Está en la página 1de 3

440

16 april 2014 wekelijks Charleroi - MassPost P916056

eHealth in Europa: de fundamenten liggen er


!)**+%$""#%",%-)./%012

CT is niet meer weg te slaan uit de huisartsenpraktijk, zoveel is duidelijk: 97% van de huisartsen in Europa had in 2013 toegang tot een computer die verbonden was met het internet in zijn of haar praktijk n gebruikte die ook. Dat blijkt uit een grootschalige bevraging uit 2013 bij Europese huisartsen (1). Ter vergelijking: in 2007 gebruikte slechts 66% van de Europese huisartsen een computer tijdens consultaties met patinten. In zes jaar tijd werkte de computer zich dus op tot een onmisbaar gebruiksvoorwerp in de dagelijkse praktijk van de huisarts. Naast de computer maken meer en meer huisartsen ook gebruik van mobiele apparaten voor medische doeleinden. 10% geeft aan een tablet bij zich te hebben op verplaatsing, 15% een laptop met internetverbinding en 49% een smartphone. En de meerderheid van wie zon mobiel apparaat bij zich heeft tijdens het bezoek aan patinten, gebruikt het ook af en toe tot meestal: 90% van wie een tablet bij zich heeft, bijna 80% van wie een laptop met internet meeheeft en 92% van wie een smartphone op zak heeft.

Povere beveiliging

Die opgang van digitale devices gaat jammer genoeg niet overal hand in hand met zorgvuldige veiligheidsmaatregelen. Op de vraag welke beveiligingssystemen ze gebruikten, gaf drie kwart van de huisartsen aan de toegang tot hun computer te vergrendelen achter een basis paswoord. Slechts een derde encrypteert de verzonden en ontvangen e-mails en bestanden, en 28% gebruikt een elektronische handtekening. 33% doet een beroep op paswoordbeveiliging voor het verzenden en ontvangen van bestanden. 11% wist niet eens wat voor beveiligingssysteem ze hanteerden. (Er waren meerdere antwoorden mogelijk op deze vraag, aangezien sommige huisartsen verschillende systemen combineren.)
MS8470N

Tijs Ruysschaert

1. Cristiano Codagnone & Francisco Lupianez-Villanueva, Benchmarking Deployment of eHealth among General Practitioners 2013 (SMART 2011/0033)

!"#$%#$$

<"*=">+<*4?@A<*

!&&

B'#$3")"53*

!&"

'@<"1+(**#

Toegankelijk, maar hoe?

Diastolisch hartfalen
BMW i3 REX: opmerkelijk!

!""#$%&""#'( !!

Svin Deneckere Fellow Healthcare and Elderly Care, Itinera

Riziv-enqute: huisarts als favoriet


!,'534'%:

Naar een doelgericht gezondheidsbeleid met gedurfd realisme


Bijna iedereen is er het erover eens, en ook internationale rapporten bevestigen het: de duurzaamheid van ons gezondheidszorgsysteem staat op het spel. De publieke uitgaven voor gezondheidszorg stijgen onafgebroken en gevoelig sneller dan onze welvaart, de kwaliteit is te vaak middelmatig, er is verspilling, de zorg is te weinig afgestemd op wetenschappelijke evidentie, de toegankelijkheid neemt af en de sociale gezondheidskloof neemt toe. Dit dwingt tot reectie. Het beleid mist echter een fundamentele visie en gaat te weinig uit van concrete gezondheidsdoelstellingen. Een meerjarenstrategie is broodnodig: de gezondheidszorg is een complexe tanker die maar geleidelijk en door collectieve inspanning zijn koers kan wijzigen. Itinera wil een proactieve rol spelen in dit debat. Traditioneel regent het in elke verkiezingsperiode nieuwe beloftes. We hebben echter gezien tot wat de gedachte dat bomen tot in de hemel reiken, geleid heeft. De beperkte economische groei en de stijgende noden door de technologische innovatie en de vergrijzing zorgen ervoor dat de bewegingsruimte voor een onverantwoorde sinterklaaspolitiek afwezig is. We vertrekken daarom van een reality check maar koppelen die aan ambitie. Onze voorstellen vallen zo onder de noemer van gedurfd realisme.

!'()*&*#345%67%-)./%8

In uw krant doen we er hiervan in de komende weken enkele uit de doeken. De volledige rapporten verschijnen op onze website: www. itinerainstitute.org. Deze voorstellen laten we telkens aftoetsen door enkele deskundigen in een soort pro-contradebatformule. Volgende themas komen aan bod: publieke rapportering van zorgresultaten, toegevoegde waarde als centraal punt in het betalingssysteem van artsen en ziekenhuizen, responsabilisering van patinten en ziekenfondsen en een ouderenzorg waar de staatshervorming optimaal benut wordt om het economische potentieel van de vergrijzing te omarmen in plaats van te smoren.

Met zijn drien naar syndicale verkiezingen?


!,'534'%9

Kunstveiling voor de Sahel


!,'534'%69

Economie: de burgerlijke maatschap


!,'534';+%:01:2

MS8467N

www.medi-sfeer.be

!I

!"#$"%&'(")*&

eHealth in Europa: nog veel werk voor de boeg


"+"#+$,-./$+"#

Basis ICT mag dan wel gemeengoed geworden zijn bij de Europese huisartsen, meer gesosticeerde eHealth-toepassingen zijn bijlange nog niet overal ingeburgerd. Dat komt onder meer omdat huisartsen enkele barrires zien, maar ook omdat ze niet allemaal overtuigd zijn van de meerwaarde van eHealth.

Barrires?
In vergelijking met zes jaar geleden maken een pak meer huisartsen gebruik van e-health-toepassingen, maar over een overweldigend succes kunnen we (nog) niet spreken. Dat slechts 50% van de huisartsen het sterk eens is met de stelling dat ICT nuttig is voor hun praktijk, zal hier wel een rol spelen. Bovendien is slechts een op vijf overtuigd dat eHealth helpt om het aantal patinten op te krikken, en 40% dat het gebruik van ICT de kwaliteit en effectiviteit van hun werk positief benvloedt. Daarnaast schuiven huisartsen enkele belangrijke barrires naar voren die een verdere implementate van eHealth in de weg staan. Onder andere op nancieel vlak schort er wat, volgens hen. 79% haalt het gebrek aan remuneratie aan als hinderpaal, 75% het gebrek aan nancile incentives en 73% het gebrek aan nancile middelen. Andere obstakels zijn onder meer het ontbreken van interoperabiliteit tussen de verschillende systemen, (73%), onvoldoende IT-kennis en -vaardigheden (72%) en de afwezigheid van een regulerend kader voor de vertrouwelijkheid en de privacy voor e-mailcommunicatie tussen arts en patint (71%).

aast basis ICT onderscheidden de onderzoekers volgende vier pijlers voor hun survey: electronic health record (EHR): systemen gebruikt door zorgprofessionals om gezondheids- en administratieve informatie en gegevens over patinten in te voeren te bewaren, te bekijken en te beheren; health information exchange (HIE): het proces van elektronisch versturen/ delen/toegang verlenen tot gezondheidsinformatie en -data van patinten; telehealth: gebruik van breedbandplatformen voor zorgverlening, medische training en gezondheidseductie vanop afstand; en personal health record (PHR): elektronische systemen die patinten toelaten hun gezondheidsinformatie via beveiligde weg in te kijken en beperkt te beheren.

waar veel huisartsen niet over blijken te beschikken. Uit de vragenlijst kan niet opgemaakt worden of ze het EHR niet gebruiken voor radiologiebeelden wegens het gebrek aan zon goede internetverbinding, of dat ze niet willen investeren in die infrastructuur omdat ze het online bekijken van radiologiebeelden niet belangrijk vinden.

Gegevensdeling
eHealth moet de samenwerking en gegevensdeling tussen de verschillende zorgverleners n tussen zorgverleners en patinten (HIE) stroomlijnen en stimuleren. Toch waren van de 15 opgenomen functionaliteiten in de survey er slechts twee het certiceren van afwezigheid door ziekte en het uitwisselen van resultaten van labtests beschikbaar voor 60% of meer van de respondenten. Daarbij komt nog de kloof tussen hebben en gebruiken: voor de meeste van de 15 functionaliteiten geldt dat 10% van wie erover beschikt, er geen gebruik van maakt. Op beschikbaarheid scoort telegeneeskunde nog slechter dan HIE: 60% van de respondenten gaf aan niet over telegeneeskundeopties te beschikken voor afstandstraining, 86% voor consultaties met patinten, 80% met andere zorgprofessionals en 93% voor monitoring vanop afstand. De meerderheid van wie toch over de mogelijkheden beschikt, maakt er naar eigen zeggen wel gebruik van. Een andere doelstelling van eHealth is patinten nauwer betrekken in hun levenslange gezondheidswandeling, onder meer door hen toegang te verlenen tot hun gezondheidsgegevens. En ook daar valt nog een hele weg af te leggen. Meer dan 80% van de huisartsen gaf aan dat hun patinten geen testresultaten kunnen inkijken, hun medische dossiers niet kunnen aanvullen en geen verwijzingen kunnen aanvragen. Op de vraag of patinten online afspraken kunnen maken en de vernieuwing van medicatievoorschriften kunnen aanvragen, antwoordde dan weer 25 respectievelijk 30% bevestigend.

Electronic health record


Als we naar de inburgering van deze meer gesosticeerde toepassingen van eHealth kijken, zien we een genuanceerd beeld. Om te beginnen over het EHR. 30% van de respondenten gaf aan patintendossiers enkel nog elektronisch te bewaren, 6% gebruikt nog voornamelijk tot altijd papier. 42% kiest voor de combinatie elektronisch/papier, en 22% opteert meestal voor elektronische opslag. In de survey werd verder gepolst naar 25 mogelijke functionaliteiten van EHRs. Zes van die functies waren voor minder dan 60% van de respondenten beschikbaar in 2013: nancin, contra-indicaties, alerts voor kritische labwaarde, klinische guidelines en best practices, radiobeelden, en drug-labinteracties. Opvallend is dat voor 23 van de 25 functies meer dan 90% van alle respondenten die er toegang tot heeft, zijn of haar EHR inzet. Enkel voor radiologiebeelden (12,4%) en voor het beheer van nancin (14,1%) gaf meer dan een op tien huisartsen met toegang tot die functionaliteit aan gn beroep te doen op het EHR.
MS8454N

Deze survey bij Europese huisartsen kadert in het eHealth Action Plan 2012-2020 Innovative Healthcare for the 21st Century, dat dient om de strategie uit te stippelen voor e-gezondheidszorg in Europa. Het directoraat-generaal Communicatienetwerken, Inhoud en Technologie (CONNECT) van de Europese Commissie staat in voor de nanciering van het gehele project. Naast de 28 EU-staten waren ook IJsland, Noorwegen en Turkije betrokken in het onderzoek. In het totaal werden 9.224 huisartsen bevraagd, waarvan er 28 niet over een computer beschikten. Van de 9.116 overblijvende huisartsen kwamen er 406 uit Belgi.

Om radiologiebeelden online te kunnen bekijken, is evenwel een sterke en snelle internetverbinding nodig, iets

Tijs Ruysschaert

Frank Robben: Alles begint bij patindossier


Belgi zit op schema met de uitrol van eHealth. Dat zegt Frank Robben, administrateur-generaal van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid. Ons land staat nog niet zo ver qua elektronische uitwisseling van data tussen zorgprofessionals onderling en tussen zorgprofessionals en patinten en qua telemonitoring, maar dat vindt hij logisch.
ok al zijn lang nog niet alle functionaliteiten van eHealth ingeburgerd, toch is Frank Robben tevreden met de huidige stand van zaken in ons land. Belangrijk is dat we geen stappen overslaan, stelt hij. Momenteel zetten we volop in op gestructureerde
Medi-Sfeer 440 16 april 2014

Frank Robben: Belangrijk is dat we geen stappen overslaan.

MS8454BN

elektronische patintendossiers. Pas als die op punt staan, kan je beginnen denken aan de bovenbouw. Ze vormen de basis voor evidence-based richtlijnen, voor gegevensdeling met anderen, voor elektronisch voorschrijven, enzovoort.

!"#$"%&'(")*&
Multidisciplinair patintendossier
Op het vlak van gegevensdeling via eHealth scoort ons land niet zo goed, zo blijkt. Maar de enqute werd afgenomen in 2013. Als je de situatie vandaag bekijkt, zie je dat we al veel verder staan, aldus Robben. Recip-e, MyCareNet, Vitalink, de eHealthBox: allerlei health information exchange-toepassingen zijn bezig aan een opmars. Bouwstenen daarvan zijn het gestructureerde e-patintdossier n de kwalitatief sterke EMDpakketten. Naast het inzetten op de bovenbouw moeten we blijven investeren in het patintendossier, meent Robben. Ik verwacht en hoop dat we meer en meer zullen evolueren naar een multidisciplinair dossier dat niet langer versnipperd ligt over de verschillende klassieke en minder klassieke zorgverstrekkers, maar gebundeld is in n gecordineerd geheel. Enkel zo kan elke zorgverstrekker alle relevante informatie over de patint in zijn of haar consultatieruimte krijgen. En dat kan de gezondheidszorg een pak overbodige euros besparen door onderzoeken te vermijden, verkeerde voorschriften te voorkomen,

I#

Belgische scores onder de loep


Basis ICT - 93% van de Belgische huisartsen heeft een computer in de consultatieruimte, en 97% daarvan maakt er gebruik van tijdens consultaties. Ter vergelijking: in 2007 had 68% van de Belgische huisartsen een computer in de consultatieruimte, waarvan 76% er gebruik van maakte tijdens consultaties. Electronic health record - 12 van de 25 bevraagde functionaliteiten zijn beschikbaar voor meer dan 90% van de Belgische huisartsen. - Minder dan de helft van de Belgische huisartsen heeft toegang tot volgende 5 functionaliteiten: contra-indicaties, radiologiebeelden, alert voor kritische labowaarde, klinische guidelines en best practices, drug-labinteracties. - Wie over EHR-functionaliteiten beschikt, gebruikt die ook: de kloof tussen de beschikbaarheid van een functionaliteit en het gebruik ervan bedraagt overal minder dan 10%, behalve voor nancin (44%). - Bijna alle soorten data worden elektronisch bewaard door Belgische huisartsen, behalve radiologiebeelden (42%) en bestelde onderzoeken en resultaten (71%). Opvallend: in 2007 bewaarde 53% radiologiebeelden en 87% bestelde onderzoeken en resultaten elektronisch. Health information exchange - Met 85% is het ontvangen van labverslagen de frequentst gebruikte HIE-functionaliteit. - Slechts 3 van de 15 functionaliteiten zijn beschikbaar voor meer dan de helft van de Belgische huisartsen: ontvangen van labverslagen (90%), verzenden/ontvangen van verwijs- en ontslagbrieven (63%) en verzenden/ontvangen van labverslagen en delen met andere zorgprofessionals (51%). - Minder dan 30% van de Belgische huisartsen heeft toegang tot volgende 4 functies: uitwisselen van administratieve gegevens over patinten met terugbetalingsinstanties en andere zorgprofessionals, afspraken maken bij andere zorgprofessionals voor de patint, uitwisselen van medische patintengegevens met zorgprofessionals in andere landen, voorschriften doorsturen naar apothekers. - Wie over HIE-functionaliteiten beschikt, gebruikt die niet per se: 39% van wie voorschriften door kan sturen naar apothekers, doet dit niet; 33% van wie administratieve gegevens uit kan wisselen met terugbetalingsinstanties of andere zorgprofessionals, doet dit niet; en 33% van wie medische patintendata kan uitwisselen met zorgprofessionals uit andere landen, doet dit niet. Telegeneeskunde - Enkel voor training en opleiding doet meer dan een derde van de Belgische huisartsen (35%) een beroep op telegeneeskunde. - Consultaties met patinten (4%) en het monitoren van patinten in hun huis (1%) worden haast door geen enkele Belgische huisarts gedaan. Personal health record - Minder dan 10% van de Belgische huisartsen geeft aan dat hun ICT-systeem patinten toegang verleent tot bepaalde diensten.
geen tien klachten binnen over schendingen van de privacy terwijl er tegenwoordig een miljard uitwisselingen per jaar plaatsvinden en aan de meeste van die schendingen lag dan nog een menselijke fout ten grondslag. We moeten ons trouwens hoeden voor overshooting op dit vlak, sluit hij af. Veiligheid en gebruiksvriendelijkheid staan vaak haaks op elkaar: hoe beter beveiligd het systeem is, hoe minder vlot het te hanteren valt. Het komt er daarom op aan een goed evenwicht te vinden, uitgaande van een grondige risicoanalyse.

Telemonitoring in perspectief
Een ander punt waarop ons land niet denderend scoort, is telegeneeskunde. Aan de technische mogelijkheden ligt dat evenwel niet. Het zijn vooral organisatorische aspecten die hier een rol spelen, verzekert Robben. Ruim een kwart van de Belgen zegt aan een chronische aandoening te lijden. Al die mensen opvolgen via telemonitoring, is gewoonweg onmogelijk. Je zult maar huisarts zijn! Zeg nu dat een huisarts 1.200 patinten heeft, dan zijn minimum 300 daarvan chronisch ziek. Die volledige groep manueel opvolgen vanop afstand, is gewoonweg onmogelijk voor een individu. Je moet hier toewerken naar een big data-benadering, waarbij de zaken geautomatiseerd worden. Versta me niet verkeerd: ik ben wel degelijk voorstander van telegeneeskunde. Denemarken is een mooi voorbeeld. Patinten worden daar heel snel uit het ziekenhuis ontslagen, waarna ze verder opgevolgd worden via telemonitoring, gaat hij verder. Willen wij daarop inzetten, dan moeten we onze gezondheidszorg inclusief het nancieringssysteem anders organiseren. Om bij huisartsen te blijven: zij moeten hun patinten plots niet enkel meer in hun praktijk onderzoeken, maar ook opvolgen in hun thuissituatie. Zoiets kost tijd, en dus geld.

Veilig versus gebruiksvriendelijk


Hoe zit het ten slotte met de veiligheid van eHealth-toepassingen in ons land? Sowieso kan je ervan op aan dat een goed genformatiseerd systeem veel minder risicos inhoudt dan papier, verzekert de topman van eHealth. Ok, de dreiging is tegenwoordig anders: mensen kunnen nu data vanop afstand ontfutselen. Maar wie assertief was en zich in een witte jas durfde te verhullen, kon tien jaar geleden veel meer te weten komen door zich als arts op te geven in een universitair ziekenhuis, om maar iets te zeggen. Hoe huisartsen in ons land zich beveiligen als ze lokaal werken lees: zonder interactie met eHealth of andere zorgverstrekkers is hun verantwoordelijkheid, aldus nog Robben. Maar van zodra ze willen communiceren met eHealth, en dus met andere zorgverstrekkers, moeten ze zich authenticeren via hun eID en zijn er standaardencrypties ingebouwd. En dat werkt: in 25 jaar kregen we nog

T.R.
Medi-Sfeer 440 16 april 2014

También podría gustarte