Reflectie achteraf Taal spel. Wat wilde ik?

Beschrijf kort je persoonlijke leerdoel(en).

Leerdoel 1: Doelen duidelijk maken aan het begin van de les. De leerlingen voorbereiden op wat komen gaat. Wat kunnen de leerlingen verwachten. (ik maak gebruik van het Directe Instructie Model.) Leerdoel 2: Ik ben in staat om een effectieve les overgang te creren tussen de verschillende lessen. Hiervoor gebruik ik de 5 Ws. Wie Wat Waar Wanneer Wat daarna. Om de lessen zo vloeiend mogelijk te laten verlopen geef ik voor mezelf hier iedere keer antwoord op. Wat deed ik?
Wat heb je concreet gedaan om je doel(en) te bereiken?

Aan het begin van de les hebben we eerst samen besproken wat we de vorige weken hebben gehad voor spelling. De leerlingen hebben gewerkt aan de verleden tijd doewoorden. Samen hebben we een aantal voorbeelden genoemd en op het bord geschreven. De leerlingen waren tijdens de uitleg steeds bezig met door mij heen praten. Hier had ik last van en ik heb de les daarom een paar keer stil moeten leggen. Nadat ik de uitleg gegeven had en een aantal uitzonderingen op het bord geschreven had gingen de leerlingen zelfstandig aan de slag. Voordat de leerlingen aan de slag gingen werd er ingegrepen door Marion. Dit vond ik wel even fijn omdat mijn rekenles hiervoor ook niet geweldig ging. Ik merkte dat leerlingen mijn uitleg niet helemaal begrepen maar omdat ze al eerder gewerkt hadden aan doe woorden in de verleden tijd konden ze wel aan de slag. Ik heb voldaan aan mijn tweede les doel. Dit ging prima. Wanneer de leerlingen klaar waren mochten ze van mij opruimen. Doordat ik gebruik had gemaakt van de 5 ws ging het opruimen goed. Met leerdoel 1 ga ik de komende weken nog beter aan de slag. Dit leerdoel sluit goed aan bij klassenmanagement. Welke betekenis heeft het voorgaande voor jou? Wat anders ging Ik merk dat ik mijn lessen goed moet blijven voorbereiden. Wanneer ik dit niet doe dan kan het mis gaan. Ook moet ik mezelf aanwennen vaker feedback te vragen aan leerlingen en of mentor. Dit geeft mij meer zelfvertrouwen in mijn doen. Ik baal er wel van wanneer een les niet gaat zoals ik gepland heb. Maar dan ga ik daarna weer positief verder en probeer mijn leerpunten mee te nemen naar de volgende les. Wat ik nu anders wil gaan doen voor de komende lessen: Instructie niet langer maken dan nodig. Probeer de vaart erin te houden tijdens de instructie. Houd de leerlingen kort. Stil is stil. Niets op tafel is niets op tafel. Ik geef duidelijk mijn grenzen aan. (dit gaat de laatste tijd al een stuk beter, ik weet dat ik soms wat feller kan reageren wanneer de leerlingen niet luisteren.) Positieve ervaringen Vandaag heb ik een ochtend gedraaid. Die ochtend bestond uit een ochtendkring, rekenles, zelfstandig werken en na de pauze nog een spellingsles. Ik heb vandaag veel geoefend en geleerd. Ik ga proberen de leerlingen na de ochtendkring rustiger weg te sturen naar de instructie. Gebruik de 5 ws wanneer ik de leerlingen laat opruimen. Houd de instructies kort, bespreek de les nog even met mijn mentor door. Ik zorg dat ik mijn lessen goed blijf voorbereiden. Ik vind deze les een positieve ervaring omdat ik er zeker een hoop leerpunten uit kan halen.