Op de bodem van oceanen vind je veel breuken, want daar is de aardkorst het dunst.

Noord Amerika Eurazi

Er zit een grote scheur. Een gebied omgeven door een scheur is een schor. Noord Amerika en Eurazi drijven daardoor steeds verder uit elkaar. Een gebergte boven de zeespiegel is een eiland. Ridgepush = het materiaal dat stolt, wordt zwaarder, drukt met enorm gewicht naar beneden, drijft platen uit elkaar. Divergerende platen Het uit elkaar gaan gaat gepaard met Lichte aardbevingen Niet explosief vulkanisme

Aardkorst groeit bij de Midoceanische-ruggen aan. Hoe verder je van de Midoceanische-rug afkomt, hoe ouder het gesteente. Als ergens aardkorst bijkomt/ontstaat, moet ergens anders aardkorst verdwijnen, want de aarde wordt niet groter. Convergerende breuken Waar platen op elkaar botsen (plaat = aardkorst omgeven door breuken) 3 soorten botsingen: 1. Oceanische plaat botst op continentale plaat. Voorbeeld: Eurazi botst op de Grote Oceaan plaat. De zwaardere oceanische plaat duikt onder de continentale plaat. Voorbeeld: Japan en Indonesi.

Eurazi

Noord Amerika

Bij Japan botst plaat 2 op 1. 2= oceanische plaat, die duikt onder. Er ontstaat een plek waar de ene plaat onder de andere plaat duikt, waarbij de voet van de andere plaat naar beneden wordt gesleurd; er ontstaat een trog.

De onderliggende plaat smelt, wordt lava, stijgt op, gaat door de scheur, soms ontstaat er dan een vulkaanuitbarsting. Kenmerken Oceanische plaat botst op continentale plaat: Zware aardbevingen Explosief vulkanisme sedimenten uit de trog bevatten veel water, waterstof is lichtelijk explosief

Er is eigenlijk geen ruimte, toch duikt een plaat onder, bij het contactgebied ontstaat opwaartse druk -> eilanden. 2. Oceanische plaat botst op oceanische plaat. De oudste en zwaarste plaat duikt onder. Verhaal zie 1. Een plaat bestaat niet altijd uit 1 soort gesteente. 3. Continentale plaat botst op continentale plaat. Voorbeelden: India op Eurazi -> Himalaya Afrika op Eurazi -> Alpen Kenmerken: Geen vulkanisme want de platen zijn veel te dik Heel zware aardbevingen

4. Transforme/Transversale breuk. Voorbeeld: San Andreas breuk ->twee platen schuiven langs elkaar. Soms aardbeving Geen vulkanisme

Bij divergerende platen ontstaan schildvulkanen: Flauwe helling Niet explosief (effusief) Dunne, vloeibare lava (hotspots)