkomen heeft.
men
verschillende
moet
spreken
van
gemengde
loopbaan
geen
ongeoorloofde
de
aanvrager
niet
geacht
dezelfde
bewijzen
ste
dat
ze
toch
niet
samenwonen.
De
uitzonderingen
dit beginsel.
op
het
delen
van
de
arbeidsrechtbank
verwijst
naar
arrest
nr.
rekening
meer
gehouden
worden
met
de
februari
indienen.
2014;
zie
Inkomensgarantie
11.4.
voor
Vereenvoudiging
Ouderen
en
11.5.
Arbrb. Gent 18 november 2014, 14/798/A, onuitg.
personen,
andere
dan
bloed-
of
een
huwelijkspartner
samenwonende,
en
niet
in
of
wettelijk
een
rust-
groepsverzekering.
of
de
de
huidige
erfgenamen
indienen.
in
door
de
voorkomend
de
wettelijke
geval,
het
van de RVP.
werd
wegens
haar
samenwoonst
IGO
het
voorwaarden
persoon
met
samenwoont
opnieuw
en
Het
bijzondere
begrip
partner
wordt
gedefinieerd
in
als
de
de
aanduidde.
geweigerd
of
aangeduid
ouders,
De
uitkering.
de
persoon
natuurlijke
aangeslotenen,
een
begunstigingsclausule
De
wie
of
de
aangeslotene
volgens
een
wettelijk
gelijkaardige
in
Er
bewezen
dat
geen
spontane
mededeling
van
het
of
bestaansmiddelen
aangevoerd
de
niet
moeten
wordt
de
verzekeraar
zijn
informatieverplichting
niet
is
verblijfsvoorwaarde.
gentimeerde ongegrond.
- 12/33 Leergang Pensioenrecht 2014-2015
als
begunstigde
van
de
stelde
een
de
vrederechter
aanvraag
tot
een
wijziging
voorlopige
van
de
wijziging
van
de
schaden,
zodat
de
begunstigingsclausule.
beschermde
persoon
Bij
de
kunnen
maken
op
het
kapitaal
van
de
de
in.
nieuwe
begunstigde
een
onrechtstreekse
begunstiging
maakt
de
het
kapitaal
geen
deel
uit
van
te
herroepen
en
een
nieuwe
te
bewijzen
aan
de
hand
van
een
een
met
Integrale.
groepsverzekering
vastebijdrageplan
die
voorziet
dat
werkgeversbijdragen
in
enkel
gefinancieerd
wordt.
De
van
voldoende
geschoten
werd
dekkingswaarden
in
de
en
naleving
tekort
van
de
minimumgarantieverplichting.
pensioenovereenkomst
strekkend
onderneming
tot
betaling
van
een
een
waarin
staat
aanvullend
dat
de
pensioen
zal
De
fiscus
verwerpt
de
betaling
van
het
voldaan.
De
zaakvoerder
Het
feit
dat
het
in
casu
om
een
bedrijfstakpensioenfonds voor de overheid en het
onderwijs gaat, benvloedt volgens het Hof deze
analyse niet, net zomin als het antwoord op de
vraag of de gestorte premies al dan niet in het
buitenland in aftrek werden gebracht. Het hof
concludeert
dat
de
betrokken
periodieke
pensioenuitkeringen niet als in artikel 34 bedoelde
inkomsten belast moeten worden. Enkel de er in
vervatte roerende inkomsten zijn belastbaar als in
artikel 17, 1, 4 WIB92. Het Hof beveelt de
herberekening van de aanslag en heropent de
debatten om de Belgische Staat de mogelijkheid te
bieden om binnen de zes maanden een subsidiaire
aanslag ter beoordeling aan het hof voor te leggen.
heeft
die
niet
voldoet
aan
de
aftrekvoorwaarden.
Het Hof stelt dat er slechts n zinvolle en
coherente manier is om de pensioenovereenkomst
te
lezen.
De
vennootschap
had
aan
haar
van
de
bestaan
de
belasting
overeenkomsten
en
moet
respecteren
zoals
bijgevolg
ze
en huwelijksvermogensrecht, Nieuwsbrief
pensioenkapitaal
niet
verworpen
worden
als
aftrekbare beroepskost.
2011-
van
goederen
essentieel
gemeenschappelijk zijn.
Het Hof herinnert eraan dat het vonnis waarbij de
echtscheiding wordt uitgesproken terugwerkt tot op
de dag waarop de eerste vordering is ingesteld.
Deze datum moet dan ook worden aangehouden als
- 15/33 -
immers
afgetrokken
alleenstaandenpensioen.
een
verschillend
en
aanvullend
bij
de
pensioen,
andere
een
discriminatie
onaanvaardbaar
technisch
antidiscriminatiewet
personeel.
Dit
om
hen
een
op
grond
van
op
burgerlijke
basis
van
10
stand
van
mei
de
2007.
onderscheidingscriterium
gehuwden
het
gezinspensioen
is
en
voor
burgerlijke
Het
ongehuwden
het
alleenstaandenpensioen.
Een
gehuwd/ongehuwd,
aangezien
werknemer
die
gehuwd
een
ambtenarenpensioen
geen
is,
maar
stand
in
is
het
gezinsmodulering
een
houdend
zijnde
alleenstaandenpensioen
met
ontvangt,
een
vordert
pensioencomplement,
ouderdomscofficienten
gebaseerd
de
toevoeging
gehuwden
op
en
ongehuwden.
pensioen
gezinspensioen
voor
alleenstaandenpensioen
voor
Bijgevolg
worden
kan
enkel
afgetrokken,
in
het
rele
casu
een
alleenstaandenpensioen.
De werknemer stelt dat de gelijkwaardigheid met de
gemeenschapsuniversiteiten
niet
gerealiseerd
is
gehuwden
opleggen,
automatisch
het
gezinspensioen
zodat
de
economische
en
sociale
alleenstaandenpensioen.
Hierdoor
ontvangt
de
aanvullende
beslissing
- 16/33 -
pensioenen
tot
wijziging
waarin
van
staat
een
dat
stelsel
de
van
aanvullend
pensioen
bevoegdheid
van
tot
de
de
uitsluitende
werkgever
behoort.
De
is
verstreken.
De
werknemer
moet
dat
niet
Brusselse
arbeidshof
uitspraak
doen
over
de
Arbh. Brussel 2 december 2014, Rn. 2013/AB/759,
onuitg.
4. BELGISCHE RECHTSLEER
wijzigen,
worden
beginselen
genuanceerd
van
vanuit
artikel
de
25
nieuwsbrief) bij.
een
essentieel
bestanddeel
van
de
Zie gelijkaardig:
bijdragen
een
pensioenkapitaal
overeenkomst.
die
werkgever
daarvoor
in
zelfs
indien
het
wijzigingsbeding
wel
larrt
decembre
nr.
2014
161/2014.
de
Larrt
la
Cour
annot
arbeidsrelatie.
impliceert
dat
de
du
constitutionnelle
de
te
opgeworpen,
uitgave
heeft
verworpen
gesloten.
Maar
als
overeenkomst
te
combinaison
vorderen,
- 17/33 -
avec
larticle
1er
du
Protocole
deux
volets.
Larrt
annot
est
riche
financin,
sociaalrechtelijke bepalingen.
volksgezondheid,
sociale
zaken
en
materie.
HUMBLET,
De
opkomst
van
P.
collectieve discriminatie. Commentaar bij GwH 9
december 2010, over de pensioenrechten van een
magistraat, vroeger vakbondsjurist., Soc.Kron.
2014, nr. 9, 484.
een
een
leven
waarbij
de
door
een
de
erflater
discrepantie
tijdens
voorlag
zijn
tussen
geleidelijke
verhoging
van
de
effectieve
stelsel
2015,
een
beschouwd
zogeheten
worden
als
'beleggingsverzekering',
'waarden'
voor
de
activiteit
voor
Deze
voor
werknemers
aanpassing
gepensioneerden,
als
voor
gebeurde
in
zowel
zelfstandigen.
uitvoering
van
rulings.
het
Rulingdienst:
overdracht
P. VAN EESBEECK,
afkooprecht levensverzekering is geen fictief legaat,
Fiscoloog 2015, nr. 1415, 1.
na
van
de
wijzigingen
in
editie)
het
grotendeels
voornemen
personen
om
die
het
teruggekomen
op
'pensioenspaartegoed'
toetreden
tot
het
stelsel
haar
van
van
de regering.
december 2014).
(ook
is
de
wel
anticipatieve
momenteel
10%
theoretische
kapitaal
en
heffing
wordt
afkoopwaarde
en
op
het
genoemd)
berekend
van
het
spaartegoed
op
verzekerd
nodig.
op
Pensioenhervorming
een
Het
rapport
van
de
2020-2040
Commissie
vormt
de
2014-2019
intussen
toe.
De
gekend.
meeste
De
maatregelen
laatstgenoemde
zijn
twee
een
opzettelijke
verzekeringswaarborg
ontzegt
fout,
wordt
de
aan
een
van
de
afkoopwaarde
van
een
Inbreng
groepsverzekering,
en
inkorting
bij
centrale
door.
P. VAN EESBEECK, Levensverzekering en echtgenoten
met gemeenschap: Rulingdienst zet door, Fiscoloog
2015, nr. 1414, 8.
omtrent
de
afgewezen
momenteel
belastingadministratie
aangekondigde
waar
gemiddelde
leeftijd
ons
land
waarop
voor
de
staat:
Belg
uit
ingang
van
januari
2015
strengere
de
de
- 20/33 -
de
met
verplichtingen
waaraan
'werklozen
wijzigingen.
en
dassurance
matire
ainsi
que
de
droit
dans
le
du
contrat
domaine
des
participations
heffing' van 10
pensioenreserves
restant d.
% aan de
bnficiaires.
Ltude
prsente
Werkgevers
en
vennootschappen
moeten
ten
Aanvullende
Pensioenen.
Deze
aangifte
moest
wordt
nu
uitzonderlijk
en
eenmalig
5. BUITENLANDSE RECHTSLEER
terrestre,
celles
relatives
5.1. Nederland
CNRIII:
5.2. Duitsland
THURNES
und
C.
RASCH,
Betriebliche
G.
Altersversorgung
im
Jahresabschluss
nach
nationalen
und
internationalen
Bilanzierungsgrundstzen, Der Betrieb 2014, nr.
51-52, 2905-2909.
X., Les nouvelles modalits du cumul emploiretraite, La Semaine Juridique Social 2015, nr. 3,
28.
X.,
BAG:
Betriebliche
Altersversorgung
Bestimmung
der
angemessenen
Eigenkapitalverzinsung, BB 2015, nr. 9, 500.
Aanvullende
sociale
voordelen
Welke
pensioenen
Het
begrip
X.,
BAG:
Betriebliche
Altersversorgung
Anpassung
einer
Betriebsrente
bei
Eigenkapitalauszehrung, BB 2015, nr. 3, 116.
Aanvullende
EESBEECK)
In Life&Benefits 2015/2 lezen we:
5.3. Frankrijk
X., Droit de lUnion et galit de traitement, La
Semaine Juridique Social 2015, nr. 5, 49.
- 22/33 -
SOMVIELE)
-
Eenheidsstatuut
sector-
en
Wisselwerking
ondernemingsstelsels
tussen
(door
P.
ROELS)
-
Jaarrekening
van
de
instellingen
bedrijfspensioenvoorziening:
Beleggingsverzekeringen
Internationale
voor
Circulaire
P. VAN EESBEECK)
EIOPA-richtsnoer:
Gebruik
identificatiecode
2015.
Financile
verslaggeving
over
Belgische
Studie 44.
SOMVIELE)
-
9. INTERNATIONAL UPDATE
9.1. Italy
7. RVP-DIENSTNOTAS
Addendum
dienstnota
Beroepsactiviteit:
2013/09:
januari
grensbedragen
2015.
-
Dienstnota
2015/1:
de
vroegste
op
Tabellen
januari
voor
2015
ingaan
(definitieve tabellen).
-
Gerechtelijk
Wetboek
kunnen
worden
Dienstnota
2015/3:
bijzondere
verwarmingstoelage
gerechtigden
-
op
Betalen
een
van
de
gewaarborgd
aan
Dienstnota
de
gewaarborgd
zelfstandige
2015/4:
Tabellen
voor
minimumpensioen
voor
alleenstaande
en
financial instruments.
overleving op 1.04.2015.
Although the same investment limits and efficient
8. FSMA MEDEDELINGEN
pension.
by 2050.
9.2. Germany
notional
managed fund.
account
and
mandatory
individual
increase
contributions
pension.
contributions
the
minimum
required
were
number
for
made.
an
of
years
of
earnings-related
Every
year,
the
9.3. Russia
benefit
will
be
paid,
currently
228
months.
billion.
9.5. Australia
Labour
Minister
indicated
that
Russia
On
is
March
5,
the
Treasury
released
noncontributory
revenue.
The
program
requires
opposition
parties
assumed
power,
and
then
of
superannuation
employee
benefit
mandatory
funded
from
general
occupational
pension
employers
earnings
fund
or
to
month
provide
-
retirement
to
a
a
savings
belastingkrediet,
belastingvermindering.
en/of
op
een
federale
include:
-
De
attesten
Changing
the
method
of
indexation.
toekenning
overlegt.
van
Deze
bovenvermelde
attesten
moeten
nog
betreffende
voor
hypothecaire
leningen
en
en
niet-
individuele
die
6,
29).
kapitaalaflossingen
De
interesten
enerzijds,
levensverzekeringspremies
voortaan
recht
en/of
geven
belastingvermindering,
en
anderzijds
op
op
invaliditeit,
inzake
Internationale Arbeidsorganisatie.
hypothecaire
uitkeringen
2014,
fiscale
verzekering
de
de
een
gewestelijke
gewestelijk
aangewend
als
aanzet
voor
tot
een
latere
collectieve
tweede
kunnen
een
wordt
bestaande
regels
met
betrekking
tot
nr.
6, 30).
11.20.
Beperkte
schommelingen
in
regeling.
Deze bepalingen treden in werking op 1 januari
2015.
als
gezinshoofd,
schakelt
de
als
alleenstaande
en
het
Zo
gelijk
met
het
bedrag
voor
wordt
daarnaast
voorzien
in
een
voorwaarden
hebben
recht
seizoenwerknemers
een overlevingspensioen.
bepaalde
onderbrekingsuitkering
en
een
Grens-
voortaan
Er
kan
werknemers.
2015.
op
onder
een
- 27/33 -
2015
maakt
cumulatie
met
een
2015.
voor
het
jaar
2014
vastlegt.
langetermijnsparen.
een
betaalde
vervroegde
of
inning
toegekende
van
de
taks
inkomsten
op
uit
Bij Wet van 12 mei 2014, werd de Dienst voor de
pensioensparen.
11.16.
Bij
KB
van
19
december
2014
worden
worden
betaald.
dienst
socialezekerheidsstelsels
voor
de
(DIBISS),
bijzondere
Nieuwsbrief
de
Oprichting
beheerscomits aangeduid.
De
reserves.
cumulatie
van
pensioenen
van
de
uitoefening
worden
Overeenkomstig
om
het
vroegtijdig
verlaten
van
de
van
een
artikel
89,
beroepsactiviteit.
lid
van
deze
bedrijfstoeslag te verstrengen.
Staatsblad.
overgangsmaatregelen opgenomen.
KB van 30 december 2014 tot wijziging van het
koninklijk besluit 3 mei 2007 tot regeling van het
stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, BS 31
december 2014.
de zelfstandigen.
De
zijn
bijverdienen.
bepalingen
onbeperkt
10.15. Zelfstandigenpensioen
Deze
mogen
toepassing
op
de
wordt
evenredig
met
overschrijding verminderd.
het
percentage
van
Bij
Om
recht
te
hebben
op
een
208
27
maart
en
wordt
het
overlevingspensioen
2015
voor
10.20. Sectorpensioenen
gewaarborgd
van
KB
minimumpensioen
voltijdse
OMBUDSMAN PENSIOENEN
Berekening IGO: referentieadres wordt niet langer met
samenwoonst gelijkgesteld
Een gepensioneerde geniet naast zijn rustpensioen eveneens een Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO),
berekend op basis van het verhoogd basisbedrag aangezien hij feitelijk gescheiden leeft van zijn echtgenote
zonder andere inwoners. In juni 2012 laat de gepensioneerde zijn echtgenote toe haar referentieadres bij hem te
vestigen. Tot zijn verwondering verlaagt de RVP zijn IGO vanaf 1 juni 2012 aangezien hij volgens de RVP
opnieuw samenwoonde met zijn echtgenote en hierdoor slechts recht had op het basisbedrag voor een
samenwonende. Ook werd opnieuw rekening gehouden met de inkomsten van zijn vrouw. Betrokkene vindt dat
er geen sprake is van samenwoonst en kaart dit aan bij de RVP. De RVP blijft echter bij zijn standpunt. Ten einde
raad richt de gepensioneerde zich tot de Ombudsman Pensioenen.
De RVP baseerde zich op artikel 6, 1, 4e lid Wet 22 maart 2001 tot instelling van een IGO. Dit artikel bepaalde
destijds: Worden geacht dezelfde hoofdverblijfplaats te delen, de aanvrager en elke andere persoon die
gewoonlijk met hem op dezelfde plaats verblijft. Het gewoonlijk verblijf blijkt hetzij uit de inschrijving in de
bevolkingsregisters van de gemeente waar de verblijfplaats is gevestigd, hetzij uit ieder ambtelijk of
administratief stuk dat op een werkelijk verblijf op eenzelfde adres duidt.
reglementering niet voorziet dat mensen die op eenzelfde adres zijn ingeschreven het bewijs kunnen leveren dat
ze niet samenwonen. Enkel en alleen wanneer er een verschillend adres is, is er geen samenwoonst.
Daarenboven argumenteerde de RVP verder dat hij op basis van de beschikbare informatie uit het Rijksregister
via de Kruispuntbank Sociale Zekerheid geen onderscheid kan maken tussen een werkelijk verblijf en een
referentieadres.
Uit de analyse van de Ombudsman Pensioenen bleek dat artikel 1, 2 Wet 19 juli 1991 betreffende de
bevolkingsregisters bepaalt dat onder een referentieadres moet worden verstaan: het adres van ofwel een
natuurlijke persoon die is ingeschreven in het bevolkingsregister op de plaats waar hij zijn hoofdverblijfplaats
heeft gevestigd, ofwel een rechtspersoon en waar, met de toestemming van deze natuurlijke persoon of deze
rechtspersoon, een natuurlijke persoon zonder vaste verblijfplaats is ingeschreven. De natuurlijke persoon of de
rechtspersoon die de inschrijving van een andere persoon aanvaardt als referentieadres, verbindt zich ertoe daar
alle voor die persoon bestemde post of alle administratieve documenten te laten toekomen.
Aangezien het referentieadres enkel en alleen dient te worden beschouwd als een correspondentieadres, kan
men niet besluiten dat deze personen dezelfde hoofdverblijfplaats delen, zoals bepaald in artikel 6 Wet IGO.
Tevens zijn de samenwonenden allebei gezinshoofd. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen geacht de
hoofdverblijfplaats te delen ingevolge gewoonlijk verblijf op dezelfde plaats (artikel 6, 1, 4 Wet IGO) en een
referentieadres (artikel 1, 2 van de Wet van 19 juli 1991).
Na bemiddeling aanvaardde de RVP, voor zover hij op basis van officile stukken van een referentieadres in
kennis wordt gesteld, bij een natuurlijk persoon die de IGO aanvraagt voortaan geen rekening te houden, voor
het bepalen van de gezinssamenstelling en/of het toe te kennen bedrag inzake IGO, met de persoon of personen
die op het adres zijn ingeschreven met een referentieadres.
Vanaf 1 januari 2014 is hetzij uit ieder ambtelijk of administratief stuk dat op een werkelijk verblijf op eenzelfde adres duidt
geschrapt zodat het gewoonlijk verblijf enkel nog vastgesteld kan worden uit de inschrijving in de bevolkingsregisters van de
gemeenten waar de verblijfplaats is gevestigd.
2
Ook na de wetswijziging vanaf 1 januari 2014 blijft het resultaat bekomen door bemiddeling behouden (geen rekening houden
met de personen die zijn ingeschreven bij de gepensioneerde op een referentieadres).
1