Está en la página 1de 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Shari van Kemenade
Mentor
Germaine Snijders
Klas
P14EhvC
Datum
31 maart 2015
Stageschool De Stokland
Groep
1/2c
Plaats
Son en Breugel
Aantal lln 28
Vak- vormingsgebied: kringactiviteit levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp: levensbeschouwelijk gesprek en filosofisch gesprek Kikker en het vogeltje
Persoonlijk leerdoel: tijdens mijn les wil ik de naar de gedragingen van de kinderen kijken. Dat doe ik door o.a. de kinderen te observeren. Ik wil de kinderen ook
steun geven wanneer dat nodig is.
Lesdoel(en):
Dit lesdoel behoort tot kerndoel 1.
De leerlingen leren informatie verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens
die informatie, mondeling of schriftelijk gestructureerd weer te geven.
Gesprekken in kleine en grote groep (met leraar)
-

Evaluatie van lesdoelen:


Om te controleren of ik mijn lesdoelen behaald heb, ga ik tijdens de kring de kinderen
observeren. Daarbij let ik op de kinderen die op de achtergrond zijn en de kinderen die
veel vertellen.

De kinderen leren nadenken over hun eigen emoties


De kinderen leren tijdens het verhaal gericht te luisteren

Beginsituatie: dit onderwerp speelt al wat langer in de groep. Vorig jaar heeft een jongetje zijn moeder verloren en dit jaar is de oma van F. doodgegaan. Het is goed
om dit met heel de klas te doen en iedereen erbij te betrekken. Dit ga ik tijdens de kring doen. We voeren regelmatig een kringgesprek in de klas. Er zijn kinderen die
goed kunnen vertellen in de kring en goed kunnen luisteren. De kinderen die op de achtergrond zijn, wil ik enthousiastmeren om mee te doen in het gesprek. Tijdens
deze kring worden vaak activiteiten aan gekoppeld zoals: rekenen en taal. Levensbeschouwelijke gesprekken komen niet vaak voor in de klas. Daarom ga ik vandaag
een levensbeschouwelijke les introduceren. De kinderen die sneller afgeleidt zijn, wil ik tijdens het verhaal betrekken door vragen te stellen. Ik moet ook met de
tijdsplanning rekening mee houden, omdat de kleuters nog een korte concentratieboog hebben. De activiteit/les mag niet langer duren dan 35 minuten.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen / Organisatie

13 min

Inleiding

10 min

Kern

Ik laat een boek zien van Kikker en het


vogeltje
Ik stel een aantal vragen zoals:
Wie kent dit boek?
Wat zie je op de voorkant?
Ik lees de achterkant van het boek voor
Ik vraag waar het boek over gaat
Ik lees het boek voor
Na het voorlezen, stel ik de wie, wat,
waar vragen zoals:
Wie is de hoofdpersoon van het
verhaal? Kikker
Waar speelt het verhaal zich
af? In de herfst
Waarom keek kikker bezorgd?
Hij had iets gevonden
Wat zei kikker tegen varken
over het vogeltje? Kapot, hij
doet het niet meer
Wat denk je wat kikker voelt?
Welk gevoel krijg je bij dit
verhaal?

De kinderen kijken naar het boek


De kinderen beantwoorden mijn vragen
De kinderen luisteren naar het verhaal
De kinderen bedenken waar het verhaal over gaat
De kinderen luisteren naar het verhaal
De kinderen beantwoorden mijn vragen

Ik stel een aantal vragen zoals:


Wat zou er gebeuren als je
door bent? Begraven, hemel,
ster worden
Voel je dan iets?
Wat vind de oma van F. bv?
Verder mijn pijn leven en
verdrietig zijn of dat ze rust en
geen pijn heeft?
Ik geef een stelling:
Waar ga je heen als je dood bent?

De kinderen beantwoorden mijn vragen


De kinderen praten over het onderwerp doodgaan

De kinderen filosoferen waar je heen gaat als je


dood bent

Leesboek kikker
en het vogeltje

10 min

Slot

Ik vraag aan de kinderen of we iets


kunnen maken voor het vogeltje
Ik laat de grote gele ster zien met de
foto van het vogeltje in het midden

Ik vraag of er kinderen zijn die iets liefs


kunnen zeggen over het vogeltje, of iets
willen zeggen waar ze gaan denken.

De kinderen bedenken een zin of tekst over het


vogeltje

Ik vraag of we dat in de ster kunnen


opschrijven

De kinderen noemen een aantal dingen op

Ik vertel dat ze thuis ook zoiets kunnen


maken. (een foto van je konijn, oma
enz. en dan dingen opschrijven over
degene die dood is.)

De kinderen luisteren naar mij

De kinderen bedenken wat ze kunnen maken


De kinderen bekijken de grote, gele ster

Voorbeeld grote,
gele ster
Foto vogeltje
Stift of pen

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum:

También podría gustarte