Documentos de Académico
Documentos de Profesional
Documentos de Cultura
CT is niet meer weg te slaan uit de huisartsenpraktijk, zoveel is duidelijk: 97% van de huisartsen in Europa had in 2013 toegang tot een computer die verbonden was met het internet in zijn of haar praktijk n gebruikte die ook. Dat blijkt uit een grootschalige bevraging uit 2013 bij Europese huisartsen (1). Ter vergelijking: in 2007 gebruikte slechts 66% van de Europese huisartsen een computer tijdens consultaties met patinten. In zes jaar tijd werkte de computer zich dus op tot een onmisbaar gebruiksvoorwerp in de dagelijkse praktijk van de huisarts. Naast de computer maken meer en meer huisartsen ook gebruik van mobiele apparaten voor medische doeleinden. 10% geeft aan een tablet bij zich te hebben op verplaatsing, 15% een laptop met internetverbinding en 49% een smartphone. En de meerderheid van wie zon mobiel apparaat bij zich heeft tijdens het bezoek aan patinten, gebruikt het ook af en toe tot meestal: 90% van wie een tablet bij zich heeft, bijna 80% van wie een laptop met internet meeheeft en 92% van wie een smartphone op zak heeft.
Povere beveiliging
Die opgang van digitale devices gaat jammer genoeg niet overal hand in hand met zorgvuldige veiligheidsmaatregelen. Op de vraag welke beveiligingssystemen ze gebruikten, gaf drie kwart van de huisartsen aan de toegang tot hun computer te vergrendelen achter een basis paswoord. Slechts een derde encrypteert de verzonden en ontvangen e-mails en bestanden, en 28% gebruikt een elektronische handtekening. 33% doet een beroep op paswoordbeveiliging voor het verzenden en ontvangen van bestanden. 11% wist niet eens wat voor beveiligingssysteem ze hanteerden. (Er waren meerdere antwoorden mogelijk op deze vraag, aangezien sommige huisartsen verschillende systemen combineren.)
MS8470N
Tijs Ruysschaert
1. Cristiano Codagnone & Francisco Lupianez-Villanueva, Benchmarking Deployment of eHealth among General Practitioners 2013 (SMART 2011/0033)
!"#$%#$$
<"*=">+<*4?@A<*
!&&
B'#$3")"53*
!&"
'@<"1+(**#
Diastolisch hartfalen
BMW i3 REX: opmerkelijk!
!""#$%&""#'( !!
!'()*&*#345%67%-)./%8
In uw krant doen we er hiervan in de komende weken enkele uit de doeken. De volledige rapporten verschijnen op onze website: www. itinerainstitute.org. Deze voorstellen laten we telkens aftoetsen door enkele deskundigen in een soort pro-contradebatformule. Volgende themas komen aan bod: publieke rapportering van zorgresultaten, toegevoegde waarde als centraal punt in het betalingssysteem van artsen en ziekenhuizen, responsabilisering van patinten en ziekenfondsen en een ouderenzorg waar de staatshervorming optimaal benut wordt om het economische potentieel van de vergrijzing te omarmen in plaats van te smoren.
MS8467N
www.medi-sfeer.be
!I
!"#$"%&'(")*&
Basis ICT mag dan wel gemeengoed geworden zijn bij de Europese huisartsen, meer gesosticeerde eHealth-toepassingen zijn bijlange nog niet overal ingeburgerd. Dat komt onder meer omdat huisartsen enkele barrires zien, maar ook omdat ze niet allemaal overtuigd zijn van de meerwaarde van eHealth.
Barrires?
In vergelijking met zes jaar geleden maken een pak meer huisartsen gebruik van e-health-toepassingen, maar over een overweldigend succes kunnen we (nog) niet spreken. Dat slechts 50% van de huisartsen het sterk eens is met de stelling dat ICT nuttig is voor hun praktijk, zal hier wel een rol spelen. Bovendien is slechts een op vijf overtuigd dat eHealth helpt om het aantal patinten op te krikken, en 40% dat het gebruik van ICT de kwaliteit en effectiviteit van hun werk positief benvloedt. Daarnaast schuiven huisartsen enkele belangrijke barrires naar voren die een verdere implementate van eHealth in de weg staan. Onder andere op nancieel vlak schort er wat, volgens hen. 79% haalt het gebrek aan remuneratie aan als hinderpaal, 75% het gebrek aan nancile incentives en 73% het gebrek aan nancile middelen. Andere obstakels zijn onder meer het ontbreken van interoperabiliteit tussen de verschillende systemen, (73%), onvoldoende IT-kennis en -vaardigheden (72%) en de afwezigheid van een regulerend kader voor de vertrouwelijkheid en de privacy voor e-mailcommunicatie tussen arts en patint (71%).
aast basis ICT onderscheidden de onderzoekers volgende vier pijlers voor hun survey: electronic health record (EHR): systemen gebruikt door zorgprofessionals om gezondheids- en administratieve informatie en gegevens over patinten in te voeren te bewaren, te bekijken en te beheren; health information exchange (HIE): het proces van elektronisch versturen/ delen/toegang verlenen tot gezondheidsinformatie en -data van patinten; telehealth: gebruik van breedbandplatformen voor zorgverlening, medische training en gezondheidseductie vanop afstand; en personal health record (PHR): elektronische systemen die patinten toelaten hun gezondheidsinformatie via beveiligde weg in te kijken en beperkt te beheren.
waar veel huisartsen niet over blijken te beschikken. Uit de vragenlijst kan niet opgemaakt worden of ze het EHR niet gebruiken voor radiologiebeelden wegens het gebrek aan zon goede internetverbinding, of dat ze niet willen investeren in die infrastructuur omdat ze het online bekijken van radiologiebeelden niet belangrijk vinden.
Gegevensdeling
eHealth moet de samenwerking en gegevensdeling tussen de verschillende zorgverleners n tussen zorgverleners en patinten (HIE) stroomlijnen en stimuleren. Toch waren van de 15 opgenomen functionaliteiten in de survey er slechts twee het certiceren van afwezigheid door ziekte en het uitwisselen van resultaten van labtests beschikbaar voor 60% of meer van de respondenten. Daarbij komt nog de kloof tussen hebben en gebruiken: voor de meeste van de 15 functionaliteiten geldt dat 10% van wie erover beschikt, er geen gebruik van maakt. Op beschikbaarheid scoort telegeneeskunde nog slechter dan HIE: 60% van de respondenten gaf aan niet over telegeneeskundeopties te beschikken voor afstandstraining, 86% voor consultaties met patinten, 80% met andere zorgprofessionals en 93% voor monitoring vanop afstand. De meerderheid van wie toch over de mogelijkheden beschikt, maakt er naar eigen zeggen wel gebruik van. Een andere doelstelling van eHealth is patinten nauwer betrekken in hun levenslange gezondheidswandeling, onder meer door hen toegang te verlenen tot hun gezondheidsgegevens. En ook daar valt nog een hele weg af te leggen. Meer dan 80% van de huisartsen gaf aan dat hun patinten geen testresultaten kunnen inkijken, hun medische dossiers niet kunnen aanvullen en geen verwijzingen kunnen aanvragen. Op de vraag of patinten online afspraken kunnen maken en de vernieuwing van medicatievoorschriften kunnen aanvragen, antwoordde dan weer 25 respectievelijk 30% bevestigend.
Deze survey bij Europese huisartsen kadert in het eHealth Action Plan 2012-2020 Innovative Healthcare for the 21st Century, dat dient om de strategie uit te stippelen voor e-gezondheidszorg in Europa. Het directoraat-generaal Communicatienetwerken, Inhoud en Technologie (CONNECT) van de Europese Commissie staat in voor de nanciering van het gehele project. Naast de 28 EU-staten waren ook IJsland, Noorwegen en Turkije betrokken in het onderzoek. In het totaal werden 9.224 huisartsen bevraagd, waarvan er 28 niet over een computer beschikten. Van de 9.116 overblijvende huisartsen kwamen er 406 uit Belgi.
Om radiologiebeelden online te kunnen bekijken, is evenwel een sterke en snelle internetverbinding nodig, iets
Tijs Ruysschaert
MS8454BN
elektronische patintendossiers. Pas als die op punt staan, kan je beginnen denken aan de bovenbouw. Ze vormen de basis voor evidence-based richtlijnen, voor gegevensdeling met anderen, voor elektronisch voorschrijven, enzovoort.
!"#$"%&'(")*&
Multidisciplinair patintendossier
Op het vlak van gegevensdeling via eHealth scoort ons land niet zo goed, zo blijkt. Maar de enqute werd afgenomen in 2013. Als je de situatie vandaag bekijkt, zie je dat we al veel verder staan, aldus Robben. Recip-e, MyCareNet, Vitalink, de eHealthBox: allerlei health information exchange-toepassingen zijn bezig aan een opmars. Bouwstenen daarvan zijn het gestructureerde e-patintdossier n de kwalitatief sterke EMDpakketten. Naast het inzetten op de bovenbouw moeten we blijven investeren in het patintendossier, meent Robben. Ik verwacht en hoop dat we meer en meer zullen evolueren naar een multidisciplinair dossier dat niet langer versnipperd ligt over de verschillende klassieke en minder klassieke zorgverstrekkers, maar gebundeld is in n gecordineerd geheel. Enkel zo kan elke zorgverstrekker alle relevante informatie over de patint in zijn of haar consultatieruimte krijgen. En dat kan de gezondheidszorg een pak overbodige euros besparen door onderzoeken te vermijden, verkeerde voorschriften te voorkomen,
I#
Telemonitoring in perspectief
Een ander punt waarop ons land niet denderend scoort, is telegeneeskunde. Aan de technische mogelijkheden ligt dat evenwel niet. Het zijn vooral organisatorische aspecten die hier een rol spelen, verzekert Robben. Ruim een kwart van de Belgen zegt aan een chronische aandoening te lijden. Al die mensen opvolgen via telemonitoring, is gewoonweg onmogelijk. Je zult maar huisarts zijn! Zeg nu dat een huisarts 1.200 patinten heeft, dan zijn minimum 300 daarvan chronisch ziek. Die volledige groep manueel opvolgen vanop afstand, is gewoonweg onmogelijk voor een individu. Je moet hier toewerken naar een big data-benadering, waarbij de zaken geautomatiseerd worden. Versta me niet verkeerd: ik ben wel degelijk voorstander van telegeneeskunde. Denemarken is een mooi voorbeeld. Patinten worden daar heel snel uit het ziekenhuis ontslagen, waarna ze verder opgevolgd worden via telemonitoring, gaat hij verder. Willen wij daarop inzetten, dan moeten we onze gezondheidszorg inclusief het nancieringssysteem anders organiseren. Om bij huisartsen te blijven: zij moeten hun patinten plots niet enkel meer in hun praktijk onderzoeken, maar ook opvolgen in hun thuissituatie. Zoiets kost tijd, en dus geld.
T.R.
Medi-Sfeer 440 16 april 2014