Op welke specifieke wijze verwerk ik de kenmerken van mijn

groep, in mijn lesontwerpen?

De kenmerken van mijn groep zijn:
- 14 jongens en 12 meisjes (een totaal van 26 kinderen)
- Leeftijden van 4 t/m 6
- Er is een kind dat een jaar overdoet, groep 2
- De verschillen tussen de kinderen (op cognitief/sociaal emotioneel
gebied) zijn heel erg groot
- De sfeer tussen de kinderen is goed. Dit heb ik opgemaakt uit de
weinige voorvallen in de klas nu en in het verleden. Dit weet ik weer
uit gesprekken met mijn mentor. Wel zijn er een paar kinderen die
(nog) niet zo goed binnen de groep vallen. Uit de afgenomen
sociogram heb ik dit kunnen opmaken.
- Er zijn veel verschillende rollen binnen de klas (leider, volger,
sociaal, individueel/eigen wereld, etc.)
- De kinderen spelen soms met elkaar, maar het merendeel naast
elkaar.
Hoe ga ik deze kenmerken verwerken in mijn lesontwerpen:
- Ik ga de kinderen opdrachten geven waarbij ze elkaar nodig hebben of
waar ze veel van elkaar kunnen leren. Nuis het al zo dat bij de kleuters
heel erg veel binnen de kring wordt gewerkt. Zowel de grote als de kleine
kring is al een vorm van coperatief werken. De jongste kleuters leren
weer van de antwoorden van de oudste kleuters. De oudste kleuters leren
weer op hun beurt om andere kinderen te helpen.
- Voor veel (weektaak) activiteiten wordt er vrij veel onderscheid gemaakt
tussen de groep 0, 1 en 2. Deze kinderen werken veel met elkaar.
Groep 0:
Groep 0 is nog heel erg zwak op zowel cognitief als sociaal emotioneel
niveau. Ze spelen heel erg naast elkaar i.p.v. naast elkaar. Hier wil ik aan
gaan werken, ik ga de kinderen stimuleren (bijv, in de poppenhoek) om
samen te gaan spelen. Verder weten de kinderen nog niet zo veel over de
wereld om zich heen. Hiervoor zijn de kinderen ook op school.
Groep 1:
Groep 1 speelt al wat meer met elkaar en is druk bezig met het leren van
dingen. Ze willen heel graag kunnen wat de anderen ook kunnen, zoals het
strikken van veters, het zwemmen in de hoge badjes en het dichtmaken
van hun jas. Graag wil ik de kinderen nog meer gaan stimuleren om
dingen zelf te doen. Verder wil ik net als bij groep 0 de kinderen nog meer
laten samenspelen. Er zijn een paar kinderen die nog niet zo sterk zijn op
deze gebieden als de rest van de kinderen. Met deze kinderen ga ik nog
meer oefenen op de gebieden waar ze afhaken/afvallen.
Groep 2:

Groep 2 kan al vrijwel alle dingen heel goed voor hun niveau. Natuurlijk
zijn er een paar kinderen die dit jaar groep 3 niet halen. Met deze
specifieke kinderen wil ik graag gaan oefenen. Er is een leerling die nog
veel te leren heeft op sociaal gebied en een leerling die nog op het groep
0+ niveau zit. Deze kinderen wil ik graag gaan begeleiden.
-De kinderen die buiten de klas vallen zijn of heel aanwezig met hun
gedrag of het zijn de jongste kleuters. Deze jongste kleuters moeten nog
een plekje in de klas vinden. Deze kinderen kan ik in groepjes met hele
toegankelijke kinderen plaatsen. Zo leren de kinderen hun klas steeds
meer kennen. De kinderen maken zo wat meer vriendjes en zo gaan ze
eerder samen spelen en werken. Voor het andere groepje kinderen geldt
dat ik graag de duidelijk aanwezige kinderen rustig wil laten worden. Dit
ga ik doen door ze vaker te corrigeren op hun gedrag. Dit ga ik doen door
het even kort te benoemen of door juist niets te zeggen. Zo leren de
kinderen dat ze geen aandacht kunnen krijgen door het duidelijk
aanwezige gedrag.